schepping

Op welke wijze geven de schoolvakken informatie over de Schepper?

Op veel plaatsen in de Risale-i Nur is het geloof in Allah met talloze, onweerlegbare bewijzen verklaard en uitgelegd. Op een dag kwamen leerlingen van het middelbaar onderwijs naar Said Nursi en vroegen hem: “Vertel ons over onze Schepper. Onze leraren vertellen helemaal niets over Hem.” Hij antwoordde hierop:

“Elk onderdeel van de wetenschappen die jullie bestuderen, vertelt onophoudelijk in haar eigen taal over Allah. Ze leren ons wie de Schepper is. Hiervoor moeten jullie niet naar jullie leraren luisteren, maar naar deze wetenschappen.”

Bijvoorbeeld in een prachtige apotheek met talloze medicijnen zijn leven gevende zalfjes en drankjes te vinden die met precieze en nauwkeurige hoeveelheden zijn samengesteld. Dit verwijst zonder twijfels naar een erg bekwame, scheikundige en wijze apotheker. Zo ook zijn er in de apotheek van deze wereld vierhonderdduizend soorten potjes te vinden die elk een levendig zalfje of drankje voorstellen, welke met absolute nauwkeurigheid zijn gemengd. In welk opzicht deze apotheek beter en groter is dan de apotheek die in jullie stad te vinden is, kunnen jullie begrijpen door het te vergelijken met de wetenschap van de medicijnen die jullie bestuderen. De Alwijze in Zijn verhevenheid, Die de Apotheker van deze grote apotheek is, wordt zo zelfs aan de blinden getoond.

Of bijvoorbeeld een buitengewone fabriek die duizenden soorten textiel uit eenvoudige grondstoffen weeft, verwijst zonder twijfel naar een fabrikant en een bekwame machinist. Zo ook verwijst deze reizende machine naar Allah, die op honderdduizend verschillende plaatsen in deze wereld een vestiging heeft, waar honderdduizenden fabrieken zijn opgesteld. Met de wetenschap van de werktuigbouwkunde die op school wordt onderwezen, kunnen jullie vergelijken in welk opzicht deze wereldse fabriek groter en beter is dan die van de mens. Hierdoor wordt duidelijk dat deze fabriek ons voorstelt aan de Eigenaar en Vakman van deze wereldbol.

Of bijvoorbeeld een grote opslagplaats, magazijn of winkel waar duizenden soorten levensmiddelen uit de omgeving worden verzameld, gesorteerd, opgeslagen en opgesteld geeft zonder twijfels kennis van een voortreffelijke magazijnbeheerder, eigenaar en ambtenaar. Op precies dezelfde manier is deze Barmhartige opslagplaats die we aarde noemen en die in één jaar een gebied van normaal vierentwintigduizend jaar probleemloos afreist, een Goddelijk schip, een opslagplaats en een Goddelijke supermarkt die duizend en één verschillende grondstoffen, goederen en conservenpakketten draagt. Het neemt verschillende groepen met allemaal verschillende levensbehoeften met zich mee, reist de verschillende seizoenen af en vult zich in de lente als een grote wagon met duizenden verschillende voedselpakketten en verspreidt deze weer onder de arme levende wezens die in de winter zonder voedsel komen te zitten. Met de wetenschap van de economie die jullie bestuderen en nog zullen bestuderen, is te begrijpen hoe prachtig, groot en wonderbaarlijk deze fabriek is en met deze zekerheid toont het ook de Eigenaar, de Gebruiker en de Planner van deze wereldse voorraadkamer en leert ons om Hem te kennen en van Hem te houden.

