RELIGIE ISLAM

Wat is het verschil tussen de islam en de andere religies?

De islam verschilt van andere religies wat geloof, aanbidding en bepaalde aspecten van sociale regelgeving en zedelijkheid betreft.

Wat is rechtvaardigheid volgens de islam?

De islam vertegenwoordigt het midden tussen de joodse en christelijke opvattingen. Wat rechtvaardigheid betreft, neemt het jodendom bijvoorbeeld een ‘oog om oog’ houding aan, terwijl het christendom de ‘keer de andere wang toe’ houding verkondigt. Binnen Islam heeft men daarentegen het recht om rechtvaardiging te zoeken, terwijl men wordt aangemoedigd om te vergeven (5:45).

Wie is God volgens de religies?

In tegenstelling tot het boeddhisme en christendom, is God in de islam zowel boven alles verheven als persoonlijk. Als gevolg van de bovennatuurlijke werkelijkheid wordt in het boeddhisme helemaal niet over God gesproken en in het christendom accepteert men alleen een persoonlijke God in de incarnatie van Jezus (vzmh).

De islam kent niemand anders dan God absolute en volmaakte eigenschappen toe. Dit in tegenstelling tot het hindoeïsme, waar elke goddelijke eigenschap aan een aparte god wordt toegekend.

In tegenstelling tot de drie-eenheid van het christendom, schrijft de islam niemand anders dan God goddelijkheid toe. Moslims bidden direct, zonder tussenpersonen, tot God.

De islam verkondigt dat geen enkel volk, ras of religie zich de aarde als eigenaar kan toe-eigenen. De Koran wijst hier als volgt op: “En Mozes zei tot zijn volk: Zoek hulp bij God en verdraag. Zie! De aarde is van God. Hij schenkt haar als erfenis aan wie Hij vermag. En zie! Het vervolg is voor hen die hun plicht (aan Hem) volbrengen.” (7:128)

De islam is een religie van balans. Het is niet de bedoeling dat de volgelingen ervan qua geloof, aanbidding en sociaal gedrag in uitersten vervallen. Moslims worden niet geacht zich alleen op het fysieke bestaan of het hiernamaals te richten. Wat dit betreft, heeft de islam de perfecte combinatie gebracht voor geloof en de beoefening van religie als een manier van leven.

Wat betekent strijden voor Allah?

De Koran is een Boek dat als leidraad en handleiding voor iedere fase van de mens en samenleving is geopenbaard. Het is niet enkel een gebedenboek, verhalenboek of een geschiedenisboek. Het is een Boek dat alle fasen van het leven en de samenleving vormgeeft.

De Koran leert mensen hoe ze op deze vergankelijke aarde optimaal moeten handelen en zaaien zodat ze volledige winst uit hun oogst in het hiernamaals kunnen halen. Hij geeft richtlijnen hoe een optimale samenleving vormgegeven kan worden. In de eerste 13 jaar (Mekka periode) zien we dat de Koranverzen vooral op geloofspunten zijn gericht.

In die 13 jaar werden moslims zo wreed vervolgd, gemarteld en zelfs vermoord dat ze noodgedwongen moesten emigreren naar Medina. In de veilige Medina werd de eerste moslimgemeenschap vormgegeven. Naast geloofspunten kwamen nu ook openbaringen over hoe de samenleving vormgegeven diende te worden. De verzen in Medina hadden meer wetten en regels om de islamitische samenleving te vormen.

Hoe vredelievend en humaan een samenleving ook is, er zijn momenten dat ze moeten strijden en zich moeten verdedigen tegen de aanvallen van agressors. Zoals iedere samenleving had ook de moslims met vijandschap en agressors van buitenaf te kampen. Het tijdperk om je land te verdedigen was aangebroken. Als we kijken naar de gebieden waar onze Nobele Profeet, vrede en zegeningen zij met hem, heeft gestreden dan zien we dat deze rondom Medina waren. Het waren allemaal noodgedwongen verdedigingsoorlogen om zichzelf, hun gezinnen, familie en bezitten te verdedigen tegen de aanvallen van de agressors.

Het was voor het eerst in Badr (Medina) dat moslims tegenover een gewapende vijand die vanuit Mekka was gekomen. Ook hiervoor heeft de Koran richtlijnen gegeven. De Koran heeft de voormalige woeste, wrede, barbaarse nomaden van hun ‘wreedheden’ ontdaan en heeft hen ‘humane’ verdedigingsmethoden in het strijdveld geleerd. Naarmate u de Koran verder leest zult u enkele van deze verzen tegenkomen. We zullen hier een paar van deze behandelen zodat u soortgelijke verzen in de Koran hiermee kunt vergelijken.

Koran gebiedt om enkel te strijden tegen diegenen die tegen jullie strijden. Dus van diegenen die niet strijden en niet op strijdtoneel verschijnen en thuis gebleven zijn, daar blijf je van af! Marteling en verminking is een gruwelijke overtreding, Allah houdt niet van overtreders dus weerhoud jullie van deze gruweldaden: ‘Strijd (zonder eigenbelang) op de weg van Allah tegen hen, die jullie bestrijden, maar overtreed (de grenzen, de regels) niet. Allah houdt immers niet van overtreders.’ (2:190)

Als ze vrede (staak het vuren) willen dan moeten jullie stoppen met oorlog voeren. Dus niet nog even doorgaan om ze een genadeklap te geven.

