Welke voorbereiding moet men treffen voor het gebed (woedoe)?

De volgende handelingen worden ondernomen als men zich wilt klaarmaken voor het gebed:

1. De adhan roept moslims op tot het gebed. Hoewel hij uit weinig woorden bestaat, bevat hij de essenties van het geloof, Hij wordt aan het begin van iedere voorgeschreven gebedstijd opgeroepen en dient te worden gedaan door degene die hem het best kan oproepen.

2. Wassing; Om te zorgen dat het gebed volledig is en door Allah geaccepteerd zal worden, dient men zichzelf van grote en kleine onzuiverheden te reinigen door respectievelijk de grote wassing en de kleine wassing te verrichten. Indien men tussen twee gebedstijden in de woedoe niet verbroken heeft, hoeft deze niet hernieuwd te worden voor het volgende gebed.

Rituele wassing

Onder rituele gebedswassing (woedoe) verstaat men het reinigen en nat maken van bepaalde lichaamsdelen volgens vastgestelde religieuze regels. Veel Godsdienstige handelingen mogen niet worden verricht zonder woedoe, zoals salât (het lichamelijk gebed), het lopen rond de Heilige Kaba en het aanraken van de Heilige Koran.

Hoe verricht men de rituele gebedswassing?

1. Indien mogelijk keert men zich in de richting van de qibla (de heilige Kaba in Mekka), gaat op een verhoging zitten, zodat het water gemakkelijk kan wegvloeien en begint met A`oêdzoe en Bismillâh (in naam van Allah).

2. Men wast beide handen drie maal tot aan de polsen en de ruimte tussen de vingers door met natte vingers van de ene hand tussen de uitgespreide vingers van de andere hand te wrijven. Als men een ring draagt dan die even bewegen zodat het water er onder kan komen.

3. Men zegt Bismillâh en spoelt de mond met ruim water. Heeft men een tandenborstel of een miswak (een tandenborstel van een speciaal soort hout), bij de hand, dan poetst men de tanden hiermee, of anders wrijft men de tanden met duim en wijsvinger. Daarna wordt de mond nog twee maal gespoeld.

4. Men zegt weer Bismillâh en snuift het water die hij in het kuiltje van zijn rechterhand heeft opgevangen op in de neus. Als men niet vast dan snuift men water op tot in het zachte gedeelte van de neusgaten en met de linkerhand snuit men de neus. Deze handeling wordt drie maal gedaan.

5. Men maakt in stilte de niyyah (intentie) voor de rituele wassing, zegt Bismillâh en wast het gezicht met beide handen van het voorhoofd tot de onderkant van de kin en aan de zijden tot de oorlellen. De oogholtes onder de wenkbrauwen worden ook bevochtigd. Ook deze wassing wordt drie maal gedaan. Bij ieder wassing wrijft men het gezicht.

6. Men zegt Bismillâh en wast de rechterarm goed tot aan (en met inbegrip van) de elleboog. Dit wordt drie maal gedaan. Daarna wordt de linkerarm op dezelfde manier gewassen.

7. Men spreekt het Bismillâh weer uit en strijkt met de rechterhand over een vierde gedeelte van het hoofd. Aansluitend bestrijkt men met de wijsvingers van beide handen de binnenkant van de oren en met de duimen de achterkant van de oren. Met de overige vingers (dus zonder duimen en wijsvingers) bestrijkt men de nek.

Een soennah-handeling is het strijken over het gehele hoofd. Om dat te verrichten worden beide handen nat gemaakt en de laatste drie vingers samengevoegd, duim en wijsvinger apart zijnde (los van elkaar). De binnenkant van deze drie vingers worden op de voorzijde van de haargroei gelegd zonder dat de duimen en wijsvingers en handpalmen het hoofd raken. Dan haalt men beide handen naar achteren zodat de kruin bevochtigd wordt. Daarna worden de zijden van het hoofd met de handpalmen van achteren naar voren bestreken. Vervolgens wrijven de wijsvingers de binnenkant van de oren. Daarbij liggen de duimen achter de oorschelpen en wrijven deze van beneden naar boven. Tenslotte wordt met de buitenkant van de drie andere vingers de nek bestreken. De keel wordt niet bestreken.

8. Men spreekt het Bismillâh uit en wast de voeten met de linkerhand. Eerst de rechtervoet, beginnende met de tenen, de ruimten tussen de tenen worden door de pink afgewreven met een opwaartse beweging. Deze handeling begint men voor de rechtervoet bij de kleine teen en voor de linkervoet bij de grote teen. De voet wordt met inbegrip van de enkel gewassen. Aansluitend wordt de linkervoet op dezelfde manier gewassen, na wederom eerst Bismillâh gezegd te hebben.