Of bijvoorbeeld een wonderlijke commandant die het gezag heeft over vierhonderdduizend eenheden die elk verschillende levensbehoeften hebben, andere wapens gebruiken, verschillende kleding dragen, verschillende training krijgen en op verschillende tijden met verlof gaan. Wanneer deze commandant nu helemaal alleen alle verschillende groepen in hun verschillende levensbehoeften, verschillende wapens, kleding en instrumenten voorziet, zonder zich te vergissen of er ook maar één te vergeten, dan toont dit openlijk en zonder twijfels dat hij een fantastische commandant is en wordt deze commandant door iedereen geprezen. Zo kun je ook de vierhonderdduizend verschillende planten- en diersoorten zien die het Goddelijk leger op de aardbodem zijn en elke lente opnieuw worden bewapend met steeds verschillende kleding, levensbehoeften, wapens, training en verlof. Deze zaken die één enkele Almachtige Commandant, goed voorbereid, zonder er ook maar één te vergeten of zich ergens in te vergissen, laat uitvoeren door de lente, die het leger van deze aardbol is, toont zeker in hoeverre het groter en beter is dan het leger van de mensen. De wetenschap der krijgskunde, die jullie zullen leren, toont aan degene die opletten en hun verstand op zijn plaats hebben zitten, met verbazing en lofprijzing wat voor een Heilige Commandant Allah is, de Eigenaar, de Planner en de Heerser over de aarde. Zo laat Hij van zich houden en roept hiermee dankbaarheid en lofprijzing op.

Of als er bijvoorbeeld in een prachtige stad miljoenen elektrische lampen bewegen en overal heen en weer reizen terwijl hun brandstof nooit opraakt. Dan toont dit zonder dat er nog twijfels over kunnen bestaan, de aanwezigheid van een wonderlijke vakman en een buitengewoon meesterlijke elektricien die deze elektrische lampen en fabrieken op een of andere manier leidt, de reizende lampen maakt, de fabriek heeft opgericht en voor de nodige brandstof zorgt. Zij zullen deze elektricien met verbazing en bewondering aan ons voorstellen en ons ervan laten houden. Op precies dezelfde manier, wanneer we naar het heelal kijken, dat ook een stad is, zien we de sterren die aan het plafond van dit wereldse paleis zijn bevestigd en waarvan een deel –volgens de astrologen– duizend maal groter is dan deze aardbol en zeventig maal sneller bewegen dan een kanonskogel, zonder dat de ordening wordt verstoord. Ze botsen niet tegen elkaar aan, doven niet en hun brandstof raakt niet op. Volgens de astrologie die jullie bestuderen, is er elke dag net zoveel petroleum nodig als er zeeën op deze wereld zijn en net zoveel kolen als er bergen zijn of een houtstapel die duizend maal zo groot is als deze wereld, zodat onze zon kan blijven branden. De zon die meer dan een miljoen maal groter is dan onze aarde, langer dan een miljoen jaar bestaat en de lamp en kachel van dit gasthuis van de Barmhartige is. De elektrische lampen en de ordening van dit paleis in deze machtige stad van het heelal laten duidelijk een eindeloze kracht en macht zien die de zon en de verheven sterren zonder petroleum, hout of kolen laat branden, niet uit laat gaan en ze gezamenlijk, heel snel laat rondreizen zonder dat ze tegen elkaar aan botsen. Met de wetenschap van de elektriciteitsleer die jullie leren of nog gaan leren, wordt duidelijk wie de Sultan van deze grote, machtige ruimte is. Deze wetenschap stelt ons voor aan de Verlichter, Planner en Kunstenaar. Allah stelt zichzelf voor door deze verlichte sterren te laten getuigen. Met hun lofprijzing en zegeningen stelt Hij Zichzelf voor en laat Hij de mensen van Zich houden.

