hiernamaals

Zullen we in het hiernamaals samen zijn met de mensen waarvan we houden?

De dood is geen scheiding. Voor een gelovige zal het hiernamaals een plek zijn die ons bovenal met onze Profeet (vrede zij met hem) en met alle andere profeten, heiligen, gelovigen en dierbaren zal herenigen. Zowel in de wereld van het graf als in het paradijs zullen we met al onze dierbaren samen zijn.

De voorwaarde voor hereniging met onze dierbaren in het hiernamaals is om met het geloof het graf in te gaan. Om het gewenste leven in het hiernamaals te bereiken moeten we dus binnen de regels van het geloof leven. Ons doel moet dan ook zijn om zo veel mogelijk afstand te nemen van het plegen van zondes en we moeten hardnekkig en volhoudend proberen goede daden te verrichten.

Een hadith luidt dat “men met degene zal zijn, die men liefheeft,” (Boechari, “Adab,” 96). Hieruit kunnen we opmaken dat vrienden samen zullen zijn in het Paradijs. Derhalve zou een eenvoudige Bedoeïen, die na een minuut in zijn gezelschap is geweest en een diepe liefde voor de Boodschapper van God voelt, samen met hem in het Paradijs zijn.

Maar hoe kan de verlichting en beloning van een eenvoudige nomade ertoe leiden dat hij dezelfde plaats deelt met de boodschapper van God, wiens verlichting en beloning geen grenzen kent?

We kunnen deze verheven waarheid verklaren aan de hand van een vergelijking. Een uitmuntend persoon heeft bijvoorbeeld een uitgebreid buffet en een rijkelijk versierde gelegenheid voorbereid, in een uitzonderlijk mooie en prachtige tuin. Er was het meest lekkere voedsel dat men kan proeven, de mooiste dingen die het oog kunnen strelen, alle wonderen die de verbeelding kunnen prikkelen en zo verder. Alles wat de uiterlijke en innerlijke zintuigen zou kunnen bevredigen en behagen, was aanwezig. Twee vrienden gingen erheen en zaten aan een tafel in hetzelfde paviljoen. De ene had slechts een beperkte smaakzin en had weinig plezier. Zijn slechte zicht en onvermogen om te ruiken, beletten hem de schone kunsten te begrijpen of de wonderen te bevatten. Hij kon slechts genieten zover zijn vermogen dat toeliet, wat minimaal was. De andere persoon had zijn externe en interne zintuigen, verstand, hart, en alle eigenschappen en gevoelens echter tot het uiterste ontwikkeld. Derhalve kon hij alle finesses (details), schoonheden, wonderen en mooie dingen in die prachtige tuin zien, ervaren en er plezier aan ontlenen. Dit is zoals het in onze verwarde, pijnlijke en nauwe wereld is. Er bestaat een eindeloze afstand tussen de meest- en minderwaardigste, die in het Paradijs, de verblijfplaats van geluk en eeuwigheid, zij aan zij leven. Wanneer vrienden bij elkaar zijn, is het passender dat elk zijn deel van de tafel van de Genadigste van de Genadigen ontvangt, in verhouding tot zijn vermogens. Zelfs wanneer zij zich in verschillende Paradijzen, of op verschillende “verdiepingen” van het Paradijs bevinden, zullen zij elkaar kunnen ontmoeten, omdat de acht verdiepingen van het Paradijs zich boven elkaar en onder hetzelfde dak – de Verheven Troon van God – bevinden. Stel je een kegelvormige berg voor, met muren in cirkels eromheen. De ene muur bevindt zich in de andere en de een boven de andere, waarbij elke muur, van de voet tot aan de top van de berg, weer een andere muur tegenover zich heeft. Dit verhindert niet dat ze allemaal de zon kunnen zien. (Diverse hadiths [Boechari, “Tawhid,” 22] vermelden inderdaad dat de verdiepingen van het Paradijs daarop lijken).

Hoe wordt het paradijs beschreven?

Er staan vele verzen in de Koran en er zijn vele overleveringen van profeet Mohammed (vrede zij met hem) waarin het paradijs beschreven wordt. Bijvoorbeeld:

Wees snel in de race voor vergeving van uw Heer en een Tuin, die zo groot is als (de gehele) hemelen en aarde en voor de rechtschapen gereserveerd is. (3:133)

En degenen die geloven en goede daden verrichten, zullen Wij tuinen (het paradijs) doen binnengaan waar doorheen rivieren stromen om er eeuwig te vertoeven… (4:57)

Tijdens een studiebijeenkomst werd profeet Mohammed (vzmh) stil en verdrietig, “…Het paradijs en hellevuur werden zojuist op deze muur voor mij afgebeeld en ik heb nooit iets mooiers (dan het eerste) en afschuwelijkere (dan de tweede) gezien.” Een andere keer is van hem opgetekend dat hij heeft gezegd: “Degenen die het paradijs betreedt (zal zo’n eeuwigdurend) geluk (genieten) dat hij of zij noch wanhopig zal zijn, noch zijn of haar kleren zullen verslijten, noch zijn of haar jeugd zal afnemen.”

Het is belangrijk te vermelden dat deze beschrijvingen van het paradijs slechts verwijzen naar zaken die we kennen, begrijpen en voelen. Het is een soort voorvertoning van een werkelijkheid aan de hand van dingen die we kennen. Anders zou profeet Mohammed (vzmh) ons verteld hebben dat de ervaring van het paradijs onze verbeelding te boven gaat en totaal anders is dan wat we hier op aarde hebben gezien.

Ook de wetten van het bestaan zullen anders zijn in het paradijs. Het oorzaak en gevolg verband waar we in dit universum zo aan gewend zijn, hoeft niet noodzakelijkerwijs in het hiernamaals voortgang te vinden. Zo wordt ons bijvoorbeeld voorgehouden dat alles wat we wensen, zonder zichtbare oorzaak, direct aan ons zal verschijnen. De Koran verhaalt over rivieren die onder ontzagwekkende paleizen door stromen, waarmee haast een situatie zonder zwaartekracht wordt beschreven.

De Profeet (vzmh) vertelt ons dat degenen die in het paradijs terecht komen, de kans zullen krijgen om Allah te zien. Hij heeft gezegd dat een uur in het paradijs beter is dan een duizend jaar als een koning op aarde leven en het een uur lang zien van Allah beter is dan duizend jaar in het paradijs. De Profeet (vzmh) heeft ons daarnaast verteld dat we in het paradijs bij degenen zullen zijn die we liefhebben, gegeven dat zij daar ook zijn.

Welke voorbeelden zijn er om de wederopstanding duidelijker te maken?

