profeten

Is Mohammed (vzmh) alleen de profeet van de Arabieren?

Er is geen bron of aanwijzing die erop duidt dat het profeetschap van Mohammed, vrede en zegeningen zij met hem, slechts voor Arabieren of zijn tijdgenoten was. Integendeel, alle beschikbare bronnen en aanwijzingen bevestigen dat zijn profetische missie voor alle tijden en wezens bedoeld is. Zelfs zijn eigen leven, gedurende welke hij naar streefde om de islam over de hele wereld te verspreiden, bewijst dat het zo is.

Mensen als Alexander de Grote, de Romeinse keizers, Napoleon, Hitler of de imperialistische veroveraars van Europa, Rusland en Amerika zaten alleen achter een omvangrijke heerschappij omwille van wereldse macht en gezag. Maar toen de Profeet Mohammed, vrede en zegeningen zij met hem, zijn volgelingen de opdracht gaf om de islam over de hele wereld te verkondigen, was het zijn doel om de obstakels uit de weg te ruimen die mensen ervan verhinderden om op aarde en in het Hiernamaals gelukkig te zijn. En het was zijn doel om te voorkomen dat zij (die geschapen zijn als de parels van de schepping, maar tot het allerlaagste kunnen zinken) in het diepste van de hel zouden vallen. En om hen in plaats daarvan in staat te stellen waarden terug te krijgen die ze hadden verloren en de zuiverheid terug te winnen, waarmee ze waren geboren. Als de laatste Boodschapper van Allah, vrede en zegeningen zij met hem, en steeds onder Zijn Leiding en Bevel streefde hij er in zijn leven naar om, voordat het te laat werd voor anderen, het licht van de Islam zover mogelijk te verspreiden, zodat anderen op de hoogte werden gebracht van de Goddelijke Boodschap. En hier slaagde hij zeker in.

Laten wij enkele punten nagaan die de universaliteit van zijn zending aantonen:

1) Terwijl hij zelf nog in Mekka was, stuurde hij sommige Moslims naar Ethiopië (toen Abessinië). Dankzij de inspanningen van deze gelovigen, kregen de Ethiopiërs de kans om de Islam te leren kennen en zich daarbij aan te sluiten.  Het vertrek daarheen van de moslims was voor de buitenwereld een vlucht voor de hevige vervolging door de heidenen. Echter, het feit dat koning Negus en edellieden rond hem zich tot de islam bekeerden, was een van de eerste tekenen van de algemeenheid van het profeetschap van Mohammed, vrede en zegeningen zij met hem.

2) Onder de eerste Moslims bevonden zich Bilal uit Ethiopië, Soehayb uit Rum (Byzantium) en Salman uit Perzië enzovoorts. Ofschoon ze uit verschillende landen kwamen en van verschillende ras waren, zaten ze in de voorste gelederen van de moslims. Bovendien toonde het feit aan dat deze en vele andere niet-Arabieren hogere rang en aanzien werden gegeven dan vele Arabieren, hoe de islam van het begin af aan een universeel perspectief naar voren bracht.

3) Lang voor de verovering van Irak en Perzië berichtte de Profeet, vrede en zegeningen zij met hem, Soeraqa, die de Profeet, vrede en zegeningen zij met hem, achterna zat toen hij van Mekka naar Medina emigreerde, dat hij, Soeraqa, de ringen van Chosroes, zoon van Ormuz, Koning van Perzië (al-Kamil, 2:74) zou dragen. Dit luidt erop dat de Profeet, vrede en zegeningen zij met hem, wist dat de Islam tot in Irak en Perzië gebracht zou worden, en het impliceert dat dat ook moest gebeuren. Dit gebeurde inderdaad en na de verovering droeg Soeraqa inderdaad de ringen van Chosroes.

4) Bij zijn verblijf in het huis van Umm Haram bint Milhan (zijn tante en tevens de vrouw van Oebada bint Samit), sliep de Profeet, vrede en zegeningen zij met hem, voor een korte tijd. Toen hij wakker werd, zei hij met een glimlach: ” Mijn oemma (volgelingen) is aan mij getoond. Ik zag mijn oemma oorlog voeren op de zeeën als koningen zittend op hun tronen” (al-Bidaya wa l-Nihaya, 7:152). Veertig jaar later en vergezeld door haar man stierf Oebada tijdens de veroveringstocht naar Cyprus, waar ze ook werd begraven. Het was zoals eerder een aanwijzing van de Profeet, vrede en zegeningen zij met hem, dat zijn Metgezellen de Goddelijke Boodschap over zee zouden en moesten dragen.

5) Eens vertelde de Profeet, vrede en zegeningen zij met hem, zijn Metgezellen: “Egypte zal na mij veroverd worden. Wees goed en vriendelijk tegenover de mensen ervan. Ga op een vriendelijke manier met hen om, want er is verwantschap en wederzijdse plicht (zimma) tussen jullie en hen” (al-Tabari, 4:228). Zo deelde hij hen mee dat het licht van de Islam nog tijdens hun leven Egypte zou gaan bereiken, en hij vroeg hen om de verwantschap die door zijn huwelijk met Maria de Kopt was opgebouwd, te bewaren.

6) Nog voor de “strijd van Handak” voorspelde hij, terwijl hij de greppels aan het uitgraven was, de verovering van Hira, de van de zuilen van Chosroes’ paleis (de val van de Perzische Heerser) en de inname van Damascus. Zijn voorspellingen kwamen niet lang daarna uit (al-Bidaya wa l-Nihaya, 4:99).

Is het nu wijs om te beweren dat het profeetschap van Mohammed, vrede en zegeningen zij met hem, alleen voor de Arabieren was bedoeld? Vereist een dergelijke bewering niet dat de mensen van Hira, Damascus en Perzië Arabieren waren? Er zijn vele ahadith en verzen uit de Koran die er expliciet op wijzen dat het profeetschap bedoeld was voor alle volkeren en tijden. Hier volgen enkele van die verzen en overleveringen:

1) In een hadith zegt de Profeet, vrede en zegeningen zij met hem:” Elke Boodschapper werd naar zijn eigen volk gezonden. Ik werd naar de hele mensheid gezonden” (Boechari; Jihad, 122). In een andere overlevering wordt het verteld als “naar zwart en wit”. Al-Tabari vertelt een andere hadith die dit bevestigt: “Ik werd naar iedereen gezonden als Genade (rahma) en als profeet. Ik maak mijn missie af. Moge Allah’s Genade over u zijn” (al-Tabari, 2:625).

2) Toen Chosroes’ gezant hem bezocht, zei de Profeet, vrede en zegeningen zij met hem, tegen hem: In de nabije toekomst zal mijn godsdienst en zijn (van de godsdienst) soeverniteit Chosroes’ troon bereiken (al-Kamil, 2:146).