Of als we bijvoorbeeld een boek hebben waarvan elke regel een klein boek omvat en waar elk woord, geschreven met een erg kleine pen, staat voor een hoofdstuk uit de Koran, die erg betekenisvol is en alle zaken bekrachtigt, dan toont dit vreemde werk een schrijver en auteur die buitengewoon talentvol en wijs is. Zonder ook nog maar enige twijfel stelt het ons voor aan die erg talentvolle en vakbekwame auteur. Deze auteur wordt zeker geprezen met uitspraken die Hem zegenen en heiligen. Op precies dezelfde manier zien we met onze eigen ogen de aardbodem die een enkele bladzijde uit dit grote boek is, en de lente die van dit grote boek een versierd kleedstuk is. En de driehonderdduizend soorten planten en dieren die driehonderdduizend verschillende boeken zijn. De schrijver schrijft op een perfecte en ordelijke manier in een boom en in een pit het volledige programma met een erg fijne pen, zonder dat de schrijver ze door elkaar haalt of zich vergist en zonder fouten of gebreken. De boom is voor hem een woord, een prijzend gedicht en de pit is de punt aan het einde van de zin. Met de wetenschap van de natuurkunde die jullie volgen en met de praktijklessen van de letterkunde die jullie op school hebben geleerd en met de brede perspectieven van de schrijfkunst wordt duidelijk in hoeverre dit eindeloos en betekenisvol bestaan, deze vormgenomen, grote, wereldse Koran, die in elk woord veel wijsheden verborgen houdt, groter, prachtiger en betekenisvoller is dan het boek uit het bovengenoemde voorbeeld. Het wordt ons duidelijk dat dit bestaan ons voorstelt aan de Kunstenaar en Schrijver van dit boek, dit universum en geeft boodschap van de eindeloze perfectie van deze Schrijver. Met de uitspraak: “Allah is de grootste” vertelt het ons dat Hij bestaat. Met de verheerlijking: “Allah is vrij van alle gebreken” wordt Hij omschreven en met “Alle lof aan Allah” zorgt het bestaan ervoor dat wij van Hem gaan houden.

Met de voorbeelden van deze wetenschappen wordt duidelijk dat elk deel van de honderden wetenschappen op een breed vlak, elk met een eigen spiegel, verrekijker en leerrijke visie boodschap geven van de Schepper in Zijn Verhevenheid en Zijn mooi namen. En het leert ons Zijn perfecties en eigenschappen.

Ik zei toen tegen die studenten: “Het is dus vanwege de bovengenoemde, stralende tekenen, die elk een bewijs van Zijn eenheid zijn, dat de Koran, waarvan de verkondiging een wonder is, ons vele malen met verzen als Degene Die de hemel en de aarde heeft geschapen…[25:59]en De Heer van de hemelen en de aarde…[26:24] telkens weer voorstelt aan de Schepper.” De studenten accepteerden het volledig en bevestigden het met de woorden: “Eindeloze dank aan onze Heer. We hebben een belangrijke les genoten die volledig met de werkelijkheid overeenstemt. Moge Allah tevreden zijn met jou!” Ik zei hierna:

“De mens is een levende machine die door duizenden smart verdrietig wordt en door duizenden soorten plezier geluk vindt. Hij is een machteloos schepsel dat met talloze materiële en geestelijke vijanden wordt geconfronteerd. Hij heeft een eindeloze armoede, talloze uiterlijke en innerlijke behoeften en wordt voortdurend geslagen door de scheiding van zijn dierbaren en het ten einde lopen van zijn plezier. Door geloof en Godsdienstoefeningen wordt er een band gelegd met de Sultan in Zijn verhevenheid, waardoor de mens een steun vindt tegen al zijn vijanden, een hulp vindt voor al zijn behoeften en zich kan prijzen met de eer en rang van zijn Heer, Die iedereen geschapen heeft. Wanneer de mens nu door geloof in een Almachtige en Barmhartige Sultan een band met Hem aangaat en met Godsdienstoefening zich in Zijn dienst stelt en zo de verkondiging van de boodschap dat hij zal worden geëxecuteerd voor zichzelf verandert in een ontslag van zijn diensten (om naar het geluk te reizen), dan kun je wel begrijpen hoe blij en dankbaar hij is en hoe dankbaar hij Zijn Heer zal prijzen.”