Binnen de islam worden moslims verwacht in het eeuwige leven na de dood te geloven. Volgens de islam is mensheid naar deze wereld gestuurd om Allah, door middel van kennis van de natuur en het universum, te (leren) kennen en te weten dat Allah bestaat door de tekenen te lezen die Allah in het universum heeft geplaatst en over die tekenen na te denken. Op zijn beurt zal dit besef leiden tot het aanbidden van Allah, wat de hoofdtaak van de mensheid is. Het in aanbidding dienen van Allah zal ertoe leiden dat men door middel van sociale dienstbaarheid een bijdrage zal willen leveren aan het leven van andere mensen. Als gevolg daarvan zal iemand zich menselijkerwijs ontwikkelen en volmaaktheid toevoegen aan de drie-eenheid van kennis, aanbidding en dienstbaarheid.

Het aardse leven is een plek van toetsing, om te zien of we het doel ervan waar zullen maken. Als consequentie van deze test zullen we worden opgewekt uit de dood voor een tweede eeuwig leven van, afhankelijk van de uitkomsten van de test van het leven, beloning of straf. Zoals voor alle leerstellingen van de islam geldt, worden we niet verondersteld dit blindelings te geloven. Allah heeft vele tekenen in ons persoonlijke leven, de natuur en het universum geplaatst, die op wederopstanding duiden.

Allah heeft de mens de dagelijkse behoefte aan slapen en dromen gegeven. Tijdens de slaap beweegt het lichaam niet en bevindt het zich in een onbewuste toestand. Tegelijkertijd dromen we tijdens onze slaap en kunnen we op prachtige plaatsen zijn en nachtmerries hebben. Naast andere doeleinden, is de slaap ontworpen om ons te laten zien dat de wederopstanding een feit is, waarvan ons iedere nacht een glimp wordt getoond.

Seizoenen en de veranderingen die we in de natuur kunnen waarnemen, wijzen op de wederopstanding. Zo lijkt een boom in de winter bijvoorbeeld tot zijn skelet gereduceerd te worden en komt deze in de lente weer tot leven. In bepaalde zin is deze weder opgewekt.

In dorre gebieden lijkt de aarde en de omgeving soms dood te zijn, zonder tekenen van planten- of dierlijk leven. Na een goede regenbui komt het landschap met vele soorten planten en dieren echter weer tot leven. “Aanschouw daarom de tekenen van Allah’s genade; hoe Hij de aarde na haar dood weer leven geeft. Hij is het voorzeker, Die de doden leven geeft, omdat Hij macht over alle dingen heeft” (30:50). In Ayers (meer in Australië) is een dergelijke wederopstanding letterlijk te zien geweest, toen het onlangs na een zeldzame regenval weer tot leven kwam, nadat het op andere momenten volledig droog had gestaan. Binnen een week kwamen vogels, vissen, dieren en plantensoorten schijnbaar uit het niets tevoorschijn.

Het is gemakkelijk voor Allah om de schepping opnieuw tot leven te wekken. Zo is het voor een getraind leger relatief gemakkelijk om na het geluid van de hoorn bij elkaar te komen, na voor en tussenperiode uit elkaar te zijn geweest. Op dezelfde wijze is de wederopstanding na de dood veel makkelijker dan de eerste schepping.

“En Hij stelt ons een vergelijking in het vooruitzicht en vergeet Zijn eigen schepping. Hij zegt: ‘Wie zal deze botten leven geven nadat ze weggerot en tot stof verworden zullen zijn? ’Zeg! Hij (Allah), Degene die hen de eerste keer geschapen heeft, zal hen leven geven! En Hij is de Alwetende van elke schepping!” (36:78-79).

Met deze manier van redeneren vertelt de Koran de lezer dat het feit dat je getuige van de huidige schepping bent, het onmogelijk maakt om aan de wederopstanding te twijfelen.

Geloof in de wederopstanding komt tot stand op basis van geloof in Allah. Zo wijzen het evenwicht en de perfectie van de subtiele kunstigheid in alle dingen in de natuur op het stempel van een oneindig Wijze en Rechtvaardige Kunstenaar, Allah. We zien echter dat er in het menselijke rijk geen sprake is van absolute rechtvaardigheid. Daarom moet er een ander rijk zijn, waarin volledige rechtvaardigheid zal heersen.

Volgens de islam zal de uiteindelijke wederopstanding van fysieke aard zijn. We zijn niet op de hoogte van de details van hoe onze fysieke samenstelling er uit zal zien. Er staan echter beschrijvingen in de Koran en de overleveringen van profeet Mohammed (vrede zij met hem) dat we aan de buitenkant eenzelfde lichamelijke verschijning zullen hebben, als we in dit leven hebben.

Zal de wederopstanding met onze lichaam zijn?

De doden zullen zowel met hun lichamen als met hun zielen worden opgewekt. Overeenkomstig de context, vermeldt de Koran soms een spiritueel Verrijzenis en soms de lichamelijke. Bijvoorbeeld de verzen: ‘O rustige ziel! Keer naar uw Heer terug, tevreden en tevredenstellend! Kom binnen bij Mijn rechtvaardige dienaren. Kom binnen in Mijn Paradijs!’ (89:27-30)

Hierin wordt de terugkeer van een ziel naar de Heer vermeldt. Nochtans, in vele betekenisvolle verzen beschrijft de Koran de Verrijzenis en de andere wereld in dergelijke materiele en fysische termen dat het onmogelijk is om de lichamelijke Verrijzenis niet aan te nemen. In 120 plaatsen, vertelt de Koran over de waarheid van Paradijs en Hel ofwel gedetailleerd, ofwel in het kort. Bij het beschrijven van Paradijs en Hel en de situatie van de mensen die het ene of het andere verdienen, benadrukt de Koran de combinatie van lichaam en geest. Bijvoorbeeld: de Gelaatstrekken van hen die het Paradijs zullen ingaan zullen schijnen van geluk en zij zullen voor zich klaargemaakt vinden wat ze verwachten. Zij zullen samen met hun echtgenoten zijn en hun familieleden die het Paradijs ook hebben verdiend. De mensen van het Paradijs zullen leven in prachtige paleizen, in tuinen vol van schitterende bomen die worden bevloeid door rivieren van honing, zuiver water melk en andere dranken.

Wat heeft het gebrekkige, veranderende, onstabiele en door pijn getroffen lichaam met het Paradijs te maken? De verheven genoegens van de geest zouden voldoende moeten zijn. Waarom is een lichamelijke wederopstanding voor lichamelijke genoegens nodig?

