toegestaan

Waaruit blijkt dat racisme geen plek heeft in de Islam?

Alle verzen in de Koran zijn gericht op de gehele mensheid óf enkel op de gelovigen. Verzen die oproepen tot de redding, zijn gericht op de gehele mensheid. Hier wordt er niet naar ras, stam, status of rang gekeken. Dat een Arabier tot de redding komt is niet belangrijker dan dat een Engelse tot de redding komt.

In verzen met betrekking tot gebeden en gehoorzaamheid wordt gesproken tot de gelovigen. Hierin wordt ook geen onderscheid gemaakt tussen de gelovigen. Geboden als ‘‘Aanbid Allah’’ en ‘‘Geef uw aalmoezen’’, en verboden als, ‘‘Neem geen rente’’, ‘‘En houd u verre van overspel’’, ‘‘Noch belastert elkander’’, zijn gericht aan alle gelovigen. De graad bij het naleven van de geboden en wegblijven van de verbodenen zijn voor alle volkeren hetzelfde.

Daarnaast zijn er verzen over de kwelling; zij waarschuwen voor de kwellingen die de vroegere volkeren ondervonden hebben. In deze verzen wordt aandacht geschonken aan en gesproken over de gevechten, opstanden, verloochingen, en kwellingen tegenover de Boodschappers. De kwellingen zijn wegens deze zondes tot hen gekomen. Dus niet omdat ze tot een bepaald volk toebehoorden.

Dat racisme niets met het verstand, de wetenschap en het geweten te maken heeft, is duidelijk vermeld met het begrip dat de Profeet (vrede zij met hem) heeft gezegd ‘Asabiyyat al djahiliyya’ (extreem nationalisme van de tijd der onwetendheid).

Een mens kan wegens zijn ras noch beter noch slechter worden. De begrippen ‘goed’ en ‘slecht’ behelzen niet een dusdanig kenmerk. Ieder verstand en geweten bevestigt dit. Wanneer we het over een mens met goede eigenschappen hebben, dan hebben we het meestal over zijn morele waarden, taqwa, goede daden, eerlijkheid en zijn doorzettingsvermogen. Dit zijn allemaal zaken die samenhangen met zijn wil. Omdat eenmaal niemand met zijn vrije wil zijn ras kan kiezen, zouden wij onze onwetendheid aantonen door te zeggen dat die of deze man goed is, omdat hij tot een bepaald volk toebehoort.

Hoe je het ook bekijkt, racisme is niets meer dan onwetendheid

Profeet Mohammed (vrede zij met hem) is niet alleen gestuurd naar het Arabische volk. Hij is niet alleen voor de Arabieren, maar voor de werelden als genade gezonden. Hij is met monotheïsme als missie uitgekomen. Tegenover hem waren er toendertijd verschillende praktijken van afgoderij. Hij wilde de mensen die slaaf waren van standbeelden, in gevangenschap waren van hun ego, onderdrukt werden door de heidense religies, bevrijden en hen een dienaar maken van Allah en alleen Hem laten aanbidden. Hij wilde rechtvaardigheid in plaats van onderdrukking, en met het licht van de openbaring alle misvattingen rechtzetten. Hij wilde alle verkeerde normen vervangen met de normen van de Koran. Zijn missie reikte verder dan de stammen, rassen en andere ‘uiterlijke’ kenmerken. In zijn afscheidsrede sprak de Profeet (vrede zij met hem) zijn volgelingen toe. Het waren een van zijn laatste woorden en die luidden: ‘‘De gehele mensheid stamt af van Adam (vrede zij met hem) en Eva (vrede zij met haar). Adam is uit aarde gemaakt. Dus is een Arabier niet beter dan een niet-Arabier en een niet-Arabier is op geen enkele manier beter dan een Arabier. Noch is een blanke beter dan een zwarte, en een zwarte is niet beter dan een blanke. Alleen wat betreft vroomheid en het doen van goede daden kan de ene moslim zich onderscheiden van de ander!’’

