Wat zijn de essentiële verschillen tussen de islam en het christendom?

De islam en het christendom zijn hetzelfde wat betreft de zedelijke moraal. Beide accepteren God, openbaring, profeten, engelen en wederopstanding. De moslims vereren en accepteren ook Jezus (vrede zij met hem). Voor moslims zijn deze overeenkomsten zeer vanzelfsprekend en in feite noodzakelijk, omdat moslims geloven dat de God (Allah) Jezus (vrede zij met hem) heeft gezonden om de mensheid te leiden en op een later tijdstip Profeet Mohammed (vrede zij met hem), met dezelfde missie heeft gezonden.

Desondanks, zijn er ook belangrijke verschillen. Moslims geloven dat een van de redenen dat Mohammed (vrede zij met hem) als profeet gezonden werd, was om bepaalde aspecten van het christelijke geloof, waarover christelijke geleerden en geestelijken het niet volledig eens waren, te corrigeren.

Essentiële verschillen tussen moslims en christenen zijn:

1. Het concept van God. Het idee dat God een zoon heeft, is in tegenspraak met het islamitische geloof. Volgens de islam “verwekt God niet, noch is Hij(zelf) verwekt.”(Koran, 112/3)

2. De drie-eenheid. Het christendom kent de leer van drie-eenheid: God de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. De Bijbel vermeldt dat Jezus God in een menselijke gedaante is: God werd een mens (Johannes 1:1,14). De drie-eenheid wordt niet geaccepteerd door de islam. Volgens de islam bezit alleen God goddelijkheid. Zowel Jezus (als onderdeel van de drie-eenheid) als de Heilige Geest zijn volgens de islam geschapen wezens zonder enige goddelijkheid. “Alle lof komt Allah toe Die Zich geen zoon heeft genomen en Die geen mededinger heeft in Zijn Koninkrijk noch heeft Hij enige helper wegens zwakheid” (Koran, 17/111).

3. Goddelijkheid van Jezus. De islam kent niemand anders dan God goddelijkheid toe. Jezus (vrede zij met hem) wordt in de Koran beschreven als “het woord van God en een geest van Hem” (Koran 4/171). De geboorte van Jezus (vrede zij met hem) was even wonderlijk als de schepping van Adam (vrede zij met hem). Dat Adam zonder ouders tot wereld is gekomen, wil niet zeggen dat Adam (vrede zij met hem) een goddelijke status heeft. Op dezelfde manier heeft ook Jezus (vrede zij met hem) geen goddelijke status volgens de islam. Hij was een profeet net als alle andere profeten. Het christendom daarentegen ziet Jezus als de Zoon van God (Mattheüs 16:16). Door het leren kennen van Jezus is het mogelijk om God te leren kennen. Jezus zegt: “Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien” (Johannes 14:9b).

4. Erfzonde. De islam verkondigt dat Adam (vrede zij met hem) in het Paradijs leefde met Eva. God verbood hen om de vruchten van één boom te eten. Satan verleidde Adam en Eva om wel van de boom te eten. Zij zwichtten voor het verhaal van satan en aten een aantal vruchten van de boom. Als straf voor hun zonde, zette God hen uit het Paradijs. Adam en Eva hadden diep spijt van hun fout en toonden oprecht berouw en God, de Barmhartige, heeft hen uiteindelijk vergeven. Volgens de islam draagt daarom niemand de zonden van een ander, ook niet van Adam en Eva. Zij zijn immers vergeven door God. Volgens de islam wordt elk kind vrij van zonden geboren, als een onbeschreven blad, maar met het vermogen om te zondigen.

5. Redding. Volgens het christendom komt redding door het bloed van Jezus. Jezus is dus de redder van de mensheid. Hij is, als God ‘in het vlees’, op aarde gekomen om de mensheid te onderwijzen, te genezen, te corrigeren en te vergeven. Hij is volgens het christendom ook gestorven voor de zonden van de mensen. Hij stierf, zodat de mensen de boete voor hun zonden niet meer hoeven te betalen. De mensen zijn hierdoor ‘verzekerd’ van de genade van God. Het standpunt van de islam benadrukt de eigen verantwoordelijk van de mens voor zijn redding. Men kan door middel van geloof en goede daden, onder de leiding en met de genade van God, gered worden. Niemand anders dan God kan de mens redden. Natuurlijk moet de mens wel goede daden verrichten om gered te worden. In de Koran wordt vermeld: “De mens is vrijwel zeker verloren. Behalve degenen die geloven en goed doen, en elkaar waarheid en geduld opleggen” (Soera 103:2-3). “Allah heeft hen die geloven en de deugdelijke daden doen, toegezegd dat er voor hen vergeving is en een geweldig loon” (Soera 5:9).