3) Eeuwen geleden, vóór de verovering van Anatolië en Constantinopel voorspelde hij dat de zegevierende legers van de Islam de poorten van Europa zouden bereiken en hij berichtte dat Constantinopel (nu Istanbul) door Moslimhanden veroverd zou worden. Vele pogingen werden gedaan om dat te realiseren en om de aanmoediging in de volgende woorden van de Profeet, vrede en zegeningen zij met hem: “Constantinopel zal veroverd worden. Gezegend zij de commandant, die het zal veroveren en gezegend zij zijn legers” (Ibn Hanbal; Musnad, 4:335). Daar deze stad op zich zelf het symbool was van een omvangrijke heerschappij, richtte de Profeet, vrede en zegeningen zij met hem, dus de aandacht van zijn oemma op het verspreiden van de islam over de hele wereld.

4) De verzen in de Koran die over de missie van de Profeet, vrede en zegeningen zij met hem, gaan, zijn allen helder en behoeven geen uitleg en interpretatie. Ze zeggen onmiskenbaar dat de Goddelijke Openbaring via de Profeet, vrede en zegeningen zij met hem, niet was bedoeld voor een familie, een stam, een ras of een groep mensen, maar voor de hele mensheid. Mohammed, vrede en zegeningen zij met hem, kreeg de opdracht om al het levende te waarschuwen, hetzij Djinns dan wel mensen. Degene die hem en de waarheid die hij bracht afwijzen, zullen het lot der ongelovigen moeten ondergaan. Bijvoorbeeld:

“Het is niets anders dan een maning voor de wezens van de wereld” (Koran, 38:87).

“Dit is slechts een vermaning en een duidelijke verkondiging opdat de levenden mogen worden gewaarschuwd en opdat het oordeel tegen de ongelovigen gerechtvaardigd moge zijn” (Koran, 36:70)

“Wij hebben jou slechts als verblijder en als waarschuwer voor het gehele mensdom gezonden; maar de meeste mensen begrijpen het niet” (Koran, 34:28).

“Zeg: O, mensheid ik ben naar jullie gestuurd als boodschap per van Allah, aan het koninkrijk der hemelen en der aarde toebehoort” (Koran, 7:158).

De Koran vertelt ons uitdrukkelijk dat de vroegere profeten naar een bepaalde gemeenschap of volk waren gezonden en wijst op het verschil tussen hen en de Profeet Mohammed, vrede en zegeningen zij met hem. Bijvoorbeeld:

Wij zonden Noach als boodschapper tot zijn volk en hij zei: “O, mijn volk aanbidt Allah. Gij hebt geen god naast Hem. Jullie hebben geen andere god dan Hem.” (Koran, 7:59).

“En tot het volk van Ad zonden wij hunner broeders Hoed. Hij zei (tegen zijn volk): “O, mijn volk aanbidt Allah. Gij hebt geen god naast Hem.” (Koran, 7:65).

“Naar het volk Thamud zonden we een hunner broeders, Salih. Hij zei: “O, mijn volk, aanbidt Allah. Gij hebt geen ander god naast Hem.” (Koran, 7:73).

“Ook Lot zonden we (als profeet). En Lot, toen hij tot zijn volk zei: “Pleegt gij een gruweldaad zoals niemand ter wereld ooit vóór u pleegde” (Koran, 7:80).

Naar (de zonen van) Medyen zonden we (als profeet) een hunner broeders, Shoe`ayb. Hij zei: “O, mijn volk, aanbidt Allah. Jullie hebben geen andere god dan Hem” (Koran, 7:85).

Bovendien wordt overal waar deze profeten in de Koran vermeld worden, vertelt dat ze werden gerezen uit hun eigen broeders en naar hun eigen volk werden gezonden. Zo vermijdt de Koran dubbelzinnigheid over wie profeet was voor zijn eigen volk en hij die profeet was voor de hele mensheid.

Vanaf de dag dat hij zijn eerste openbaring ontving, werd Mohammed, vrede en zegeningen zij met hem, over de hele wereld gehoord en gerespecteerd. Zijn leer, die een levenswijze was voor de mensen van Marokko tot China en die miljoenen harten over de hele wereld raakte, was en blijft het meest duurzame model voor een evenwichtig en beschaafd leven en maakt de weg vrij voor menselijke ontwikkeling en op elk gebied. Ondanks de wrede en aanhoudende onderdrukking van moslims, de vernieling van hun cultuur en het geven van een verkeerde voorstelling van hun waarden en van hun geschiedenis, blijven de principes en idealen van de islam vers en levendig in de harten van de grote meerderheid van de Moslims overal ter wereld. Men zag dan ook overal op tegen hen, en velen, zelfs niet-Moslims, zijn het erover eens dat de ernstige problemen waarmee de mens oog in oog staat, alleen opgelost kunnen worden door deze principes toe te passen. De voortzetting van de islam, door overwinningen en nederlagen heen, te midden van een grote verscheidenheid aan mensen en talen, culturen en klimaten, is het onomstotelijke bewijs dat de missie van de Profeet, vrede en zegeningen zij met hem, niet bedoeld was voor een bepaalde tijd, maar voor alle mensen en voor alle tijden.

Is de komst van de profeet Mohammed (vzmh) vermeld in het Evangelie?

Nadrukkelijker en vaker dan elke andere Profeet gaf de Profeet Jezus (vzmh) de goede tijdingen van de Laatste Profeet, vzmh.

In Het Evangelie naar Johannes belooft Jezus de komst van de Laatste Profeet, vzmh: Doch ik zeg u de waarheid: Het is beter voor u, dat ik heenga. Want indien Ik niet heenga, kan de ‘Parakleet’ niet tot u komen, maar indien ik heenga, zal Ik Hem tot u zenden. En als Hij komt, zal hij de wereld overtuigen van zonde en van gerechtigheid en van oordeel. (Johannes, 16.7-8)

In deze verzen wordt aan de profeet Mohammed, vzmh, gerefereerd als de Parakleet. Parakleet komt uit het Grieks en betekent ‘onderscheider tussen waarheid en leugen.’ Hoewel christelijke vertolkers dit woord verschillende betekenissen hebben toegekend en menen dat het betrekking heeft op de Heilige Geest, is het zelfs voor christenen onmogelijk om vast te stellen of de Heilige Geest na Jezus is neergedaald en daadwerkelijk heeft voldaan aan de beschrijving van Jezus.