‘…Dus indien zij zich op een afstand van jullie houden en jullie niet bevechten en jullie vrede aanbieden, (dan) heeft Allah jullie niet toegestaan om iets tegen hen te ondernemen.’ (4:90)

‘Indien zij tot vrede neigen, neig jij daar dan eveneens toe en stel jouw vertrouwen in Allah.’ (8:61)

Als ze jullie continu aanvallen en de vrede die jullie aanbieden niet accepteren dan zit er niets anders op en is jullie toestemming gegeven om deze agressors te doden tijdens oorlog waar ze zich ook bevinden.

‘….Indien zij zich derhalve jullie niet met rust laten, noch jullie vrede aanbieden, noch hun handen van jullie afhouden, grijp hen dan en dood hen waar jullie hen ook vinden. Tegen diegenen hebben Wij jullie duidelijk gezag verleend.’ (4:91)

Dit zijn dus verzen die enkel van toepassing zijn tijdens een strijdveld.

Er wordt een zeer duidelijke onderscheid gemaakt tussen hoe moslims moeten handelen in ‘vrede-‘ en ‘oorlogssituatie’. ‘Allah verbiedt jullie niet om hen, die niet met jullie strijden om het geloof en jullie niet verdrijven uit jullie woonplaatsen, goed en rechtvaardig te behandelen. Allah houdt van diegenen die rechtvaardig zijn.’ (60:8)

‘Allah verbiedt jullie echter hen als bondsgenoten te nemen die tegen jullie strijden vanwege het geloof en die verdrijven uit jullie woonplaatsen hen (anderen) helpen om jullie te verdrijven. Degenen die hen als bondgenoot nemen, dat zijn de onrechtplegers.’ (60:9)

Wat wordt er bedoeld met het strijden op het pad van Allah (4:74 en 4:75)?

We lezen dat vanaf vers 59 een nieuw onderwerp wordt aangehaald: Het gehoorzaam zijn aan Allah en aan Zijn Nobele Profeet, vrede zij met hem. Naast het gehoorzaam zijn in religieuze geboden en verboden wordt in vers 74 ook duidelijk gemaakt dat men onze Nobele Profeet, vrede en zegeningen zij met hem, moeten gehoorzamen als ‘commandant’ in oorlogssituaties. In vers 80 wordt dit gehoorzaamheid nogmaals benadrukt.

Dus de essentie van dit onderwerp is niet zozeer het ‘oorlog voeren’ maar het gehoorzamen van je commandant voor en tijdens het voeren van oorlog.

Geeft de islam advies over de levenswijze van de mensen?

Als religie is de islam inderdaad een manier van leven, in die zin dat het een compleet stel richtlijnen biedt voor zowel de praktische als de spirituele dimensies van het alledaagse leven. Zowel de Koran als de overleveringen van profeet Mohammed, vrede zij met hem, die bekend zijn als de hadith, behandelen alle aspecten van menselijk gedrag; van het sociale, geestelijke, fysieke, wettelijke (aan de hand van het islamitische wetsysteem, dat bekend is als de sjaria) tot uiteraard het spirituele.

Er dient opgemerkt te worden dat niet alle islamitische richtlijnen volledig verplicht zijn. In feite zijn er slechts een klein aantal verplichte verboden en geboden. Het merendeel van de woorden van de Profeet, vrede zij met hem, zijn aanbevelingen voor moslims, die de vrijheid hebben om ervoor te kiezen die al dan niet (op) te volgen. Aan de andere kant vertelt de Koran ons dat de profeet (vrede zij met hem) het ultieme voorbeeld is van de idealen van de islam en moedigt zij moslims aan om, wanneer zij richting willen geven aan hun persoonlijke ontwikkeling, zijn voorbeeld vrijwillig op te volgen.

Geloof in Allah biedt een stevige basis voor alle elementen uit het dagelijkse ploeteren en een moslims probeert elke nieuwe onderneming te beginnen met Allah als zijn of haar grootste zorg. Zoals de Koran zegt: “…De gelovigen zijn alleen diegenen die in Allah en Zijn boodschapper geloven. Zij zullen dan ook niet twijfelen en op de manier van Allah hard hun best doen op het gebied van hun welvaart en hun levens…” (49:15) en ook: “…Wie zichzelf, tijdens het doen van goede dingen (voor anderen), geheel aan Allah onderwerpt, zal door zijn of haar Heer beloond worden …” (2:112). Deze bewuste onderwerping is de essentie van een moslimgemeenschap.

Veel van de woorden van de profeet (vrede zij met hem) gaan over het feit dat de islam geen religie is die gericht is op zware theologische oefeningen, maar eerder gelovigen tot een leven probeert te leiden dat niet alleen met toewijding aan Allah gevuld is, maar ook met goede daden, het accepteren van verantwoordelijkheden en opofferingen, met nodige aandacht voor de rechten van anderen.

