het geloof

Veroorzaken djinn’s sommige ziekten?

Djinn kunnen doordringen in het menselijk lichaam met zelfs een groter vermogen dan X-stralen. Zij dringen door tot in de aderen en de centrale punten van de hersens. Zoals de meeste mensen nu weten, kunnen laserstralen doordringen tot in de bloedbanen en daarom gebruikt worden om bloedklonters en andere obstakels te verwijderen. Het toepassingsgebied van deze laser stralen is ruim; van computers tot wapensystemen en van geneeskunde tot communicatie en politieonderzoek. Als we dus bedenken dat Satan en alle andere djinn geschapen zijn uit rookloos vuur dat tot diep in het lichaam doordringt, wat soms als straling of radioactieve energie wordt begrepen, dan kunnen we de Profetische uitspraak (Hadith) begrijpen: ‘Satan beweegt waar het bloed beweegt.’ (Boecharie, Akham, 21 / Aboe Dawoed, Sawm, 78).

Daarom kunnen de djinn het lichaam schade toebrengen en psychische klachten of ziekten veroorzaken. Het zou voor medische deskundigen nuttig zou zijn om te onderzoeken of djinn bepaalde soorten kanker kunnen veroorzaken. Kanker is immers, zoals we weten, een ongecontroleerde groei van ziektecellen in het lichaam, een ‘cellenanarchie’. Waarschijnlijk hebben een groep djinn zich in sommige delen van het lichaam genesteld en vernietigen ze daar de cellenstructuur.

Alhoewel de wetenschappen nog niet het bestaan van onzichtbare wezens aanvaarden en zichzelf beperken tot de materiële wereld, denken we dat het de moeite waard is om de mogelijkheid te overwegen dat kwade geesten een rol spelen in mentale ziektes zoals schizofrenie. Elke dag zijn we getuige van vele gevallen over de hele wereld waarin de patiënten die aan geestesziektes of epilepsie lijden of zelfs aan kanker, kunnen genezen door het opzeggen van bepaalde, bijzondere gebeden.

Dit zijn ernstige gevallen en voorstellen en zouden niet mogen worden verworpen door de genezende krachten toe te kennen aan ‘suggestie’ of ‘autosuggestie’. Als de wetenschappen de dikke schelpen doorbreken waarin ze zichzelf hebben opgesloten en het bestaan aanvaarden van de metafysische sferen en de invloed van metafysische krachten, dan zullen ze in staat zijn om vele obstructies te verwijderen en dan kunnen ze grotere vooruitgang boeken en tegen vergissingen worden beschermd.

Hoe wordt het paradijs beschreven?

Er staan vele verzen in de Koran en er zijn vele overleveringen van profeet Mohammed (vrede zij met hem) waarin het paradijs beschreven wordt. Bijvoorbeeld:

Wees snel in de race voor vergeving van uw Heer en een Tuin, die zo groot is als (de gehele) hemelen en aarde en voor de rechtschapen gereserveerd is. (3:133)

En degenen die geloven en goede daden verrichten, zullen Wij tuinen (het paradijs) doen binnengaan waar doorheen rivieren stromen om er eeuwig te vertoeven… (4:57)

Tijdens een studiebijeenkomst werd profeet Mohammed (vzmh) stil en verdrietig, “…Het paradijs en hellevuur werden zojuist op deze muur voor mij afgebeeld en ik heb nooit iets mooiers (dan het eerste) en afschuwelijkere (dan de tweede) gezien.” Een andere keer is van hem opgetekend dat hij heeft gezegd: “Degenen die het paradijs betreedt (zal zo’n eeuwigdurend) geluk (genieten) dat hij of zij noch wanhopig zal zijn, noch zijn of haar kleren zullen verslijten, noch zijn of haar jeugd zal afnemen.”

Het is belangrijk te vermelden dat deze beschrijvingen van het paradijs slechts verwijzen naar zaken die we kennen, begrijpen en voelen. Het is een soort voorvertoning van een werkelijkheid aan de hand van dingen die we kennen. Anders zou profeet Mohammed (vzmh) ons verteld hebben dat de ervaring van het paradijs onze verbeelding te boven gaat en totaal anders is dan wat we hier op aarde hebben gezien.

Ook de wetten van het bestaan zullen anders zijn in het paradijs. Het oorzaak en gevolg verband waar we in dit universum zo aan gewend zijn, hoeft niet noodzakelijkerwijs in het hiernamaals voortgang te vinden. Zo wordt ons bijvoorbeeld voorgehouden dat alles wat we wensen, zonder zichtbare oorzaak, direct aan ons zal verschijnen. De Koran verhaalt over rivieren die onder ontzagwekkende paleizen door stromen, waarmee haast een situatie zonder zwaartekracht wordt beschreven.

De Profeet (vzmh) vertelt ons dat degenen die in het paradijs terecht komen, de kans zullen krijgen om Allah te zien. Hij heeft gezegd dat een uur in het paradijs beter is dan een duizend jaar als een koning op aarde leven en het een uur lang zien van Allah beter is dan duizend jaar in het paradijs. De Profeet (vzmh) heeft ons daarnaast verteld dat we in het paradijs bij degenen zullen zijn die we liefhebben, gegeven dat zij daar ook zijn.

Hoe heeft de Koran zijn authenticiteit bewaard?