Als, zoals christenen beweren, de Heilige Geest de aartsengel Gabriël is, dan kwam hij vele malen tot de Profeet Mohammed, vzmh, om Goddelijke openbaringen te brengen. Bovendien noemde en voorspelde Jezus de Parakleet onder verschillende namen, zoals we in de volgende verzen kunnen zien: Wanneer de Parakleet komt, die ik u zenden zal van de Vader, de Geest der waarheid, die van de Vader uitgaat, zal deze van Mij getuigen. (Johannes, 15.26)

Nog veel heb Ik u te zeggen, maar gij kunt het thans niet dragen; doch wanneer Hij komt, de Geest der waarheid, zal Hij u de weg wijzen tot de volle waarheid; want Hij zal niet uit Zichzelf spreken, maar al wat Hij hoort, zal Hij spreken en de toekomst zal Hij u verkondigen. Hij zal Mij verheerlijken, want Hij zal het uit het mijne nemen en het u verkondigen. (Johannes, 16.12-14)

Niet veel zal Ik meer met u spreken, want de overste der wereld komt en heeft aan Mij niets. (Johannes, 14.30)

Wie anders dan de Profeet Mohammed, vzmh, kwam na Jezus? Als de trooster die de mens bemoedigt tegen de angst voor de dood, tegen de zorgen over de toekomst, en tegen allerlei soorten geestelijke aandoeningen? Als de helper die de mensheid bijstaat om werkelijk vrede en geluk in beide werelden te bereiken? Als de prins der wereld die al veertien eeuwen heerst over bijna de helft van de mensheid, en die miljoenen dierbaar is? Als de geest van de waarheid die tegenover Jezus getuigenis aflegt, die hem roem bracht door zijn profeetschap af te kondigen ondanks de ontkenning daarvan door de joden en de misplaatste vergoddelijking daarvan door de christenen, en die zijn religie terugbracht tot haar oorspronkelijke zuiverheid? Welke tekortkomingen schrijven westerse christenen aan de Profeet Mohammed, vzmh, toe, terwijl bijna alle christenen uit het Midden-Oosten in hem geloofden en zich tot de Islam bekeerden, en dat zij in hun ontkenning van hem volharden zonder daar een rechtvaardiging voor te geven?

Mawlana Jalal ad Din al Rumi, een belangrijke soefi heilige, drukt in het volgende vers de goede tijding over de Profeet Mohammed, vzmh, uit het Evangelie uit: ‘In het Evangelie wordt Mustafa met al zijn eigenschappen vernoemd, in hem bevindt zich het mysterie van alle Profeten; hij is de brenger van geluk. Het Evangelie noemt hem met zijn uiterlijke verschijningsvorm en kenmerken, en ook met zijn persoonlijke deugden en profetische kenmerken.’

Ondanks alle vervormingen die het Oude -en het Nieuwe Testament door de tijd heen hebben ondergaan, bevatten zij nog steeds toespelingen op de Profeet Mohammed, vzmh, waar wij er maar enkelen van hebben aangehaald. Als op een dag de oorspronkelijke versies van de Thora en het Evangelie ontdekt worden, zal men zien dat ze uitdrukkelijk verwijzen naar de laatste Boodschapper van God, vzmh. Dit kan worden afgeleid uit de overleveringen die voorspellen dat het Christendom gezuiverd zal worden van de geleende, vaak heidense elementen die het geïmporteerd heeft.

Welke soorten soennah zijn er?

Soennah betekent als woord, ‘manier, verloop, aard, beginsel, wet’. Als religieuze term heeft het de volgende betekenissen: De woorden, daden en de ‘takrir’s’ van de profeet (vrede zij met hem). Takriri Soennah houdt in: Datgene wat de Profeet, vrede zij met hem, heeft gezien, maar deze heeft toegestaan door er geen reactie op te geven. De hadiths zijn de verklaringen van de verzen. Deze verhelderen de verzen, die in het kort, de Goddelijke doeleinden verklaren. Een oordeel over een bepaald onderwerp dat niet is terug te vinden in de Koran, zal vanuit de hadiths duidelijk gemaakt worden.

Het gebod “verricht de salât (gebed)” is de kern; de details zijn overgelaten aan de Hadiths. Het aantal rakât en de gebedsvormen zijn niet in een gedetailleerde wijze aangegeven in de Koran. Als we de soennah niet zouden hebben, hoe zou dan het gebod ‘verricht de salât’ uitgevoerd moeten worden? De details van de Hadith “Verricht het gebed zoals ik (vrede zij met hem) dat doe’’ en van het gebod ‘geeft de zakât’ zijn precies op dezelfde manier overgelaten aan de hadiths.

De hadiths zijn de eerste tafsir (exegese) op de Koran zijn. De tafsir die de Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) heeft gedaan, zijn de primaire tafsir; zo ook zijn de eerste antwoorden van de Profeet, vrede zij met hem, op vragen die betrekking hebben op de islamitische wetgeving, de eerste uitgesproken Fatwa’s (Islamitische rechtspraak). De oordelen van de Profeet (vrede zij met hem) zijn de eerste oordelen. Net zo als de Profeet, vrede zij met hem, op dit punt de leiderschap heeft, zo ook is hij, vrede zij met hem, de leider van zijn gemeenschap op alle fronten.

Het volgen van een persoon

Elk doel wordt bewandeld via diverse wegen. De weg om rijk te worden is anders dan de weg om een geleerde te worden. Om rijk te worden zal men de regels binnen de economie tot op de puntjes moeten hanteren en men moet de mensen, die op dit gebied succesvol zijn geworden, volgen. Om een geleerde te worden, zal men eerst een leerling moeten zijn van personen die het gezag hebben in dit kennisgebied. De Goddelijke waarheden bereiken is alleen mogelijk door de personen te volgen die het gezag en de bevoegdheid in dit kennisgebied hebben.

Rechtvaardigheid en waarheid, zit impliciet in het profeetschap en worden ten volle gehanteerd door de Profeet, vrede zij met hem. Ketterij, kwaad en dwaling komt van zijn vijand.

Een vers in de Koran verklaart dat het onderwerpen aan de Soennah een eis is om het welbehagen van Allah te krijgen. “Zeg (O Mohammed): Als jullie van Allah houden, volg mij dan: Allah zal van jullie houden en jullie zonden vergeven. En Allah is vergevensgezind, meest barmhartig.”

De Profeet, vrede zij met hem, is een voorbeeldig persoon die de liefde en tevredenheid van onze Heer heeft. De liefde voor Allah van iemand die de Soennah van de Profeet, vrede zij met hem, niet naleeft, bestaat enkel uit woorden. Afstand nemen van de Soennah en alleen maar Koran verzen als leidraad gebruiken, houdt in dat men het lijken op die Persoon, vrede zij met hem, die Allah liefheeft, verlaat.

Iemand die de heilige Koran zelfstandig probeert te interpreteren, zonder de Hadith hierbij mee te nemen, zal in plaats van de weg van de Profeet, vrede zij met hem, zijn eigen weg volgen. De weg waartoe deze leidt, is onbekend. Het doel van het begrijpen van de Koran is het naleven en na laten leven van de Koran. De Profeet, vrede zij met hem, is de grootste ‘’gids’’ van Allah. Laten we deze waarheid vanuit de Koran bekijken.

“En wat de Boodschapper jullie geeft, neemt dat; maar wat Hij jullie verbiedt, onthoudt jullie daarvan. En vreest Allah: voorwaar, Allah is hard in de bestraffing.”

“En Hij spreekt niet uit begeerte. Het is niets anders dan een Openbaring die aan hem geopenbaard is.”

“Wie de Boodschapper gehoorzaamt, hij gehoorzaamt waarlijk Allah.”

Gedetailleerde uitleg van de Soennah

Onder ‘ittiba As Soennah’ verstaan we: De weg van de Profeet, vrede zij met hem, van Allah volgen en zodoende altijd op het juiste pad blijven.