Overmaat aan religie wordt niet aangemoedigd, omdat religie alleen bedoeld is om doorzettingsvermogen in de mens te kweken. Daarom wordt gelovigen verteld alleen voor een mate van religieuze toewijding te kiezen, die ze vol kunnen houden. Er wordt benadrukt dat een mens vele taken te vervullen heeft, waarvan religie er slechts één van is en dat men baar balans en evenwicht dient te streven. Abdoellah ibn ‘Amr heeft een gesprek tussen zichzelf en profeet Mohammed (vrede zij met hem) overgeleverd: “…De boodschapper van Allah (moge Allah’s vrede en zegeningen met hem zijn) zei tegen mij: ‘O, Abdoellah, klopt het dat je overdag vast en uit toewijding de hele nacht staat (te bidden)?’ Ik zei: ‘Ja, Boodschapper van Allah.’ Hij zei: ‘Doe dit niet op deze wijze; vast en verbreek je vasten en sta (’s nachts) toegewijd (te bidden) en slaap, want je lichaam heeft recht op je, en je ogen hebben recht op je en je vrouw heeft recht op je en degene die je komt opzoeken heeft recht op je …”

Zijn er binnen de islamitische gemeenschap verschillende groeperingen?

In de klassieke islamitische theologie betekent pluralisme (veelvormigheid) het op verschillende manieren waarnemen van details, terwijl er trouw wordt gebleven aan de oorsprong en de waarheid, om zo Gods wil op een waardige manier te begrijpen inzake kwesties die betrekking hebben op ons, en om verschillende gedachten en ideeën te hebben.

Er zijn meerdere wegen die leiden tot Allah (God), en hoe iemand Hem bereikt hangt af van iemands omgeving, cultuur, de mate waarin Zijn Meest Schone Namen zijn gemanifesteerd in iemand, plus vele andere factoren. Zo kunnen we zeggen dat de totstandkoming van verschillende groepen altijd al een normale ontwikkeling is geweest.

Bijvoorbeeld, de benadering van Ali Ibn Aboe Talib (ra), waarbij hij zijn inherente karakter uitdrukt, is niet te vergelijken met die van Aboe Bakr’s (ra). Net als dit, verschillen ook de karakters van Oemar Ibn Khattab (ra) en Aboe Dharr (ra) van elkaar. Zij hadden bijvoorbeeld dezelfde moed en dapperheid, maar Oemar Ibn Khattab (ra) had een perfect begrip van een staat en van de administratieve kwesties, als ook van organisatorische vaardigheden, terwijl Aboe Dharr (ra) meer een eenzelvig mens was.

Dit benoemd hebbende, kunnen we stellen dat pluralisme zelfs in de tijd van de nobele profeet Mohammed (vrede zij met hem) bestond, in een tijd waarin moslims een perfecte verenigde gemeenschap hadden. Zo een toestand is dus acceptabel. In feite kunnen we stellen dat het verenigen van de verschillende wegen die naar Allah (God) leiden, tegen de natuurlijke wetten indruisen. Elk mens is immers met een verschillende aard geschapen, waardoor ze niet op dezelfde manier kunnen denken.

Zij die verschillende karakters hetzelfde willen maken, hebben dit fijne punt niet begrepen, omdat ze de innerlijke realiteiten van het menselijke gedrag niet kunnen begrijpen en als gevolg hiervan de inherente capaciteiten van de mensen niet kunnen zien. Aangezien Allah (God) verschillende vaardigheden heeft geïmplanteerd, zodat elk persoon zou functioneren volgens Zijn wijsheid, moet er pluralisme zijn, welke in andere woorden betekent dat dezelfde waarheid via verschillende wegen wordt geuit. De verschillende capaciteiten manifesteerden zichzelf als verschillende scholen van islamitische juripredentie (wetschool), namelijk Hanafi, Shafi`i, Maliki, Hanbali, Awzai, Sawri, en Zoehri.

Verschillende systemen hebben bestaan sinds de openbaring van de Heilige Koran en allen hebben de zielen, gevoelens, harten en bewustzijn van de mensen gediend. Andere grote voorbeelden van de verschillen in capaciteiten zijn Soefyan-i Sawri, Ibrahim ibn A`tham, Beyazid-Bistami, Joenayd al-Baghdadi, Abdoel Qadir al-Jilani, Sheikh Naqshband, Moehyiddin Ibn Arabi, en Imam Rabbani. Deze grootheden hadden wellicht verschillende interpretaties en methodologieën, maar uiteindelijk probeerden ze als verschillende tinten van dezelfde kleur de boodschap van de nobele profeet (vrede zij met hem) levendig te maken in de harten van de mensen.

In andere woorden, zo lang als de wereld bestaat, zullen de verschillende methoden en karakters van islamitische uitingen blijven bestaan. Hoewel de middelen verschillend kunnen zijn, kan er eenheid gerealiseerd worden door de eenheid in doel en strekking in acht te nemen. Hoewel talen verschillen, is de waarheid die zij uiten hetzelfde. Zoals een Arabische poëet zei: “Onze verklaringen zijn talrijk en ingewikkeld, maar Uw Schoonheid is één. Ze wijzen allemaal op Uw Schoonheid.

Nu kunnen we bepaalde factoren bespreken die noodzakelijk zijn voor de eenheid en samenwerking op het gebied van de ware islamitische gedachte.