Vergeleken met water, lucht en licht, is aarde donker en dicht. Toch vormt deze het middel en de bron voor alle Goddelijke kunstwerken. Om die reden is aarde in betekenis wat superieur aan andere elementen. Door veelomvattend te zijn en er vanuit te gaan dat hij gezuiverd is, is het een vorm van superioriteit over jullie andere zintuigen en eigenschappen.

Op dezelfde wijze vormt jullie lichaam een uiterst veelomvattende en rijke spiegel voor de manifestaties van de Goddelijke Namen en is het uitgerust met instrumenten om de inhoud van alle Goddelijke schatten te wegen en te meten. Als de smaakzin van de tong bijvoorbeeld niet de bron was van zoveel maten als er variaties aan drank en voedsel bestaan, zou deze het niet kunnen ervaren, herkennen en meten. Bovendien bevat jullie lichaam daarnaast zowel de instrumenten die nodig zijn om de manifestaties van de Goddelijke Namen te ervaren en te herkennen, als de eigenschappen om de meest uiteenlopende en onmetelijk verschillende genoegens te ervaren. De manier waarop het universum zich gedraagt en de veelomvattende aard van de mens, tonen ons dat de Maker van het universum alle schatten van Zijn Genade en alle manifestaties van Zijn Namen kenbaar wil maken en ons, door middel van het universum, al Zijn geschenken wil laten ervaren. Gegeven dat de wereld van eeuwig geluk een reusachtig bad is, waar de stroom van het universum in uitmondt, een omvangrijke tentoonstelling is van hetgeen het weefgetouw van het universum produceert, en de eeuwige opslagplaats van de gewassen is, die op het veld van deze (materiële) wereld verbouwd worden, zal zij in bepaalde mate op het universum gelijken. De Alwijze Maker, de Barmhartige, de Rechtvaardige Ene zal ieder orgaan van het lichaam specifieke genoegens schenken, als beloning voor hun taak, dienst en aanbidding. Anderszins denken, zou haaks staan op Zijn Wijsheid, Rechtvaardigheid en Mededogen.

Wijzen de seizoenen op de wederopstanding?

Behalve voor een bepaald gebied in de wereld, wordt een algehele dood en herleving ieder jaar herhaald. In de winter bedekt een witte ‘lijkkleed’ de aarde, waarvan de levenscyclus jaarlijks eindigt in de herfst. De natuur is al van kleur ontdaan en toont minder tekenen van leven. De terugtocht is begonnen en uiteindelijk worden de bomen als levenloze botten; het gras is verdord en bloemen zijn verwelkt; trekvogels zijn vertrokken en insecten en reptielen zijn verdwenen.

De winter, die slechts tijdelijk is, wordt gevolgd door een algehele herleving. Warm weer doet de bomen uitlopen en laat hen zichzelf, met hun versiering aan de Eeuwige Getuige tonen. De aarde zwelt op en gras en bloemen beginnen overal te bloeien. Zaden die tijdens de voorgaande herfst op de aarde zijn gevallen, zijn ontkiemd en, door zichzelf te vernietigen, in nieuwe levensvormen veranderd. Trekvogels keren terug en de aarde verwelkomt ontelbare insecten en reptielen. Om kort te zijn, verschijnt de natuur met al haar schoonheid en verfijning aan ons.

Allah heeft de wereld en de mensheid geschapen toen geen van beide bestonden. Hij stelde onze bouwstenen samen uit aarde, lucht en water en vormde hen tot een bewust, verstandig wezen. Lijdt het tot enige twijfel dat iemand die een machine gemaakt heeft deze uit elkaar kan halen en vervolgens weer in elkaar kan zetten, of dat een legeraanvoerder zijn uiteengejaagde soldaten met het geluid van een trompet weer bij elkaar kan brengen?

Op dezelfde wijze zal Allah Almachtig, tijdens het reconstrueren van de wereld, onze atomen verzamelen en ze een hogere, eeuwige levensvorm geven: Zeg: “Reis over de aarde en zie hoe Hij de schepping is begonnen en de latere verwekking zal voortbrengen. Waarlijk, Allah heeft macht over alle dingen.” (29:20)

Kijk naar de tekenen (in de schepping) van Allah’s Genade, hoe Hij de aarde, na haar dood, leven geeft. (Op dezelfde wijze) is Hij waarlijk de opwekker der doden en heeft Hij macht over alle dingen. (30:50)

Welke genoegens zullen er in het hiernamaals aanwezig zijn en waarom?

Aangezien het lichaam zich in een toestand van vorming en verandering bevindt, is het aan verval onderhevig en derhalve niet-eeuwig. Eten en drinken houden een individu in leven; seksuele relaties houden de soort in stand. Dit zijn fundamenten voor het leven in deze wereld, die in de wereld der eeuwigheid echter irrelevant en onnodig zijn. Waarom maken zij, met dit gegeven, dan toch deel uit van de grootste genoegens van het Paradijs?

Een levend lichaam takelt af en sterft wanneer het evenwicht tussen wat het nodig heeft om voort te bestaan en wat het in zich opneemt, verstoord is. Vanaf de kindertijd tot aan de leeftijd van fysieke volgroeiing, neemt het meer in zich op dan dat het uitscheidt, en wordt het steeds gezonder. Daarna is het meestal niet in staat om op een evenwichtige manier in zijn behoeften te voorzien. Het neemt meer in zich op en wordt dik, of neemt minder in zich op dan het nodig heeft. Dit zorgt ervoor dat het evenwicht verdwijnt en zal, onder normale omstandigheden, uiteindelijk tot de dood leiden. In de eeuwige wereld blijven de lichaamsdelen echter intact en zijn ze immuun voor ontbinding en hervorming. Met andere woorden, het evenwicht blijft intact. Alsof het voortdurend in cirkels beweegt, verwerft het lichaam eeuwigheid met behoud van het voortdurende functioneren van de fabriek van het lichamelijke leven voor genoegen. In deze wereld ontstaan eten, drinken en seksuele handelingen binnen het huwelijk uit een behoefte en vervullen zij een functie. Derhalve bevatten zij een grote verscheidenheid aan uitzonderlijke (en meerwaardige) genoegens, als beloning voor de functies die zij vervuld hebben. In deze wereld van ziektes, bieden eten en huwelijk een groot aantal fantastische en uiteenlopende genoegens. Het Paradijs, het rijk van geluk en genoegen, moet deze genoegens daarom in hun meest verheven vorm bevatten. Dit wordt verwezenlijkt door beloningen (zoals genoegens) uit de andere wereld, in de vorm van een aangename behoefte uit de andere wereld toe te voegen. De in deze wereld verrichtte taken en de behoefte die hieraan geweest is, zullen zij in een allesomvattende, levende bron van genoegen veranderen, die het Paradijs en de eeuwigheid past. Volgens de Koran: Het leven van deze wereld is slechts tijdverdrijf en spel, maar het Verblijf in het Hiernamaals , dat is pas echt leven (29:64), zijn alle levenloze en onbewuste substanties en voorwerpen van hier, daar levend en bewust. Zoals mensen en dieren hier, zullen bomen en stenen daar geboden begrijpen en opvolgen. Wanneer je een boom opdraagt fruit te brengen, zal hij dit doen. Wanneer je een steen zegt dat hij moet komen, zal hij komen. Aangezien stenen en bomen zulke verheven vormen aan zullen nemen, zullen eten, drinken en huwelijksbanden een vorm aannemen, die hun aardse vormen in dezelfde mate overstijgt, als het Paradijs deze wereld overstijgt. Dit omvat het behoud van hun lichamelijke kenmerken.