Laten we nu een vraag stellen aan ons ego. Wat zou een moe’min (gelovige) doen die in de tijd van de Profeet, vrede zij met hem, kon leven? Uiteraard zou hij de Profeet, vrede zij met hem, in alle opzichten volgen. Toch?

Dus, vandaag de dag, Zijn, vrede zij met hem, soennah naleven, heeft dezelfde betekenis.

Risale-i Noer verdeelt de Soennah in drie kerngroepen: “De waardevolle Soennah van de Profeet, vrede zij met hem, heeft drie bronnen: Woorden, daden en houdingen.”

Dus de heilige soennah van ons Profeet, vrede zij met hem, bestaan uit zijn woorden, welke uit zijn heilig tong vloeit, zijn verrichte daden en Zijn houdingen waarmee Hij een voorbeeld is voor de gehele mensheid.

Een moslim zal, om de Profeet der Profeten, vrede zij met hem, na te doen, als eerste beginnen met de Fard (geboden). De geboden van Allah zijn Fard, maar ook zijn ze soennah, uiteraard omdat de Profeet, vrede zij met hem, deze heeft uitgevoerd. Een moslim die aan de geboden van Allah precies voldoet en met gevoeligheid het verbodene verlaat, voert de Fard gedeelte van de soennah uit. Een moslim die de Fard uitvoert, zal zijn geestelijke vooruitgang voort kunnen zetten met de extra niet verplichte gebeden (nawafil). De nawafil zijn de gebeden welke buiten de Fard vallen.

De Soennah gedeelte van de salât vallen onder nawafil. Salât al-duha, tahiyatul masjid en tahajjud.

Adat-i hasene (mooie gewoontes) zijn de menselijke handelingen van de Profeet, vrede zij met hem, zoals eten, drinken, zitten enz. In elk van deze gewoontes zijn mooie voorbeelden voor de mens in verborgen. Een Moe’min die deze gewoontes elke dag pleegt, precies doet op de manier die de Profeet, vrede zij met hem, deed, zal een ander soort bron hebben gevonden en zal hiermee in zijn wereldlijke zaken meer vreugde en vrede ondervinden.

Onderwerpen aan de heilige soennah verandert je gewone handeling in een aanbidding. Hiermee zal elke daad in jouw leven veranderen in een vruchten-werpend en beloning-gevend leven.

Liefde en vrees in je hart voor Allah zijn Soennah die onder de groep ‘houdingen’ vallen.

“Onder jullie heb ik Allah het meeste lief. En ook ik vrees het meeste van Allah.” (Hadith)

Waarom heeft Allah profeten gestuurd?

Allah heeft geen enkele gemeenschap van wezens geschapen zonder een doel, en hen zonder gids of leider gelaten. Het is onbegrijpelijk dat Allah Almachtig, die de bijen heeft voorzien van een koningin, de mieren van een leider, en die ook de vogels en de vissen leidt, de mensheid zonder Profeten zou laten die hen kunnen leiden tot spirituele, materiële en intellectuele perfectie.

Hoewel de mens in staat is om Allah te vinden door over natuurlijke verschijnselen na te denken, is hij zonder een Profeet niet in staat om het doel van zijn schepping te vinden, vanwaar hij komt, wat zijn uiteindelijke bestemming is in het leven en hoe de Schepper geëerd en geprezen moet worden. De Profeten leren de mensen ook de betekenis van de schepping en de waarheid der dingen en zij ontsluieren de mysteriën achter de historische en de natuurlijke gebeurtenissen. Zonder de Profeten, zou de mensheid niet in staat geweest zijn om enige wetenschappelijke ontwikkeling te bereiken. Want hoewel zij die de evolutionaire benadering hebben aangenomen in het verklaren van historische gebeurtenissen, de neiging hebben om alles toe te schrijven aan toeval en een volledig deterministische evolutie, waren het opnieuw de Profeten die de mensen leidden in intellectuele en daardoor wetenschappelijke verlichting. Om deze reden hebben landbouwers, door de traditie heen, de Profeet Adam als hun eerste meester erkend en de kleermakers de Profeet Enoch. De scheepsbouwers en zeelieden erkennen de Profeet Noah als hun meester, de horloge- en klokkenbouwers erkennen de Profeet Jozef enz. Bovendien, door de wonderen die zij verrichtten, duidden de Profeten de einddoelen aan in de wetenschappelijke en technologische vooruitgangen en moedigden zij de mensen aan deze te verwezenlijken.

Zowel door hun persoonlijk gedrag als door de hemelse religies en Geschriften die zij aan hun tijdgenoten overbrachten, hebben de Profeten ook de mensen geleid om hun aangeboren capaciteiten te ontwikkelen, en leidden zij hen naar het doel van hun schepping. Zonder de Profeten zou de mens, deze vrucht van de boom der schepping, aan de ondergang worden prijsgegeven.

De mens heeft rechtvaardigheid in het sociale leven nodig, net zoals hij de innerlijke vrede nodig heeft in zijn privéleven. Het waren nogmaals de Profeten die de mensen leerden hoe ze de wetten van het leven en de regels voor een perfect sociaal leven, op rechtvaardigheid gebaseerd, moesten ontdekken en volgen.

De Laatste Profeet

Telkens als de mensheid, na de leiding door een Profeet, terug in de duisternis viel, zond Allah nieuwe Profeten om hen opnieuw in het Licht te leiden. Dit ging zo verder tot de komst van de Laatste Profeet, Mohammed, vzmh (vrede zij met hem). De reden dat Mozes en Jezus, vzmh, werden gestuurd, vergt dat de Profeet Mohammed, vzmh, na hen zou worden gestuurd. Omdat het echter niet langer nodig was om na Mohammed, vzmh, opnieuw een Profeet te sturen, werd hij de laatste en doorheen zijn Profeetschap werd de functie ervan ‘verzegeld’. Door zekere sociologische en historische feiten, die hier niet uitgelegd worden omdat ze te uitgebreid zijn, werd de Profeet Mohammed, vzmh, naar de héle mensheid gestuurd, niet naar een bepaald volk. Hij werd immers ‘als een zegen voor alle werelden’ gestuurd. Daarom is een Moeslim, een volgeling van de Profeet Mohammed, vzmh, ook een volgeling van alle voorgaande Profeten en gelooft hij in hen, zonder enig onderscheid te maken tussen deze Profeten.

‘De Boodschapper gelooft in wat zijn Heer hem heeft toegezonden en de gelovigen doen dit ook. Zij allen geloven in Allah en in Zijn engelen, Zijn Schriften en Zijn Boodschappers. ‘Wij maken geen onderscheid tussen enige van Zijn Boodschappers’ en zij zeggen: ‘Wij horen en gehoorzamen. Ken ons uw Vergeving toe, onze Heer, Gij zijt ons reisdoel.’ (Al- Baqarah, 2:285)

Daarom is de Boodschap van Mohammed, vzmh, de religie der Islam, die hij van Allah heeft ontvangen en naar mensen heeft overgebracht: universeel en alomvattend naar tijd en ruimte.

