vreugde

Hoe kan men volgens de islam gelukkig zijn?

De hedendaagse mens lijkt moeite te hebben met het vinden van geluk. Omdat velen van ons niet weten wat ‘geluk’ precies inhoudt, zoeken we geluk op de verkeerde plaatsen of denken we dat we gelukkig zijn met kortdurende feelgood-momenten. Of we gelukkig zijn, wordt bepaald door de dingen die we graag willen en of we ze ook daadwerkelijk krijgen. Dus eigenlijk zijn velen van ons slechts bezig met het najagen van onze wensen en proberen wij daar voldoening uit te halen. Wanneer dat niet lukt, dan lijkt het alsof de hele wereld zich tegen ons heeft gekeerd. Het ergste van alles is dat veel mensen – voornamelijk jongeren – met middelen als alcohol, drugs en gokken geluk proberen te vinden.

Ware geluk vindt men niet in materie, want de natuur van de mens kan geen voldoening krijgen uit materiële zaken. Op dit punt biedt het geloof de uitstekende oplossing. Het geloof wijst de weg naar het ware geluk op de mooiste wijze. Wat leert het geloof ons dan over het vinden van geluk? Het geloof leert ons dat de geest alleen voldoening krijgt door in Allah te geloven. Geloven in Allah wordt in het Arabisch ‘imân’ genoemd. De mooiheden die het geloof aan ons leven schenkt zijn ontelbaar. We zullen er enkele noemen:

Allereerst dient de mens zich te ontdoen van overbodige wensen en behoeften. In de heilige Koran zegt Allah: “Hij die zich reinigt (van zijn zonden) zal waarlijk slagen” (87:14) en “Voorwaar, hij die haar (de ziel) reinigt, zal welslagen” (91:9). In deze verzen maakt de Schepper ons het belang van het zuiveren van de ziel duidelijk. Hij zegt zelfs dat zij zullen welslagen. Iemand die zijn/haar geest kan zuiveren van onnodige zaken, zal daadwerkelijk innerlijke rust vinden en gelukkig zijn.

Een andere mooie kant van het geloof is dat het geloof ons laat realiseren dat de wereld waarin wij leven niet alleen een ronde bol is, maar tegelijkertijd ook een omgeving waarin Allah aan ieder mens een beproeving schenkt. Hierdoor verandert onze kijk op de wereld en alles wat erop gebeurt. De dingen die we meemaken kunnen dan zo erg lijken, toch schuilt er een bepaalde schoonheid en een bepaalde kennis achter. En Allah zegt in de Koran: “Maar het kan zijn dat jullie afkeer van iets hebben, terwijl het goed is voor jullie; en het kan zijn dat jullie van iets houden, terwijl het slecht is voor jullie. En Allah weet het, terwijl jullie niet weten.” (2:216). De kracht die de mens krijgt van het geduldig zijn en het vertrouwen op Allah is nergens anders te vinden.

Geloven in Allah brengt ook met zich mee dat men deelt, weggeeft, en helpt. Allah heeft gezegd: “Oh zoon van Adam (de mens)! Besteed (je rijkdom op de weg van Allah) en Ik zal (Mijn Zegeningen en Genade) aan jou besteden.” (Hadith Qoetsi, Boechari, boek 64, hadith 264). Iedere kans wordt benut om de medemens van dienst te zijn. Op deze manier wordt de mens zelf en zijn medemens gelukkig.

Zoals we zien brengt het geloof ontelbare prachtheden in ons leven. We worden als mensen gereinigd van zonden en overbodige zaken, we worden bewust van onze plaats in het universum en we leren te delen op de weg van Allah. Het geloof is het werkelijke pad naar het geluk. Niet het geluk van een paar minuten, maar het oneindige geluk dat zal voortduren tot in het Paradijs. Het is aan de mens om dit pad te vinden en te bewandelen.

Waarmee wordt de geest gelukkig?

God heeft aan elk schepsel een bijzondere ‘natuur’ gegeven: ‘Alles wat zich in de hemelen en de aarde bevindt, onderwerpt zich aan Hem, vrijwillig of niet en zal naar Hem terugkeren.’ (Al’ Imran, S3, A83)

‘Geprezen zij de Naam van uw Heer, de Hoogste, Die alle dingen heeft geschapen en hen goed heeft gevormd. Die aan elk van hen een bepaalde vorm heeft toegewezen en een bepaalde manier om hun bestemmingen te volgen en te bereiken. Zij werden geleid.’ (al-A’la, S87, A1-3)

Alles wat in het universum bestaat, het menselijk lichaam inbegrepen, handelt in overeenstemming met de ‘oorspronkelijke natuur’ die de Almachtige God eraan heeft toegewezen. Daarom kunnen we een strikt determinisme waarnemen in de werking van het universum. Wat we de ‘natuurlijke wetten’ noemen, zijn de namen die we geven aan de uitvoeringen of de kenmerken van de oorspronkelijke natuur die God voor alle schepsels heeft vastgelegd.