De authenticiteit van de Koran is een historisch feit. Miljoenen kopieën van de Koran in de wereld zijn precies hetzelfde. Niemand kan een kopie van de Koran uit het verleden of heden laten zien, die het kleinste verschil met een andere kopie vertoont. Ten tijde van de Profeet Mohammed (vzmh) werd de Koran op drie verschillende manieren bewaard:

• geschreven verslagen
• systematisch onthouden
• controle mechanisme

Profeet Mohammed, vrede zij met hem, had officiële klerken, waarvan het aantal opliep tot 40. Omdat de Koran in 23 jaar in delen geopenbaard werd en de Profeet, vrede zij met hem, niet wist wanneer hij een nieuwe openbaring zou ontvangen, had hij altijd een schrijver bij zich. Wanneer hij een nieuwe openbaring had ontvangen, droeg Profeet Mohammed, vrede zij met hem, deze aan de schrijver voor, die deze direct noteerde. Vervolgens vroeg hij de schrijver voor te lezen wat hij had opgeschreven, om het te controleren en eventuele fouten te corrigeren. Later werden de geschreven passages van de Koran naar de moskee gebracht, waar ze door anderen uit het hoofd geleerd of gekopieerd konden worden.

Vanaf de begindagen van zijn profeetschap vroeg de Profeet, vrede zij met hem, zijn metgezellen de passages van de Koran die tot dan toe aan hem geopenbaard waren uit het hoofd te leren. Als gevolg daarvan kenden honderden mensen de Koran uit het hoofd.

Toch bestond nog steeds de mogelijkheid dat mensen tijdens het proces van uit het hoofd leren en overschrijven fouten zouden maken. Deze mogelijkheid werd weggenomen door een controle mechanisme van publiekelijke controle van de Koran. Elk jaar reciteerde Profeet Mohammed, vrede zij met hem, tijdens de Ramadan de hele Koran ten overstaan van alle moslims, die op hun beurt hun geschreven kopieën en wat zij uit het hoofd kenden, controleerden. In de laatste Ramadan voor hij stierf, werd deze controle recitatie zelfs tweemaal achter elkaar gedaan.

Binnen het eerste jaar na het overlijden van de Profeet, vrede zij met hem, werd onder voorzitterschap van Zayd bin Sabit, de hoofdschrijver van de Profeet, vrede zij met hem, een comité opgericht, om de verschillende delen van de Koran in boekvorm samen te brengen. Hoewel velen, waaronder Zayd zelf, de Koran uit het hoofd kenden, werd het objectieve criterium van ‘het handhaven van tenminste twee geschreven passages van ieder vers’ toegepast. Dit proces vond publiekelijk (in de moskee) plaats. De volledige Koran kwam dus in deze vroege kritische tijden tot stand.

De traditie van het reciteren van de volledige Koran tijdens de Ramadan en het uit het hoofd leren van de Koran wordt ook vandaag de dag nog in ere gehouden door duizenden, of misschien wel miljoenen moslims die de hele Koran uit het hoofd kennen.

Hoe is de Koran bewaard gebleven?

De Koran, het laatste heilige Schrift van Allah en Zijn Goddelijke boodschap voor de gehele mensheid, werd vers voor vers en hoofdstuk voor hoofdstuk geopenbaard in een periode van 23 jaar. De profeet, vrede zij met hem, droeg de geopenbaarde verzen en hoofdstukken voor aan zijn metgezellen. De metgezellen onthielden het en sommigen schreven het op. Ook had de profeet metgezellen die de taak hadden om de openbaring op te schrijven (de koettaab). Zij waren vooral verantwoordelijk voor het documenteren van de geopenbaarde verzen en de hoofdstukken.

De profeet werd via de aartsengel Djibriel (Gabriël) geïnformeerd over waar de geopenbaarde verzen en de hoofdstukken moesten worden geplaatst, hoe ze geordend moesten worden in de Koran. De profeet beschreef deze informatie aan de Koettaab en zij plaatsten de verzen en hoofdstukken zoals werd beschreven. De gehele Koran werd tijdens het leven van de profeet opgeschreven. Bovendien kwam elke Ramadan naar de profeet en reciteerde de verzen en hoofdstukken vanaf het begin. In de laatste Ramadan, voordat de profeet overleed, kwam opnieuw, en deze keer werd de Koran twee keer gereciteerd. De eerste keer reciteerde en luisterde de profeet, en de tweede keer reciteerde de profeet en luisterde. Zo nam de Koran zijn definitieve vorm.

Echter, tijdens het leven van de profeet was de Koran nog niet in een boekvorm opgeschreven. Het werd verspreid onder de metgezellen als pagina’s en werd onthouden door vele metgezellen. Het was echter wel duidelijk en absoluut bekend welk vers en hoofdstuk waar zou worden geplaatst.

Tot slot, uit noodzaak werd ten tijde van de kalief Abu Bakr een commissie ingesteld van schriftgeleerden van openbaring en krachtige memoriseerders, geleid door Zayd bin Thabit . Deze commissie had de taak om alle verzen en hoofdstukken te verzamelen en uiteindelijk een boekvorm te maken van de Koran. Alle metgezellen kwamen en gaven de pagina’s die ze hadden van de Koran. Als gevolg van het gezamenlijke werk van de memoriseerders en de schriftgeleerden van de openbaring werden de pagina’s, hoofdstukken en verzen geordend zoals beschreven door de profeet. Zo werd de Koran ingericht als een boek, als een ‘Moeshaf’.

Als gevolg daarvan is de Koran vrij van de invloed van vergetelheid geweest, niet verloren gegaan en niet vervalst of veranderd, omdat het precies is geschreven zoals het werd geopenbaard aan de profeet.

Ten tijde van kalief Oethman ibn Affan zijn er meer kopieën gemaakt van dit boek en die werden naar verschillende plaatsen gezonden. De exemplaren van de Koran van nu komen van deze Koran.