In het vers waar racisme wordt verboden en wordt gezegd dat alle mensen van dezelfde voorouders afstammen, wordt het volgende gezegd: ‘Voorzeker, de godvruchtigste (taqwa) onder u is de eerwaardigste bij Allah’. Koran (49:13)

In taqwa is het vermijden van racisme inbegrepen. Bij Allah zijn niet de mensen van dit of dat volk de eerwaardigste, maar zij die in de taqwa het verst zijn. Het maakt dus niet uit tot welk volk je behoort.

Taqwa betekent Godvrezendheid, zich krachtig en zorgvuldig onthouden van Zijn verboden. Als we in de verzen kijken naar de attributen van degenen met taqwa, zien we dat de taqwa het resultaat is wanneer de islam in zijn geheel wordt nageleefd.

In het hoofdstuk van het huis van Imran nodigt onze Heer ons uit naar Zijn vergiffenis en naar Zijn paradijs. Het gaat verder dan uitnodigen, Hij zegt ‘’Ren!’’. En aan het eind van dit vers wordt vermeld dat het paradijs voorbereid is voor degenen met taqwa.

In dit hoofdstuk worden de kenmerken van mensen met taqwa als volgt opgesomd:

• ‘’Zij, die in voorspoed en in tegenspoed wel doen.’’ (Aalmoes geven en de behoeftigen te hulp schieten) (Koran 3:134)

• ‘‘Zij, die hun frustratie ten tijde van woede doorslikken.’’

• ‘‘Zij die vergevend zijn jegens de slechtheden afkomstig van de mensen’’

• ‘‘En zij, die wanneer zij een slechte daad begaan of zichzelf onrecht aandoen, Allah gedenken en om vergiffenis vragen voor hun zonden” (Koran 3:135)

• ‘‘en om vergiffenis vragen voor hun zonden’’

• ‘‘en niet volharden in hun (slechte) daden tegen beter weten in’’

Allah heeft degenen lief die deze eigenschappen bezitten; ongeacht zijn status, volk, inkomst of klasse. Is dan een gelovige die zich bewust is van zijn dienaarschap dan niet verantwoordelijk voor het liefhebben van degenen die Allah ook lief heeft? Terwijl Allah van deze dienaren houdt, hoe kan een gelovige dan zijn landgenoot, die ver staat van dit soort eigenschappen, liefhebben.

Hoofdstuk ‘Al Fatiha’ is het eerste hoofdstuk in de Koran. Het hoofdstuk dat daarop volgt is ‘Al Baqara ’ en deze begint met de volgende woorden: ‘‘Dit is een volmaakt Boek, daaraan is geen twijfel, een richtsnoer voor de muttakeen (mensen met taqwa)’’. Het is zeer betekenisvol dat na ‘Al Fatiha’ direct aandacht wordt gevestigd op taqwa! Hierin worden degenen met taqwa met de volgende attributen gekenmerkt: ‘’Die in het onzienlijke geloven’’, ‘’en het gebed verrichten, ‘’en die weldoen met hetgeen Wij hun hebben geschonken’’, ‘’En die geloven in hetgeen u is geopenbaard en in hetgeen voor u is geopenbaard’’, ‘’en een standvastig vertrouwen hebben in dat wat komen zal’’.

In dit vers wordt er niet over een ras, een stam, een leider, een officier, een slaaf of een heer gesproken… Deze verzen zijn maar twee voorbeelden. Uitgaand van dit perspectief wordt het duidelijk dat alle verzen in de Koran racisme verwerpen.

Kan ik de band met mijn niet-moslim ouders verbreken?

Allah en onze edele Profeet, vrede en zegeningen zij met hem, gebieden ons om goed om te gaan met onze ouders, ongeacht welke geloof ze ook aanhouden.

Esma Bintoe Eboe Bekr (Moge Allah tevreden over haar zijn) vermeldt: “Mijn moeder die nog ongelovig was, kwam bij mij op bezoek. Ik wilde weten hoe ik haar moest behandelen en vroeg aan de Profeet, vrede en zegeningen zij met hem: ‘Mijn moeder is gekomen en wil me graag zien en met me praten, zal ik haar goed behandelen? ‘Ja, geef haar de nodige respect’ antwoordde hij” (Boeharî, Hibe 28, Edeb 8, Moeslim, Zekat 50 (1003); Eboe Dawoed, Zekat, 34 (1668)).

We leren hieruit dat als de ouders geen moslims zijn we hen met respect en eerbied dienen te behandelen.

