moslim

Dient (volgens de sharia) een moslim die de islam verlaat gedood te worden?

Dit wordt ten onrechte door zowel moslims als niet-moslims vaak misbruikt om aan te geven dat er geen vrijheid in de islam is. Men neemt een klein deel van enkele gebeurtenissen van 15 eeuwen terug en velt hierop zijn oordeel over de gehele islam. De gebeurtenis welke hiervoor als bewijs naar voren wordt gehaald, willen we hierbij naar voren halen:

Een groep nomaden van de Oekl en Oerayna stam kwamen naar onze nobele Profeet, vrede en zegeningen zij met hem, en zeiden dat ze moslim waren geworden.

Totdat ze naar hun stam zouden terugkeren kregen ze toestemming om te verblijven in een weide waar ook kamelen van de moslims graasden. Zolang ze daar verbleven mochten ze van de melk van deze kamelen drinken. Eenmaal bij de uitgestrekte weide aangekomen werden deze nomaden door de hoeveelheid van de prachtige kamelen verblind. Door hun hebzucht doodden ze de herder en verminkten ze zijn lichaam en verlieten de islam. Toen onze nobele Profeet, vrede en zegeningen zij met hem, van dit voorval hoorde stuurde hij een groep mannen om deze nomaden gevangen te nemen. Ze werden berecht en tot dood veroordeeld. Ze werden niet gedood omdat ze afvallig werden maar omdat ze de herder hadden vermoord. (Boechari Moecharibien 16,17,18. Moeslim Qasame 9 (1671)

Als men een beetje kennis heeft van de islamitische geschiedenis, vooral van de eerste periode, zal men zien dat afvalligheid in die periode automatisch betekende dat de afvallige het geloof en zijn stam verliet om samen te spannen met de vijand en zich zo schuldig maakt aan spionage. In de eerste periode van de islam zien we dat afvalligheid meestal tijdens of voor een oorlogssituatie het geval was. De afvallige gaf cruciale ‘staatsgeheimen’ door aan de vijand. De doodstraf werd niet gegeven omdat ze afvallig waren, maar voor spionage en landverraad ten tijde van oorlog.

Zelfs in onze moderne samenleving en vooral in de koude oorlogstijd werden en worden dit soort landverraad en spionage ook vaak met de dood bestraft. Dus in tegenstelling tot wat enkele fanatiekelingen beweren wordt een afvallige niet gedood omdat hij afvallig is.

Dit komt ook overeen met de essentie van de islam over vrijheid van godsdienst:

‘Er is geen dwang in de (islamitische) religie.’ (2:256)

‘Als jou Heer het had gewild, dan zouden degenen die op aarde zijn, zeker allen samen hebben geloofd. Wil jij dan de mensen dwingen opdat zij gelovig worden?’ (10:99)

‘En zeg: “De Waarheid is van jullie Heer: dus wie wil laat hem geloven; en wie wil laat hem ongelovig zijn.’ (18:29)

‘Voor jullie jullie geloof, voor mij mijn geloof.” (109:6)

Wat zijn de essentiële verschillen tussen de islam en het christendom?

De islam en het christendom zijn hetzelfde wat betreft de zedelijke moraal. Beide accepteren God, openbaring, profeten, engelen en wederopstanding. De moslims vereren en accepteren ook Jezus (vrede zij met hem). Voor moslims zijn deze overeenkomsten zeer vanzelfsprekend en in feite noodzakelijk, omdat moslims geloven dat de God (Allah) Jezus (vrede zij met hem) heeft gezonden om de mensheid te leiden en op een later tijdstip Profeet Mohammed (vrede zij met hem), met dezelfde missie heeft gezonden.

Desondanks, zijn er ook belangrijke verschillen. Moslims geloven dat een van de redenen dat Mohammed (vrede zij met hem) als profeet gezonden werd, was om bepaalde aspecten van het christelijke geloof, waarover christelijke geleerden en geestelijken het niet volledig eens waren, te corrigeren.

Essentiële verschillen tussen moslims en christenen zijn:

1. Het concept van God. Het idee dat God een zoon heeft, is in tegenspraak met het islamitische geloof. Volgens de islam “verwekt God niet, noch is Hij(zelf) verwekt.”(Koran, 112/3)

2. De drie-eenheid. Het christendom kent de leer van drie-eenheid: God de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. De Bijbel vermeldt dat Jezus God in een menselijke gedaante is: God werd een mens (Johannes 1:1,14). De drie-eenheid wordt niet geaccepteerd door de islam. Volgens de islam bezit alleen God goddelijkheid. Zowel Jezus (als onderdeel van de drie-eenheid) als de Heilige Geest zijn volgens de islam geschapen wezens zonder enige goddelijkheid. “Alle lof komt Allah toe Die Zich geen zoon heeft genomen en Die geen mededinger heeft in Zijn Koninkrijk noch heeft Hij enige helper wegens zwakheid” (Koran, 17/111).

