Hoe is de Koran bewaard gebleven?

De Koran, het laatste heilige Schrift van Allah en Zijn Goddelijke boodschap voor de gehele mensheid, werd vers voor vers en hoofdstuk voor hoofdstuk geopenbaard in een periode van 23 jaar. De profeet, vrede zij met hem, droeg de geopenbaarde verzen en hoofdstukken voor aan zijn metgezellen. De metgezellen onthielden het en sommigen schreven het op. Ook had de profeet metgezellen die de taak hadden om de openbaring op te schrijven (de koettaab). Zij waren vooral verantwoordelijk voor het documenteren van de geopenbaarde verzen en de hoofdstukken.

De profeet werd via de aartsengel Djibriel (Gabriël) geïnformeerd over waar de geopenbaarde verzen en de hoofdstukken moesten worden geplaatst, hoe ze geordend moesten worden in de Koran. De profeet beschreef deze informatie aan de Koettaab en zij plaatsten de verzen en hoofdstukken zoals werd beschreven. De gehele Koran werd tijdens het leven van de profeet opgeschreven. Bovendien kwam elke Ramadan naar de profeet en reciteerde de verzen en hoofdstukken vanaf het begin. In de laatste Ramadan, voordat de profeet overleed, kwam opnieuw, en deze keer werd de Koran twee keer gereciteerd. De eerste keer reciteerde en luisterde de profeet, en de tweede keer reciteerde de profeet en luisterde. Zo nam de Koran zijn definitieve vorm.

Echter, tijdens het leven van de profeet was de Koran nog niet in een boekvorm opgeschreven. Het werd verspreid onder de metgezellen als pagina’s en werd onthouden door vele metgezellen. Het was echter wel duidelijk en absoluut bekend welk vers en hoofdstuk waar zou worden geplaatst.

Tot slot, uit noodzaak werd ten tijde van de kalief Abu Bakr een commissie ingesteld van schriftgeleerden van openbaring en krachtige memoriseerders, geleid door Zayd bin Thabit . Deze commissie had de taak om alle verzen en hoofdstukken te verzamelen en uiteindelijk een boekvorm te maken van de Koran. Alle metgezellen kwamen en gaven de pagina’s die ze hadden van de Koran. Als gevolg van het gezamenlijke werk van de memoriseerders en de schriftgeleerden van de openbaring werden de pagina’s, hoofdstukken en verzen geordend zoals beschreven door de profeet. Zo werd de Koran ingericht als een boek, als een ‘Moeshaf’.

Als gevolg daarvan is de Koran vrij van de invloed van vergetelheid geweest, niet verloren gegaan en niet vervalst of veranderd, omdat het precies is geschreven zoals het werd geopenbaard aan de profeet.

Ten tijde van kalief Oethman ibn Affan zijn er meer kopieën gemaakt van dit boek en die werden naar verschillende plaatsen gezonden. De exemplaren van de Koran van nu komen van deze Koran.

Als gevolg van de deugdelijkheid in haar voortbestaan, in tegenstelling tot de andere Heilige Schriften, werd de Koran geschreven in haar geopenbaarde vorm zonder enige vervorming of verandering, en het is tot ons gekomen door 1400 jaar lang zijn authenticiteit te behouden. Het is duidelijk dat de retoriek en welsprekende stijl van de Koran, zijn beknoptheid, het gemak van het onthouden ervan, zonder gelijkenis met de menselijke manier van praten, het feit dat de mensen niet in staat zijn om het te imiteren en het niveau van Zijn welsprekendheid te bereiken, en de maximale zorgvuldigheid in het behoud ervan allemaal een grote rol hebben gespeeld in zijn authenticiteit. Maar de echte reden is dat Allah de Koran in Zijn bescherming nam en dat Hij beloofde het zo te behouden als een wonder tot de Dag des Oordeels. Het volgende wordt vermeld in de Koran: “Voorwaar, Wij hebben deze vermaning (de Koran) nedergezonden en voorzeker Wij zullen er de Waker over zijn.” (Koran 15:09)

Vandaag de dag zijn alle kopieën van de Koran in de hele wereld hetzelfde. Er is geen verschil of verandering. Bovendien kennen miljoenen mensen de hele Koran uit het hoofd en het wordt ook elk moment gereciteerd door miljoenen mensen. Deze eigenschap heeft geen een ander boek, zelfs de andere Heilige Boeken niet. Het is absoluut noodzakelijk dat de Koran, als het definitieve Boek van Allah, deze ongekende status bezit.