Als gevolg van de deugdelijkheid in haar voortbestaan, in tegenstelling tot de andere Heilige Schriften, werd de Koran geschreven in haar geopenbaarde vorm zonder enige vervorming of verandering, en het is tot ons gekomen door 1400 jaar lang zijn authenticiteit te behouden. Het is duidelijk dat de retoriek en welsprekende stijl van de Koran, zijn beknoptheid, het gemak van het onthouden ervan, zonder gelijkenis met de menselijke manier van praten, het feit dat de mensen niet in staat zijn om het te imiteren en het niveau van Zijn welsprekendheid te bereiken, en de maximale zorgvuldigheid in het behoud ervan allemaal een grote rol hebben gespeeld in zijn authenticiteit. Maar de echte reden is dat Allah de Koran in Zijn bescherming nam en dat Hij beloofde het zo te behouden als een wonder tot de Dag des Oordeels. Het volgende wordt vermeld in de Koran: “Voorwaar, Wij hebben deze vermaning (de Koran) nedergezonden en voorzeker Wij zullen er de Waker over zijn.” (Koran 15:09)

Vandaag de dag zijn alle kopieën van de Koran in de hele wereld hetzelfde. Er is geen verschil of verandering. Bovendien kennen miljoenen mensen de hele Koran uit het hoofd en het wordt ook elk moment gereciteerd door miljoenen mensen. Deze eigenschap heeft geen een ander boek, zelfs de andere Heilige Boeken niet. Het is absoluut noodzakelijk dat de Koran, als het definitieve Boek van Allah, deze ongekende status bezit.

Is Mohammed (vzmh) alleen de profeet van de Arabieren?

Er is geen bron of aanwijzing die erop duidt dat het profeetschap van Mohammed, vrede en zegeningen zij met hem, slechts voor Arabieren of zijn tijdgenoten was. Integendeel, alle beschikbare bronnen en aanwijzingen bevestigen dat zijn profetische missie voor alle tijden en wezens bedoeld is. Zelfs zijn eigen leven, gedurende welke hij naar streefde om de islam over de hele wereld te verspreiden, bewijst dat het zo is.

Mensen als Alexander de Grote, de Romeinse keizers, Napoleon, Hitler of de imperialistische veroveraars van Europa, Rusland en Amerika zaten alleen achter een omvangrijke heerschappij omwille van wereldse macht en gezag. Maar toen de Profeet Mohammed, vrede en zegeningen zij met hem, zijn volgelingen de opdracht gaf om de islam over de hele wereld te verkondigen, was het zijn doel om de obstakels uit de weg te ruimen die mensen ervan verhinderden om op aarde en in het Hiernamaals gelukkig te zijn. En het was zijn doel om te voorkomen dat zij (die geschapen zijn als de parels van de schepping, maar tot het allerlaagste kunnen zinken) in het diepste van de hel zouden vallen. En om hen in plaats daarvan in staat te stellen waarden terug te krijgen die ze hadden verloren en de zuiverheid terug te winnen, waarmee ze waren geboren. Als de laatste Boodschapper van Allah, vrede en zegeningen zij met hem, en steeds onder Zijn Leiding en Bevel streefde hij er in zijn leven naar om, voordat het te laat werd voor anderen, het licht van de Islam zover mogelijk te verspreiden, zodat anderen op de hoogte werden gebracht van de Goddelijke Boodschap. En hier slaagde hij zeker in.

Laten wij enkele punten nagaan die de universaliteit van zijn zending aantonen:

1) Terwijl hij zelf nog in Mekka was, stuurde hij sommige Moslims naar Ethiopië (toen Abessinië). Dankzij de inspanningen van deze gelovigen, kregen de Ethiopiërs de kans om de Islam te leren kennen en zich daarbij aan te sluiten.  Het vertrek daarheen van de moslims was voor de buitenwereld een vlucht voor de hevige vervolging door de heidenen. Echter, het feit dat koning Negus en edellieden rond hem zich tot de islam bekeerden, was een van de eerste tekenen van de algemeenheid van het profeetschap van Mohammed, vrede en zegeningen zij met hem.

2) Onder de eerste Moslims bevonden zich Bilal uit Ethiopië, Soehayb uit Rum (Byzantium) en Salman uit Perzië enzovoorts. Ofschoon ze uit verschillende landen kwamen en van verschillende ras waren, zaten ze in de voorste gelederen van de moslims. Bovendien toonde het feit aan dat deze en vele andere niet-Arabieren hogere rang en aanzien werden gegeven dan vele Arabieren, hoe de islam van het begin af aan een universeel perspectief naar voren bracht.

3) Lang voor de verovering van Irak en Perzië berichtte de Profeet, vrede en zegeningen zij met hem, Soeraqa, die de Profeet, vrede en zegeningen zij met hem, achterna zat toen hij van Mekka naar Medina emigreerde, dat hij, Soeraqa, de ringen van Chosroes, zoon van Ormuz, Koning van Perzië (al-Kamil, 2:74) zou dragen. Dit luidt erop dat de Profeet, vrede en zegeningen zij met hem, wist dat de Islam tot in Irak en Perzië gebracht zou worden, en het impliceert dat dat ook moest gebeuren. Dit gebeurde inderdaad en na de verovering droeg Soeraqa inderdaad de ringen van Chosroes.

4) Bij zijn verblijf in het huis van Umm Haram bint Milhan (zijn tante en tevens de vrouw van Oebada bint Samit), sliep de Profeet, vrede en zegeningen zij met hem, voor een korte tijd. Toen hij wakker werd, zei hij met een glimlach: ” Mijn oemma (volgelingen) is aan mij getoond. Ik zag mijn oemma oorlog voeren op de zeeën als koningen zittend op hun tronen” (al-Bidaya wa l-Nihaya, 7:152). Veertig jaar later en vergezeld door haar man stierf Oebada tijdens de veroveringstocht naar Cyprus, waar ze ook werd begraven. Het was zoals eerder een aanwijzing van de Profeet, vrede en zegeningen zij met hem, dat zijn Metgezellen de Goddelijke Boodschap over zee zouden en moesten dragen.