Eenwording, overeenkomst, en het omgaan met de verschillende benaderingen en karakteristieken kunnen alleen plaatsvinden op het niveau van gevoelens, gedachten en het niveau van de geest. Op het niveau van gevoelens, kan dit helpen om verschillende groepen bij elkaar krijgen, al was het maar op een oppervlakkig niveau. Echter, aangezien mensen zich meestal continu ontwikkelen in gedachte en ziel, kan een dergelijk breekbaar gevoel van eenheid wellicht niet sterk genoeg zijn. Daarom kunnen mensen een eenheid vormen op het niveau van subjectieve motieven (eenheid van gevoelens) en als dit ook niet genoeg is, op basis van overeenkomsten in gedachten en rede.

Alleen op deze manier kan de gemeenschap van Mohammed, vrede en zegeningen zij met hem, weer zijn rechtmatige plaats tussen de mensheid innemen. Om dit verheven doel te realiseren, dienen moslims verschillende dingen te doen. Ten eerste moeten we alle diensten toejuichen in de weg van de waarheid, in plaats van alleen die waarmee we zelf mee bezig zijn. Als wij bijvoorbeeld op onze manier correcte informatie over de islam willen verspreiden en een ander initiatief doet dat op een andere manier, dan dienen we ook hun inspanningen te waarderen en toe te juichen. Openen wij een ziekenhuis om de mensheid tot dienst te zijn, moeten wij de goede werken van onze andere moslim broeders en zusters ook waarderen en niet hoogmoedig worden. We moeten zeggen: “Iemand die de naam van mijn Heer noemt en lof en respect uitspreekt over mijn Profeet is mijn broeder en zuster,” en hiermee anderen accepteren. Dit is noodzakelijk om gezamenlijk een front te vormen tegen bijvoorbeeld ideologieën die het bestaan van Allah (God) ontkennen of om gedeelde waarden te realiseren.

Het maakt niet uit welke (methodologisch correcte) weg we volgen, want wij hebben dezelfde God, hetzelfde boek (de Koran), dezelfde profeet, en zelfde qiblah (gebedsrichting), dezelfde pad, en daarmee zijn onze methodes, één en hetzelfde. Onze eenheid hoort niet subjectief (op basis van gevoelens) te zijn, maar objectief (op basis van denken en reden).

Ten tweede dienen we nooit een ander te forceren om het eigen pad te volgen. De weg van de Koran bestaat uit het tonen van tolerantie en acceptatie. Zij die met tolerantie en vriendelijkheid handelen, lossen een potentieel probleem op. Pluralisme staat een ieder toe om de Koran en de islam op zijn of haar eigen manier te dienen en hiermee verschillende belangrijke kwesties te bereiken, inzake kwesties die zijn gerelateerd aan de maatschappij of de economie. Dit was een gebruik bij de Abbasieden, uitzonderingen daargelaten, dat we dienen te volgen. Wij moeten de criteria van Ahl al-Sunnah wa’l Djamaah (de volgers van de profeet en zijn gemeenschap) gebruiken, wegdoen wat weggedaan dient te worden, behouden wat behouden dient te worden, en een nieuwe wereld met nieuwe syntheses realiseren, om hiermee de stichters en pioneers van een nieuwe (rechtvaardige) wereld te worden.

Bijvoorbeeld, twee groepen die niet behoren tot de Ahl al-Soennah wa’l Djamaah, de Moetazilah en de Jabariyah, stonden altijd tegenover elkaar. De eerste groep geloofde dat de mens zijn handelingen schiep, en de tweede groep geloofde het tegenovergestelde waarbij de mens enkel werd gereduceerd tot een robot zonder een eigen wil. Hun begrip van de menselijke vrije wil en keuze, als ook van de creatie van Allah (God), waren compleet tegenovergesteld. Vandaag de dag denken de meeste rationalisten zoals de Moetazilah.

Echter, de Ahl al-Soennah wa’l Djamaah nam de zaden van de waarheden van beide groepen en produceerde een synthese. Ze vertelden de Moetazilah dat elk persoon een keuze had, zoals geopenbaard in “dat de mens alleen wordt afgerekend op datgene waarvoor hij zich heeft ingespannen” (53:39) maar dat wij op basis “Jullie kunnen niet iets wensen tenzij Allah, de Heer der werelden, dat wenst.” (81:29) de Wil van Allah niet over het hoofd dienen te zien. Klopt, wat jullie als wil zien is zo nauw dat het bestaan als niet-bestaan ervan bijna gelijk is, maar er is een wil en zonde-hasanat, straf-beloning, zijn feiten.

Aan de Jabariyah, die de wil totaal ontkenden, vertelden ze dat hun visie is alsof je iemand met vastgebonden handen en voeten in de oceaan schopt en zegt: “Word niet nat!”.

Van beide kanten werden dus zaden van waarheden gepakt en een nieuwe synthese voortgebracht.

Ja, alle kwesties en principes van de islam zijn waar, echt, correct en juist. Op elke manier is de islam een collectief van verenigende principes. Elke verschillende weg en gedachte kan een zaad van waarheid bevatten. Dit gezegd hebbende, kunnen we niet de verschillende details die door Allah (God) zijn geschapen en de realiteit van de ‘inherente’ weg van creatie ontkennen. We kunnen niet het water dat via verschillende baden komt mixen en een denkbeeldige unieke waterweg vormen.