Zoals ik het tegen die studenten had gezegd, zeg ik het nog eens tegen de veroordeelde gevangenen: “Degene die Hem kent en Hem gehoorzaamt, ook al bevindt hij zich in een kerker, dan nog is hij gelukkig. Degene die Hem vergeet, ook al bevindt hij zich in een paleis, dan nog is het voor hem een kerker en is hij ongelukkig.” Zelfs toen een gelukkige onderdrukte werd opgehangen, zei hij tegen de ongelukkige tirannen: “Ik word niet vermoord. Ik ga mijn ontslag halen om naar het geluk te reizen, maar omdat ik zie dat jullie met de eeuwige verdoemenis veroordeeld zullen worden, zal ik zo mijn vergelding krijgen.”, waarna hij “La ilaha illallah”(Er is geen andere God dan Allah), zei en in vrede zijn ziel terug gaf aan zijn Schepper.

“Heilig bent U, wij hebben geen kennis, behalve wat U ons onderwezen hebt: voorwaar, U bent de Alwetende, de Alwijze.”[2:32]

Hoe kunnen we de naam van de Schepper waarnemen?

Een evolutionist zegt: “Dus Allah schrijft Zijn naam op de zaadjes van een tomaat door ze op een bepaalde volgorde te plaatsen, op de schubben van een vis en op de blaadjes van een boom. Alsof Hij niks anders te doen heeft, gaat Hij op zoek naar een tomaat en zet Hij Zijn naam daarop. Wat heeft dit met de grootheid van de Schepper te maken? Als hij Zijn naam op een tomaat schrijft, zal Hij ook Zijn naam op de Mount Everest schrijven.”

Deze man die zichzelf als wetenschapper beschouwt, probeert in zijn hoofd een model van God te schetsen. Hij drijft de spot met de naam van de Schepper (die wij soms op planten en dieren geschreven zien staan in het Arabisch). Natuurlijk is het niet heel belangrijk en essentieel dat de naam van Allah op een tomaat is geschreven.

Kijk jij als wetenschapper maar hoe de de simpele elementen, zoals kalium, selenium, ijzer, borium en nikkel, zijn gerangordend en geplaatst in een tomaat. Zoals jij 6 letters van het alfabet gebruikt om het woord ‘tomaat’ te schrijven, zo gebruikt de Schepper ook een aantal elementen om een tomaat te vormen.

Toont de Mount Everest met zijn bestaan en de dieren en planten die het op zichzelf herbergt jou niet het bestaan van een Schepper? Hoe wil je anders dat het staat geschreven? Ieder kunstwerk heeft zeker een kunstenaar. Of beweer jij net als de sofisten dat ‘er niets in het heelal is, er geen Schepper is, en dat jij er ook niet bent.’ Eigenlijk geven deze sofisten met hun logica een slimmer antwoord op de vraag hoe het heelal tot stand is gekomen dan jij. Zij ontkennen de schepping, inclusief zichzelf. Maar jij, accepteert de schepping, maar tegelijkertijd ontken je dat er een Schepper is die dit heeft geschapen. Is dit volgens jou een logische redenering?

Allah toont zichzelf aan ons als een oneindige bron van kennis, wil en macht. Allah toont ons ook dat er geen verschil is tussen het scheppen van een atoom en het heelal, tussen het scheppen van een bloem en de seizoenen. Zoals Hij een atoom onderhoudt, zo onderhoudt Hij ook het heelal. Voor Hem heeft ver-dichtbij, groot-klein, weinig-veel een gelijke waarde.

Deze evolutionist, die zichzelf beschouwt als een geleerde man, moet nog maar eens naar de Mount Everest kijken en zich bedenken of een prachtig schepsel als deze berg niet gecreëerd is door een Schepper die mooier is dan Zijn schepselen.

Is Allah continu aan het scheppen?