5) Eens vertelde de Profeet, vrede en zegeningen zij met hem, zijn Metgezellen: “Egypte zal na mij veroverd worden. Wees goed en vriendelijk tegenover de mensen ervan. Ga op een vriendelijke manier met hen om, want er is verwantschap en wederzijdse plicht (zimma) tussen jullie en hen” (al-Tabari, 4:228). Zo deelde hij hen mee dat het licht van de Islam nog tijdens hun leven Egypte zou gaan bereiken, en hij vroeg hen om de verwantschap die door zijn huwelijk met Maria de Kopt was opgebouwd, te bewaren.

6) Nog voor de “strijd van Handak” voorspelde hij, terwijl hij de greppels aan het uitgraven was, de verovering van Hira, de van de zuilen van Chosroes’ paleis (de val van de Perzische Heerser) en de inname van Damascus. Zijn voorspellingen kwamen niet lang daarna uit (al-Bidaya wa l-Nihaya, 4:99).

Is het nu wijs om te beweren dat het profeetschap van Mohammed, vrede en zegeningen zij met hem, alleen voor de Arabieren was bedoeld? Vereist een dergelijke bewering niet dat de mensen van Hira, Damascus en Perzië Arabieren waren? Er zijn vele ahadith en verzen uit de Koran die er expliciet op wijzen dat het profeetschap bedoeld was voor alle volkeren en tijden. Hier volgen enkele van die verzen en overleveringen:

1) In een hadith zegt de Profeet, vrede en zegeningen zij met hem:” Elke Boodschapper werd naar zijn eigen volk gezonden. Ik werd naar de hele mensheid gezonden” (Boechari; Jihad, 122). In een andere overlevering wordt het verteld als “naar zwart en wit”. Al-Tabari vertelt een andere hadith die dit bevestigt: “Ik werd naar iedereen gezonden als Genade (rahma) en als profeet. Ik maak mijn missie af. Moge Allah’s Genade over u zijn” (al-Tabari, 2:625).

2) Toen Chosroes’ gezant hem bezocht, zei de Profeet, vrede en zegeningen zij met hem, tegen hem: In de nabije toekomst zal mijn godsdienst en zijn (van de godsdienst) soeverniteit Chosroes’ troon bereiken (al-Kamil, 2:146).

3) Eeuwen geleden, vóór de verovering van Anatolië en Constantinopel voorspelde hij dat de zegevierende legers van de Islam de poorten van Europa zouden bereiken en hij berichtte dat Constantinopel (nu Istanbul) door Moslimhanden veroverd zou worden. Vele pogingen werden gedaan om dat te realiseren en om de aanmoediging in de volgende woorden van de Profeet, vrede en zegeningen zij met hem: “Constantinopel zal veroverd worden. Gezegend zij de commandant, die het zal veroveren en gezegend zij zijn legers” (Ibn Hanbal; Musnad, 4:335). Daar deze stad op zich zelf het symbool was van een omvangrijke heerschappij, richtte de Profeet, vrede en zegeningen zij met hem, dus de aandacht van zijn oemma op het verspreiden van de islam over de hele wereld.

4) De verzen in de Koran die over de missie van de Profeet, vrede en zegeningen zij met hem, gaan, zijn allen helder en behoeven geen uitleg en interpretatie. Ze zeggen onmiskenbaar dat de Goddelijke Openbaring via de Profeet, vrede en zegeningen zij met hem, niet was bedoeld voor een familie, een stam, een ras of een groep mensen, maar voor de hele mensheid. Mohammed, vrede en zegeningen zij met hem, kreeg de opdracht om al het levende te waarschuwen, hetzij Djinns dan wel mensen. Degene die hem en de waarheid die hij bracht afwijzen, zullen het lot der ongelovigen moeten ondergaan. Bijvoorbeeld:

“Het is niets anders dan een maning voor de wezens van de wereld” (Koran, 38:87).

“Dit is slechts een vermaning en een duidelijke verkondiging opdat de levenden mogen worden gewaarschuwd en opdat het oordeel tegen de ongelovigen gerechtvaardigd moge zijn” (Koran, 36:70)

“Wij hebben jou slechts als verblijder en als waarschuwer voor het gehele mensdom gezonden; maar de meeste mensen begrijpen het niet” (Koran, 34:28).

“Zeg: O, mensheid ik ben naar jullie gestuurd als boodschap per van Allah, aan het koninkrijk der hemelen en der aarde toebehoort” (Koran, 7:158).

De Koran vertelt ons uitdrukkelijk dat de vroegere profeten naar een bepaalde gemeenschap of volk waren gezonden en wijst op het verschil tussen hen en de Profeet Mohammed, vrede en zegeningen zij met hem. Bijvoorbeeld:

Wij zonden Noach als boodschapper tot zijn volk en hij zei: “O, mijn volk aanbidt Allah. Gij hebt geen god naast Hem. Jullie hebben geen andere god dan Hem.” (Koran, 7:59).

“En tot het volk van Ad zonden wij hunner broeders Hoed. Hij zei (tegen zijn volk): “O, mijn volk aanbidt Allah. Gij hebt geen god naast Hem.” (Koran, 7:65).

“Naar het volk Thamud zonden we een hunner broeders, Salih. Hij zei: “O, mijn volk, aanbidt Allah. Gij hebt geen ander god naast Hem.” (Koran, 7:73).