Zullen we onze geheugen verliezen als we dood gaan?

De ziel bestaat en is onafhankelijk van het lichaam. Echter zijn de handelingen ervan in overeenstemming met de organen van het lichaam. Als een gedeelte van de hersenen bijvoorbeeld beschadigd raakt, dan annuleert de ziel de handelingen van dat gebied.

Dit kunnen we middels een voorbeeld beter begrijpen: De ziel in het lichaam is te vergelijken met een mens in een kamer. De mens kan alleen naar buiten kijken middels een raam. Hierbij is het niet het raam dat iets ziet, maar de mens in de kamer.

Ook de ziel ziet deze dimensie middels een oog. Het is dus niet het oog dat ziet, maar de ziel. Zoals een mens een raam nodig heeft om hetgeen buiten de kamer te kunnen zien, heeft de ziel het oog nodig om de omgeving waar te nemen.

Ook bij de hersenen is dit zo. De (grote) hersenen die uit vier gebieden bestaan, kunnen we beschouwen als een kamer met vier ramen. Uit elk raam kunnen we andere uitzichten waarnemen. Door het ene raam kunnen we bijvoorbeeld een zee zien, door het tweede raam een tuin, door het derde raam besneeuwde bergen en door het vierde raam appelbomen.

Als het raam waardoor je de zee kon zien, dichtgetimmerd zou zijn, zou de persoon in de kamer de zee niet meer zien. Er is echter geen gebrek in het zicht en functioneren van de mens. Het gebouw heeft een gebrek.

De ziel in het lichaam is net zo. Iemand wiens ogen gesloten zijn, kan de huidige dimensie niet zien. Maar zijn of haar ziel heeft geen probleem.

Wanneer wij de kamer of het gebouw verlaten, dan is er geen behoefte aan een raam. Wij kunnen alles nu zien.

De ziel is ook zo. Wanneer de ziel het lichaam verlaat, zal het een omhulsel nemen, die bij zijn mooiheid past en zal het geen ogen meer nodig hebben om te zien, geen oren nodig hebben om te horen en geen hersenen nodig hebben om na te denken.

Het geloof in de Dag des Oordeels

De vijfde voorwaarde van het geloof is het geloven aan de Dag des Oordeels. Geloven in de Dag des Oordeels is het geloven aan alles dat met het begrip Dag des Oordeels verband houdt, namelijk het blazen van de bazuin, de wederopstanding van de doden uit hun graven en de ter hand stelling van een ieders Boek, waarin de daden van hem of haar staan genoteerd. Voorts geloven aan de samenkomst op de vlakte voor het laatste Oordeel, aan de ondervraging, aan de weging van de daden die tijdens het leven op aarde zijn gedaan, de voorspraak, de rivier, de brug, aan paradijs en aan hel.

Het Hiernamaals is het eeuwige leven na het tijdelijke aardse bestaan. Allah de Almachtige heeft deze wereld en de hele schepping voor een beperkte tijd geschapen. Met het eerste blazen van de bazuin door Isrâfiel (Raphael, a.s.) begint plotseling het laatste oordeel; alle levende schepselen sterven en onze wereld tezamen met al het omringende zal worden verbrijzeld en verdwijnt. Met het tweede blazen van de bazuin worden alle schepselen weer tot leven terug gebracht door Allah de Almachtige en worden verzameld op de uitgestrekte vlakte van het laatste Oordeel voor het godsgericht. In aanwezigheid van Allah de Almachtige wordt daar iedereen tot in de kleinste bijzonderheden ondervraagd over zijn of haar daden. Tevens zullen de rechtvaardigen de hun toekomende rechten ontvangen van de onrechtvaardigheden. Na het godsgericht worden de goeden in het Paradijs geplaatst en de boosdoeners in de hel. Sommigen van de mensen die in het Paradijs komen zullen de Glorierijke Visie van Allah de Grootste ervaren. Iemand die niet gelooft aan de Dag Des Oordeels, wordt beschouwd niet te geloven in Allah, de Enige en in zijn profeet.

Wat vertelt de Koran over de komst van de wederopstanding?

Alhoewel wetenschappelijke bevindingen zoals de tweede wet van de thermodynamica aantonen dat het bestaan op weg is naar de vernietiging, volstaat het voor de vernietiging van het universum, dat één planeet botst met een andere. Als het begin van het bestaan een ‘big bang’ is, waarom zou het einde dan niet een andere ‘big bang’ zijn of een botsing? Het bestaan, met al zijn onderverdelingen, is een uiterst delicaat berekend organisme, een systeem waarvan de onderdelen op een subtiele manier van elkaar afhangen. Een menselijk lichaam is samengesteld uit ongeveer 60.000.000.000.000 cellen. Als één enkele vervormde, kankerverwekkende cel de dood van het hele lichaam kan veroorzaken, dan kan ook één ernstige onregelmatigheid in het universum de dood van het hele universum veroorzaken. Of de dood kan plotseling optreden, zonder enige zichtbare en voorspelbare reden. Dus waarom is het niet evengoed mogelijk dat het universum opeens sterft aan een plotselinge, onverwachte en niet-voorziene reden zoals een ‘ziekte’ of een ‘hartaanval’? Wie weet, lijdt onze wereld niet aan de eindfase van een kankerevolutie omdat we de aarde verkeerd gebruiken?

De Koran behandelt de kwestie der wederopstanding en pleit ervoor. Ten eerste: de Koran geeft voorbeelden van Gods alomvattende daden in de macrokosmos en op sommige momenten toont het aan onze waarneming de Goddelijke beschikking over elk der drie ‘kosmossen’: de macro- normo- en microkosmos, ook Gods beheersing der drie samen. Om de Verrijzenis te kunnen bewijzen, vestigt de Koran ook onze aandacht op het verschijnsel de schepping van het universum die betiteld wordt als de ‘eerste ontstaanswording’ (56:62) terwijl het opwekken van de doden wordt beschreven als de ‘tweede ontstaanswording’. (53:47) Ten tweede: het toont gelijkaardige gebeurtenissen in de wereld en maakt vergelijkingen tussen hen en de Verrijzenis.