Dit wordt ook duidelijk vermeld in de Koran.

En als zij (ouders) jou dwingen dat jij iets aan Mij toekent, zonder dat jij er kennis over hebt: gehoorzaam hen dan niet. En vergezel hen vriendelijk op de wereld. (Koran 31/15)

In bovenstaande vers wordt duidelijk gemaakt dat we onze ouders niet moeten gehoorzamen als ze ons roepen tot het toekennen van een deelgenoot aan Allah en het ongeloof. Maar ook dan moeten we vriendelijk zijn tegenover onze ouders. En bidden tot Allah dat Hij de harten van onze ouders zal verzachten en verruimen tot het goede.

Zijn kinderen toegestaan in de moskee?

In de tijden van vreugde waren kinderen vrij om te gaan naar de moskee, wanneer ze maar wilden, hoe oud ze ook waren. Het is jammer dat we tegenwoordig denken dat we de heiligheid van de moskee schenden door onze kinderen mee te nemen. Ook is het jammer dat we in veel moskeeën zien dat ouderen de kinderen wegjagen en ze bang maken.

Helaas denken deze bekrompen mensen dat zij de waardigheid van de moskee behouden door te fronsen tegen de acties van de kinderen. In feite is datgene wat zij doen in tegenstrijd met de traditie van de Boodschapper van Allah (God), vrede zij met hem. Hij adviseerde moslims dat tijdens het gebed de mannen voorin dienen te staan, daar achter de kleine jongens, en daar achter weer vrouwen en meisjes.

Als deze volgorde wordt aangehouden, zullen kinderen getuige zijn van het plezier en ijver bij de volwassenen jegens het gebed, en zullen zij vervolgens gretig worden om zelf ook hun religie zo goed mogelijk te praktiseren. Dus in plaats van ze af te schrikken, dienen we indien mogelijk ze aan te moedigen middels kleine cadeaus, zodat ze een warmer hart toedragen jegens het gebed. Wij horen ervoor te zorgen dat ze gaan houden van de moskee en haar omgeving, maar tegelijkertijd dienen we de heiligheid van de moskeeën levend te houden in hun houdingen.

Toen de Boodschapper van Allah (God), vrede zij met hem, in de moskee ging bidden, nam hij zijn kleindochter, Umamah, op zijn rug, en zette haar weer op grond bij het prosterneren, om haar vervolgens weer op zijn rug te nemen voor hij opstond. Deze handeling is erg belangrijk, aangezien het een voorbeeld is van de nobele Profeet (vrede zij met hem), die de ultieme gids is. De nobele Profeet (vrede zij met hem) gebruikte nooit een expressie of nam nooit een houding aan met betrekking tot het meenemen van kinderen naar moskeeën, die als ruw of hard opgevat zou kunnen worden.

De moskee dient een centrale rol in ons leven in te nemen en ook onze huizen dienen gebedsplekken te worden. Kinderen zullen zo aspecten van het leven zien dat ze in alles Allah zullen herinneren, ze zullen naar het leven kijken met vrome wijsheid, zij zullen hun weg kiezen en deze bewandelen uit vrije wil en geweten. Laten we eens kijken naar de voorgeschreven gebeden. Wanneer een kind oud genoeg is om te gaan bidden, dient de vader het kind bij de hand te pakken en te zetten op het gebedskleed van de moeder om ze hiermee te inspireren voor spirituele diepgang en hartige toewijding aan de Islam. Het verkrijgen van het verwachte resultaat zal een geweldige prestatie zijn, want gebeden zijn van wezenlijk belang wat betreft het richten tot Allah (God).

Is abortus en euthanasie toegestaan in de islam?

De geboden en verboden van de islam zijn ingesteld om de basale mensenrechten, het leven, menselijke generaties, bezit en het menselijke verstand te beschermen. Dit zijn fundamentele principes, die niet in de loop der tijd veranderen of van de ene tot de andere cultuur verschillen.

Het islamitische standpunt ten opzichte van abortus is gebaseerd op bovenstaande principes, in het bijzonder op de bescherming van het leven, mensenrechten (van de baby) en menselijke generaties. Moslimgeleerden zijn het erover eens dat het beëindigen van het leven van een mens, verboden is. Ook zijn ze het erover eens dat een embryo na vier maanden zwangerschap een volledig functionerend menselijk wezen geworden is, dat het recht heeft om te leven.