Laat een ieder op zijn veld de Koran dienen en zich niet bezighouden met anderen. Zelfs als wij niet kunnen verenigen, laten wij op zijn minst niet in onenigheid vervallen. We moeten leren om elke moslim te prijzen en toe te juichen die “Allah” zegt. Met Zijn Wil, en met deze intentie, kan ware eenheid in een korte tijd gerealiseerd worden.

Is iedereen gelijk volgens de islam?

Allah heeft niet iedereen gelijk geschapen, een ieder heeft namelijk verschillende capaciteiten, beperkingen, lasten, gevoelens en problemen. Deze ongelijkheid zou onrechtvaardig kunnen zijn als er geen hiernamaals bestond. Maar we leren van de islam dat iedereen op aarde zijn of haar eigen beproeving heeft. Afhankelijk van hoe men omgaat met waarmee hij/zij is bevoorrecht of is benadeeld, zal men hierop worden afgerekend in het hiernamaals. Daar zal de rechtvaardigheid geschieden en niemand zal onrecht aangedaan worden, omdat men verantwoording moet afleggen van wat men op aarde heeft gedaan en hoe men is omgegaan met de gunsten en gebreken die hem/haar is geschonken.

‘Kijk hoe Wij sommigen boven anderen hebben begunstigd. En uiteraard, in het Hiernamaals zijn rangen hoger en zijn voorrechten groter.’ (17:21)

‘De meest waardevolle en verhevene onder jullie bij Allah is degene van jullie die zich het meest bewust is van zijn verantwoordelijkheden.’ (49:13)

‘Sper je ogen niet wijd open naar de pracht en de praal van deze wereld, waarvan Wij sommigen van hen hebben voorzien om van te genieten, opdat Wij hen daarmee kunnen beproeven.’ (20:131)

Nogmaals; men is dus niet verantwoordelijk voor; hoe, waar en waarmee men geboren is, zoals, ras, geslacht, geboorteplaats, intelligentie, handicap, ziekte, enz. men is verantwoordelijk wat men daarmee heeft gedaan en hoe men daarmee heeft geleefd, daar zal verantwoording voor afgelegd moeten worden.

Is de Islam voor iedereen?

Inderdaad de islam is voor iedereen, onze nobele Profeet, vrede en zegeningen zij met hem, is naar de gehele mensheid gezonden.

‘Zeg: O mensheid, ik ben voor jullie allen een boodschapper van Allah’ (Koran 7:158)

‘Wij hebben jou voor de gehele mensheid als drager van goed nieuws en als waarschuwer gezonden.’ (34:28)

Hoe moeten we naar de islam en terrorisme kijken?

De islam staat terrorisme niet toe en toont geen enkele vorm van tolerantie jegens terrorisme. Zelfs in de letterlijke betekenis van het woord ‘islam’ vinden we verwijzingen naar vrede. Letterlijk betekent ‘islam’ namelijk ‘onderwerping’ of ‘overgave’ en ‘moslim’ betekent ‘degene die zich heeft onderworpen.’ Daarnaast is het woord ‘islam’ afgeleid van de stam ‘seleme,’ wat vrede betekent.

In religieus opzicht wordt een moslim dan ook gedefinieerd als iemand die zich vanuit een diepgaand geloof heeft overgegeven aan Allah en als gevolg daarvan vrede in zichzelf, zijn of haar sociale en natuurlijke omgeving heeft gevonden.

Door moslim te zijn, vormen mensen één geheel met de volmaakte orde in het universum. Volgens de Koran, heeft elke entiteit in het universum zich aan de Wil van Allah onderworpen door de Goddelijke wetten te volgen die in de natuur en het universum gelden (Koran 3:83). Zo volgt de aarde bijvoorbeeld altijd dezelfde baan, die Allah voor haar bepaald heeft. In die zin, heeft de aarde zich onderworpen aan Allah. Bedenk hoe bijen altijd honing maken en spinnen hun webben weven. We zouden kunnen zeggen dat zowel de bij als de spin zich hebben onderworpen aan Allah, door in overeenstemming met hun voorbestemde predispositie te leven. Het zou dan ook niet meer dan billijk zijn om de aarde en de bij moslim te noemen. Wat dat betreft, kan iedereen die zich heeft onderworpen aan Allah, als moslim beschouwd worden.

Aan de andere kant, is een ‘terrorist’ iemand die mensen bang maakt, wanorde en chaos veroorzaakt. Hieruit kan worden afgeleid, dat een echte moslim, nooit een terrorist kan zijn en een terrorist geen echte moslim. De woorden ‘moslim’ en ‘terrorist’ hebben volkomen tegenovergestelde betekenissen en kunnen dan ook niet in één adem gebruikt worden.

Terrorisme heeft geen religie

Helaas gebruiken de media maar al te vaak de term ‘moslimterrorist’. Deze term komt voort uit de verkeerde opvatting en het verkeerde beeld dat mensen door eeuwen van verkeerd geïnformeerd te zijn, met de islam en moslims associëren. We hebben het nooit over ‘christenterroristen’ in Ierland of ‘joodse terroristen’ in Palestina. Een terrorist is een terrorist. Terrorisme heeft geen religie.