Bijvoorbeeld, in het volgende vers benadrukt de Koran de Macht van God. Door Zijn universele daden te vermelden zoals het oprichten van het firmament zonder enige zuil en het onderwerpen van de zon en de maan aan Zijn bevel, roept de Koran ons op om overtuigd te zijn van de ontmoeting met Hem in de volgende wereld.

‘God is Degene Die de hemelen heeft opgericht zonder zichtbare zuilen. Dan heeft Hij Zichzelf op de Troon van het gezag gezet. Na het vormgeven aan het universum en het afhankelijk te hebben gemaakt van zekere wetten, oefent Hij zijn absolute autoriteit uit over het hele universum. Hij onderwerpt de zon en de maan aan Zijn bevelen, elk loopt zijn baan in een vooraf bepaalde tijd. Hij regelt alle zaken en zet de tekens uit, zodat gij moogt geloven, met zekerheid, in de ontmoeting met uw Heer. (13:2)

De Koran gelijkt het universum op een opengeslagen boek. Op het einde der tijden zal het even gemakkelijk zijn voor God om het universum te vernietigen dan om een boek op te rollen. Zoals Hij het aan het begin heeft open gerold, zo zal Hij het dichtrollen en het opnieuw herscheppen in een veel betere en andere vorm, zonder enige tussenstap of materiële oorzaken: ‘Op die dag zullen Wij de hemelen oprollen zoals een perkamentrol voor boeken wordt opgerold. Vermits Wij de eerste schepping deden ontstaan, zo zullen Wij dit opnieuw voortbrengen. Dit is een bindende belofte door Ons. Waarlijk, Wij zullen dit vervullen zoals Wij dit beloofden. (21:104)

De schepping van het universum is voor God net zo makkelijk als het terug tot leven wekken van de doden.

‘Hebben zij niet gezien dat God, Die de hemelen en de aarde heeft geschapen, en door deze schepping niet uitgeput was, in staat is om het leven aan de doden terug te geven? Waarlijk, Hij heeft macht over alles.’ (46:33)

Zoals eerder is gezegd, geeft de Koran ook voorbeelden van verrijzenis in de wereld en vermeldt gelijkaardige gebeurtenissen in de mens. Bovendien wordt Gods absolute macht onder de aandacht der mensen gebracht en Zijn alomvattende daden om de Verrijzenis te bewijzen.

In de volgende verzen vergelijkt de Koran de Verrijzenis met de verjonging of de hernieuwing der aarde in de lente na de doodse periode van de winter en vermeldt hoe God atomen en moleculen ter beschikking stelt in de stapsgewijze schepping van de mens. De natuur ervaart de dood in de winter maar als de lente komt, wordt de aarde opnieuw tot leven opgewekt, dode takken brengen opnieuw bladeren voort, bloeien en dragen vruchten. Al deze vruchten gelijken op die van voorgaande jaren zonder er identiek aan te zijn. Ontelbare plantenzaden die tijdens de vorige herfst in de aarde gevallen zijn, kiemen onder de aarde en groeien uit tot vele verschillende planten, zonder de minste verwarring. Het opwekken der doden op de Dag des Oordeels zal ook zo zijn: ‘Enkele van Zijn tekens zijn dat de aarde droog en verdord is en dat God dan regen neerzendt om deze tot leven en bloei te laten komen. Zeker, God die de dode aarde leven geeft zal ook de doden tot leven opwekken. Inderdaad, God heeft macht over alle dingen.’ (41:39)

‘O mensheid! Als gij twijfelt over de Verrijzenis, bedenk dan dat Wij u uit stof hebben geschapen, daarna uit zaad, dan uit een bevruchte eicel die we hebben vastgehecht aan de wand van de baarmoeder, dan uit een klomp vlees, vormloos en gevormd, zodat Wij aan u Onze kracht hebben getoond. En wij bewaren in de lichamen wat wij graag een plaats en een tijd toewijzen. Daarna laten Wij u op de wereld komen als kinderen, daarna laten Wij u opgroeien zodat gij volwassen wordt. Sommigen van jullie zullen jong sterven en sommigen zullen teruggestuurd worden naar de eerste levensjaren zodat ze niets zullen weten, nadat ze kennis verwierven. Gij ziet de aarde soms droog en verdord. Maar als wij er regen laten op neerdalen, dan beeft de aarde, zwelt op, geeft groei aan elk aangenaam koppel van schepsels. Dit is zo omdat God de Waarheid is en Hij is het Die leven geeft aan de doden, Hij heeft macht over alle dingen.’ (22:5-6)

‘Denkt de mens dat hij stuurloos en zonder hulp zal achtergelaten worden? Was hij geen druppel vocht die voort stroomde? Toen werd hij een aangehechte klomp vlees. Daarna heeft Hij de mens gevormd en voorzien, in twee geslachten gevormd. Is Hij dan niet in staat om de doden tot leven op te wekken? (75:36-40)

‘Kijk naar de indrukken van Gods Genade; hoe Hij leven geeft op aarde en aan de aarde, na de dood. Merk dan! Hij is waarlijk de Oprichter der doden, op dezelfde manier. Hij kan alles uitvoeren.’ (30:50)

‘God heeft u voortgebracht uit de aarde zoals een plant. En naar de aarde zal Hij u terugsturen. Dan zal Hij op verrezen terugbrengen.’ (71:17-18)

Een nauwkeurige beschouwing van alles wat in het universum gebeurt, zal het duidelijk maken dat er overal twee tegengestelde elementen zijn die zich hebben genesteld, mét hun resultaten zoals goed en kwaad, voordeel en schade, licht en duisternis, perfectie en gebrek, leiding en misleiding, geloof en ongeloof, gehoorzaamheid en opstandigheid, angst en liefde. Al deze tegengestelde elementen botsen met elkaar in het universum. Dit toont daar al deze voortdurende conflicten aan, deze voortdurende afwisselingen en omvormingen, dat hierdoor de elementen voor een nieuwe wereld worden gemaakt. Deze tegengestelde elementen kunnen uiteindelijk leiden tot de eeuwigheid, in twee tegengestelde richtingen en werkelijkheid worden als Paradijs en Hel. De eeuwige wereld zal door de essentiële elementen van de voorbijgaande wereld worden gevormd, die dan blijvend worden. Paradijs en Hel zijn dus eigenlijk de twee tegengestelde vruchten die groeien op twee takken van de boom der schepping. Of zij zijn als de twee resultaten van de keten der schepping. Zij zijn de twee vergaarbakken die gevuld worden met de twee stromen der gebeurtenissen en dingen en de twee polen waar alle dingen zich in golven naartoe bewegen. Zij zijn de plaatsen waar de Goddelijke Genade en de Goddelijke Woede zich uiten en zij zullen elk gevuld worden met de bijbehorende bewoners als de Goddelijke Genade het universum zal dooreenschudden met een gewelddadige beweging.

