Wat houdt vasten in de Islam in?

Sawm al-Ramadan (vasten tijdens de maand Ramadan). De vierde zuil van de Islam is het vasten tijdens de Ramadan, waarbij moslims zich van zonsopgang tot zonsondergang onthouden van eten, drinken en seksueel verkeer of bevrediging. Over het gebod tot vasten, zegt de Koran: ‘De maand Ramadan, waarin de Koran als een zuivere bron van leiding voor de mensen en (indien opgevolgd) als duidelijke tekenen van leiding en Onderscheid (tussen goed en kwaad) neder gezonden werd. Daarom dient een ieder van jullie die tijdens deze maand aanwezig is, gedurende deze maand te vasten en degene die zo ziek is dat hij of zij niet kan vasten of op reis is, dient gedurende andere dagen een zelfde aantal dagen te vasten. God wenst u gemak toe en geen ontberingen, om ervoor te zorgen dat u het vereiste aantal dagen kan volbrengen, verheerlijkt God omdat Hij u geleid heeft en moge u (Hem) zeer dankbaar zijn.’ (2:185)

Soorten vasten

Er bestaan twee soorten vasten: verplicht en vrijwillig. Het verplichte vasten kan verder onderverdeeld worden in het vasten tijdens de Ramadan, vasten uit boetedoening en het vasten omwille van een gelofte. Hier zullen we het vasten tijdens de Ramadan en vrijwillig vasten bespreken.

Wie dient te vasten?

Alle geleerden zijn het erover eens dat elke gezonde, volwassen moslimman, die op dat moment niet reist of op het strijdveld vecht, verplicht is om te vasten. Wat vrouwen betreft, geldt dat degenen die menstrueren of postnatale bloedingen hebben, niet mogen vasten. Daarnaast hoeven de volgende groepen mensen niet te vasten: degenen die geestelijk niet gezond zijn, minderjarigen of reizigers; zwangere vrouwen die bang zijn dat hun ongeboren kind schade kan ondervinden; ouderen en zieken, die denken dat vasten hen kan schaden en degenen die onder zware omstandigheden werken of zoveel honger of dorst lijden dat ze bang zijn dat vasten tot de dood zou kunnen leiden.

Gemiste dagen inhalen.

Mensen die (niet chronisch) ziek zijn en reizigers mogen hun vasten tijdens de Ramadan onderbreken, maar dienen de gemiste dagen in te halen. Wanneer reizigers zich ’s nachts voornemen om te vasten, mogen zij hun vasten overdag doorbreken. Wanneer zij zich hebben voorgenomen om tijdens hun verblijf ergens te vasten, maar overdag vervolgens besluiten om te reizen, dienen zij volgens de meeste geleerden toch te blijven vasten.

Degenen die hun vasten wegens zware omstandigheden onderbroken hebben, dienen ook de gemiste dagen in te halen. De geleerden zijn het erover eens dat menstruerende vrouwen, vrouwen met postnatale bloeding en zwangere vrouwen en vrouwen die borstvoeding geven en bang zijn dat vasten henzelf of hun baby kan schaden, de gemiste dagen moeten inhalen.

Betalen van een compensatie.

Zowel degenen die te oud zijn om te vasten, als de chronisch zieken mogen hun vasten breken, omdat het vasten hen te veel moeite zou kosten. Zij dienen echter een arme persoon voor elke gemiste dag van eten te voorzien. Wanneer een reiziger of iemand met een andere reden om niet te vasten, sterft voordat hij of zij de gemiste dagen in heeft kunnen halen, hoeft er geen compensatie betaald te worden. Indien zij hun erfgenamen echter gevraagd hebben een dergelijke compensatie te betalen, dient het geld uit de nalatenschap van de overledene gehaald te worden. Indien degenen die sterven de gemiste dagen, hoewel ze daar genoeg tijd voor hadden, niet ingehaald hebben, dienen hun erfgenamen de nodige compensatie te betalen.

Dagen waarop het verboden is te vasten.

Alle geleerden zijn het erover eens dat het tijdens de twee religieuze feesten (‘Iyd al-Fitr en ‘Iyd al-Adha) verboden is om te vasten. Dit geldt voor zowel het verplichte als vrijwillig vasten. Vrijwillig vasten wordt exclusief afgeraden op vrijdagen. Indien men op de dag ervoor of erna vast, indien het om een dag gaat waarop men gewoon is te vasten (de 13e, 14e of 15e van de maand) of de dag van ‘Ashura (de 10e dag van Muharram) is, mag men wel op een vrijdag vasten. Hetzelfde geldt voor de zaterdagen. Vasten op een “dag van twijfel,” wanneer men niet zeker weet of het de laatste dag van Sha’ban, of de eerste dag van de Ramadan is, wordt afgeraden, net als vasten op opeenvolgende dagen zonder iets te eten (al-wisal).