Over abortus wanneer voordat het embryo vier maanden oud is en nog geen volledig functionerend menselijk wezen is, verschillen de moslimgeleerden van mening. De meerderheid van de geleerden hangt echter het standpunt aan, dat abortus zelfs in dit stadium niet plaats zou moeten vinden, tenzij de gezondheid van de moeder in gevaar is of er een unieke noodzaak voor is.

Net zoals de moeder niet het recht heeft om haar kind na de geboorte te doden, heeft zij ook niet het recht om voor de geboorte een eind te maken aan het leven van de baby in haar buik.

Op dezelfde wijze heeft een mens niet het recht zijn of haar leven te beëindigen, omdat het leven hem of haar door God is toevertrouwd. Alleen God heeft het recht om het leven te beëindigen. Ziek zijn en het daarbij horende lijden, kan vroegere zonden teniet doen of ons tot een hogere rang van spiritualiteit aan het Hof van Allah laten opstijgen.

Zijn garnalen, mosselen en kreeft toegestaan (halal)?

Volgens de Sjafie, Malikie en Hanbelie Madhhab(wetsschool) zijn waterdieren, ofwel alle dieren die niet op gebieden buiten het water kunnen leven, halal en kunnen dus gegeten worden. Het maakt niet uit waar deze dieren zich bevinden en of ze een gewone visvorm hebben of een ander soort zijn. Ook maakt het geen verschil of deze vissen worden gevangen door moslims of niet-moslims en of ze levend of dood zijn.

De Malikie madhhab maakt hier geen uitzondering in.

Volgens de Hanbelie madhhab wordt enkel de sidderaal gezien als vies, en mag daarom niet gegeten worden.

Volgens de Sjafi madhhab is het eten van vlees van dieren die zowel in het water als op het land kunnen leven zoals een kikker, een krab of een krokodil haram.

De Hanafie madhhab stelt niet visvormige waterdieren haram. Hieronder vallen ook tarbotten, karpers, dolfijnen en sidderalen. Volgens deze regel mag het vlees van dieren die permanent in het water leven en schuilen gegeten worden. Alle andere waterdieren zijn haram. Mosselen, garnalen, oesters, zeekreeften en krabben zijn volgens de Hanafie madhhab ook haram.

Dus waterdieren zoals mosselen, garnalen, oesters, zeekreeften en krabben mogen volgens de Sjafie, Malike en Hanbelie madhhab wel gegeten worden en volgens de Hanafie niet. De reden voor het feit dat deze waterdieren volgens de Hanafie haram zijn, is dat dergelijke waterdieren zowel als uiterlijk en gedeelten die kunnen gegeten worden, als vies, onsmakelijk en goor worden gezien. Het wordt gezien als iets dat de mens niet aantrekt om te eten (El-Mezâhibu’l-Erbaa, 2: 5).

Zijn foto’s en standbeelden verboden in het huis?

Of foto’s en beelden toegestaan zijn, is een kwestie die vele geleerden eeuwenlang bezig houdt en nog zeker bezig zal houden. Naast de overleveringen die duidelijk zijn in het verbod hiervan, zijn er ook overleveringen die vermelden dat tekeningen op (textiel)stof toegestaan zijn (Moeslim Libas 5; Tirmizi Libas 17, Nesai; Ziyne 112). Ook is er een overlevering dat onze Profeet, vrede en zegeningen zij met hem, de poppen en een speelgoedpaard die Aisja bewaarde, had gezien en hiertegen niets heeft gezegd of heeft verboden. (Eboe Dawoed, Edeb 62).

Is er tegenstrijdigheid tussen de handelingen van onze Profeet, vrede en zegeningen zij met hem? Zeker niet, hij is verre van tegenstrijdigheden. Afbeeldingen en beelden die verboden zijn, zijn tekeningen en beelden die bedoeld waren voor aanbidding, verering of verheerlijking. Om de afgodenarij af te schaffen waren tekeningen en beelden verboden. Nadat de afgodenarij was verbannen uit Mekka en alle beelden vernietigd werden in gebedsplekken, huizen maar ook in de harten, zien we dat onze Profeet, vrede en zegeningen zij met hem, anderen toestaat om textielstoffen te gebruiken waarop tekeningen staan, hoewel hij het zelf niet gebruikte.