“Ook Lot zonden we (als profeet). En Lot, toen hij tot zijn volk zei: “Pleegt gij een gruweldaad zoals niemand ter wereld ooit vóór u pleegde” (Koran, 7:80).

Naar (de zonen van) Medyen zonden we (als profeet) een hunner broeders, Shoe`ayb. Hij zei: “O, mijn volk, aanbidt Allah. Jullie hebben geen andere god dan Hem” (Koran, 7:85).

Bovendien wordt overal waar deze profeten in de Koran vermeld worden, vertelt dat ze werden gerezen uit hun eigen broeders en naar hun eigen volk werden gezonden. Zo vermijdt de Koran dubbelzinnigheid over wie profeet was voor zijn eigen volk en hij die profeet was voor de hele mensheid.

Vanaf de dag dat hij zijn eerste openbaring ontving, werd Mohammed, vrede en zegeningen zij met hem, over de hele wereld gehoord en gerespecteerd. Zijn leer, die een levenswijze was voor de mensen van Marokko tot China en die miljoenen harten over de hele wereld raakte, was en blijft het meest duurzame model voor een evenwichtig en beschaafd leven en maakt de weg vrij voor menselijke ontwikkeling en op elk gebied. Ondanks de wrede en aanhoudende onderdrukking van moslims, de vernieling van hun cultuur en het geven van een verkeerde voorstelling van hun waarden en van hun geschiedenis, blijven de principes en idealen van de islam vers en levendig in de harten van de grote meerderheid van de Moslims overal ter wereld. Men zag dan ook overal op tegen hen, en velen, zelfs niet-Moslims, zijn het erover eens dat de ernstige problemen waarmee de mens oog in oog staat, alleen opgelost kunnen worden door deze principes toe te passen. De voortzetting van de islam, door overwinningen en nederlagen heen, te midden van een grote verscheidenheid aan mensen en talen, culturen en klimaten, is het onomstotelijke bewijs dat de missie van de Profeet, vrede en zegeningen zij met hem, niet bedoeld was voor een bepaalde tijd, maar voor alle mensen en voor alle tijden.

Waarom heeft Allah profeten gestuurd?

Allah heeft geen enkele gemeenschap van wezens geschapen zonder een doel, en hen zonder gids of leider gelaten. Het is onbegrijpelijk dat Allah Almachtig, die de bijen heeft voorzien van een koningin, de mieren van een leider, en die ook de vogels en de vissen leidt, de mensheid zonder Profeten zou laten die hen kunnen leiden tot spirituele, materiële en intellectuele perfectie.

Hoewel de mens in staat is om Allah te vinden door over natuurlijke verschijnselen na te denken, is hij zonder een Profeet niet in staat om het doel van zijn schepping te vinden, vanwaar hij komt, wat zijn uiteindelijke bestemming is in het leven en hoe de Schepper geëerd en geprezen moet worden. De Profeten leren de mensen ook de betekenis van de schepping en de waarheid der dingen en zij ontsluieren de mysteriën achter de historische en de natuurlijke gebeurtenissen. Zonder de Profeten, zou de mensheid niet in staat geweest zijn om enige wetenschappelijke ontwikkeling te bereiken. Want hoewel zij die de evolutionaire benadering hebben aangenomen in het verklaren van historische gebeurtenissen, de neiging hebben om alles toe te schrijven aan toeval en een volledig deterministische evolutie, waren het opnieuw de Profeten die de mensen leidden in intellectuele en daardoor wetenschappelijke verlichting. Om deze reden hebben landbouwers, door de traditie heen, de Profeet Adam als hun eerste meester erkend en de kleermakers de Profeet Enoch. De scheepsbouwers en zeelieden erkennen de Profeet Noah als hun meester, de horloge- en klokkenbouwers erkennen de Profeet Jozef enz. Bovendien, door de wonderen die zij verrichtten, duidden de Profeten de einddoelen aan in de wetenschappelijke en technologische vooruitgangen en moedigden zij de mensen aan deze te verwezenlijken.

Zowel door hun persoonlijk gedrag als door de hemelse religies en Geschriften die zij aan hun tijdgenoten overbrachten, hebben de Profeten ook de mensen geleid om hun aangeboren capaciteiten te ontwikkelen, en leidden zij hen naar het doel van hun schepping. Zonder de Profeten zou de mens, deze vrucht van de boom der schepping, aan de ondergang worden prijsgegeven.

De mens heeft rechtvaardigheid in het sociale leven nodig, net zoals hij de innerlijke vrede nodig heeft in zijn privéleven. Het waren nogmaals de Profeten die de mensen leerden hoe ze de wetten van het leven en de regels voor een perfect sociaal leven, op rechtvaardigheid gebaseerd, moesten ontdekken en volgen.

De Laatste Profeet

Telkens als de mensheid, na de leiding door een Profeet, terug in de duisternis viel, zond Allah nieuwe Profeten om hen opnieuw in het Licht te leiden. Dit ging zo verder tot de komst van de Laatste Profeet, Mohammed, vzmh (vrede zij met hem). De reden dat Mozes en Jezus, vzmh, werden gestuurd, vergt dat de Profeet Mohammed, vzmh, na hen zou worden gestuurd. Omdat het echter niet langer nodig was om na Mohammed, vzmh, opnieuw een Profeet te sturen, werd hij de laatste en doorheen zijn Profeetschap werd de functie ervan ‘verzegeld’. Door zekere sociologische en historische feiten, die hier niet uitgelegd worden omdat ze te uitgebreid zijn, werd de Profeet Mohammed, vzmh, naar de héle mensheid gestuurd, niet naar een bepaald volk. Hij werd immers ‘als een zegen voor alle werelden’ gestuurd. Daarom is een Moeslim, een volgeling van de Profeet Mohammed, vzmh, ook een volgeling van alle voorgaande Profeten en gelooft hij in hen, zonder enig onderscheid te maken tussen deze Profeten.

