In de Koran vermeldt Allah: ‘O, gij die gelooft, wanneer gij van elkander leent voor een vastgestelde periode, schrijft het dan op. Laat een schrijver het naar waarheid in uw bijzijn optekenen en geen schrijver moet weigeren, te schrijven, zoals Allah hem heeft onderwezen; laat hem daarom schrijven en laat de schuldenaar dicteren en hij moet Allah, zijn Heer vrezen en niets daaraan afdoen. Maar, indien de schuldenaar weinig verstand heeft, of zwak is, of zelf niet kan dicteren, laat dan zijn zaakwaarnemer eerlijk dicteren. En roept van onder uw mannen twee getuigen en als er geen twee mannen zijn, dan één man en twee vrouwen van degenen, die u als getuigen aanstaan, zodat, wanneer één der twee vrouwen zich zou vergissen, de ene de andere indachtig moge maken. En de getuigen mogen niet weigeren, wanneer zij worden gedaagd. En wordt het schrijven niet moe, of het weinig of veel zij, betreffende de vervaltijd. Dit is in Allah’s ogen eerder rechtvaardig, het maakt het getuigenis zekerder en weerhoudt u van twijfel. Maar wanneer het contante handel is, die gij onderling drijft, zal het geen blaam voor u zijn, als gij het niet neerschrijft. En hebt getuigen, wanneer gij aan elkander verkoopt en de schrijver en de getuigen mag geen leed worden aangedaan. En indien gij zulks doet, zal het zeker overtreding van u zijn. Vreest Allah. Allah schenkt u kennis en Allah weet alle dingen goed. (Koran 2-282)
Deze ayât van één bladzijde is het langste vers van de Koran. Uit één lange vers van een bladzijde, wordt één regel uitgepikt en deze probeert men als bewijs te gebruiken dat er ongelijkheid tussen mannen en vrouwen is in de Islam. Als men deze ayât vanaf het begin tot het eind leest, zal men zien dat er helemaal geen ongelijkheid is zoals men dat beweert.
Deze ayât gaat over lenen van geld, het aangaan van schulden, handel en transacties. Ook in de 21 eeuw waarin we ons bevinden, zijn wereldwijd deze zaken in de handen van de mannen. Enkele uitzonderingen zijn te verwaarlozen tegenover de overgrote deel. Omdat wereldwijd de zakenwereld in de handen van de mannen zijn, roept de ayât als eerste twee mannen op tot getuige. Als deze er niet zijn, dan pas twee vrouwen in plaats van de ene man. Omdat de hoofdbezigheid van de vrouwen niet tot handel of zakelijke transactie behoort, kunnen ze elkaar hierin steunen en de last van het getuigen verminderen.
Bij getuigenissen buiten handel en zakelijke transacties lezen we dat de getuigenis van een vrouw even zwaar telt als een man. (Koran 24-8)