Moslims geloven in een actieve God. Aangezien alle Eigenschappen van Allah eeuwig zijn, zijn de manifestaties daarvan voortdurend in het universum terug te vinden. Zo is Hij als Schepper voortdurend actief in de handeling van het scheppen. Wij kunnen duidelijk waarnemen dat het universum door middel van nieuwe scheppingen voortdurend verandert. Omdat die activiteiten niet door mensen of enig ander geschapen wezen gestuurd worden, vereist dit een voortdurend actieve God. Zo zijn alle deeltjes en hemellichamen voortdurend in beweging. Sterren en melkwegstelsels worden voortdurend geschapen en vernietigd. Ieder moment wordt er iets of iemand geboren of sterft er iets of iemand. De aarde is als een prachtig versierd paleis, waarvan het landschap voortdurend verandert. Dat alles vereist een constant(e) (aanwezige) besturing van zaken om de orde die er is in stand te houden.

We weten dat de zon van binnen actief is en haar licht als gevolg daarvan in alle richtingen uitstraalt. Met haar licht, warmte en andere eigenschappen is zij in ieder reflecterend voorwerp aanwezig. Op dezelfde wijze is Allah voortdurend actief en overal met Zijn Kennis en Macht aanwezig. Op deze manier manifesteren Zijn Namen en Eigenschappen zich in het gehele universum (zijn hun invloeden in het gehele universum zichtbaar). Het is belangrijk er op te wijzen dat de schepping, met inbegrip van de mens, fysiek gezien aan tijd en ruimte gebonden is. Wij bestaan altijd op een bepaalde plaats, in een bepaalde tijd. Allah is echter niet aan tijd en ruimte gebonden, omdat Hij de Ene is, Die alles in de eerste plaats geschapen heeft.

Allah handelt voortdurend door middel van wat wij “natuurwetten” noemen, die voortdurend werkzaam zijn. Daarom is Allah altijd actief. Het volgende vers uit de Koran gaat daarover: “Allah! Niemand dan Hij, de Eeuwig-levende, Degene Die al wat bestaat onderhoudt en beschermt, verdient het om aanbeden te worden. Sluimer noch slaap heeft vat op Hem. Al wat zich in de hemelen en op Aarde bevindt, behoort aan Hem. Wie kan bij Hem een goed woord voor een ander doen, tenzij Hij dat toestaat? Hij weet wat er met hen (Zijn schepselen) in deze wereld gebeurt en in het Hiernamaals met hen zal gebeuren. En zij kunnen slechts zoveel van Zijn kennis vergaren, als Hij hen toestaat. Zijn Troon (als metafoor voor Zijn gezag en controle over het universum) reikt over de hemelen en Aarde en tijdens het waken over en beschermen van hen, voelt Hij geen vermoeidheid, daar Hij de Hoogste, de Meest Verhevene is.” (2:255)

Zijn wij door de fout van Hawwa (Eva) en Adam (as) naar de wereld gestuurd?

De profeten hebben ‘ismet’ (zondeloosheid) als eigenschap, welke dus inhoudt dat ze geen zondes plegen. Ze kunnen wel kleine fouten maken, die ‘zalla’ (misstap) worden genoemd. Naast het feit dat het geen juiste uitspraak is om de profeten van zondes te betichten, kan dit hun nobele zielen kwetsen. Daarom dienen we zulke uitspraken over profeten niet te doen.

Het lot kunnen we in tweeën onderscheiden: het ‘izdirari’ lot en het ‘ihtiyari’ lot.

Op het ‘izdirari lot’ hebben wij geen invloed. Dit speelt zich volledig buiten onze wil om af. De plaats op aarde waar we ter wereld komen, onze moeder, onze vader, hoe we eruit zien, onze eigenschappen/talenten, zijn voorbeelden van dit lot. Deze kunnen wij niet zelf bepalen. Dit is ook de reden waarom wij niet verantwoordelijk zijn op dit gebied.

Het tweede soort lot heeft wel met onze vrije wil te maken. Alles wat wij gaan beslissen of gaan doen, wordt door de Alomvattende Kennis van Allah geweten en is zo bepaald. Deze vraag heeft vooral betrekking op dit gebied. Dus de schepping van profeet Adam en de overige mensen is totaal verbonden aan de wil van Allah.