3. Goddelijkheid van Jezus. De islam kent niemand anders dan God goddelijkheid toe. Jezus (vrede zij met hem) wordt in de Koran beschreven als “het woord van God en een geest van Hem” (Koran 4/171). De geboorte van Jezus (vrede zij met hem) was even wonderlijk als de schepping van Adam (vrede zij met hem). Dat Adam zonder ouders tot wereld is gekomen, wil niet zeggen dat Adam (vrede zij met hem) een goddelijke status heeft. Op dezelfde manier heeft ook Jezus (vrede zij met hem) geen goddelijke status volgens de islam. Hij was een profeet net als alle andere profeten. Het christendom daarentegen ziet Jezus als de Zoon van God (Mattheüs 16:16). Door het leren kennen van Jezus is het mogelijk om God te leren kennen. Jezus zegt: “Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien” (Johannes 14:9b).

4. Erfzonde. De islam verkondigt dat Adam (vrede zij met hem) in het Paradijs leefde met Eva. God verbood hen om de vruchten van één boom te eten. Satan verleidde Adam en Eva om wel van de boom te eten. Zij zwichtten voor het verhaal van satan en aten een aantal vruchten van de boom. Als straf voor hun zonde, zette God hen uit het Paradijs. Adam en Eva hadden diep spijt van hun fout en toonden oprecht berouw en God, de Barmhartige, heeft hen uiteindelijk vergeven. Volgens de islam draagt daarom niemand de zonden van een ander, ook niet van Adam en Eva. Zij zijn immers vergeven door God. Volgens de islam wordt elk kind vrij van zonden geboren, als een onbeschreven blad, maar met het vermogen om te zondigen.

5. Redding. Volgens het christendom komt redding door het bloed van Jezus. Jezus is dus de redder van de mensheid. Hij is, als God ‘in het vlees’, op aarde gekomen om de mensheid te onderwijzen, te genezen, te corrigeren en te vergeven. Hij is volgens het christendom ook gestorven voor de zonden van de mensen. Hij stierf, zodat de mensen de boete voor hun zonden niet meer hoeven te betalen. De mensen zijn hierdoor ‘verzekerd’ van de genade van God. Het standpunt van de islam benadrukt de eigen verantwoordelijk van de mens voor zijn redding. Men kan door middel van geloof en goede daden, onder de leiding en met de genade van God, gered worden. Niemand anders dan God kan de mens redden. Natuurlijk moet de mens wel goede daden verrichten om gered te worden. In de Koran wordt vermeld: “De mens is vrijwel zeker verloren. Behalve degenen die geloven en goed doen, en elkaar waarheid en geduld opleggen” (Soera 103:2-3). “Allah heeft hen die geloven en de deugdelijke daden doen, toegezegd dat er voor hen vergeving is en een geweldig loon” (Soera 5:9).

Hoe had Oethman (ra) de Islam als geloof gekozen?

Oethman (moge Allah tevreden met hem zijn) was één van de rijkste handelaren uit Mekka en daarnaast erg vrijgevig. Aboe Bakr (moge Allah tevreden met hem zijn) was een goede vriend van hem en op een dag, tijdens een gesprek tussen de twee, werd hij door hem geïnformeerd over de Islam. Na de interesse van hem aangewakkerd te hebben, nam Aboe Bakr hem mee naar de Profeet (vzmh). Toen de altijd glimlachende Oethman tegenover de Profeet (vzmh) stond, sprak Mohammed (vrede zij met hem) hem als volgt aan: “Wees willig jegens de gunst van Allah, welke het paradijs is. Ik ben als gids gezonden naar jou en de mensheid die leidt naar redding.”

De directe, heldere en bondige wijze waarop de Profeet (vzmh) hem uitnodigde tot de Islam, deed hem versteld staan en hij zag geen greintje onzekerheid in Mohammed (vzmh). Hierdoor viel Oethman meteen voor het geloof, legde getuigenis af en vertelde de volgende droom welke hij recent gezien had: “O Profeet van Allah, in een gebied waar wij overnachtten onderweg van de terugreis uit Damascus, zag ik een droom waarin een rapporteur het volgende uitriep: “O slapers, ontwaak! Ahmed is verschenen in Mekka!” Zodra wij in Mekka arriveerden, hoorden wij vervolgens uw profeetschap.”

De bekering van de vriendelijke handelaar deed bij veel heidenen wederom het bloed onder hun nagels vandaan halen. Onder hen bevond zich ook zijn oom genaamd Hakem bin Eboe’l-As. Deze bruut-ingestelde man wist dondersgoed dat Oethman zodanig respectvol en bescheiden was, dat hij geen tegenstrijd zou leveren als zijn oom hem zou straffen. Uiteraard zou een barbaar als Hakem het niet kunnen laten om van een dergelijke eigenschap misbruik te maken.

