Is de mens verantwoordelijk voor zijn slechte gedachten?

Laat ik als eerst voorop stellen dat de barmhartigheid van Allah geen grenzen kent. Deze barmhartigheid komt onder meer naar voren wanneer een mens een goede of een slechte daad verricht. Zo staat duidelijk in de Koran dat de beloning voor een goede daad het tienvoudige zal zijn, daarentegen zal het oordeel over een slechte daad één blijven.

De Profeet Mohammed, vrede zij met hem, heeft dit onderwerp op volgende de wijze aangekaart: “ Allah heeft bevolen dat alle goede en slechte daden moeten worden vastgelegd.” De Profeet vervolgde zijn uitleg en meldde; “Wanneer iemand de intentie heeft om een goede daad te verrichten, zal die persoon vanwege deze intentie worden beloond. Wanneer echter iemand zijn intentie ten uitvoer brengt en een goede daad verricht, zal hij tien keer zoveel worden beloond en zal zijn beloning zelfs kunnen uitlopen tot zevenhonderd keer meer. Wanneer iemand echter de intentie heeft om een slechte daad te verrichten maar hiervan afziet, zal hij door Allah hiervoor worden beloond. Wanneer hij deze slechte daad alsnog ten uitvoer brengt, zal hij enkel voor deze daad worden bestraft.” (Boechari, Rikak:31)

In de uitleg van deze overlevering waarin de nadruk wordt gelegd op de barmhartigheid van Allah wordt door de exegeet van Boechari Ayni het verschil tussen het besluit en de intentie benadrukt. Wanneer iemand de intentie heeft om een slechte daad te verrichten en hij hiervan afziet, wordt hij dus door Allah hiervoor beloond. Wanneer iemand echter de drang heeft om een slechte daad te verrichten en hij dit willens en wetens besloten heeft, kan dit volgens sommige imams een verantwoordelijkheid met zich meebrengen (Oemdetuoe’l-Kari, 23:80).

Wanneer iemand dus de intentie en heeft en besluit om een goede daad te verrichten, zal Allah een veel grotere beloning geven dan wanneer alleen de intentie bestaat.

Een mens is niet verantwoordelijk voor de slechte gedachtes die in hem opkomen. Dat betekent natuurlijk niet dat iemand continu dit soort gedachtes moet of kan hebben. Wanneer er sprake is van het regelmatig hebben van slechte gedachtes, is het aan die persoon zelf om dit te voorkomen.

Dat de intentie van een persoon zeer belangrijk is, zelfs belangrijker dan zijn daden, komt goed naar voren in diverse overleveringen (Keşfoe’l-Hafâ, 2:324). Allah heeft tenslotte onze daden niet nodig. Wanneer wij de intentie tonen om goede daden te verrichten, zullen wij worden beloond alsof wij die daden daadwerkelijk hebben verricht.

Eén van deze overleveringen waarin het belang van de intentie duidelijk blijkt, luidt als volgt: de Profeet (vrede zij met hem) meldde dat wanneer iemand gaat slapen met de intentie om in de nacht te bidden maar tot het ochtendgebed blijft doorslapen, door Allah zal worden beloond alsof hij wel heeft gebeden en zal zijn slaap een geschenk zijn van Allah (İbni Mace, İkame: 177).

Het besef dat de intentie zo waardevol in ons geloof is, zou een moslim ertoe moeten bewegen zoveel mogelijk te willen bidden.

Bediüzzaman heeft over de intentie van een persoon het volgende geschreven; “Intentie is van immens belang. Het is als een medicijn, een katalysator om je dagelijkse gewoontes en handelingen om te zetten in aanbidding. Voorwaar, intentie is een ziel die dode en levenloze staten tot leven brengt omzet tot existerende en levendige gebeden (Mesnevi-i Noeriye, p. 65).

Al met al dient een moslim dus zijn intenties op een correcte manier aan te wenden en niet te verspillen aan loze gedachtes. Het zal een belangrijk hulpmiddel zijn in de strijd om het hiernamaals te winnen.