Wat zijn de dimensies van Ramadan?
Als de derde “zuil” of religieuze verplichting in de Islam bestaat vasten uit meerdere dimensies: een van gedrag, een religieuze, een sociale en een spirituele.
De dimensie van gedrag
De eerste is de duidelijk zichtbare dimensie van gedrag. Vasten tijdens Ramadan is een manier om zelfbeheersing te ontwikkelen. Doordat men tijdens het vasten, gedurende de uren van daglicht, niet bezig is met het bevredigen van lichamelijke behoeften, wint de geest aan rust. De ziel wordt bevrijd van de ketens van vleselijke verlangens. Het vasten doorbreekt de cirkel van vaste gewoonten of overmatig toegeven aan verlangens.
De religieuze dimensie
Tijdens het vasten dient men niet alleen de maag, maar ook de tong, ogen, oren, ledematen, het hart en de geest in toom te houden. Net zoals we onze lichamelijke behoeften beheersen, dienen we onze negatieve emoties en daden te beheersen. Profeet Mohammed (vrede zij met hem), de Boodschapper van de islam, heeft uitgelegd dat het vasten niet alleen betekent dat men zich van eten en drinken onthoudt, maar dat het ook betekent dat men geen slechte daden verricht. Hij heeft gezegd dat wanneer iemand zijn emoties en gedrag niet kan beheersen, Allah (God) ook niet van die persoon verwacht dat hij of zij zich van eten onthoudt. Daar voegde hij nog aan toe, dat men, wanneer iemand je verbaal beledigt, je iets stoms aandoet of zelfs pijn doet, slechts dient te reageren met de woorden: “Ik ben aan het vasten; ik ben daadwerkelijk aan het vasten.” Volgens de meesters van de spirituele dimensie van de islam, dienen tijdens deze maand niet alleen onze organen, maar ook onze gedachten en gevoelens in toom gehouden te worden.
De sociale dimensie
Wat de sociale dimensie betreft, is vasten een manier om honger te ervaren en medeleven te ontwikkelen voor de minder gefortuneerden en op die manier dankbaarheid en waardering te ontwikkelen voor de geschenken van Allah (God). Vasten vergroot het medeleven en mededogen voor degenen die verstoken zijn van hun dagelijkse middelen om te overleven. Hoewel iedereen in abstracte zin weet dat er mensen in de wereld zijn die honger lijden en arm zijn, is deze kennis alleen helaas niet genoeg om ons dagelijkse gedrag te beïnvloeden. Omdat we tijdens Ramadan niet alleen weten dat er mensen zijn die honger lijden, maar een glimp van hun hongergevoel ervaren, wordt deze kennis geïnternaliseerd. Deze diepgaandere, geïnternaliseerde kennis helpt ons om minder te verspillen en oprecht ons best te doen mensen in nood te helpen.
Ramadan is tevens een periode van vrijgevigheid. Mensen zijn guller, hartelijker en staan meer dan in andere perioden van het jaar open om goede daden en liefdadigheid te verrichten. Moslims nodigen elkaar, vrienden en gasten, moslims en niet-moslims, in het bijzonder buren, ongeacht hun geloof, uit om het avondmaal met hen te delen en geschenken en de beste wensen uit te wisselen.
De spirituele dimensie
In de spirituele dimensie vormt het vasten tijdens Ramadan een daad van gehoorzaamheid. Het leidt tot oprechte dankbaarheid, wat de kern van aanbidding vormt. Tevens krijgt onze spirituele kant voorrang op onze fysieke impulsen. Als we ons lichaam voorstellen als een vaartuig, als een schip, zijn onze geest, hart en zinnelijke verlangens de handen die dit schip proberen te sturen. Vasten verzwakt de invloed van ons zinnelijke zelf en versterkt de invloed van de geest en het hart op de beheersing van ons lichaam.
Het hongergevoel tijdens het vasten doorbreekt de ingebeelde heerschappij van het zinnelijke zelf of ego. Door het zinnelijke zelf, aan zijn aangeboren hulpeloosheid te herinneren, beseft het dat het slechts een dienaar is. Zelfbewustzijn, of de gewaarwording van het “Ik” is een onderdeel van wat de mens als ‘drager van het toevertrouwde’ op aarde is “toevertrouwd” [Koran, Ahzab 33:72]. “De Alwijze Schepper heeft ieder mens een ego toevertrouwd dat sleutels en voorbeelden bevat die hen aansporen en in staat stellen de waarheden over de eigenschappen van de Heer der Schepping en Zijn essentiële kwaliteiten te herkennen. Het ego is de maatstaf waarmee de kwaliteiten van Zijn Heerschappij en de functies van Zijn Goddelijkheid kenbaar worden gemaakt.” [Nursi, 2005, 552] Hoewel Allah (God) ons nader is dan onze halsslagader [Koran], kunnen wij Zijn Namen en Eigenschappen niet volledig bevatten. Deze zijn namelijk oneindig en wij slechts eindige, sterfelijke, beperkte wezens. De feitelijke eigenschappen die Allah (God) ons gegeven heeft, dienen als maatstaf waarmee we Zijn Namen en Eigenschappen kunnen vergelijken en beter kunnen begrijpen.
Conclusie
Vasten tijdens Ramadan kan op degenen die het niet zelf ervaren hebben, overkomen als een moeilijk te volbrengen vorm van aanbidding. Er zijn echter veel factoren, waarvan er een aantal genoemd zijn, die de gelovigen helpen hun toewijding te vervullen. Alleen Allah (God) kent de werkelijke wijsheid van het vasten. Door de Koran, de profetische overlevering en onze persoonlijke ervaringen kunnen wij er een glimp van opvangen. In eerste instantie is vasten een middel tot zelfbeheersing, een manier om in godsvrucht te groeien en bevrijd te worden van de tirannie van de zintuiglijke verlangens. Ten tweede biedt vasten gelegenheid tot bezinning, intense aanbidding en dankbaarheid. Het stelt de leden van de gemeenschap in staat mee te voelen met degenen die honger lijden en armoede kennen. Op spiritueel niveau leidt vasten tot een oprechte waardering van de geschenken van Allah (God) en een diep gevoelde dankbaarheid, die de essentie van aanbidding vormt. Tenslotte herinnert het hongergevoel het zelf aan zijn ware aard, zijn zwakheid en afhankelijkheid van Allah’s genade. Het doorbreekt de ingebeelde heerschappij van het zelf en herinnert het zinnelijke zelf aan het doel van zijn schepping: namelijk geloof in, kennis en aanbidding van en liefde voor Allah (God), en dienstbaarheid aan de mensheid.