Als religie is de islam inderdaad een manier van leven, in die zin dat het een compleet stel richtlijnen biedt voor zowel de praktische als de spirituele dimensies van het alledaagse leven. Zowel de Koran als de overleveringen van profeet Mohammed, vrede zij met hem, die bekend zijn als de hadith, behandelen alle aspecten van menselijk gedrag; van het sociale, geestelijke, fysieke, wettelijke (aan de hand van het islamitische wetsysteem, dat bekend is als de sjaria) tot uiteraard het spirituele.
Er dient opgemerkt te worden dat niet alle islamitische richtlijnen volledig verplicht zijn. In feite zijn er slechts een klein aantal verplichte verboden en geboden. Het merendeel van de woorden van de Profeet, vrede zij met hem, zijn aanbevelingen voor moslims, die de vrijheid hebben om ervoor te kiezen die al dan niet (op) te volgen. Aan de andere kant vertelt de Koran ons dat de profeet (vrede zij met hem) het ultieme voorbeeld is van de idealen van de islam en moedigt zij moslims aan om, wanneer zij richting willen geven aan hun persoonlijke ontwikkeling, zijn voorbeeld vrijwillig op te volgen.
Geloof in Allah biedt een stevige basis voor alle elementen uit het dagelijkse ploeteren en een moslims probeert elke nieuwe onderneming te beginnen met Allah als zijn of haar grootste zorg. Zoals de Koran zegt: “…De gelovigen zijn alleen diegenen die in Allah en Zijn boodschapper geloven. Zij zullen dan ook niet twijfelen en op de manier van Allah hard hun best doen op het gebied van hun welvaart en hun levens…” (49:15) en ook: “…Wie zichzelf, tijdens het doen van goede dingen (voor anderen), geheel aan Allah onderwerpt, zal door zijn of haar Heer beloond worden …” (2:112). Deze bewuste onderwerping is de essentie van een moslimgemeenschap.
Veel van de woorden van de profeet (vrede zij met hem) gaan over het feit dat de islam geen religie is die gericht is op zware theologische oefeningen, maar eerder gelovigen tot een leven probeert te leiden dat niet alleen met toewijding aan Allah gevuld is, maar ook met goede daden, het accepteren van verantwoordelijkheden en opofferingen, met nodige aandacht voor de rechten van anderen.
Overmaat aan religie wordt niet aangemoedigd, omdat religie alleen bedoeld is om doorzettingsvermogen in de mens te kweken. Daarom wordt gelovigen verteld alleen voor een mate van religieuze toewijding te kiezen, die ze vol kunnen houden. Er wordt benadrukt dat een mens vele taken te vervullen heeft, waarvan religie er slechts één van is en dat men baar balans en evenwicht dient te streven. Abdoellah ibn ‘Amr heeft een gesprek tussen zichzelf en profeet Mohammed (vrede zij met hem) overgeleverd: “…De boodschapper van Allah (moge Allah’s vrede en zegeningen met hem zijn) zei tegen mij: ‘O, Abdoellah, klopt het dat je overdag vast en uit toewijding de hele nacht staat (te bidden)?’ Ik zei: ‘Ja, Boodschapper van Allah.’ Hij zei: ‘Doe dit niet op deze wijze; vast en verbreek je vasten en sta (’s nachts) toegewijd (te bidden) en slaap, want je lichaam heeft recht op je, en je ogen hebben recht op je en je vrouw heeft recht op je en degene die je komt opzoeken heeft recht op je …”