‘De Boodschapper gelooft in wat zijn Heer hem heeft toegezonden en de gelovigen doen dit ook. Zij allen geloven in Allah en in Zijn engelen, Zijn Schriften en Zijn Boodschappers. ‘Wij maken geen onderscheid tussen enige van Zijn Boodschappers’ en zij zeggen: ‘Wij horen en gehoorzamen. Ken ons uw Vergeving toe, onze Heer, Gij zijt ons reisdoel.’ (Al- Baqarah, 2:285)

Daarom is de Boodschap van Mohammed, vzmh, de religie der Islam, die hij van Allah heeft ontvangen en naar mensen heeft overgebracht: universeel en alomvattend naar tijd en ruimte.

Het is hier niet mogelijk om het Profeetschap te beschrijven en te vertellen welke verhalen er allemaal over de Profeten de ronde doen. Hierdoor geloven wij dat, als wij onze aandacht toespitsen op het Profeetschap van de Zegel der Profeten, Mohammed, vzmh, die ons vertelde over de andere Profeten en Goddelijke Schriften, en ons de Heer liet kennen: wij meteen ook die andere Profeten kennen en hun Profeetschap wordt bewezen.

Geloof in Allah is de bron van het geluk. Door de Laatste Profeet, vzmh, te volgen, de Laatste Boodschapper van Allah, vzmh, zullen wij in beide werelden welvarend zijn. Als de mensheid verlangd om gered te worden van verstikking en ellende in alle levensgebieden en zowel intellectuele, spirituele en materiële perfectie te bereiken, dan moeten zij met heel hun hart geloven dat Mohammed, vzmh, de Boodschapper van Allah is en zijn leiding in dit leven volgen.

Moet men alle profeten aanvaarden?

Wanneer het over profeten gaat, neemt elke religie een ander standpunt in. Zo erkent het jodendom vele profeten, onder wie Noach, Abraham, Jozef, Mozes, David, Salomon, maar Jezus en Mohammed niet, terwijl het christendom alle profeten, behalve Mohammed (moge vrede met hen allen zijn) erkent.

Moslims erkennen alle door Allah gezonden profeten, of hun namen nu bekend zijn of niet. Deze erkenning omvat alle in de Bijbel genoemde profeten, onder wie natuurlijk Jezus (Iesa) (vzmh). Daarnaast erkennen moslims alle eerdere openbaringen van Allah, zoals die tot Ibrahiem (Abraham), Moesa (Mozes), Dawoed (David), Iesa (Jezus) en Mohammed gekomen zijn. Men kan alleen een moslim zijn wanneer men alle door Allah gezonden profeten erkent. Hier staat een duidelijk vers over in de Koran:

“De boodschapper Mohammed gelooft in wat hem door zijn Heer is gezonden en zo ook de gelovigen. Ieder van hen gelooft in Allah, Zijn Engelen, Zijn geschriften en Zijn boodschappers; (zij zeggen) wij maken geen onderscheid tussen de verschillende boodschappers; en zij zeggen: wij horen en gehoorzamen. Wij zoeken Uw vergeving (vergeving van Allah) onze Heer en tot U is de wederkeer van ons allen.” (2:285)

Hoewel in ieder heilig boek geschreven staat dat Allah door de geschiedenis heen, vele profeten heeft gezonden, blijken mensen de neiging te hebben om de profeet die later gezonden wordt dan de profeet die de religie die zij aanhangen/vertegenwoordigt, niet te erkennen. Waarom zou Allah indien nodig geen nieuwe profeet sturen, behalve wanneer Hij in een openbaring zelf zegt dat Hij geen andere profeet meer zal sturen?

Het bestaan van profeten is een noodzakelijkheid. Met Zijn oneindige Kennis en Macht schiep en ordende Allah het universum in volmaakte harmonie. De verstandverbijsterende details, de subtiele onderlinge samenwerking van alle delen der schepping en de grootschaligheid van het hele bestaan laten zien dat Degene Die dit alles geschapen heeft, over oneindige Kennis moet beschikken. Het is volkomen normaal dat iemand met kennis van zaken spreekt wanneer zich kwesties op zijn of haar kennisgebied, of op het gebied waarvoor hij of zij verantwoordelijk voor is, voordoen.

Aangezien Allah Almachtig verantwoordelijk is voor Zijn gehele schepping, zal Hij zeer zeker spreken. Wanneer Allah spreekt, zal Hij met zekerheid tegen bewuste wezens spreken, die zelf ook kunnen spreken. Allah zal zich tot de mens richten, omdat van de bewuste schepping, de mens de meest volledige en uitgebalanceerde samenstelling, vermogens en eigenschappen bezit. Onder de mensen, zal Hij zich zeer zeker richten tot degene die een dergelijke Goddelijke conversatie het meest waardig is, en degene die de meest volmaakte samenstelling en vermogens bezit om de Goddelijke boodschap te vertegenwoordigen. Hij zal zeer zeker de gouden generaties van profeten uitkiezen.

In de geschiedenis van de mensheid zijn met passende tussenpozen duizenden profeten naar alle volkeren gezonden. Profeten zijn de speciale afgezanten van Allah op Aarde en de goddelijke oorsprong van hun benoeming wordt met bewijs ondersteund. Aangezien het Allah is die profeten benoemt, verwacht Hij van Zijn schepping, de mensheid, dat deze hen allen, zonder uitzondering accepteert. In plaats van deze blindelings af te wijzen, is het onze plicht om de claim van profeetschap te onderzoeken en verifiëren.