De islam predikt rechtvaardigheid en instrueert haar volgelingen om volkomen rechtvaardig te zijn. Dit betekent dat het niet is toegestaan een boot vol criminelen te laten zinken, wanneer er ook maar één onschuldige aan boord is. Laat staan dat de onschuldige overboord gegooid zou worden in reactie op de criminelen. De Koran laat ons weten dat het onterecht doden van een enkele persoon, gelijk staat aan het vernietigen van de gehele mensheid (Maidah, 5:32). Daarom is het ondenkbaar en totaal onmogelijk om het doden van onschuldige burgers door middel van de islam of moslims te rechtvaardigen.

Wat waren de rechten van de niet-moslims in de Islamitische landen?

De islamitische rijken toonden grote tolerantie en acceptatie tegenover niet-moslim gemeenschappen in hun rijk. Dit is gebaseerd op islamitisch recht met betrekking tot de status van niet-moslims. Ze worden beschermd, ze krijgen religieuze vrijheden, en zijn vrij van vervolging volgens het islamitisch recht. Een van de eerste precedenten van dit was het Verdrag van Umar ibn al-Chattab, waarin hij de christenen in Jeruzalem volledige religieuze vrijheid en veiligheid garandeerde.

Een voorbeeld binnen de Ottomaanse Rijk: De ‘Millet’ systeem

De eerste keer dat de Ottomanen over een groot aantal christenen moesten regeren was na de verovering van Constantinopel (het huidige Istanbul) door Mehmed II (zie foto onderaan) in 1453. Constantinopel was historisch gezien het centrum van de Orthodox Christenen, en had nog steeds een aanzienlijk grote Christelijke populatie. Naarmate het Ottomaanse Rijk groeide binnen Europa kwamen er steeds meer en meer niet-moslims onder de heerschappij van de Ottomanen. Om met deze nieuwe Ottomaanse onderdanen om te kunnen gaan, stelde Mehmed II een nieuw systeem in, die later de ‘millet’ systeem werd genoemd.

Volgens dit systeem werd elk religieus groep georganiseerd in een ‘millet’. Het woord ‘millet’ komt van het Arabische woord ‘natie’, wat aangeeft dat de Ottomanen zichzelf als de beschermheren van verschillende naties zagen. Elk religieus groep werd beschouwd als een eigen millet. In het Rijk zelf leefden verschillende millets naast elkaar. Bijvoorbeeld, alle orthodox christenen in het Ottomaanse Rijk werden beschouwd als een millet, terwijl alle Joden een andere millet vormden.

Het was voor elke millet toegestaan om hun eigen religieuze leider te kiezen. In het geval van de Orthodoxe Kerk (de grootste Kerk in het Ottomaanse Rijk), was de Orthodoxe Patriarch (de aartbisschop van Constantinopel) de gekozen leider van deze millet. De leiders van de millets werden toegestaan om hun eigen religieuze regels te handhaven op hun mensen. Islamitisch recht had dus geen jurisdictie (rechtsmacht) over niet-moslims in het Ottomaanse Rijk.

In het geval van misdaad werden mensen gestraft volgens de regels van hun eigen geloof, en dus niet volgens islamitische regels of regels van andere geloven. Als een christen bijvoorbeeld iets stal zou hij volgens Christelijk recht worden gestraft. En hetzelfde gold voor alle andere religieuze groeperingen (millets). De enige keer dat Islamitisch recht van toepassing zou zijn was wanneer de crimineel een moslim was of wanneer het ging om een zaak met betrekking tot twee personen van verschillende millets. In dat geval zou moslim rechter de zaak voorzitten en zou hij uitspraak doen volgens zijn kritisch vermogen en gewoonterecht.

Naast religieus recht kregen millets ook de vrijheid om hun eigen taal te gebruiken, hun eigen instituten (kerken, scholen, etc) te ontwikkelen en belasting te innen. De Ottomaanse Sultan oefende alleen controle uit over de millets door hun leiders. De leiders van de millets brachten verslag uit aan de Sultan en wanneer er problemen waren in een millet, dan pleegde de sultan raad bij de leiders van de millets. De moslim populatie in het Ottomaanse Rijk, die in feite ook een millet vormde, had als leider de Ottomaanse Sultan zelf.

Hoe belangrijk is gerechtigheid in de islam?

Er zijn vier belangrijke thema’s in de Koran, waar gerechtigheid er één van is. Een onderdeel van het brede onderwerp van gerechtigheid is het ethische waardensysteem.

In de Koran wordt het woord adab gebruikt, om het beheersen van het denken, of elke andere lovenswaardige vorm van beheersing, waarmee mensen zich ergens in bekwamen, mee aan te duiden. Goede zeden en goede manieren (de basis van elk ethisch systeem) worden als de ware test van iemands capaciteiten beschouwd. De Koran stelt: “…Voor het oog van God is de meest edele onder u diegene die het beste gedrag vertoond …” (49:13). Dit is verder bevestigd door profeet Mohammed (vzmh) toen hij zei: “… de beste onder u zijn degenen met de voortreffelijkste moraal …” Want alleen wanneer mensen in ethisch opzicht uitblinken, zullen zij zichzelf en anderen in de samenleving geen schade berokkenen, wat tot vrede en geluk voor allen zal leiden.