Het is hier niet mogelijk om het Profeetschap te beschrijven en te vertellen welke verhalen er allemaal over de Profeten de ronde doen. Hierdoor geloven wij dat, als wij onze aandacht toespitsen op het Profeetschap van de Zegel der Profeten, Mohammed, vzmh, die ons vertelde over de andere Profeten en Goddelijke Schriften, en ons de Heer liet kennen: wij meteen ook die andere Profeten kennen en hun Profeetschap wordt bewezen.

Geloof in Allah is de bron van het geluk. Door de Laatste Profeet, vzmh, te volgen, de Laatste Boodschapper van Allah, vzmh, zullen wij in beide werelden welvarend zijn. Als de mensheid verlangd om gered te worden van verstikking en ellende in alle levensgebieden en zowel intellectuele, spirituele en materiële perfectie te bereiken, dan moeten zij met heel hun hart geloven dat Mohammed, vzmh, de Boodschapper van Allah is en zijn leiding in dit leven volgen.

Waarom gebeuren er tegenwoordig geen wonderen?

Wonderen zijn bovennatuurlijke gebeurtenissen die Allah aan zijn Profeten laat verrichten. Met deze wonderen steunt Allah zijn Boodschappers tijdens hun profeetschap. Onze nobele Profeet, vrede en zegeningen zij met hem, is de laatste Boodschapper van Allah. De tijd van de profeten en hun wonderen zijn dus gesloten.

Echter, dit betekent niet dat er helemaal geen wonderen meer gebeuren. Als we om ons heen kijken zien we vele wonderen van Allah! Is het bijvoorbeeld niet wonderbaarlijk dat uit een zuur pitje van een druif, duizenden honingzoete druiven komen?

Als we dit pitje zouden kauwen, spugen we het direct weer uit omdat het zuur is. Waar komt dan die zoetigheid vandaan? In welke onzichtbare verbazingwekkende chemische fabriek is al deze zoetigheid ‘gezipt’ die na honderden miljoenen generaties nog steeds onze smaakpapillen laat genieten zonder dat de smaak minder wordt na ieder generatie druivenpit?

Hoe is het verder mogelijk dat al deze druiven onder de hete zon soms wekenlang in goede staat blijven maar niet verbranden of uitdrogen? Is dit geen wonder? De hoeveelheid water die ze binnen krijgen onder de hete zon is namelijk nauwelijks voldoende om een struik te bevochtigen onder deze barre hete omstandigheden. Waar halen deze druifjes dan toch hun vocht vandaan en welke ingenieur heeft hen zo ontworpen dat ze toch nog wekenlang onder de hete zon hun vocht vasthouden zodat ze ons kunnen voorzien van heerlijke zoete druiven en druivensap?

Laten we tot slot ook nog eens naar de olijven kijken. In welke ‘chemische fabriek’ zijn de duizenden liters olijfolie ‘gezipt’ in een olijvenpitje? Waar haalt dit kleine pitje tonnen olijfolie vandaan? Uit aarde? Water? Zon? Lucht? Zo zijn er miljoenen wonderen die voor onze ogen gebeuren. De kunst is om deze wonderen te kunnen zien!

Met wie zijn de kinderen van Adam en Eva getrouwd?

In de Koran vermeldt Allah: “O Mens, vreest jullie Heer Die jullie schiep uit één enkel ziel (en die) daaruit zijn echtgenote schiep en uit hen beide vele mannen en vrouwen deed voorkomen.” (4/1)

Hieruit leren we dat Adam en Eva vele kinderen hebben gekregen, dus niet alleen maar zonen. Of iets haram of halal is bepaalt Allah. In de Koran lezen we dat Allah het slachten van een kameel heeft verboden aan het volk van Salieh. Kameel was dus haram voor hen. (7:73; 7:77) Ook lezen we dat Allah voor de joden alle dieren met ongesplitste hoeven haram waren. Ook de vetten van koeien en schapen was voor hun haram. (6:146) Eva baarde telkens een tweeling, een jongen en een meisje. Toen deze volwassen werden gingen ze kruiselings met elkaar trouwen. Dus een tweeling trouwde met een andere tweeling. Dit was alleen halal voor de kinderen van Adam. De kleinkinderen van Adam trouwden met neefjes en nichtjes. (Ibni-Djerier At tabarani; Kastallani 4-320)

Wat houdt profeetschap in?

Profeetschap is de hoogste rang en de hoogste eer die er bestaat. Het bewijst dat het innerlijke van de profeet verheven is over dat van anderen. Je kunt een profeet vergelijken met een tak dat vanuit een Goddelijke naar het menselijke reikt. Hij is het hart en de tong van de schepping. Hij bezit niet alleen een voortreffelijk intellect dat doordringt tot de realiteit van de gebeurtenissen waarbij genieën in de schaduw vallen, maar is ook een ideaal wezen wiens vermogen actief en in overeenstemming uitmuntend is. De hemel waarnaar hij streeft nadert hij gestadig. Hem wacht een Goddelijke inspiratie bij de problemen die hij tegenkomt. Hij Wordt beschouwd als het contactpunt tussen de zaken en wezens nu en in het hiernamaals. Zijn lichaam is samen met zijn ziel onderworpen aan zijn hart, dat figuurlijk de zetel is van het geestelijk verstand. Zijn waarnemen en gedachten zijn altijd gericht tot de Schone Namen en Eigenschappen van God.

Het waarnemingsvermogen van een profeet dat ontwikkeld is tot het volmaakte, bijvoorbeeld het zien en horen en daarmee ook dit weten, overtreft dat van gewone mensen. Evenmin kan zijn uitzonderlijk vermogen verklaard worden met natuurkundige termen zoals een golflengte verschil van het licht of geluid of met andere termen. Een gewone mens heeft noch de middelen noch het vermogen om de kennis van een profeet te vergaren, dit zou boven de limieten van de normale menselijke natuur gaan. Hoezeer ons vermogen tot analyse en synthese ook is ontplooid, wij kunnen in deze de profeten niet evenaren.

Door bemiddeling van profeten is de mens in staat geweest om inzicht te krijgen in de schepping en zo de bedoeling ervan te begrijpen. Zonder de profeten en hun leer had de mens de ware natuur en betekenis van dingen en gebeurtenissen niet kunnen zien of begrijpen. Ook had hij niet kunnen toetreden tot en kunnen gaan omgaan met wat er in en om hem heen gebeurt.

Behalve het mededelen van de boodschap en de weg van God hebben de profeten de mensen ook iets geleerd over God en Zijn Schone Namen en Attributen. Hun eerste taak was de mens iets te leren over de realiteit, het ware doel en de betekenis van dit leven. Aangezien God boven het begrip en de gewaarwording van de mens gaat, was de taak van de profeten om de meest gehoorzame, voorzichtige, bewuste, zelfgedisciplineerde onder de mensen te zijn bij het uitvoeren van hun missie. Als er geen eensluidende, heldere uitspraken van de profeten waren geweest over de Schepper, de Almachtige, de Alwetende, die de hele schepping regeert, in staande houdt en koestert van het kleinste deeltje tot het grootste sterrenstelsel, dan was het voor de mens nooit mogelijk geweest om iets zinnigs over God te denken of te zeggen.

