Wat houdt soefisme in?

Soefisme is geen op zichzelf staande religie, noch een stroming binnen de islam. Omgekeerd, is niet alles wat soefisme genoemd wordt, islamitisch. Om te beoordelen of iets als islamitisch beschouwd kan worden, dient dit gewogen en beoordeeld te worden aan de hand van de in de Koran en de praktijk (soennah) van profeet Mohammed (vrede zij met hem) vastgestelde criteria en standaarden. Wanneer een bepaalde soefi praktijk of gebruik dus niet overeenkomt met de gestelde criteria, zal dit als niet-islamitisch beoordeeld worden. Wanneer het echter wel met de criteria overeenstemt, zal het als volkomen islamitisch beschouwd worden. Het soefisme kan in twee brede categorieën verdeeld worden:

• Ten eerste, het echte en authentieke Tasawwoef (soefisme), is ontegenzeggelijk volledig in overeenstemming met de islamitische standaarden en de praktijk van de eerste rechtschapen moslims.

• Ten tweede, het pseudo-soefisme, dat zowel de praktijk van cultische rituelen omvat, is niet in overeenstemming met de soennah; het zijn stromingen die speculatieve mystiek of neoplatonisme in hun praktijk vermengen.

De soefi-ordes die in de tweede categorie vallen, zijn niet met de islam te verenigen. Veel van de verwarring rond het soefisme is ontstaan doordat het soefisme en sommige soefi meesters in het Westen van hun moslim identiteit zijn ontdaan. Zo wordt Mawlana Roemi, een overtuigd moslim en toegewijd volgeling van Mohammed, vrede zij met hem, in het Westen voornamelijk als dichter en humanist afgeschilderd en zijn pad gereduceerd tot het schouwspel van de ronddraaiende derwisjen.

Soefisme is een levenslang proces van spirituele ontwikkeling, dat door verschillende beroemde soefi meesters verschillend wordt beschreven. Junayd definieert het soefisme als een methode waarmee men zich herinnert dat “het zelf zich in Allah verliest” en “permanentie en het bestaan in Allah gevonden worden.” Shibli vat het samen als altijd samen met Allah of in Zijn aanwezigheid zijn, zodat men zich niet met wereldse of andere wereldse zaken bezighoudt. Aboe Mohammad Jarir beschrijft het als het weerstand bieden aan de verleiding van het aardse zelf en slechte eigenschappen en het verwerven van bewonderenswaardige morele kwaliteiten. De moeilijkheid van het met woorden proberen te definiëren van soefisme is dat het eerder iets is dat geleefd en in praktijk gebracht wordt dan dat het een theoretische discipline is.

Al deze definities zouden kunnen worden samengevat in de volgende brede definitie: “Soefisme betekent een leven leiden dat zich centreert rond kennis en liefde van Allah.” De spirituele geneugten die daar het gevolg van zijn, betreffen het verwerven van engelachtige eigenschappen en gedrag. Deze kan men verwerven door zichzelf van de menselijke zwakheden en aangeboren beperkingen te bevrijden. Wanneer Tasawwoef op deze manier gedefinieerd wordt, is het niet alleen een islamitische discipline, maar vormt het als een praktische en spirituele realiteit, zelfs de essentie van de islam.