Wat zijn de voordelen van het geloof in het hiernamaals?

Na het geloof in Allah (God) is geloof in de Verrijzenis het belangrijkste middel om een vredevolle sociale orde te verzekeren. Wie niet gelooft dat hij op een dag ter verantwoording zal worden geroepen voor wat hij in de wereld heeft gedaan, zal geen eerlijk en rechtvaardig leven leiden, dit kan niet worden verwacht. Maar iemand die altijd handelt in de overtuiging dat hij zich tegenover God moet verantwoorden bij de Oordeelsdag, in het andere leven, zal zeker gedisciplineerd en rechtvaardig leven. De Koran verklaart: ‘In wat een situatie gij ook verkeert, welk deel van de Koran gij ook citeert, welke daad gij ook verricht, Wij zijn er getuige van als gij er helemaal in opgaat. Nog niet het gewicht van een atoom in de aarde en in de hemel ontsnapt aan uw Heer, noch is er niets smaller of groter, of het is opgetekend in een Duidelijk Boek.’ (Yunus, S10, A61)

Wat we dus ook doen, weinig of veel, wordt door de nobele engelen opgetekend. Zij zijn daarvoor aangesteld. Bovendien weet God alles en is Hij zich helemaal bewust van al onze daden, bedoelingen, gedachten en inbeeldingen. Een individueel persoon die leeft in het volle bewustzijn van deze kennis zal echte vrede en geluk vinden in beide werelden. Een familie en een gemeenschap die bestaat uit dergelijke mensen, leeft als in het Paradijs.

Geloof in de Verrijzenis verhindert de jongeren om een verknoeid leven te leiden en doet hoop groeien in de harten der ouderen die dichter bij het graf komen met elke dag die voorbijgaat. Het is ook het geloof in de Verrijzenis die de kinderen de kracht en de taaiheid geeft om de dood van geliefden te kunnen dragen. Een kind dat gelooft dat het in een betere wereld verenigd zal worden met de geliefden die gestorven zijn, vindt echte troost in het geloof in de Verrijzenis. Iedereen, ouderen en jongeren, mannen en vrouwen, rijken en armen, heeft evenveel behoefte aan de Verrijzenis als aan lucht, water en brood.

Geloof in de Verrijzenis betekent dat er vrede wordt opgenomen. Hiervoor moeten intellectuelen, die de vrede en de zekerheid willen bevorderen in het openbare leven, dit geloof benadrukken. Zij die overtuigd zijn van de juistheid van de volgende Koran verzen: ‘Wie iets goed doet, met het gewicht van een atoom, en wie iets slechts doet, met het gewicht van een atoom: verantwoording zal volgen.’ (al-Zilal, S99, A7-A8) leeft een verantwoordelijk leven. Een gemeenschap die is samengesteld uit dergelijke mensen, zal echte vrede of geluk vinden. Als gij dit geloof inprent in de harten van jonge mensen, dan zullen zij niet langer een schadelijk element zijn in de maatschappij en stellen zij hun energie ten dienste van hun natie en de mensheid.

Kinderen zijn zeer gevoelig en kwetsbaar. Zij zijn zeer onder de indruk van tegenslagen en gemakkelijk aangedaan door wat hen en hun familie overkomt. Als zij een familielid verliezen, als zij wees worden, dan doet dit hun leefwereld verduisteren en werpt hen in groot verdriet en wanhoop. Dus, wat buiten het geloof in de Verrijzenis, geloof in vereniging met de geliefden die uitgeweken zijn naar het Hiernamaals, kan troost bieden voor het verlies van ouders, broers en zussen en vrienden? Alleen als een kind overtuigd is dat zijn of haar geliefde is heen gevlogen naar het Paradijs, naar een veel beter leven dan dit leven en dat ze op een dag opnieuw bij elkaar zullen zijn, zal hij of zij echte troost vinden om de wonde der scheiding te laten genezen, die door de dood is geslagen.

En wat de ouderen betreft, welke vergoeding kan er bestaan voor hun voorbije jaren, hun kindertijd en hun jeugd die ze reeds achter zich hebben gelaten? Hoe kunnen zij getroost worden voor het verlies van hun geliefden, hun vrienden, hun echtgenoten, kinderen of kleinkinderen die hen reeds naar de andere wereld zijn voorgegaan? Hoe kan de doodsangst van hun harten worden verwijderd als het graf elke dag dichterbij komt? Hoe kunt ge hen de dood laten vergeten die ze zo diep voelen? Is het mogelijk om hen te troosten met steeds nieuwe levensvreugde? Slechts als gij hen hebt overtuigd dat het graf, dat als een draak verschijnt, met wijd open muil, eigenlijk een deur is naar een andere, betere wereld, of eenvoudigweg een mooie wachtkamer is om deze wereld te bereiken, dan kan er een vergoeding zijn voor alles wat ze reeds hebben verloren.

In zijn onnavolgbare stijl, vertolkt de Koran de gevoelens van de ouderen, doorheen de tong van de Profeet Zacharias: ‘Dit is een vermelding van de Genade van uw Heer, voor uw dienaar Zacharis: Toen hij Hem aanriep met een eerlijke, geheime aanroeping en zegde: ‘O Heer, bij beenderen zelf zijn rot geworden en mijn hoofd draagt glanzend grijs haar. Mijn Heer! Ik heb nooit getwijfeld in mijn gebed naar U!’ (Maryam, S19, A2-A4)

Hij vreesde dat zijn verwanten niet trouw genoeg zouden zijn aan zijn opdracht, na zijn dood. Daarom vroeg de Profeet Zacharias, vzmh, zijn Heer voor een zoon, een erfgenaam en vervuller van zijn opdracht, met deze hartverscheurende oproep. Dit is in feite de schreeuw van alle oude mensen. Geloof in God en de Verrijzenis geeft de ouden het goede nieuws: ‘Wees niet bang voor de dood, het is geen eeuwige uitwissing. Het is enkel een wisseling van werelden, een ontlasting van de vermoeiende taken van dit wereldse leven en een toegangsbewijs naar een eeuwige wereld waar alle soorten schoonheden en zegeningen op u wachten. De Genadevolle Ene Die u in deze wereld heeft gezonden en u hier zolang in leven heeft gehouden gedurende zo lange tijd, zal u niet alleen laten in de duisternis van het graf en de duistere gangen, die openen op een andere wereld. Hij zal U naar Zijn Aanwezigheid loodsen en u een eeuwig, gelukkig leven voorbereiden. Hij zal u zegenen met de overvloed van het Paradijs. Het is alleen in dit goede nieuws dat de ouderen echte troost zullen vinden en de dood met een glimlach zullen verwelkomen.