Elk deeltje van het universum probeert als het ware, de Namen en Attributen van de Almachtige, alles omgevende Schepper te tonen. Op dezelfde wijze hebben de profeten kennis genomen van, daarna bevestigd en zich trouw gehouden aan de subtiele, mysterieuze relatie tussen God en Zijn Namen en Attributen. Het was hun plicht om alles over God te weten en over Hem te vertellen. Daarom zijn zij toegetreden tot de ware betekenis van de omstandigheden en hebben deze direct en oprecht aan hun naaste mensen meegedeeld.

Net zoals we bij de kleinste tentoonstellingen, publieke beurzen en dat soort evenementen gebruik maken van een gids die onze richting bepaalt en onze aandacht op bepaalde zaken probeert te richten, zo ook met de prachtige vertoning van de schepping hebben we behoefte aan gidsen die ons naar het doel en de bedoeling ervan leiden en zo wegwijs maken binnen de schepping.

Is het mogelijk dat de Enige die, om zich bekend te maken, bevel gaf tot deze schepping, Zijn werken voor ons opende tot deze verwondering en ontzag -is het mogelijk dat Hij Zijn Schone Namen en Attributen niet zou openbaren door middel van enkele onderscheiden dienstboden voor degenen die Hem willen leren kennen? Als dit zo was zou Zijn schepping dan niet zinloos zijn geweest? Het opperste Wezen die alles als een tong, als een brief heeft gecreëerd, en die Zijn Wijsheid en Zegen op een dergelijke manier bekend heeft gemaakt is absoluut vrij van ijdelheid en absurditeit. Aldus lijkt het ons het meest waarschijnlijk dat de mensen waar dan ook op de wereld, van Gods openbaring door Zijn profeten, ontbeert zijn geweest. De Koran is wat betreft dit punt heel duidelijk: “En voor zeker zenden Wij naar elk volk een boodschapper met het bevel; aanbidt God en vermijd het Boze” (Koran, 16:36).

De mens vergat echter de leer, gebracht door die aangestelde dienstboden en in de loop der tijd dwaalde hij van het goede pad af, soms verafgoddelijkte hij zelf degenen die tegen de leer van de profeten predikten en dwaalde uiteindelijk af.

Over de hele wereld zijn er voorbeelden van wat verbeelding van de mens heeft verafgod -zoals de berg van Pallatinus van de goden in het oude Griekenland en tot op heden de rivier Ganges in India. Zelfs als we accepteren dat er een reusachtig verschil moet zijn tussen hun eerste verschijning en de feitelijke posities nu, is het vrijwel onmogelijk om de omstandigheden die Confucius in China, Brahma in India hebben doen ontstaan te begrijpen. Het is evenwel moeilijk te veronderstellen wat de oorspronkelijke leer omvatte of erachter te komen in hoeverre tijd en degeneratie van de mens de eerste boodschap hebben vervalst.

Had de Koran, die alle twijfels uit de weg ruimt, Jezus niet geïntroduceerd, dan was het nu niet mogelijk geweest om een goed beeld van zijn leven en leer te hebben. De waarheid rond Jezus is door de priesters met de filosofie en afgoderij van de oude Grieken en Romeinen die goddelijkheid aan de mens toeschreven en daarmee God vergeleken met de mens, verstoord. De stelling van de drie-eenheid is zeker een priesterlijke, menselijke corruptie, het is beledigend voor het gezond verstand en de rede en wat nog schandelijker is, onbeschaamd jegens God.

Misschien was het een van de voorwaarden van het Romeinse rijk dat toen het Christendom als de officiële staatsgodsdienst accepteerde dat de vieringen, de kerkelijke feestdagen, de plechtigheden, en de rituelen van de kerk zo duidelijk en schaamteloos afgeleid werden van, of dat ze direct de afgodpraktijken van de oude Grieken en Romeinen imiteerden. Want zonder de verlichtende openbaring van de Koran is het zeer moeilijk om Jezus zoals aanbeden in de kerk te onderscheiden van Adonis of Dionysus.

Als we er rekening me houden dat het Christendom relatief gezien nog vrij recent is en als we kijken naar wat de Christenen hun boek -de Bijbel- en hun Profeet hebben aangedaan mogen we ons afvragen hoe vele anderen zoals Christus door de eeuwen heen zijn behandeld. Uit een betrouwbaar bron is er een hadith waarin staat vermeldt: “De leerlingen van een profeet zullen na zijn dood zijn missie volbrengen, maar sommige van zijn volgelingen zullen later alles wat hij heeft opgericht te niet doen”: (Moeslim,Fada’il al-Sahaba, 210-212;Ibn Hanbal, Moesnad, 417). Dit is een zeer belangrijk punt. Velen van de religies die we nu als niet valide achten zijn door de tijd heen door opzettelijke kwaadwilligheid van hun vijanden veranderd in leugens, bijgeloof en legendes -ondanks het feit dat ze oorspronkelijk afkomstig zouden kunnen zijn van de puurste Goddelijke bron.

Het ten onrechte beweren dat iemand een profeet is komt neer op “koefr” (ongeloof), zoals het weigeren te geloven in een ware profeet ook “koefr” is. Aan de andere kant wanneer deze religies zich in dezelfde situatie bevinden als het Christendom, dat betekent, als ze door de tijd heen door hun eigen volgelingen verdraaid zijn, zouden we die religies met enige voorzichtigheid en tot op zekere hoogte met behoudend oordeel moeten benaderen. We zouden moeten denken wat het Boeddhisme in zijn ware oorspronkelijkheid geweest zou kunnen zijn; ook voor de Brahmanische leer is de leer die toegeschreven is aan Confucius, het Shamanisme en andere stromingen van dien aard geldt zo’n gedachte.

Het zou kunnen zijn dat we in hen nog een restant kunnen vinden van wat ze oorspronkelijk geweest waren. De oorspronkelijke hoedanigheid -of zo nu reëel of fictief waren- was niet als wat ze nu zijn. Als we het onmogelijke zouden veronderstellen dat hun oprichters zouden terugkeren en de religie die ze oorspronkelijk zelf gesticht hadden zouden kunnen zien, dan zouden ze diens huidige situatie niet weder herkennen als zijnde hun oorspronkelijke religie.

Er zijn vele religies geweest in de wereld, die vervormd en veranderd zijn, en daaruit volgend is het van belang dat we de reinheid van hun originele oprichting accepteren. De Koran zegt: “Wij hebben jou met de waarheid gezonden als verkondiger van goed nieuws en als waarschuwer. En er is geen gemeenschap of er is wel een waarschuwer geweest” (35:24).

“En Wij hebben toch in elk gemeenschap een afgezant laten opstaan?” (16:36).