Een van de belangrijkste ethische basisprincipes in de Koran is de manier waarop men zijn of haar familie – ouders, kinderen, echtgenoot – behandelt. Daarnaast wordt van moslims verwacht dat zij voor hun medemens zorgen. De Koran verklaart: “… Rechtschapenheid wil zeggen dat men in God gelooft … en uit liefde voor Hem bezit aan de naaste familieleden , wezen, behoeftigen, de reiziger en de bedelaar geeft …” (2:177). Hiermee wordt een in de Koran (49:10) nader beschreven principe erkend, dat alle moslims broeders zijn, delen van één lichaam en onderdeel van één structuur en elkaar daarom dienen te helpen en goed voor elkaar te zijn, uitgezonderd degenen die slecht zijn. In theorie, dient men zelfs zijn vijanden zo te behandelen. De profeet (vzmh) heeft gezegd: “… God kent geen genade voor degene die geen genade voor anderen heeft…”

Omdat waarheid uit deugdzaamheid voortkomt en leugens slechtheid voortbrengen, wordt men aangeraden om in alle handelingen waarheidsliefde te betrachten. De Koran verklaart : “ … En de mannen en vrouwen die de waarheid spreken … voor hen heeft God vergeving en een grote beloning bereid…” (33:35)

Waarom is de sharia niet in strijd met de westerse normen en waarden?

Mensen die vaak zeggen dat de islam (waaronder de sharia) niet strookt met de westerse cultuur, hebben geen enkel idee wat de islam en sharia inhoudt. Ze gaan vaak uit van radicale agressieve leuzen van enkele moslims die menen de sharia te kunnen invoeren of ze nemen klakkeloos de uitleg over van een bevooroordeelde ‘islamkenner’ of een ‘ex-moslim’. En het trieste is dat sommige moslims zelf ook niet weten wat de sharia inhoudt.

Sharia is de islam (be)leven zoals het voorgeschreven is in de Koran, zoals onze nobele Profeet, vrede en zegeningen zij met hem, dit in de praktijk heeft gebracht en zoals de vrome voorgangers dit unaniem hebben geïnterpreteerd.

Een moslim is iemand die in zes theoretische sharia wetten gelooft:

  • In de éénheid van Allah
  • In de Boodschappers van Allah
  • In de Geopenbaarde Boeken
  • In de Engelen
  • In het Hiernamaals (leven na de dood)
  • In het Lot (voorbeschikking)

Zolang men niet één van deze sharia punten ontkent, is hij/zij een moslim.

Als moslim hebben we vijf praktische sharia wetten (aanbiddingen) die we moeten verrichten.

  • Sjahadah (Opzeggen van de geloofsbelijdenis)
  • Salaat (5x per dag het lichamelijke gebed verrichten)
  • Sawm (Vasten in de maand Ramadan)
  • Zakaat (Een deel van je vermogen afdragen aan de behoeftigen)
  • Hadj (Het verrichten van de bedevaart mits je daar gezond en financieel in toe staat bent)

Bovenstaande zes geloofs- en vijf aanbiddings-sharia wetten zijn de meest essentiële sharia wetten die onwrikbaar zijn voor een moslim.

Zoals het u wellicht is opgevallen, zijn de meeste, belangrijkste sharia punten ‘religieus’ van aard. De islam is een geloof dat ons hele aardse leven omvat. Dus naast deze religieuze sharia wetten heeft de islam ook aardse sharia wetten voortgebracht die we uit de Koran en het leven van onze Nobele Profeet, vrede zij met hem, halen.

Deze aardse sharia wetten kunnen we onderverdelen in twee categorieën:

  • Persoon gebonden sharia
  • Gemeenschap gebonden sharia

Persoonsgebonden sharia zijn wetten die voor iedere moslim persoonlijk gelden: Bijvoorbeeld: Geen varkensvlees, geen alcohol enz.

Iedere moslim dient zich hier aan te houden omdat het een verbod is van Allah. Als je je hier niet aan houd, heb je gezondigd en moet je je verantwoorden voor Allah. Dus zolang je met deze persoonlijke zonde een ander niets aandoet, is het iets tussen Allah en jou; hiervoor ben je enkel verantwoording verschuldigd aan Allah.

Gemeenschap gebonden sharia zijn alle wetten die in een islamitisch land van toepassing zijn. Deze sharia wetten gelden enkel en alleen in islamitische landen voor haar islamitische burgers. Belangrijk om te weten is dat het de taak van de regering is om deze wetten op te stellen en niet van individuele burgers. Omdat dit het wet van een land is, dien je je hieraan te houden zolang je in dat land verblijft.

Zoals we hebben gezien, is het islamitische recht een onderdeel van de sharia. En een nog kleiner deel van het islamitisch recht is islamitisch strafrecht. Terwijl dit onderdeel maar een fractie van de gehele sharia is, wordt dit zo erg ‘opgeblazen’ dat het lijkt dat de sharia enkel bestaat uit straffen.

Heeft de religie islam aanpassingen ondergaan?

In de islam en voor de meerderheid van de moslims zijn er geen fundamentele veranderingen geweest, die de islam nieuwe richtingen tegen de geest van religie in, liet inslaan. In de lange geschiedenis van de islam zijn er wel enkele religieuze of politieke leiders geweest die nieuwe doctrines of radicale interpretaties van de islam introduceerden. De Kharisjieten en Osama bin Laden zijn voorbeelden uit het verleden en heden van mensen die de islam als een weg van geweld hebben geïnterpreteerd. Dergelijke extreme interpretaties hebben in de wereldwijde moslimgemeenschap nooit massale navolging gehad. De zelfbehoudende aard van de islam en de beschermende instincten van moslimgeleerden hebben ertoe bijgedragen dat de islam tot op de dag van vandaag behouden is gebleven.