De oorspronkelijke natuur der dingen ‘bedriegt’ niet. God heeft bijvoorbeeld voor de aarde bepaald om rond zichzelf en rond de zon te draaien, en daarom gebeurt dit ook voortdurend. Een zaadje zegt in de taal van zijn wezen en oorspronkelijke natuur: ‘Ik zal in de aarde kiemen, in de juiste omgeving en tot een plant uitgroeien.’ Dit voert het ook uit. Water verklaart dat het zal bevriezen bij 0° C en zal koken bij 100°C, dit doet het ook.

Op dezelfde manier zal het menselijk bewustzijn, zolang het gezond blijft, niet liegen. Als het niet wordt afgeleid door het lichamelijke ego van de mens of diens verlangens, voelt het diep in zich, het bestaan van God en vindt de vrede in geloof en eredienst aan Hem. Op die manier is het de geest die leiding geeft en bevelen opdraagt aan het bewustzijn en het geweten van een mens, en ook aan zijn andere capaciteiten. De geest zoekt de wereld waaruit het is gekomen en verlangt naar zijn Schepper. Tenzij het wordt overdonderd door zonden en dwaling, zal de geest de Schepper vinden en in Hem het echte geluk vinden.

Welke genoegens zullen er in het hiernamaals aanwezig zijn en waarom?

Aangezien het lichaam zich in een toestand van vorming en verandering bevindt, is het aan verval onderhevig en derhalve niet-eeuwig. Eten en drinken houden een individu in leven; seksuele relaties houden de soort in stand. Dit zijn fundamenten voor het leven in deze wereld, die in de wereld der eeuwigheid echter irrelevant en onnodig zijn. Waarom maken zij, met dit gegeven, dan toch deel uit van de grootste genoegens van het Paradijs?

Een levend lichaam takelt af en sterft wanneer het evenwicht tussen wat het nodig heeft om voort te bestaan en wat het in zich opneemt, verstoord is. Vanaf de kindertijd tot aan de leeftijd van fysieke volgroeiing, neemt het meer in zich op dan dat het uitscheidt, en wordt het steeds gezonder. Daarna is het meestal niet in staat om op een evenwichtige manier in zijn behoeften te voorzien. Het neemt meer in zich op en wordt dik, of neemt minder in zich op dan het nodig heeft. Dit zorgt ervoor dat het evenwicht verdwijnt en zal, onder normale omstandigheden, uiteindelijk tot de dood leiden. In de eeuwige wereld blijven de lichaamsdelen echter intact en zijn ze immuun voor ontbinding en hervorming. Met andere woorden, het evenwicht blijft intact. Alsof het voortdurend in cirkels beweegt, verwerft het lichaam eeuwigheid met behoud van het voortdurende functioneren van de fabriek van het lichamelijke leven voor genoegen. In deze wereld ontstaan eten, drinken en seksuele handelingen binnen het huwelijk uit een behoefte en vervullen zij een functie. Derhalve bevatten zij een grote verscheidenheid aan uitzonderlijke (en meerwaardige) genoegens, als beloning voor de functies die zij vervuld hebben. In deze wereld van ziektes, bieden eten en huwelijk een groot aantal fantastische en uiteenlopende genoegens. Het Paradijs, het rijk van geluk en genoegen, moet deze genoegens daarom in hun meest verheven vorm bevatten. Dit wordt verwezenlijkt door beloningen (zoals genoegens) uit de andere wereld, in de vorm van een aangename behoefte uit de andere wereld toe te voegen. De in deze wereld verrichtte taken en de behoefte die hieraan geweest is, zullen zij in een allesomvattende, levende bron van genoegen veranderen, die het Paradijs en de eeuwigheid past. Volgens de Koran: Het leven van deze wereld is slechts tijdverdrijf en spel, maar het Verblijf in het Hiernamaals , dat is pas echt leven (29:64), zijn alle levenloze en onbewuste substanties en voorwerpen van hier, daar levend en bewust. Zoals mensen en dieren hier, zullen bomen en stenen daar geboden begrijpen en opvolgen. Wanneer je een boom opdraagt fruit te brengen, zal hij dit doen. Wanneer je een steen zegt dat hij moet komen, zal hij komen. Aangezien stenen en bomen zulke verheven vormen aan zullen nemen, zullen eten, drinken en huwelijksbanden een vorm aannemen, die hun aardse vormen in dezelfde mate overstijgt, als het Paradijs deze wereld overstijgt. Dit omvat het behoud van hun lichamelijke kenmerken.