Het ware oord/thuis van de mensen is de hemel (het Paradijs). Daarom is de eerste mens in de hemel geschapen. Hoewel Adam zich in de hemel bevond, zijn ze niet geschapen om daar te verblijven, maar om een nog verhevener doel te realiseren zoals vermenigvuldiging (nageslacht) en als middel voor beproeving. Door deze wijsheden is hen toegestaan om het eerder besproken foutje te maken in de hemel.

Allah heeft engelen geschapen die geen zondes kunnen plegen, en dieren geschapen die geen verantwoordelijkheden hebben. Buiten deze twee schepsels om, heeft Allah de mens geschapen die zo verheven is dat het de engelen voorbij kan streven in verhevenheid en ook zo verdorven kan zijn dat het lager dan dieren kan belanden. Om te bepalen welke eigenschappen dit schepsel (de mens) heeft, is de duivel geschapen.

Bijvoorbeeld, wanneer je goud en koper van elkaar wil scheiden, dien je dit te koken met heet vuur. Zo ook heeft Allah de duivel van vuur geschapen, zodat de goede en de slechte mens zich van elkaar kunnen onderscheiden en zodat het verschil tussen de goede Abu Bakr Siddiq en de slechte Abu Djahl zichtbaar wordt.

Bovendien dienen we de zaden die zich in een opslagplaats bevinden eerst te planten in de aarde, zodat het een boom wordt. Op het oog is het duister en vervelend onder de grond. Echter is dit wel het pad dat bewandeld dient te worden om een boom te kunnen worden. Ook al verblijven de zaden duizenden jaren in een opslagplaats, dan nog kan het geen boom worden zonder eerst geplant te worden.

Zo heeft Allah de profeet Adam van het magazijn (hemel) naar de wereldse akkers gestuurd. Zodat het als boom weer naar de hemel kan terugkeren wordt het op het vuur van de duivel gezet en begraven in de aarde van aanbidding. Op deze manier bloeit het als boom weer terug naar de hemel. Onze situatie is op deze manier.

Een andere gebeurtenis die het verstand bezighoudt is de gebeurtenis waarbij Adam van de hemel wordt verwijderd, naar de aarde wordt gestuurd en dat de duivel hier verantwoordelijk voor is. Bij sommige mensen komt dan de volgende vraag op: “Als de duivel er niet was, zou profeet Adam dan in de hemel verblijven en dus wij ook?”

Om dit uit te leggen, focussen wij op het gesprek tussen Allah en de engelen, nog voor dat Adam werd geschapen. In soera Baqara wordt dit als volgt verteld: [En gedenk] toen jouw Heer tot de engelen zei: “Ik ga een rentmeester (khalifa) op de aarde aanstellen.” Zij zeiden: “Stel Jij iemand aan, die daar verderf zaait en bloed vergiet, terwijl wij Jou lofprijzen en Jouw heiligheid verheerlijken?” Hij zei: “Ik weet wat jullie niet weten.” (Baqara 2:30)

Zoals uit dit vers uit de heilige Koran blijkt, bericht Allah nog voordat Hij Adam heeft geschapen dat Hij de mens op aarde zal zetten. Dus dat de mensen niet in de hemel, maar op de aarde zullen leven. Het feit dat de duivel Adam heeft misleid, is slechts een sebeb (reden/aanleiding) voor het sturen van de mens naar de aarde.

Aan de andere kant heeft de mens in tegenstelling tot de engelen nafs (ego) en lusten gekregen. Om de weerkaatsing van deze eigenschappen te zien, dienen de mensen naar de aarde gestuurd te worden, dienen ze bepaalde verantwoordelijkheden te krijgen en dienen ze beproefd te worden. Tot zo ver dat de mens na deze beproeving en ervaring geschikt zal worden om de hemel te betreden of juist zichzelf geschikt maakt voor de hel.

