Waarom wordt er in sommige gemeenschappen na de salât gezamenlijk doea verricht?

Zover we weten is er geen hadith bekend, dat de tasbeeh en doea gezamenlijk werd gedaan met een ‘dirigent’. In de tijd van onze welgeliefde Profeet, vrede en zegeningen zij met hem, was dit ook niet nodig. Alle sahaba’s deden dit met volle overgave.

Er kwamen echter tijden dat moslims de salât (het gebed) verrichtten en meteen de moskee verlieten, zonder de tasbeeh en de doea te doen. Dit zien we tegenwoordig ook helaas terug in vele moskeeën.

Om dit verval te voorkomen, hebben de geleerden in de Ottomaanse tijd het gezamenlijke tasbeeh en doea met begeleiding van de moe’ezzin (de ‘dirigent’) ingesteld. Hier begeleidt de moe’ezzin na de salât de tasbeeh en worden na afloop alle handen naar Allah gericht voor doea. Iedereen doet doea en de imam sluit meestal de doea af door voor alle moslims op de hele wereld doea te doen. De moslims die ook hun handen hebben opgeheven zeggen ‘Amien’ voor deze doea. Hierna reciteert de imam een paar verzen uit de Koran. Als het tijd is voor Magrib (avond) of Fadjr (ochtend) gebed, reciteert hij de drie laatste verzen van soeratoel Hasjr.

Onze geliefde Profeet, vrede en zegeningen zij met hem:

“Voor wie in de ochtend drie keer ‘E-oezoe billahissemi-il alieemi minesj-sjeytaanirradjieem’ zegt en hierna de laatste drie ayats van soeratoel Hasjr reciteert, zal Allah zeventigduizend engelen de opdracht geven om voor hem tot de avond doea en istigfar (vergeving vragen) te doen. Als die persoon die dag sterft zal hij als sjehied (martelaar) sterven. Degene die deze ayets (verzen) in de avond reciteert zal tot de ochtend hetzelfde krijgen” (Tirmidzi, Fedail,22)

Hoewel in de tijd van onze edele Profeet, vrede en zegeningen zij met hem, de tasbeeh niet gezamenlijk werd gedaan, waren er wel sahaba’s die gezamenlijk bijeen kwamen om dzikr te doen. Hieronder zijn enkele hadith waarin onze edele Profeet, vrede en zegeningen zij met hem, dit niet verbiedt maar juist toelaat.

Volgens de overlevering van Muawiye (Radiyallahoe anh) zag onze edele Profeet, vrede en zegeningen zij met hem, een groep sahaba’s die zittend een ring vormden. Hij ging naar hen toe en vroeg: “Met welk doel zijn jullie samengekomen en hier gaan zitten?”

Zij zeiden: ‘’We zitten hier om dzikr te doen voor Allah, Djelledjelaloehoe, we betuigen onze dank aan Hem die ons een geloof als islam en nog vele gunsten heeft gegeven.”

Onze nobele Profeet, vrede en zegeningen zij met hem, vroeg nogmaals waarom ze daar zaten.

Zij zeiden: “We zweren dat dit de enige reden is waarom we hier bij elkaar zitten.”

Hierna zei onze geliefde Profeet, vrede en zegeningen zij met hem: ‘’Ik heb jullie niet laten zweren omdat ik jullie van liegen beschuldigd. Maar Djibriel (Gabriël) is gekomen en heeft vermeld dat Allah Zijn Trots over jullie heeft geuit tegenover de engelen.’’ (Muslim, Zikr 40)

Abdoellah Ibn-Abbas heeft vermeld:

“Mensen gingen in de tijd van Rasoelloellah (profeet Mohammed), vrede en zegeningen zij met hem, na de fard salât (gebed) luid dzikr voor Allah doen (Boechari, Adhan 841)

‘De genade en zegen van Allah is samen met de gemeenschap’ (Tirmidzi , Fiten, 7; Nesai, Tahrim, 6)

Doea en tasbeeh hoeft dus niet in een gemeenschap verricht te worden, hoewel de zegen van Allah over de gemeenschap is.