Toen zijn ergernis haar toppunt had bereikt, zocht hij zijn neef op en greep hem om hem vervolgens mee te sleuren naar een folterpaal. Hij bond Oethman stevig vast en begon hem af te ranselen. Met afschuw kraamde hij de volgende waanzin uit: “Hoe waag jij het om het geloof van je ouders aan de kant te schuiven voor een andere religie? Zolang jij je religie niet verwerpt, zal ik jou niet vrijlaten!”

De enige reactie van Oethman hierop was: “Bij Allah, nooit en te nimmer zal ik dit absolute geloof opgeven!” Nadat Hakem hem daarop net zo lang afroste tot zijn woede suste, liet hij hem vrij omdat hij wist dat zijn neef op geen wijze om te praten was. De miserabele afgunst van Hakem kon niet op tegen de verhevenheid van Oethman.

Eigenschappen van deze uitzonderlijke metgezel van de profeet waren onder andere zijn opvallende verlegenheid en vrijgevigheid. Ook kende hij de volledige Qur’an uit zijn hoofd en reciteerde deze weleens volledig uit tijdens nachtgebeden. Graag besteedde hij zijn weelde omwille van Allah. Nooit had hij alcohol genuttigd, als één van de weinige metgezellen van de profeet, en hij was iemand die bekend stond om zijn bekoorlijke uiterlijk.

Hij bevond zich onder de tien moslims die beloofd werden met het paradijs voordat ze stierven. Ook kreeg hij de eer schoonzoon te worden van Mohammed, die hem huwde met zijn dochter Roekiyah. Vervolgens zei hij het volgende tegen zijn dochter: “Mijn geliefde dochter, heb Oethman lief. Voorwaar, onder mijn metgezellen is hij degene wiens karakter het meest op het mijne lijkt.”

Toen Roekiyah jaren later overleed en de profeet zag hoe Oethman treurde, troostte de profeet hem met de volgende woorden: “O Oethman, treur niet! Bij ALLAH, als ik honderd dochters zou hebben en ze zouden overlijden, ik zou ze één voor één huwen met jou tot er geen meer overbleef. Daar is Djibriel al, hij laat mij weten dat Allah mij beveelt om in de plaats van mijn overleden dochter, haar zusje met jou moet huwen voor hetzelfde bruidsgift.”

Mohammed (vzmh) huwde zijn gezegende metgezel met zijn dochter Oemmoe Qoelthoem. Sindsdien kreeg Oethman de bijnaam Zienoerreyn, ofwel: Drager van twee lichten.

OVERIGE

Mag ik mij van de buitenwereld isoleren om een betere moslim te zijn?

Een goede moslim is diegene die het voorbeeld van onze Nobele Profeet (vzmh) volgt. ‘De boodschapper van Allah is voor jullie een prachtig voorbeeld’ (Koran 33:21).

Onze Nobele Profeet, vrede en zegeningen zij met hem, heeft zich niet geïsoleerd van de buitenwereld. Als hij dit had gedaan kon hij de islam niet aan anderen verkondigen. Ook heeft hij niet enkel en alleen contact gehad met zijn broeders. Hij heeft zich opengesteld voor iedereen zodat hij mensen over Allah kon vertellen.

Wij zijn mensen en vatbaar voor zondes. Sjaytaan (de duivel) zal je niet met rust laten als je jezelf isoleert of als je je enkel onder je broeders bevindt. Ook dan zal je gaan zondigen. Eén van de Schone Namen van Allah is ‘Al Ghaffar’: de Meest Vergevensgezinde. In de Koran lezen we in tientallen verzen dat Allah de zonden vergeeft van diegenen die berouw tonen. We moeten proberen om een goed leven te leiden volgens de richtlijnen van Allah, maar als we struikelen en toch zondigen dan moeten we ons meteen tot Hem wenden en vergeving vragen.

Allah vertrouwen en Hem tot je Vriend nemen is een mooie gedachte. Ook al doe je dit, je moet toch zelf ervoor zorgen dat je niet in zondes valt. Men kan niet zeggen: “Ik heb Allah vertrouwd en heb Hem als Vriend genomen, waarom heeft Hij niet voorkomen dat ik heb gezondigd? Of waarom heeft Hij niet voorkomen dat ik verdriet en ellende heb meegemaakt, Hij was toch mijn vriend?” Dus Allah tot je Vriend nemen en zeggen dat je alleen Hem vertrouwt, zal niet voorkomen dat je in zondes valt of dat je iets ergs kan overkomen. Wij zijn tenslotte op aarde om beproefd te worden.

Het gaat er om hoe wij deze beproevingen doorstaan. Hem tot Vriend nemen en Hem vertrouwen is een mooie gedachte maar wees erop voorbereid dat dit niet betekent dat Hij je niet zal beproeven met rampspoed en tegenspoed. De kunst is om na deze beproeving Hem nog steeds als je Vriend te zien. Moge Allah ons leiden zodat we niet afstappen van de voetsporen van onze Nobele Profeet, vrede en zegeningen zij met hem.