Deze verzen verklaren universeel dat God naar alle mensen over de hele wereld boodschappers heeft gestuurd. De namen van enkele van deze boodschappers zijn ons bekend gemaakt middels de Koran, maar er is een groot aantal waarvan de namen ons niet bekend zijn. De namen die wij kennen zijn 28 van de 124 duizend (of zelfs 224 duizend); zelfs van de meesten van hen weten we niet zeker waar en wanneer ze hebben geleefd. In principe zijn we niet verplicht om alle profeten uit de geschiedenis te kennen. De Koran zegt: “En Wij hebben al voor jouw tijd afgezanten gezonden. Onder hen zijn erover wie Wij jouw verteld hebben en onder hen zijn er over wie Wij jouw niet verteld hebben”(al-Ghafir:78).

Op deze manier waarschuwt de Koran ons over het feit dat we ons niet hoeven bezig te houden met profeten die niet genoemd zijn in de Koran.

Recente vergelijkende studies in religie, filosofie en antropologie hebben laten zien hoe vele leefgemeenschappen die op grote afstanden van elkaar leven overeenkomsten tonen in hun denkbeelden en gebruiken. Ter illustratie; het keren van een pleurale tot een singulier concept van God; het in tijden van uitzondering, stress middels smeekbeden toevlucht zoeken in de Enige, Allerhoogste God, door de handen tot de hemel te heffen om op die manier iets van Hem te vragen. Er zijn veel van zulke verschijnselen die op een enkelvoudige bron, op een enkelvoudige lering wijzen. We zullen niet verder op dit punt ingaan; Het onderwerp is behandeld op de vraag: hoeveel profeten zijn er naar de mens gestuurd?

Wanneer primitieve stammen die afgezonderd zijn van de beschaving en de invloed van de bekende profeten, toch begrip hebben van het Een zijn van God, ook al hebben ze weinig begrip van hoe ze dat geloof moeten naleven, dan moet dit verschijnsel bevestigen wat ons in de Koran wordt verteld, namelijk: ieder mens en ieder volk heeft zijn eigen Boodschap (profetie) en Boodschapper (profeet) gehad: “voor elk volk is er een Boodschapper. Wanneer daarom hun Boodschapper komt, wordt er met rechtvaardigheid onder hen geoordeeld en hun wordt geen onrecht aangedaan” (Koran, 10:47).

Er is geen enkel land, geen enkel volk waarvoor deze verkondiging niet geldig is.

Dit brengt ons bij de vraag of degenen die beweren dat er naar hen geen profeet is gezonden verantwoordelijk geacht zullen worden voor hun geloof en hun daden. Zoals we zojuist hebben verklaard is er geen enkel reden om aan te nemen dat er mensen op de wereld zijn die in alle opzichten van het licht van de profetie beroofd zijn.

Er kunnen periodes geweest zijn waarin de duisternis scheen te overheersen. Maar deze perioden waren tijdelijk van aard, waarna de Glorie en de Zegen van God de mensen opnieuw verlichtte via openbaringen aan Zijn gekozen Boodschappers. In meer of mindere mate heeft dus ieder volk op een bepaald punt in zijn verleden de Zegen van de openbaringen gezien, gehoord of ten volle ervaren. Toch moeten we erkennen dat in sommige instanties de destructie van het geloof dat door de profeten was gevestigd, zo absoluut was dat de mensen verdraaiingen en bizarre vereringsrituelen in de religie introduceerden, zodat de ware lering gedeeltelijk zo niet helemaal voor de mensen verloren was gegaan.

In zulke gevallen, kan een lang interregnum van duisternis, de verlichting hebben verdrongen. Hoewel duisternis altijd gevolgd wordt door verlichting en verlichting door duisternis, kunnen er mensen geweest zijn voor wie onbewust en tegen hun eigen wil de duisternis geen einde vond. Voor hen die in deze situatie verkeerden staan er goede berichten in de Koran vermeld.

Zij worden niet schuldig bevonden aan of gestraft voor de fouten die ze hebben begaan voordat en tenzij zij zijn gewaarschuwd: “en Wij straffen nimmer voordat Wij een boodschapper hebben gezonden.” (Koran, 17:15)

Dit betekent dat de waarschuwing aan de verantwoordelijkheid voorafgaat pas waarna de straf of de beloning volgt die iemand toekomt.

Over de details van deze kwestie denken de stichters van de Islamitische denkscholen verschillend. Imam Matoeridi en zijn school beweren dat geen enkel mens geëxcuseerd mag worden, aangezien er genoeg bewijs voor het bestaan van de Ene Schepper is wat dan uiteindelijk weer tot het geloof in Hem kan leiden. In tegenstelling tot imam Matoeridi beweert de “Ashari” school verwijzend naar de hierboven geciteerde vers uit de Koran, dat waarschuwing en begeleiding aan de oordeel moeten voorafgaan, en dat de mensen alleen verantwoordelijk kunnen worden gesteld als hen een profeet is gezonden. Er is een derde groep geleerden die deze twee standpunten heeft gecombineerd. Zij beweren dat degenen die geen profeet toegezonden hebben gekregen en dus niet uit eigen wil tot ongeloof zijn afgedwaald en afgoden hebben aanbeden “ahl-i najat” (de mensen die vrijgesteld zullen worden van straffen en zo met de Wil van God gered zullen worden) zijn. Want sommige mensen kunnen feitelijk noch de zaken en gebeurtenissen die zich rond hem afspelen analyseren, noch de betekenissen ervan doorgronden, zo kunnen zij de juiste weg van geloof en daden niet vinden. Hen wordt eerst geleerd wat de juiste weg is er wordt uitleg en leiding gegeven op het gebied van juist handelen en dan pas worden ze overeenkomstig verantwoordelijk geacht en respectievelijk beloond of gestraft. Maar degenen die uit eigen wil tot ongeloof afdwalen of die een vijandige, negatieve houding ten opzichte van geloofsovertuigingen religie aannemen, of willens en wetens God en Zijn geboden ontkennen zullen zeker ondervraagd worden en gestraft worden voor hun afdwaling en verderf, ook al wonen ze in de verste, meest verlaten, afvallige streek van de wereld.

Samengevat: geen enkel gebied, geen enkel mens is onthouden van de Goddelijke verlichting gebracht door de door God gekozen boodschappers, Zijn profeten. Alle mensen hebben te allen tijde, direct of indirect, op een bepaald punt in hun geschiedenis een profeet erkend of zijn zich bewust geweest van zijn lering. Een periode waarin de namen van de profeten vergeten zijn en waarin hun leer compleet verloren is gegaan totdat er een ander profeet wordt gezonden wordt beschreven als en interregnum. De mensen die in deze periodes hebben geleefd zal vergiffenis worden geschonken met de voorwaarde dat ze zich niet volledig uit eigen wil tot polytheïsme of atheïsme hebben gekeerd.

En God de Alwetende en de Allesomvattende weet het best.

Geloof in de Profeten

De vierde voorwaarde van het geloof is te geloven in de profeten. De profeten waren aparte en uitzonderlijke personen, die door Allah, de Allerhoogste en Waarachtige, werden uitverkozen om zijn bevelen, voorschriften, verboden en Goede tijdingen te ontvangen en over te brengen aan Zijn dienaren. Voorts waren de profeten als afgezanten van Allah gezonden om de mensen te bewegen zich af te keren van dwalingen zoals het toekennen van deelgenoten aan Allah de Allerhoogste, of het aanbidden van afgoden.