Met wie zijn de kinderen van Adam en Eva getrouwd?

In de Koran vermeldt Allah: “O Mens, vreest jullie Heer Die jullie schiep uit één enkel ziel (en die) daaruit zijn echtgenote schiep en uit hen beide vele mannen en vrouwen deed voorkomen.” (4/1)

Hieruit leren we dat Adam en Eva vele kinderen hebben gekregen, dus niet alleen maar zonen. Of iets haram of halal is bepaalt Allah. In de Koran lezen we dat Allah het slachten van een kameel heeft verboden aan het volk van Salieh. Kameel was dus haram voor hen. (7:73; 7:77) Ook lezen we dat Allah voor de joden alle dieren met ongesplitste hoeven haram waren. Ook de vetten van koeien en schapen was voor hun haram. (6:146) Eva baarde telkens een tweeling, een jongen en een meisje. Toen deze volwassen werden gingen ze kruiselings met elkaar trouwen. Dus een tweeling trouwde met een andere tweeling. Dit was alleen halal voor de kinderen van Adam. De kleinkinderen van Adam trouwden met neefjes en nichtjes. (Ibni-Djerier At tabarani; Kastallani 4-320)

Hoe was de onderwijsmethode van de profeet Mohammed (vzmh)?

We weten dat een leerling niet van een les houdt, als hij/zij niet van de leraar houdt. Een goede onderwijzer dient daarom van zichzelf/haarzelf te laten houden, een glimlach op het gezicht te hebben en positief te zijn. Kortom: een leraar dient zich over te geven aan zijn beroep en aan de leerlingen.

Onze nobele profeet Mohammed (vrede zij met hem) heeft zich zelf toegewijd aan zijn missie. Alle aspecten die een onderwijzer dient te hebben, waren bij hem extra aanwezig.

Psychologen stellen dat de manier waarom woorden worden overgebracht, belangrijker is dan de woorden zelf. Volgens onderzoeken bestaat communicatie tussen mensen voor 7% uit woorden, 38% uit de toon van de stem en 55% mimiek en lichaamstaal. (Albert Mehrabian)

Als onze lichaamstaal onze tong tegenspreekt, dan hebben onze woorden weinig kracht. Daarom dienen we de juiste lichaamstaal te gebruiken en dienen we de meest effectieve methodes te kiezen. Een woord dat uit het hart komt, zal het hart van de ander bereiken. Een woord dat uit de lippen komt, zal niet verder dan de oren komen. We dienen in de ogen te kijken, maar de harten aan te spreken.

De nobele profeet is de meest effectieve spreker aller tijden. Hij kende de wegen die naar het hart gingen. Daarom werd hij de Geliefde van de harten. Hij liet eerst van zichzelf houden, en gebruikte daarna bewoordingen die effect hadden op anderen en ze lieten denken.

1. Hij overtuigde je, gaf je hoop en gaf je goed nieuws.

Islam is een religie van imaan (geloof) en hoop. Als een mens niet gelooft dat datgene wat hij wil doen realiseerbaar en mooi is, dan zal hij geen poging ondernemen. De belangrijkste kracht die een mens motiveert is geloof. In de islam is imân dan ook de allerbelangrijkste kwestie.

De nobele profeet (vrede zij met hem) gaf continu hoop en goed nieuws aan de mensen. Hij vertelde dat de islam je de hemel zou brengen, je van de hel zou redden en bovenal je zal brengen naar de Barmhartigheid van Allah. Tijdens de moeilijkste tijden gaf hij hoop en kondigde hij blije tijden aan.

Tijdens de slag van de loopgraven waren de vijanden met duizenden en waren de moslims met weinigen en hadden ze het heel erg moeilijk. Op dat moment wilden ze hulp van de nobele profeet om een kei te breken. De profeet sloeg meerdere malen op de kei en kondigde de veroveringen van Damascus, Iran en Jemen aan. (Ahmet B. Hanbal, Moesnad) Ja! In zo een moeilijke tijd kwam deze aankondiging.

2. Hij (vrede zij met hem) beloonde goede handelingen en waardeerde het.

Goed gevonden en gewaardeerd worden, is een handeling die mensen erg belangrijk vinden. De mens die een sociaal wezen is, wil respect en waardering krijgen. Dit gevoel is bij kinderen nog belangrijker. Kinderen worden blij als ze door ouderen worden gewaardeerd. Wat zij goed of fout doen leiden ze af van de waardering van de ouderen.

Toen Ibn Abbas water had klaargelegd voor de nobele profeet zodat hij zijn wassing ermee kon verrichten, vroeg de profeet: “wie heeft dit klaargelegd?” Toen hij erachter kwam dat dit Ibn Abbas was, deed hij een dua voor hem: “O Allah verhoog zijn begrip van de religie.” (Sahih Moeslim, 4526)

3. Door vragen te stellen wekte hij interesse.

Om aandacht en interesse te vestigen op zijn onderwerp, stelde de nobele profeet vragen.

Hij vroeg een keer aan zijn metgezellen: “Wie is een moslim, weten jullie dat?”

Zij zeiden: Allah en Zijn boodschapper weten het beter.

Nadat hij de aandacht had zei hij: “De moslim is degene voor wiens tong en hand de moslims veilig zijn.”. (Sahih Boechari en Moeslim)

De nobele profeet wekte interesse en kreeg aandacht, doordat hij vragen stelde en motiveerde de luisteraar en vertelde vervolgens wat hij wilde vertellen.

Een mens leert niet snel iets waarin hij niet is geïnteresseerd. Op lange termijn dit onthouden is zelfs nog moeilijker. Daarom dienen onderwijzers middels vragen de luisteraars te motiveren.