De mens heeft een unieke plaats tussen de schepsels. Hij werd geëerd met vrije wil om het eigen leven te kunnen ordenen. Deze vrije wil is de uiting van de Goddelijke Genade. Bij goed gebruik hiervan en het verrichten van goede daden, zal hij beloond worden met de vruchten der Genade. Geloof in de verrijzenis is een uiterst belangrijke en overtuigende factor die de mens aanspoort om de vrije wil op de juiste manier te gebruiken en af te zien van zondige daden en van het schaden van anderen.

Zoals is verteld door Sahl ibn Sa’d, werd Gods Boodschapper, vzmh, ingelicht over een jongeman die zichzelf dagenlang in huis opsloot. De Boodschapper, vzmh, ging deze jongeman bezoeken. Toen hij de Boodschapper onverwacht voor hem zag, wierp hij zich in zijn armen en stierf op datzelfde ogenblik. De Boodschapper zei tegen de omstanders:

‘Leg het lichaam van jullie vriend af. Vrees voor de Hel beangstigde hem sterk. Ik zweer bij Hem in Wiens hand het leven is, dat God hem zeker voor de Hel zal behoeden.’ (Ibn Kathir, Tafsir, 3, 539; geciteerd uit ‘Tarikh al-Dimashq door Ibn ‘Asakir.)

De Koran verklaart: ‘Zij die vrezen om voor hun Heer te staan en de lichamelijke verlangens afwenden, zeker, het Paradijs zal hun verblijf zijn.’ (al-Nazi’at, S79, A40-A41)

In een ‘Hadith Qudsi’ zegt God: ‘Ik zal geen twee zekerheden verenigen, noch twee angsten’ (Kanz al-Ummal; 3.141, Hadith nr. 5878)

Dit betekent dat degenen die Zijn straf vrezen terwijl ze in deze wereld zijn, tegen Zijn woede beveiligd zullen zijn in het Hiernamaals. Zij die zich tegen Zijn woede beveiligd wanen in deze wereld, kunnen er niet van gered worden in het Hiernamaals.

Toen hij op een keer een jongeman zag die protesteerde en zich moedig verzette tegen een onrecht, zie Kalief Umar: ‘een volk dat geen jongeren meer telt is tot de ondergang gedoemd’. De jongeren hebben een energie om dingen om te vormen. Als gij de jongeren deze energie laat verspillen in bijkomstigheden en buitenissigheden, dan ondermijnt gij de toekomst van de natie. Geloof in de Verrijzenis verhindert de jongeren om wreedheden te begaan en hun energie te verknoeien op voorbijgaande pleziertjes. Het leidt hen naar een gedisciplineerd leven en een nuttig, deugdzaam burgerschap in de maatschappij.

Geloof in de Openbaring is een bron van troost, ook voor de zieken. Een gelovige patiënt, die aan een ongeneeslijke ziekte lijdt, denkt: ‘Ik ga sterven, niemand kan mij nog genezen of langer laten leven. Gelukkig weet ik dat ik naar een plaats zal gaan waar ik voor eeuwig mijn gezondheid en mijn jeugd zal terugvinden, iedereen is immers voorbestemd om te gaan. Het is door een dergelijk geloof dat de geliefde dienaren van God, de Profeten en de heiligen, de dood hebben verwelkomd met een vreugdevolle glimlach. De laatste der Profeten, Mohammed, vzmh, sprak tijdens de laatste minuten van zijn leven: ‘O God!, ik verlang naar het eeuwige gezelschap in de eeuwige wereld.’ Hij had zijn Gezellen een dag eerder ingelicht: ‘God heeft aan één van Zijn dienaren de keuze gelaten tussen het genot van de schoonheden van deze wereld, zolang hij wilt en dat wat bij God is. De dienaar koos wat bij Hem is.’

De dienaar die overbleef om te kiezen tussen de wereld en het Hiernamaals was de Boodschapper zelf. De Gezellen begrepen wat hij bedoelde en barstten uit in tranen.

Op dezelfde manier boog Kalief Umar zich voor God neer, toen hij reeds regeerde over een uitgestrekt gebied van de westelijke grenzen van Egypte tot de hooglanden van Centraal-Azië. Hij zuchtte: ‘Ik ben niet langer in staat om mijn verantwoordelijkheid te vervullen. Laat mij sterven en neem mij mee naar Uw Aanwezigheid.’ Het was het verlangen om naar de andere wereld te gaan, de wereld der eeuwige schoonheden, en de zegening met de visie van de eeuwig Mooie Ene, die de Profeet, Umar en talloze andere Moslims ertoe aanzette om de dood te verkiezen boven het leven in deze wereld.

De wereld is een mengeling van goed en kwaad, juist en verkeerd, het mooie en het lelijke, de onderdrukker en de onderdrukte. Vele verkeerde zaken worden niet opgemerkt en vele onrechtvaardig behandelde mensen kunnen hun rechten niet terugwinnen. Het is alleen het geloof in de Verrijzenis in een andere wereld, waar rechtvaardigheid zal heersen, wat de onderdrukten en de onrechtvaardig behandelden zal troosten. Het is ook dit geloof dat hen zal verhinderen om wraak te zoeken tegen hun onderdrukkers. Op dezelfde manier zullen diegenen die aan ziekten en aandoeningen lijden, troost vinden in het geloof in de Verrijzenis. Zij geloven dat wat hen ook overkomt, hun zonden uitwist en alle goederen die zij verloren zijn in natuurrampen zullen hen in het Hiernamaals teruggegeven worden. In het hiernamaals krijgen ze hiervoor een beloning alsof ze de verloren goederen als aalmoes hadden gegeven.

Geloof in de Verrijzenis zal een huis ook in een Paradijselijke tuin veranderen. In een huis waarin de jongeren hun genot nastreven, zal geen aandacht worden gegeven aan religieuze gevoelens en praktijken, de ouders zullen bezig zijn met zich te verrijken en met alle fantasieën van het leven. De grootouders zullen naar een armentehuis worden gestuurd of voor hun troost aangewezen zijn op schoothondjes of katten. Die moeten dan de liefde vervangen die ze van hun kinderen en kleinkinderen moesten krijgen. In een dergelijk huis krijgen de ouderen geen respect en is het leven een zware last om te dragen. Het geloof in de Verrijzenis zal iedereen aan de eigen verantwoordelijkheid herinneren. In zulke families wordt wederzijdse respect en liefde gevoeld, als een aroma dat het huis doordringt.

