Welke vormen van liefdadigheid zijn er in de islam?
In de islam kent men liefdadigheid (sadaqah) de hoogst mogelijke waarde toe. Daarbij kan men denken aan het doen van goede dingen voor de medemens, vriendelijk zijn tegen dieren, het vermijden van slechte daden en met de woorden van Profeet Mohammed, vrede zij met hem, kan zelfs een glimlach een vorm van liefdadigheid zijn. De Koran voegt daar nog aan toe: “Als u openlijk aan liefdadigheid doet is dat goed, als u het echter verborgen houdt en aan de armen geeft, is dat beter voor u.” (2:271).
Naast bovengenoemde vrijwillige vormen van liefdadigheid, verplicht de islam moslims tot het betalen van de verplichte zakât of zuiverende aalmoezen. Hier zijn vijf voorwaarden aan verbonden. Als iemand daar aan voldoet, behoort hij tot degenen voor wie het betalen van de zakât verplicht is.
Allereerst dient de donateur het volledige eigendom te hebben over het bezit waar zakât over betaald moet worden. Ten tweede dient het bezit in waarde toe te nemen (of in ieder geval het vermogen daartoe te hebben). Ten derde dient het bezit de op dat specifieke bezit van toepassing zijnde minimum grenswaarde overschreden te hebben. Ten vierde dient het bezit buiten de menselijke basis benodigdheden van het bestaan te vallen en als laatste dient het bezit minimaal een jaar in eigendom van de persoon in kwestie te zijn.
De zakât wordt dus alleen over ‘overtollig’ bezit betaald. Wanneer het om geld gaat, bedraagt de zakât 2,5 %. Nadat de zakât door de autoriteiten van een liefdadigheidsorganisatie geïnd is, mag de zakât alleen nog maar aan bepaalde groepen mensen, zoals de armen, behoeftigen, mensen met schulden of reizigers in nood (Koran 9:60), gegeven worden. Mensen kunnen er ook voor kiezen om de zakât zelf aan rechtmatige goede doelen te geven.
Fitr is ook een vorm van verplichte liefdadigheid en wordt aan het einde van de Ramadan en voor het Ied oel-Fitr gebed (het gebed op de dag van Ramadanfeest) betaald. Dit waarborgt dat alle leden van de gemeenschap van de feestdagen kunnen genieten, zonder zich zorgen te hoeven maken over al dan niet genoeg te eten te hebben. Door een stevige brug te slaan tussen het rijke en het arme deel van het sociale spectrum, is liefdadigheid in de islam, heilzaam voor zowel de ontvangers, de donateurs als de gehele gemeenschap. De armen en behoeftigen worden goed verzorgd, de rijken voelen de bevrediging dat zij iets goeds voor hun medemens hebben gedaan en de gemeenschap behoudt een beter evenwicht wat de verdeling van welvaart betreft.
De gevers worden door de Koran nog grotere beloningen in het vooruitzicht gesteld: “Maar degenen onder hen die over gedegen kennis beschikken en de gelovigen geloven in wat aan u geopenbaard is en wat voor u geopenbaard is. En vooral degenen die regelmatig bidden en regelmatig liefdadigheid (zakât) betrachten en in God en de Laatste Dag geloven; hen zullen Wij spoedig rijkelijk belonen” (4:162), wat zeer waarschijnlijk naar de beloning van het paradijs verwijst.