In een ruimte waar tekeningen en beelden zijn komen geen engelen (Boechari, Libas 88; Moeslim Libas 102).

Dit geldt waarschijnlijk voor engelen die Rahmet (zegeningen), bescherming en andere gunsten en zegeningen brengen, en geldt niet voor alle engelen. Want zoals we weten hebben we twee engelen die continu met ons zijn en die onze daden noteren. Als bovenstaande voor alle engelen zou gelden, zouden zij buiten moeten blijven en kunnen ze zo onze daden niet opschrijven. Of (Azrail) de engel die onze ziel komt halen, zou ons niet kunnen benaderen als we in een ruimte zijn met beelden en foto’s.

Het wordt aangeraden om geen foto’s en beelden thuis op te hangen. Maar dit is geen verbod, het is aan de vroomheid van de moslim of hij/zij wel of geen foto heeft in de kamer.

Is het toegestaan om te bidden in een ruimte met afbeeldingen?

Het wordt sterk afgeraden om de salât (het gebed) te verrichten in een ruimte met afbeeldingen. Als dit onvermijdelijk is, dan kies je de ruimte waar geen afbeelding is in de richting van de Kaaba. Als alle kamers vol met afbeeldingen zitten richting de Kaaba, dan moet je de afbeeldingen die voor je zijn bedekken of indien mogelijk (tijdelijk) weghalen.

Wat is gelatine en is het toegestaan?

De stof gelatine wordt gewonnen uit varkens en runderen. Gelatine gewonnen uit rund is halal mits het volgens de islamitische rituelen geslacht is.

De Islam beschouwd het varken als een onrein dier (Haram), hierdoor is het niet toegestaan om producten te nuttigen waar varkensgelatine aan is toegevoegd.

In de meeste Europese landen worden in het algemeen gelatine gebruikt die gewonnen is uit varkens. Als na grondig onderzoek blijkt dat de gelatine afkomstig is van halal rund, dan kan deze zonder enige problemen genuttigd worden. Maar als blijkt dat de gelatine afkomstig is van een varken, dan is het nuttigen van deze producten niet toegestaan.

Natuurlijk is het nuttigen van gelatine, afkomstig van dieren die halal zijn, toegestaan. Echter, het oordeel verandert als blijkt dat de natuurlijke substantie van gelatine, afkomstig van dieren die niet halal zijn, verandert in een andere substantie.

Als na een chemische reactie de natuurlijke substantie van gelatine verandert in een andere substantie en dus hierdoor zijn eigenheid, smaak, kleur, geur en andere bijzonderheden volledig verliest, dan hoeft het geen probleem te zijn om gelatine te gebruiken en nuttigen. Maar het is niet toegestaan om de producten waar gelatine in zit te nuttigen als blijkt dat zij de bovengenoemde eigenschappen niet volledig verliest.

Onder de geleerden bestaan er over dit onderwerp verschillende meningen. Sommige van de geleerden zijn van mening dat de structuur van ‘’collageen’’, wat de primaire stof is van gelatine, na een chemische reactie wel volledig verandert in een andere substantie. Het andere deel van de geleerden is weer van mening dat de natuurlijke structuur niet volledig verandert.

De geleerden die wij raadplegen zijn echter van mening dat dit proces van verandering zich onvoldoende voordoet bij het maken van gelatine. Gelatine is in feite een rauwe vorm van collageen, hetgeen van nature voorkomt in de huiden en botten van dieren. Door dit in water te koken met bepaalde hulpstoffen wordt de gelatine gewonnen uit collageen. Zoals we zien verandert er niet heel veel in dit proces. Collageen van verboden of niet-halal geslachte dieren is onrein, en omdat er niet genoeg verandering plaatsvindt blijft de gelatine die ervan wordt afgeleid ook onrein en dus verboden om te eten.