Vrijwillig vasten.

De Boodschapper adviseerde moslims op de volgende dagen te vasten: zes dagen van de maand Shawwal; de tiende dag van Moeharram (‘Ashura) en de daar direct aan voorafgaande en op volgende dagen; het grootste gedeelte van Sha’ban (de maand voorafgaand aan Ramadan); iedere donderdag, vrijdag en zaterdag tijdens de heilige maanden (Dhu’l-Qa’da, Dhu’l-Hijja, Muharram, en Rajab); iedere maandag en donderdag en de 13e, 14e en 15e van iedere maand. Hij stond degenen die daartoe in staat waren toe om de dag te vasten, wat sawm Dawoed wordt genoemd.

De maaltijd voor het aanbreken van de dag en het breken van de vasten.

Het gebruiken van een maaltijd tussen middernacht en het aanbreken van de dag is soenna (wordt aanbevolen). Er wordt aangeraden het zo lang mogelijk uit te stellen, zodat men net voor het aanbreken van de dag kan eten. Wanneer de zon is onder gegaan, dient men zo snel mogelijk de vasten te breken, waarbij men net voordat men iets eet de volgende (sterk aangeraden) smeekbede uitspreekt: “O God, ik heb voor U gevast, in U geloofd, mijn vertrouwen in U gesteld en breek mijn vasten met Uw voedsel (wat U mij verschaft heeft).”

De essentiële onderdelen van vasten.

Het is verplicht om de juiste intentie te hebben om tijdens de Ramadan te vasten. Bij voorkeur dient deze intentie voordat de dag begint en iedere nacht van de Ramadan gemaakt te worden. De intentie is echter geldig wanneer deze op een moment van de nacht gemaakt is en mag zelfs tot aan de middag worden gemaakt, wanneer men dit voor het begin van de dag vergeten is. De intentie hoeft niet hardop uitgesproken te worden, aangezien het een daad van het hart is, die niets met de tong (mond) te maken heeft. Bovendien voldoet men daaraan door de intentie om uit gehoorzaamheid aan God te vasten en Zijn goedkeuring te verwerven. Volgens veel geleerden kan de intentie voor vrijwillig vasten, tot aan de middag gemaakt worden.

Tijdens de uren van vasten, mag men niet eten, drinken of huwelijkse gemeenschap hebben. Voordat de Koran geopenbaard werd, mochten echtgenoten tijdens de hele Ramadan geen gemeenschap hebben. Deze regel werd opgeheven met vers 2:187, waarin gemeenschap tussen echtgenoten tijdens de nachten in de Ramadan wordt toegestaan: ‘Het is wettig voor u gemaakt om u in de nacht van de Vasten tot uw vrouw te wenden; (er is sprake van zo’n onvervreemdbare intimiteit tussen u beiden) dat zij een kleed voor u vormen (dat u omhult om u te tegen buitenechtelijke relaties te beschermen en u te sieren) en u vormt een (zelfde soort) kleed voor hen’ (2:187).

Vermijden van ongepast gedrag.

Vasten is een vorm van aanbidden om dichter bij God te komen en werd verordend om de ziel te zuiveren en tot goede daden te bewegen. Degene die vast, dient zich te beschermen tegen elke handeling die de door het vasten verkregen baten teniet zouden kunnen doen. Op die manier zal het vasten hun persoonlijke piëteit en bewustzijn van God vergroten. Vasten bestaat uit meer dan allen niet eten en drinken; het betekent ook al het andere dat God verboden heeft, vermijden. De Boodschapper, vrede en zegeningen zij met hem, heeft gezegd: “Vasten is niet alleen van eten en drinken afzien, maar ook van grootspraak en negatief taalgebruik. Indien men verwenst wordt of zich ergert, dient men te zeggen: ‘Ik vast, ik vast.’”

Vrijgevig zijn en andere verdienstelijke handelingen.

Vrijgevig zijn, de Qur’an bestuderen en bidden tot God wordt ten alle tijden aangeraden, maar in het bijzonder benadrukt tijdens de Ramadan. Tijdens de laatste tien dagen van de Ramadan, maakte Gods Boodschapper, vrede en zegeningen zij met hem, zijn vrouwen ‘s nachts wakker en bracht hij die van hen afgezonderd in aanbidding door. In deze periode getroostte hij zich meer inspanning om zijn Heer te aanbidden, dan op welk ander moment ook. (Bukhari, “Sawm,” 2:9; Muslim, “Siyam,”164).