Wat is het verschil tussen geloof en ongeloof?
Koefr (ongeloof) betekent letterlijk genomen als woord “verhullen”. In de religieuze literatuur wordt het echter opgevat als het ontkennen van één of meerdere boodschappen van de profeet (vrede zij met hem) die met zekerheid zijn vastgesteld en die hij via de engel Djibriel (Gabriël) heeft gekregen van Allah. Imân (geloof) daarentegen houdt in: het geloof dat er geen andere God is dan Allah, dat de profeet Mohammed (vzmh) zijn dienaar en profeet (boodschapper) is, dat er engelen bestaan, dat er heilige boeken bestaan, dat er een hiernamaals is en dat zowel het goede als het kwade door Allah wordt geschapen (Boechari, imân, 37; Moeslim, imân, 1, 5, 7; Aboe Dawoed, soennah, 15).
Imaan is het aanvaarden van wat de profeet (vzmh) heeft overgeleverd, koefr is het ontkennen ervan. Dit houdt in dat de scheidslijn tussen imân en koefr het aanvaarden/bevestigen van de boodschappen met het hart betreft. Omdat mensen echter niet kunnen weten of hun harten de boodschap hebben aanvaard, wordt het praktiseren van de religieuze plichten en het uitspreken dat je de boodschappen aanvaard als indicator van imân in het hart geaccepteerd.
De meest duidelijke tekenen van koefr zijn: het ontkennen, het afkeuren, het onbelangrijk achten en als waardeloos achten van één of meerdere basisprincipes van het geloof.
Indien iemand zegt dat hij moslim is, hoort deze persoon als moe’min (gelovige) te worden geaccepteerd en hoort deze persoon niet buitengesloten te worden door de islamitische gemeenschap. Want op aarde beoordelen we de mensen enkel op het zichtbare, dus op basis van hun woorden en hun handelingen. Of iemand van binnen daadwerkelijk gelooft kan enkel Allah weten, en is een zaak voor het hiernamaals: “O, gij die gelooft, wanneer gij voor Allah’s zaak oprukt, onderzoekt dan en zegt niet tegen iemand die u met de vredesgroet begroet: “Gij zijt geen gelovige”. Zoekt gij de goederen van dit leven? Bij Allah zijn goede dingen in overvloed…” (An-Nisâ’ 4:94)
In het voorgaande vers wordt dit duidelijk gemaakt. Om deze reden horen mensen die met hun tong of handelingen doen voorkomen dat ze moslim zijn, ook daadwerkelijk door de islamitische gemeenschap geaccepteerd te worden als moslim. Alle rechten en plichten die moslims in een islamitische gemeenschap hebben, horen dus ook voor deze moslims te gelden.