Zoals eerder aangegeven, is er echter wel verschil van mening onder de geleerden of de stof voldoende veranderd is om rein te worden of niet. De mening die wij doorgeven is echter dat dat niét het geval is en dus producten met gelatine verboden blijven. Als iemand anders die mening niet aanhangt, dan kan dat echter niet veroordeeld worden. Het beste blijft om van het twijfelachtige af te blijven.

Concluderend: Het is altijd de verstandigste oplossing om afstand te nemen van onzekerheden.

Mag men Djoem’a Moebarak zeggen?

‘Djoem’a Moebarak’ is een uiting van een doea. Je wenst anderen een gezegend vrijdag. Allah leert en adviseert ons in de Koran dat we doea kunnen/moeten doen aan anderen (59:10, 47:19)

Sommigen zien het zeggen van ‘Djoem’a Moebarak’ als bidah (innovatie). Vandaag de dag zijn er helaas vele onduidelijkheden ten aanzien van de term ‘bidah’ oftewel innovatie. Sommigen hebben de neiging om alles als bidah te bestempelen, terwijl anderen zelfs de fundamentele principes van het geloof veranderen.

De Nobelste Godsgezant, vrede en zegeningen zij met hem, verkondigde de volgende overlevering: “Alle innovaties behoren tot dwaling en elke vorm van dwaling belandt in vuur.” (Moeslim, Djoem’a 3). Oftewel, na de afronding en vervolmaking van de stralende Sharia-wetten en principes van de heilige soennah kunnen we volgens het geheim achter ”Vandaag heb Ik jullie religie vervolmaakt.”(Koran, 5:3) concluderen dat het opzetten en innoveren van alle principes, richtlijnen en toepassingen van nieuwe verzinsels een vorm is van dwaling die naar het vuur leidt.

Echter, de heilige soennah is door geleerden onderverdeeld in drie niveaus.

Eerste en tevens het hoogste niveau is ‘Tesjrie’ soennah, dus noodzakelijk en kan niet worden veronachtzaamd. Dat deel wordt gedetailleerd omschreven in de stralende Sharia-wetten. Het bestaat uit voorschriften die op geen enkele wijze gewijzigd kunnen en mogen worden.

Tweede niveau bestaat uit de naleving van de regels in het kader van de heilige soennah die betrekking hebben op Godsdienstoefeningen. Ook deze regels worden omschreven in de Sharia- boeken. Aanpassingen aan deze regels vallen onder ‘bidah’ (innovaties).

Derde niveau zijn alle dagelijkse handelingen en gewoonten welke ‘adâb’ wordt genoemd. Deze ‘adâb’ hebben geen ‘religieuze toepassings-verplichtingen’. Ze wordt uiteengezet in boeken die de verheven gedragsnormen van de nobele Profeet (vrede en zegeningen zij met hem) beschrijven. Een handeling die van deze gedragsnormen afwijkt, kan niet als ‘bidah’ worden geclassificeerd.

Dus bidah behoort tot de eerste twee categorieën van de ‘verplichte’ soennah en niet tot de derde categorie van adâb soennah. Anders blijft er geen enkel moslim in de wereld over die geen bidah verricht. Want dan moeten we concluderen dat alle onderstaande bidah zijn:

– Aan tafel eten is bidah, op de grond eten is soennah

– Zitten op een stoel/bank is bidah, op een kleedje op de grond is soennah

– Minaret is bidah, moskee zonder minaret is soennah

– Adhan met microfoon is bidah, zonder microfoon soennah

– enz….

Waarom is het eten van varkensvlees niet-halal?

Het woord ‘halal’ betekent eenvoudigweg ‘rechtmatig’. Zo wordt al het voedsel dat op rechtmatige wijze verkregen is, als halal beschouwd.

Het leven is een heilige zegening van Allah aan de schepping, zelfs voor dieren. Indien het leven van een dier uit noodzaak van overleven genomen moet worden, mag het leven van dat dier alleen genomen worden in naam van Allah, Die het zijn leven in de eerste plaats gegeven heeft.

Dieren die op deze wijze (in naam van Allah) geslacht worden, worden als halal beschouwd. Bloed, producten van varkens en vleesetende dieren zijn voor consumptie verboden.

Ook voedsel dat met niet-halal toevoegingen bereid is, wordt als niet halal beschouwd.