Geloof in de Verrijzenis leidt de echtgenoten in een gezin er ook toe om elkaar meer te beminnen en te respecteren. Elke liefde die voor uiterlijke, lichamelijke schoonheid wordt gevoeld is beperkt tot een kort, voorbijgaand leven in de wereld. Dit heeft weinig waarde en verdwijnt meestal kort na het begin van het huwelijk. Maar als de echtgenoten elkaar beminnen en geloven dat hun huwelijk eeuwig zal verder duren in de andere wereld, waar zij steeds jong zullen blijven en hun schoonheid behouden, dan zal hun liefde voor elkaar niet verdwijnen wanneer ze oud worden en geleidelijk hun schoonheid verliezen. Als hun familieleven dan is gebaseerd op het geloof in de Verrijzenis, dan leven zij reeds als het ware in het Paradijs. Als op dezelfde manier, de orde in een land gebaseerd is op het geloof in de Verrijzenis en op het geloof in een andere wereld waar iedereen zich zal moeten verantwoorden voor de daden die in het aardse leven zijn verricht, dan zal het leven in een dergelijk land nog veel beter zijn dan wat Plato beschreef in zijn ‘Republiek’ of al-Farabi (in het Latijn: Alpharabios) in zijn: ’Madinat al Fadila’, de stad der deugden. Het zal zijn zoals in Medina in de tijd van de Profeet, vzmh, of de Moslimlanden onder de regering van de Kalief Umar, moge God tevreden zijn over hem.

Om beter te kunnen begrijpen hoe de Profeet, vzmh, die maatschappij opbouwde, moeten we enkele voorbeelden geven van zijn uitspraken over het leven in het Hiernamaals en over de Verrijzenis.

Op een keer zei hij:

‘O mensen! Gij zult blootsvoets verrijzen, naakt en onbesneden. Luister aandachtig naar mij: Abraham, vzmh, zal als eerste worden gekleed. Neemt mijn woorden in acht: Op die dag zullen er uit mijn Gemeenschap mensen van de linkerkant worden genomen en naar mij toegebracht (worden). Ik zal zeggen: O God! Deze zijn mijn Gezellen! Er zal mij worden gezegd: gij weet niet welke onaangename zaken zij na u hebben gedaan. Dan zal ik spreken zoals de rechtvaardige dienaar, Jezus, sprak: Ik was een getuige over hen, terwijl ik in hun midden verbleef. Toen Gij mij verhief, toe werd Gij hun toezichter. Gij zijt Getuige over alle dingen. Als Gij hen straft, zijn Zij uw dienaars. Als Gij hen vergeeft dan zijt Gij zeker de al-Wijze, de Al-Machtige. (Bukhari, Anbiya’, 8.48; Muslim, Janna, 56; Tirmidhi, Qiyama, 3.)

In een andere ‘Hadith’, vermeld door Anas, zegt God’s Boodschapper, vzmh:

‘Omdat God hen heeft geschapen, hebben de kinderen van Adam geen ervaring met een gebeurtenis die erger is als de dood. Nochtans is de dood gemakkelijker dan wat er op volgt. Zij zullen zulke angsten ondergaan, dat zweet hun lichamen zal bedekken totdat het als een teugel rond hun kin wordt, tot het uitgroeit tot iets als een zee, waarop, indien gewenst, schepen kunnen varen.’ (Ahmad ibn Hanbal, Musnad, 3. 154)

Bukhari en Muslim tekenden het volgende verhaal op van Abu Hurayra.

De Profeet sprak: ‘Mensen zullen verrijzen in 3 groepen. Zij die vrees voor God combineerden met de verwachting, zelfs in uiterste angst voor God’s oordeel twijfelden ze niet aan Zijn genade en vergevingsgezindheid. De tweede groep zijn zij die naar het Paradijs trachten te gaan ‘gezeten op een muilezel’, in kleine groepjes van twee, drie, vier…tot tien. Zij hebben immers dikwijls gefaald in deze wereld. De anderen zullen in het Vuur worden verrezen, zij verrichtten immers voortdurend daden die op elk uur van de dag, het Helse vuur verdienen. Als zij in de voormiddag gaan slapen dan zal de Hel met hen meeslapen. Als zij de nacht bereiken dan zal de Hel samen met hen de nacht bereiken. Als zij de ochtend bereiken, dan zal de Hel samen met hen de ochtend bereiken en als zijn de avond bereiken, dan zal de Hel samen met hen de avond bereiken.’ (Bukhari, Riqaq, 45 / Muslim, Jannah, 59 / Nasa’i, Jana’iz, 118)

Door deze en soortgelijke waarschuwingen bracht Gods Boodschapper, vzmh, zijn Gezellen de vrees voor de Hel bij. Door de goede berichten die hij over het Paradijs bracht, wekte hij in hen een verlangen op naar het Paradijs. Daardoor leefden de Gezellen in het sterke bewustzijn van Goddelijke beloning en straf. Zij waren zo gevoelig voor hun religieuze plichten en de rechten der mensen dat bijvoorbeeld, twee van hen eens verschenen voor de Boodschapper om een meningsverschil tussen hen te beslechten. Na hen gehoord te hebben zei de Boodschapper, vzmh: ‘Ik ben een mens zoals gij en zal dus oordelen naar wat gij mij hebt verteld. Het is mogelijk dat één van u met méér overtuigingskracht spreekt dan de ander, dan zou ik in zijn voordeel kunnen besluiten. Nochtans zal God juist oordelen in het Hiernamaals, volgens de waarheid in deze kwestie. De onrechtvaardige zal dan zijn straf ontvangen en de onschuldige zal worden vrijgesproken.’

Dit was voor de Gezellen voldoende om af te zien van het recht dat zij opeisten. De Boodschapper, vzmh, gaf hen de raad: ‘Ga, en verdeel de betwiste goederen in twee delen en laat dan het lot beslissen. Elk van u zou moeten toestemmen met het verkregen deel, zonder ongemak te voelen’ (Bukhari, Shahada, 27. Muslim, ‘Aqdiya, 4. Abu Dawud, ‘Adab, 87)

Sa’d ibn Rabi’ was ernstig gewond bij het gevecht van Uhud. Terwijl hij zijn laatste adem uitblies fluisterde hij tot Mohammed ibn Maslama, die hem de groeten van de Boodschapper, vzmh, bracht: ‘Breng mijn groeten over aan Gods Boodschapper. Bij God! Ik voel de geur van het Paradijs voorbij Uhud.’