Wat voor spirituele waarde brengt Ramadan met zich mee?

De wereld ondergaat verschillende soorten depressies. De ene verborgen in de andere. De mensheid is rusteloos en wordt door nachtmerries gekweld. Net als de zwijgende volle maan, die aan de horizon verschijnt, staat Ramadan opnieuw voor de deur. Het licht ervan dringt langzaam door tot onze duistere horizon en hoewel het slechts om een tijdelijk licht gaat, voelt onze ziel zich opgelucht.

Hoe vervuild de gedachten en gevoelens van mensen ook zijn, vrijwel elke Ramadan biedt hen op een of andere manier een boeket van betoverend heilig licht, dat hun harten van stof en corrosie zuivert, binnen hun vermogen verlicht en met zijn eigen kleur doordringt. Het licht van Ramadan verwijdert alles wat onze horizon vertroebelt en stroomt met zijn hemelse aroma en vreugde onze harten binnen. Het valt als vuurwerk uit de hemel op ons neer; het kalmeert ons ongemak en verzacht onze wrede en agressieve gedachten. Vrijwel iedere keer daalt Ramadan als een oase van rust uit de hemel op ons neer.

Met zijn hemelse kleur, verlokkingen en taal, is de magie ervan tot in onze ziel te voelen. Iedere keer dat we Ramadan ontvangen, is deze gezegende maand zo bekoorlijk en fris, dat het lijkt alsof deze voor het eerst tot ons is gekomen; het einde ervan laat ons vol verlangen achter … een jaar lang wachten we op de dagen van zijn terugkeer. Toch bekruipt ons tijdens het vasten, de iftar- en sahoermaaltijden en tarawihgebeden altijd een vertrouwd gevoel. In dat opzicht, overvallen de komst en het eind ervan ons niet; in plaats daarvan heeft Ramadan een hemelse kant, die alleen in ons bewustzijn gevoeld kan worden. Dankzij die kant kan Ramadan onze ego’s en harten zuiveren, onze gevoelens scherp houden en ons nieuwe dingen bijbrengen in een nieuwe taal. Ramadan vervaagt nooit en gaat nooit vervelen; noch vermoeit deze zijn gastheren. Ramadan doet zich integendeel juist altijd gelden als de lente, neemt ons in zich op en laat ons wanneer hij ons verlaat, vervolgens achter met het gevoel dat de herfst is aangebroken.

Vrijwel ieder jaar, wanneer Ramadan als een mysterie en betovering uit de hemel over ons neerdaalt, laat deze zich met een nieuwe diepgang voelen, waarbij ieder jaar van het voorgaande verschilt. Iedere keer ervaren we Ramadan anders en bekoorlijker en koesteren we hem met liefdevolle warmte.

Iedere keer dat Ramadan zich aandient, speelt deze met de maanden en dagen, springt hij door de seizoenen en doet hij zich telkens op een andere manier voor; samen met het weer, de schakeringen en patronen van de seizoenen, omhelst hij onze harten.

Ramadan stort zijn hemelse warmte in de boezem van de koude winter; soms verenigt hij zich met de hitte van de zomer en herinnert ons – door op onze vastberadenheid in te spelen – eraan onze wilskracht te gebruiken en richt onze inzichten op de horizon van het spirituele leven. De ene keer daalt Ramadan neer als dauw op lentebloemen en draagt gedichten over opnieuw tot leven komen, aan ons voor. Een andere keer doorboort zijn hemelse vreugde het duister van de herfst; en neemt ons uit de nauwe ruimte van deze wereld mee naar de ruime en rustgevende sfeer van de andere wereld.

Door middel van astrologische berekeningen weten we, net als het opkomen en ondergaan van de zon en de maan, wanneer het Ramadan is. Toch brengt ieder bezoek ons telkens een verscheidenheid aan verrassingen en verandert ieder bezoek ons leven volledig. De tijden waarop we eten, drinken, naar

bed gaan en opstaan worden volledig omgegooid. Afhankelijk van ons vermogen daartoe, transformeert ons spirituele wezen en elk aspect van Ramadan spreekt onze harten aan over de betrouwbaarheid die van voorbij de hemelen afkomstig is.

Vrijwel ieder jaar, daalt de hemel tijdens Ramadan als het ware op aarde neer; de lichtjes op straat, de lampjes die de minaretten omhullen, de Ramadan wensen die er tussenin hangen en het vuurwerk dat hier en daar oplicht, herinneren ons aan de sterren en meteoren in de lucht; de diepe spirituele gemoedstoestand van de gelovigen in de moskee, die gevoeliger en zuiverder worden, die onschuldig als engelen worden, hun waakzaamheid, de manier waarop ze de vasten beginnen en doorbreken, geven ons het gevoel naast spirituele wezens te lopen. Dit is in zoverre waar, dat een gelovige die openstaat voor de horizon van het hart en spiritualiteit, elke maaltijd voor het aanbreken van de dag als een nieuw feest ervaart; elke maaltijd waarmee de vasten wordt gebroken, worden zij door een hernieuwd vreugdegevoel overspoeld, bij elk tarawihgebed (Ramadangebed) ervaren zij hernieuwde spirituele gelukzaligheid en door de dag heen voelen zij zich vele malen alsof zij zich in een droom bevinden. Deze gezegende maand wordt voortdurend door goddelijke vergeving omhuld.