De Koran verbiedt het consumeren van varkensvlees met meerdere versen waaronder het volgende vers: “Verboden is u het gestorvene, het bloed en het varkensvlees en al waarover een andere naam dan die van Allah is aangeroepen; hetgeen is geworgd en is doodgeslagen en hetgeen is doodgevallen of hetgeen door de horens van dieren is gedood en hetgeen door een wild beest is aangevreten, behalve wat gij hebt geslacht. Verder hetgeen voor afgoden is geslacht en wat gij loot door pijlen, dit is een overtreding. Heden zullen de ongelovigen aan uw godsdienst wanhopen. Vreest dus niet hen, maar Mij. Nu heb Ik uw godsdienst voor u vervolmaakt, Mijn gunst aan u voltooid en de Islam voor u als godsdienst gekozen. Maar wie door honger wordt gedwongen zonder dat hij tot de zonde is geneigd, voorzeker, Allah is Vergevensgezind, Genadevol.” (5:3)

Het vers in de Koran is duidelijk. Het eten van vlees van dieren dat niet is geslacht in de naam van Allah en het eten van varkensvlees zijn verboden. We dienen ons goed te realiseren dat wij, of we er bewust van zijn of niet, onderworpen zijn aan een test. De geboden en verboden worden de mensen aangeboden met daarnaast de consequenties van handelingen.

Om een mens in een waardige staat die het paradijs schikt te stellen, laat de Schepper de mensheid een examen ondergaan. Vanwege deze reden heeft de Heer aantal verboden en geboden vastgesteld. Wat hier dus telt is de gehoorzaamheid die getoond wordt aan de Heerser der bestaan. Samen met het principe van gehoorzaamheid aan Allah, zijn er ook vele andere wijsheden verborgen in alles wat geboden en verboden is. Ook dit verbod zal vele wijsheden bevatten. Echter de basisreden dat moslims geen varkensvlees eten is door een nadrukkelijk verbod in de Koran.

Wat zijn de toegestane handelingen tijdens het vasten?

• Water over zichzelf gieten en kopje onder gaan.

• Kohl, oogdruppels of iets anders op of in de ogen aanbrengen.

• Kussen, onder voorbehoud dat men zichzelf kan inhouden.

• De mond en neus spoelen, zonder water door te slikken.

• Proeven van een vloeistof, voedsel of iets dat men wil kopen. Al wat eetbaar is, mag echter niet worden doorgeslikt.

• Kauwgom kauwen wordt (in tegenstelling tot iets zonder zoetheid of smaak) afgeraden, maar maakt het vasten niet ongeldig.

• Eten, drinken of seksuele gemeenschap tijdens de nacht tot aan de ochtend.

• Als men bij vergissing iets eet, hoeft de dag niet ingehaald te worden.

• Het verrichten van ghoesl voor aanvang van de dag is niet verplicht, maar wordt wel aangeraden om voor aanvang van het vasten zuiver te zijn.

• Wanneer menstruatie- of postnataal bloed ’s nachts stopt, kan een vrouw de ghoesl tot ’s ochtends uitstellen en vasten. Ze dient de ghoesl echter wel voor het ochtendgebed te verrichten.

• Degene die vast, kan een tandenstoker of –borstel gebruiken om de tanden te reinigen. Het maakt niet uit of dit aan het begin of einde van de dag gebeurt.

• Het ruiken aan parfum.

• Het doorslikken van al wat dat bij het opstaan vochtig is van speeksel.

• Het doorslikken van slechts een paar tranen of zweetdruppels, waarvan men de smaak niet proeft.

• Het eten van iets dat tussen de tanden is gebleven en kleiner is dan een kikkererwt.

• Alles wat niet eetbaar is en de mond per ongeluk binnendringt (rook, stof en de smaak van medicijn dat op de tanden is aangebracht) maakt de vasten niet ongeldig.

• Het kussen, aanraken en strelen van de andere sekse, onder voorbehoud dat er geen ejaculatie plaatsvindt en alle andere seksuele handelingen die niet tot ejaculatie leiden. Ejaculatie die veroorzaakt wordt door kijken of denken, maakt het vasten niet ongeldig.

• Het hebben van een natte droom of een ejaculatie van zaadvocht gedurende de dag.