4. Wat hij wilde vertellen, spreidde hij in tijd uit. Hij vertelde het geleidelijk.

In het heelal heb je de regel van geleidelijkheid. Alles wordt met de tijd rijper. Een plant groeit met de tijd en wordt een boom en vervolgens geeft het fruit.

Dit geldt ook voor de innerlijke dimensies van de mens en de ontwikkeling van het menselijke karakter. De geest en het verstand hebben behoefte aan tijd.

Voor de islam was het bijvoorbeeld verplicht om op twee tijden te bidden: ochtend en avond. (Soera Hoed 114, Soera Taaha 12)

Nadat Allah de moslims liet wennen aan het gebed en hun zielen ervoor voorbereidde, heeft Hij het gebed op 5 tijden (per dag) verplicht. (Soera Bakara 238, Qoertoebi: Al-Jami’ li Ahkam al-Koran)

Ook bij het verbieden van alcohol is de methode van geleidelijkheid gebruikt. Eerst werd verteld dat de nadelen van alcohol veel meer waren dan de voordelen en dat je niet mag bidden wanneer je dronken bent. Zo werd het verboden om tijdens gebedstijden alcohol te drinken. Later werd alcohol in zijn geheel verboden.

5. Hij (vrede zij met hem) vertelde middels voorbeelden.

Het geven van voorbeelden is één van de beste onderwijsmethode. Verhalen en voorbeelden blijven beter in het hoofd van het kind. Zo gaf de nobele profeet een mooi voorbeeld bij het vertellen over het belang van het gebed. Vrij vertaald:

“Wat zouden jullie zeggen? Als iemand een waterval voor zijn deur had en de eigenaar zou hier vijf maal per dag in baden, zou er nog iets van zijn vuil overblijven?”

De aanwezigen zeiden: “Nee, er zou geen vuil overblijven.”

Hierop zei de nobele profeet (vrede zij met hem):

“Vijf maal per dag bidden is net als dit. Met dit wist Allah de zondes.” (Sahih Bukhari, mawakid 6 en Tirmidhi, adab 80)

Geloof in de Profeten

De vierde voorwaarde van het geloof is te geloven in de profeten. De profeten waren aparte en uitzonderlijke personen, die door Allah, de Allerhoogste en Waarachtige, werden uitverkozen om zijn bevelen, voorschriften, verboden en Goede tijdingen te ontvangen en over te brengen aan Zijn dienaren. Voorts waren de profeten als afgezanten van Allah gezonden om de mensen te bewegen zich af te keren van dwalingen zoals het toekennen van deelgenoten aan Allah de Allerhoogste, of het aanbidden van afgoden.

Zij kregen de opdracht om de oprechte gelovigen te leiden naar ware vrede en geluk, zowel in deze wereld als in het Hiernamaals. Omdat het menselijk verstand niet voldoende is om meteen zelf de ware weg tot redding en zegen te vinden, zond Allah profeten om Zijn Wil en Wet bekend te maken, met het doel Zijn dienaren te helpen in hun zoektocht naar vrede en geluk. De profeten werden hiertoe ondersteund door Allâh met buitengewone wonderen, die nooit eerder waren gezien of gehoord.

Dingen die gewoonlijk voor onmogelijk worden gehouden, werden gemakkelijk uitgevoerd door de goedgunstigheid en toestemming van Allah. De eerste mens en de eerste profeet was Adam (a.s). In tegenstelling tot de bewering vanuit de traditie van bepaalde natuurwetenschappers, dat de mens van apen zouden afstammen (de evolutietheorie), kan men de afkomst van de mens natrekken tot Adam(a.s.). Dit wordt tegenwoordig bevestigd door de toonaangevende kant van het natuurwetenschappelijk onderzoek, waardoor hereniging van de religieuze en wetenschappelijke leer mogelijk is. Zonder twijfel moet men weten dat wij niet afstammen van apen, maar van Adam (a.s.) (Adam) en Hawwâ (Eva), die zuiver en puur vanuit het paradijs als mens op de aarde waren geplaatst.

De namen van de profeten die in de heilige Koran zijn vermeld

Van de eerste profeet Adam (a.s) tot en met de laatste Mohammed (vzmh) zijn er volgens een overlevering 124000 profeten door Allah aangesteld. Volgens een andere overlevering benoemde hij er 224000.

Hiervan worden er slechts 28 in de heilige Koran benoemd. De namen van de profeten die in de Heilige Koran zijn vermeld en waarvan de kennis verplicht is, zijn:

01) Âdem (Adam) 15) Haroên (Aaron)

02) Idries ( Henoch) 16) Dawoêd (David)

03) Noêh (Noah) 17) Soeleymaan (Salomon)

04) Hoêd (Heber) 18) Joênoes (Jona(s))

05) Sâlih (Methusalem) 19) Ilyâs (Elia)

06) Ibrâhîm (Abraham) 20) Elyesa (Elisa)

07) Loêt (Lot) 21) Dzoel Kifl (Jesaja)

08) Isma‘iel (Ismaël) 22) Zakariyya (Zacharia)

09) Is’hâq (Isaac) 23) Yahyâ (Johannes)

10) Ya‘qoêb (Jacob) 24) ‘Isâ (Jezus)

11) Yoêsoef (Jozef) 25) ‘Oezair (Ezra) *

12) Ayyoêb (Job) 26) Loqmaan *

13) Sjoe‘aib (Jethro) 27) Dzoel Qarnain *

14) Moêsâ (Mozes) 28) MOHAMMED (vzmh)

*) Er wordt gezegd dat deze drie personen geen Profeten zouden zijn, maar heiligen