Wat gebeurt er in de moslimwereld wanneer een werkelijke verandering of nieuw perspectief nodig is? Uiteraard zullen mensen met weinig tot geen enkele invloed, geen blijvende verandering kunnen veroorzaken. Ook veranderingen die door de staat worden opgelegd, werken niet, zoals het falen van de Taliban en de theocratie in Iran laten zien. De enige manier om blijvende verandering teweeg te brengen is door middel van een gerespecteerde spirituele leider die veel vertrouwen geniet en een menigte die hem of haar volgt. Dit is de reden dat profeet Mohammed (vzmh) heeft gezegd dat de geleerden (zowel vrouwen als mannen) de erfgenamen van de islam zijn.

Moslimgeleerden hebben altijd begrepen dat het hun taak was om de details van de islam te onderzoeken, begrijpen, coderen, vereenvoudigen en uit te leggen aan de gewone moslims, die niet de tijd hadden dit zelf te doen. Zij zagen het niet als hun taak om fundamentele wijzigingen aan te brengen in hun religie. Zij voelden zich juist verantwoordelijk om de boodschap van de islam te behouden. Het idee hier achter is: aangezien de islam de laatste en geperfectioneerde boodschap van God is, dient deze in zijn oorspronkelijke vorm behouden te worden. Het is de taak van de geschoolde geleerden om de islam te behouden door elke interpretatie die de zuivere boodschap van de islam in de loop der tijd zou kunnen vertroebelen, te verwijderen.

De islam is als een roos waarvan de blaadjes zich met de tijd, met het ontwikkelen van de mensheid, ontvouwen. Profeet Mohammed (vzmh) heeft gezegd dat, omdat er na hem geen profeten meer zullen komen, God iedere honderd jaar een moejaddid (vernieuwer) zal inspireren om de boodschap van de islam nieuw leven in te blazen.[1] De moejaddid heeft de taak om de oorspronkelijke boodschap van de islam te verkondigen op een manier die de mensen van zijn of haar tijd kunnen begrijpen en een oplossing te vinden voor de grootste uitdagingen waar de moslims van die tijd zich voor geplaatst zien.

Zo wordt Imam Shafii bijvoorbeeld als de moejaddid van de 9e eeuw (n.C.) gezien. Hij wist consensus onder juristen te bewerkstelligen door hen onder een enkele methodologie te verenigen, waarmee de vraag werd opgelost hoe het menselijke verstand zich met de soenna(h) kon verenigen, bij het vaststellen van wettelijke bepalingen. Een ander algemeen erkende moejaddid is Al-Ghazali, de geleerde uit de 11 eeuw, die aan de hand van het voorbeeld van de profeet (vzmh) een unieke synthese van de wet en spiritualiteit wist te geven en zo een einde maakte aan de scheiding tussen filosofie en het Soefisme. Said Noersi (1876-1960) is een geleerde, die door een aanzienlijk aantal moslims als de moejaddid van de afgelopen eeuw wordt gezien. Enkel uitgaand van de koran, was hij in staat de essenties van het islamitische geloof uit te leggen en de schijnbaar tegenstrijdige gebieden van wetenschap, filosofie en spiritualiteit met elkaar te verenigen.

De invloed die Said Noersi in de afgelopen eeuw op het bewustzijn van moslims en het religieuze gedachtegoed heeft gehad, is zeer groot, vooral in Turkije. Volgens Noersi liggen de problemen waar de moslimwereld mee te maken heeft, diep onder de oppervlakte van de huidige gebeurtenissen. De oorzaak wortelt in de collectieve aanval van de materialistische filosofie en diens atheïstische aannames, waardoor mensen gingen twijfelen en de religie volledig de rug toekeerden. Het gebrek aan geloof zorgde er op haar beurt weer voor dat mensen slechte gewoonten ontwikkelden die een ware bedreiging vormden voor de opbouw van de samenleving.

Volgens Noersi bestond de oplossing uit een hereniging van de materialistische wetenschap en religie, waarmee het geloof van mensen beschermd en gesterkt zou worden. Hij verklaarde dat een politieke strijd onnodig was, aangezien de werkelijke oorzaak niet in de politiek lag en een politieke strijd bovendien geen effect zou hebben. Alle inspanningen dienden er op gericht te zijn een intellectuele strijd te ondersteunen. Niet alleen toonde hij met verve aan dat het verstand en geloof met de leerstellingen van de islam te verenigen waren, maar dat de koran het gebruik van het menselijke verstand juist aanmoedigde om door middel van sterke argumenten zekerheid van geloof te verwerven. Hij gaf aan dat men voor het oplossen van de problemen van de moslimwereld zou moeten beginnen met onderwijs dat de religieuze en materiële wetenschappen zou combineren, zodat in plaats van religieus fanatisme of atheïsme, wijsheid zou kunnen overheersen.

Wellicht zal de volgende moejaddid degene zijn die, op basis van de principes van de islam, een haalbaar model voor de samenleving en politiek in de moslimwereld bedenkt, dat de meerderheid van de moslims zal accepteren en tegelijkertijd de niet-moslimwereld zal aanspreken.