Zullen we onze geheugen verliezen als we dood gaan?

De ziel bestaat en is onafhankelijk van het lichaam. Echter zijn de handelingen ervan in overeenstemming met de organen van het lichaam. Als een gedeelte van de hersenen bijvoorbeeld beschadigd raakt, dan annuleert de ziel de handelingen van dat gebied.

Dit kunnen we middels een voorbeeld beter begrijpen: De ziel in het lichaam is te vergelijken met een mens in een kamer. De mens kan alleen naar buiten kijken middels een raam. Hierbij is het niet het raam dat iets ziet, maar de mens in de kamer.

Ook de ziel ziet deze dimensie middels een oog. Het is dus niet het oog dat ziet, maar de ziel. Zoals een mens een raam nodig heeft om hetgeen buiten de kamer te kunnen zien, heeft de ziel het oog nodig om de omgeving waar te nemen.

Ook bij de hersenen is dit zo. De (grote) hersenen die uit vier gebieden bestaan, kunnen we beschouwen als een kamer met vier ramen. Uit elk raam kunnen we andere uitzichten waarnemen. Door het ene raam kunnen we bijvoorbeeld een zee zien, door het tweede raam een tuin, door het derde raam besneeuwde bergen en door het vierde raam appelbomen.

Als het raam waardoor je de zee kon zien, dichtgetimmerd zou zijn, zou de persoon in de kamer de zee niet meer zien. Er is echter geen gebrek in het zicht en functioneren van de mens. Het gebouw heeft een gebrek.

De ziel in het lichaam is net zo. Iemand wiens ogen gesloten zijn, kan de huidige dimensie niet zien. Maar zijn of haar ziel heeft geen probleem.

Wanneer wij de kamer of het gebouw verlaten, dan is er geen behoefte aan een raam. Wij kunnen alles nu zien.

De ziel is ook zo. Wanneer de ziel het lichaam verlaat, zal het een omhulsel nemen, die bij zijn mooiheid past en zal het geen ogen meer nodig hebben om te zien, geen oren nodig hebben om te horen en geen hersenen nodig hebben om na te denken.