Iedereen die zich in haar sfeer bevindt, wordt dezelfde belofte gedaan en op iedereen met een bepaalde mate van religieus geloof heeft zij een andere uitwerking. De zo kenmerkende bekoorlijkheid van deze maand verlegt de grenzen van de harten van de gelovigen, door zijn eigen kleur in hen te weerspiegelen. Door gelovigen, openlijk of zonder dat zij het merken, bewust te maken van het mysterie van de onzichtbare dimensies, wordt een pad gebaand waarlangs mensen hun stoffelijkheid kunnen ontstijgen en volkomen andere wezens kunnen worden.

Met de komst van Ramadan, kan men hemels gefluister uit menselijke emoties horen ontspringen. Als de fijnste geur, doordringt de hemelse sfeer alles. Een maand lang toont deze gezegende periode ons haar diepste stilzwijgende poëzie; geloof en aanbidding zijn de basiselementen van deze stilzwijgende poëzie. Hand in hand tonen deze ons magische vergezichten, die de wetenschap overtreffen en waar we geen genoeg van kunnen krijgen.

De zon weet alles op aarde in bepaalde mate te bereiken en laat haar stralen op elk voorwerp in verschillende frequenties schijnen. Op dezelfde wijze worden de werelden achter de hemelen, in de Ramadanmaand door verschillende soorten interacties met de aarde en haar bewoners weerspiegeld. Vooral in de harten van gelovigen. Overal komen gevoelens, betekenissen en betoveringen uit zuiver spirituele dimensies tevoorschijn, die ver van de zon te boven gaan. De diepte ervan manifesteert zich in de harten die open staan voor het goddelijke en doordringt hen met een diepgaand geloof. Op deze manier komen deze wereld en de andere als het ware zij aan zij samen; aanbidding stroomt vanuit de eerste naar de tweede, terwijl goedheid en zegeningen uit de laatste stromen. Deze sfeer wekt diepgaande dromen en gevoelens in ons op en doet ons beseffen dat niets in deze wereld zo mooi of fascinerend kan zijn. Soms, wanneer het geluid in de moskeeën zich met de lichten vermengt en over ons neerdaalt, waant iedereen zich in een magische sfeer, die we nooit meer willen verlaten. Zelfs als we die verlaten, blijven onze harten kloppen in het ritme van wat zich daar afspeelt.

Tijdens Ramadan voelen we iedere dag de vreugde van een feest. Wanneer we tussen ons werk, huis en de moskee heen en weer pendelen, zijn we ons bewust van de warmte die dit met zich meebrengt. We voelen die als we ons onderdompelen in dromen die naar de andere wereld leiden. Soms rennen we naar de moskee, in een poging de afstand tot onze Heer te overbruggen. Door te bidden zetten we onze wensen voor het goede, kracht bij. Door berouw te tonen en onze toevlucht bij God te zoeken, proberen we het spirituele vuil van ons af te spoelen. Als een afzonderlijke kans op zuivering, bezinnen we ons dag en nacht in de aanwezigheid van God, op onze plaats en veranderen we de kleur van ons leven. Op deze wijze is ons leven niet langer een onbekend raadsel, maar verandert het in iets moois, waar we geen genoeg van kunnen krijgen; we ademen het in, voelen het en het wordt een genoegen dat in ons stroomt.

De oproep tot gebed die overal in de buurt te horen is. Het geluid van de verheerlijking van Allah (God), dat uit de moskeeën klinkt. De fascinerende spirituele sfeer daar. De bijzondere woorden van de tarawihgebeden (Ramadangebeden), die zowel mannen als vrouwen, oud als jong, die alle moslims waarnemen. Al deze zaken verheffen Ramadan tot ongekende hoogte. Degenen die Ramadan voelen en ervaren, genieten daardoor in diepgaande mate van alle verschillende gedachten. Ze wanen zich zij aan zij met de hemelbewoners, wat ze in verrukking brengt. Soms worden we tijdens Ramadan – het vermogen om dit te voelen is afhankelijk van de spirituele diepgang van het individu – in een zeer diep gevoel van de andere wereld gehuld. Als we luisteren naar de stemmen die uit de minaretten klinken, is het alsof we Bilal, de muazzin van de Profeet (vzmh) horen. De imam wordt beschouwd als een bevoorrecht persoon. De mensen om hem heen worden gezien als de gezegende Metgezellen, die de eer ten deel viel de Profeet (vzmh) te aanschouwen. Men wordt volkomen overvallen door dit overweldigende gevoel, kan zijn tranen niet bedwingen en voelt zich alsof men slechts een stap van de deur naar het Paradijs verwijderd is.