Het is belangrijk om te weten welke betekenissen er worden toegekend aan de woorden in de heilige Koran. Met het feit in ons achterhoofd dat profeten zondeloos zijn, begrijpen we dat dit zeer zeker geen bewuste opstand is geweest van Adam. Zo geven de voorgaande verzen aan dat Adam het was vergeten: Voordien hadden Wij met Adam een verbond gesloten, maar hij heeft dit vergeten. Wij hebben bij hem geen vastberadenheid aangetroffen. (Taha 20:115)

Het gedrag van Adam was dus geen bewuste opstand tegen de bevelen van zijn Heer, maar kwam tot stand uit vergetelheid. Daarom kunnen we dit vers i.p.v. opstand als volgt begrijpen: Zo aten beiden ervan, waarop ze zich bewust werden van hun schaamstreken en deze met bladeren van de Tuin bedekten. En Adam was ongehoorzaam aan het gebod van zijn Heer geweest en had zich laten misleiden. (Taha 20:121)

[Het tekstgedeelte waarin ze Adam en Hawwa (Eva), zich bewust worden van hun schaamstreken kan geïnterpreteerd worden als het begaan van een daad ten gevolge waarvan zij onmiddellijk bij zichzelf schaamtegevoelens ontdekten en zich letterlijk, ter bescherming, met paradijselijke bladeren bedekten.]

Profeten plegen geen zondes

Zondes kunnen in grote en kleine zondes worden onderverdeeld. Grote zondes zijn in hoofdlijnen: moord, zina (overspel), alcohol drinken, opstandig zijn tegenover je ouders, gokken, valse getuigenis, aan de kant staan van bid’ah die de religie schaden. (Barla Lahikası, p. 179, Said Noersi)

Geen enkele profeet heeft noch voor het profeetschap noch erna zondes gepleegd. Echter hebben sommige profeten ‘zalla’ gepleegd welke inhoudt dat middels een fout iets wordt vergeten of dat een betere optie wordt nagelaten. (Moewazzah ilm-i Kelâm, p.184; Fiqh-al Akbar Sjarh, p.154; Risale-i Hamidiye, p. 491.) Dat profeet Adam van de verboden boom at, kan onder ‘zalla’ worden geschaard. Profeet Adam heeft hiermee geen zondes gepleegd zoals wij dat kennen, maar heeft een betere handeling nagelaten. Als gevolg van deze fout is hem vervolgens de hemelse gunsten ontzegd. Aangezien er in de hemel geen zonde of hasanat is, kunnen we begrijpen dat dit anders is dan de zondes zoals wij die kennen.

Eén van de gunsten van de hemel was dat er geen ‘toiletbehoefte’ was. (Moeslim, Djennah: 15.) Omdat de gegeten en gedronken gunsten in de hemel geen afvalresten bevatten, hadden Adam en Hawwa (Eva) zowel geen kleine als grote (toilet)behoeftes. De awrah plekken werden met kleding of met nur voor elkaar verhuld (Tefsir-i Kebir , 14:49, Fakhr ad-Din ar-Razi) Het eten van de verboden boom zou er toe leiden dat de schaamstreken werden onthuld en dat de grote en kleine (toilet)behoeftes, welke een last zijn voor de mens, tot stand komen, waardoor Allah gebood deze boom te vermijden. (Hoelasatoel-Beyan ,2:4748, Mehmed Vehbi Efendi.) Vandaar ook dat na het eten van de verboden boom de schaamstreken werden onthuld (die ze niet eerder zagen) en omdat dit niet geschikt was, begonnen ze het met een blad te verhullen. (Soera A’raf, 22.)

Zoals eerder vermeld, dienen we de Goddelijke voorbestemming niet te vergeten in het verhaal van Adam en Hawwa (Eva). Want de wijsheid en het doel van de schepping van de mens, werd mogelijk nadat Adam en Hawwa (Eva) vanuit de hemel de aarde betraden. Abu’l-Hasen-i-Sjazali zegt over de zalla van profeet Adam: “Wat een hikmah (wijsheid-volle) misstap, die er toe heeft geleid dat de vergiffenisvraag tot de Eind der Tijden werd gerechtvaardigd.”(Risale-i Hamidiye ,s. 611, Said Nursi)