Zij kregen de opdracht om de oprechte gelovigen te leiden naar ware vrede en geluk, zowel in deze wereld als in het Hiernamaals. Omdat het menselijk verstand niet voldoende is om meteen zelf de ware weg tot redding en zegen te vinden, zond Allah profeten om Zijn Wil en Wet bekend te maken, met het doel Zijn dienaren te helpen in hun zoektocht naar vrede en geluk. De profeten werden hiertoe ondersteund door Allâh met buitengewone wonderen, die nooit eerder waren gezien of gehoord.

Dingen die gewoonlijk voor onmogelijk worden gehouden, werden gemakkelijk uitgevoerd door de goedgunstigheid en toestemming van Allah. De eerste mens en de eerste profeet was Adam (a.s). In tegenstelling tot de bewering vanuit de traditie van bepaalde natuurwetenschappers, dat de mens van apen zouden afstammen (de evolutietheorie), kan men de afkomst van de mens natrekken tot Adam(a.s.). Dit wordt tegenwoordig bevestigd door de toonaangevende kant van het natuurwetenschappelijk onderzoek, waardoor hereniging van de religieuze en wetenschappelijke leer mogelijk is. Zonder twijfel moet men weten dat wij niet afstammen van apen, maar van Adam (a.s.) (Adam) en Hawwâ (Eva), die zuiver en puur vanuit het paradijs als mens op de aarde waren geplaatst.

De namen van de profeten die in de heilige Koran zijn vermeld

Van de eerste profeet Adam (a.s) tot en met de laatste Mohammed (vzmh) zijn er volgens een overlevering 124000 profeten door Allah aangesteld. Volgens een andere overlevering benoemde hij er 224000.

Hiervan worden er slechts 28 in de heilige Koran benoemd. De namen van de profeten die in de Heilige Koran zijn vermeld en waarvan de kennis verplicht is, zijn:

01) Âdem (Adam) 15) Haroên (Aaron)

02) Idries ( Henoch) 16) Dawoêd (David)

03) Noêh (Noah) 17) Soeleymaan (Salomon)

04) Hoêd (Heber) 18) Joênoes (Jona(s))

05) Sâlih (Methusalem) 19) Ilyâs (Elia)

06) Ibrâhîm (Abraham) 20) Elyesa (Elisa)

07) Loêt (Lot) 21) Dzoel Kifl (Jesaja)

08) Isma‘iel (Ismaël) 22) Zakariyya (Zacharia)

09) Is’hâq (Isaac) 23) Yahyâ (Johannes)

10) Ya‘qoêb (Jacob) 24) ‘Isâ (Jezus)

11) Yoêsoef (Jozef) 25) ‘Oezair (Ezra) *

12) Ayyoêb (Job) 26) Loqmaan *

13) Sjoe‘aib (Jethro) 27) Dzoel Qarnain *

14) Moêsâ (Mozes) 28) MOHAMMED (vzmh)

*) Er wordt gezegd dat deze drie personen geen Profeten zouden zijn, maar heiligen

PROFETEN

Moet men alle profeten aanvaarden?

Wanneer het over profeten gaat, neemt elke religie een ander standpunt in. Zo erkent het jodendom vele profeten, onder wie Noach, Abraham, Jozef, Mozes, David, Salomon, maar Jezus en Mohammed niet, terwijl het christendom alle profeten, behalve Mohammed (moge vrede met hen allen zijn) erkent.

Moslims erkennen alle door Allah gezonden profeten, of hun namen nu bekend zijn of niet. Deze erkenning omvat alle in de Bijbel genoemde profeten, onder wie natuurlijk Jezus (Iesa) (vzmh). Daarnaast erkennen moslims alle eerdere openbaringen van Allah, zoals die tot Ibrahiem (Abraham), Moesa (Mozes), Dawoed (David), Iesa (Jezus) en Mohammed gekomen zijn. Men kan alleen een moslim zijn wanneer men alle door Allah gezonden profeten erkent. Hier staat een duidelijk vers over in de Koran:

“De boodschapper Mohammed gelooft in wat hem door zijn Heer is gezonden en zo ook de gelovigen. Ieder van hen gelooft in Allah, Zijn Engelen, Zijn geschriften en Zijn boodschappers; (zij zeggen) wij maken geen onderscheid tussen de verschillende boodschappers; en zij zeggen: wij horen en gehoorzamen. Wij zoeken Uw vergeving (vergeving van Allah) onze Heer en tot U is de wederkeer van ons allen.” (2:285)

Hoewel in ieder heilig boek geschreven staat dat Allah door de geschiedenis heen, vele profeten heeft gezonden, blijken mensen de neiging te hebben om de profeet die later gezonden wordt dan de profeet die de religie die zij aanhangen/vertegenwoordigt, niet te erkennen. Waarom zou Allah indien nodig geen nieuwe profeet sturen, behalve wanneer Hij in een openbaring zelf zegt dat Hij geen andere profeet meer zal sturen?

Het bestaan van profeten is een noodzakelijkheid. Met Zijn oneindige Kennis en Macht schiep en ordende Allah het universum in volmaakte harmonie. De verstandverbijsterende details, de subtiele onderlinge samenwerking van alle delen der schepping en de grootschaligheid van het hele bestaan laten zien dat Degene Die dit alles geschapen heeft, over oneindige Kennis moet beschikken. Het is volkomen normaal dat iemand met kennis van zaken spreekt wanneer zich kwesties op zijn of haar kennisgebied, of op het gebied waarvoor hij of zij verantwoordelijk voor is, voordoen.

Aangezien Allah Almachtig verantwoordelijk is voor Zijn gehele schepping, zal Hij zeer zeker spreken. Wanneer Allah spreekt, zal Hij met zekerheid tegen bewuste wezens spreken, die zelf ook kunnen spreken. Allah zal zich tot de mens richten, omdat van de bewuste schepping, de mens de meest volledige en uitgebalanceerde samenstelling, vermogens en eigenschappen bezit. Onder de mensen, zal Hij zich zeer zeker richten tot degene die een dergelijke Goddelijke conversatie het meest waardig is, en degene die de meest volmaakte samenstelling en vermogens bezit om de Goddelijke boodschap te vertegenwoordigen. Hij zal zeer zeker de gouden generaties van profeten uitkiezen.

In de geschiedenis van de mensheid zijn met passende tussenpozen duizenden profeten naar alle volkeren gezonden. Profeten zijn de speciale afgezanten van Allah op Aarde en de goddelijke oorsprong van hun benoeming wordt met bewijs ondersteund. Aangezien het Allah is die profeten benoemt, verwacht Hij van Zijn schepping, de mensheid, dat deze hen allen, zonder uitzondering accepteert. In plaats van deze blindelings af te wijzen, is het onze plicht om de claim van profeetschap te onderzoeken en verifiëren.