heilige boeken

HEILIGE BOEKEN

Waarover geeft de Koran informatie?

De Koran gebiedt: Er is niets dat nat of droog is, of het staat in een geopenbaard Boek (6:59). De Koran omvat alles, maar niet in dezelfde mate, in de vorm van zaden, kerndeeltjes, samenvattingen, principes of tekens. Dingen zijn expliciet, impliciet, zinspelen ergens op, zijn vaag of suggestief. Elke vorm wordt gebruikt om aan de doelen van de Koran en de vereisten van de context te voldoen.

De Koran heeft vier hoofddoeleinden: het Bestaan en de Eenheid van God aan de mensen tonen en in hun hoofden en harten planten, Profeetschap, lichamelijke wederopstanding en het aanbidden van God en gerechtigheid. Om deze doelen te verwezenlijken, richt de Koran onze aandacht op de werken van God in het universum, Zijn niet te evenaren kunst die door de schepping wordt uitgedragen, de manifestaties van Zijn Namen en Eigenschappen en de prachtige, volmaakte orde en harmonie van het bestaan. Zij legt uit hoe wij de Schepper kunnen aanbidden en behagen, verhaalt herhaaldelijk over het andere leven en legt uit hoe we eeuwig geluk kunnen verwerven en gered kunnen worden van eeuwige straf. Zij vermeldt bepaalde historische gebeurtenissen en legt de regels van persoonlijk en sociaal goed gedrag, zeden en de beginselen voor een gelukkig, harmonieus sociaal leven, vast. Tevens bericht zij over belangrijke gebeurtenissen in de toekomst, met name die voor het eind der tijden plaats zullen vinden. Deze nemen een bijzondere plaats in: in zowel de Koran als de Profetische vertellingen.

De Koran is het laatste Goddelijke Boek en de Profeet Mohammed zijn laatste Profeet. Beiden verhalen derhalve over alle tijden, plaatsen en begripsniveau’s. Daar het overgrote deel van de mensen altijd een “gemiddeld” begripsniveau heeft, bezigen de Koran en de Profeet de gepaste stijl en taal om hen naar de waarheid en basisdoelen van de Koran te leiden. Om die reden komen symbolen, metaforen, allegorieёn, vergelijkingen en verhalen die uitleg behoeven, vrij veel voor. Degenen die goed zijn toegerust met kennis (3:7) weten hoe zij de Koran en de Profetische Overleveringen dienen te benaderen en tot hun voordeel kunnen benutten.

Een andere reden dat de Koran zich niet uitsluitend op toekomstige gebeurtenissen richt, is dat religie het toetsen en testen van het individu voor ogen heeft, zodat verlichte en minderwaardige zielen van elkaar gescheiden kunnen worden. Net zoals ruw gesteente verhit wordt om diamanten en steenkool, goud en aarde van elkaar te scheiden, testen Goddelijke verplichtingen bewuste wezens en laten zij hen wedijveren om zo het waardevolle “erts” in de “mijn” van het menselijk potentieel van het “afval” te scheiden.

Wat vertelt de soera al Fatiha ons?

Het hoofdstuk ‘Fatiha’ bestaat uit 7 verzen en is geopenbaard vóór de Hidjra, de Emigratie. Deze soera is de eerste soera, die in één keer is geopenbaard. Omdat deze soera de eerste soera van de Koran is, betekent het woord “fatiha”, ‘de opening’, of ‘het begin’. Hiernaast heeft het nog een twintigtal andere namen. Deze soera wordt ook “Soera-tul-salat” genoemd, omdat het verplicht is bij elk verplicht dagelijks gebed deze te reciteren. Andere namen zijn; “ Wafiye” en “Kafiye”, wat zo goed betekent als ‘ genoegzaam’, ‘op zichzelf genoegzaam’ en omdat het een samenvatting is van de Koran, heet het ook wel “Oemmoel Kitaab”, of “Al-Esaas”, ‘de moeder van Het Boek’, ‘de oorspronkelijke’.

De hoofdonderwerpen van de Koran zijn:

1. De “Tawheed”, Het één zijn van God. Er is maar één God, Allah. Het verwerpen van alle soorten afgoderij, letterlijk en figuurlijk.

2. Het profeetschap, de profeten.

3. Het hiernamaals, het leven na de dood.

4. De aanbidding, de goede weg, het rechte pad binnen de grenzen van rechtvaardigheid.

De soera verwijst duidelijk naar deze principes. Om deze reden is deze soera een vruchtbare samenvatting van de Koran en de kern van aanbidding in de islam.

“Rahman” is één van Zijn Schone Namen en is tevens een eigenschap van Allah (swt). “Rahman” betekent dat Hij ongeacht gelovig of ongelovig alle schepsels voorziet van wat zij nodig hebben. Hij is tevens “Rahiem”, wat inhoudt dat Allah in het Hiernamaals de gelovigen met barmhartigheid zal behandelen.

Betekenis van de verzen uit Al-Fatiha:

1. In naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle.

2. Alle lof zij (aan) Allah, de Heer van de Werelden,

3. De Barmhartige, de Genadevolle,

4. Meester van de Dag van het Oordeel.

5. U alleen aanbidden wij en U alleen smeken wij om hulp.

6. Leid ons op het rechte pad,

7. Het pad van hen die U begunstigde, niet (het pad) van hen op wie toorn rust en niet dat van de dwalenden.

Allah heeft Fatiha in tweeën gesplitst, een deel voor Zichzelf en een deel voor Zijn dienaar. De dienaar doet een smeekbede en Allah zal hetgene (waar de dienaar om heeft gevraagd) geven.” (Hadith)

Allah, leert Zijn dienaren, de mensen, hoe zij zich tot Hem dienen te wenden en hoe zij dienen te bidden. Eerst wordt Zijn naam genoemd en verheerlijkt, zo wordt nabijheid tot Hem beoogd. Hierna wordt benadrukt dat alle aanbidding alléén aan Hem toebehoort en men alléén van Hem hulp dient te vragen en alléén van Hem hulp dient te verwachten. Hierna wordt de belangrijkste wens geuit; laat ons de weg volgen van Uw dienaren, die U gehoorzaam zijn en Uw weg volgen.

Aan het eind wordt ‘amen’ geroepen, opdat de smeekbede hopelijk aangehoord zal worden (al naar gelang de intense bedoeling van de aanbidder).

Geloof in de boeken

 

De derde voorwaarde van het geloof (Al-Îmaan) is te geloven in de geopenbaarde heilige Schriften.

Allâh, de Waarachtige, heeft van tijd tot tijd Zijn wensen, Zijn geboden en verboden aan de hand van Heilige Boeken aan zijn schepselen onthuld via Zijn Profeten. Deze Heilige Geschriften worden gezamenlijk de goddelijke boeken genoemd.

Het totale aantal van deze boeken en kleinere verzamelingen van geschriften die aan de Profeten werden geopenbaard door overbrenging van Djibriel (Gabriël) (a.s.) bedraagt 104.

De geschriften (as-Soehoef)

Het totale aantal geschriften die werden geopenbaard is 100:

a) 10 pagina’s aan Âdem (Adam) (a.s.)

b) 50 pagina’s aan Sjitt (Seth) (a.s.)

c) 30 pagina’s aan Idries (Henoch) (a.s.)

d) 10 pagina’s aan Ibrâhîm (Abraham) (a.s.)

De boeken (al-Koetoeb)

De vier boeken, ieder met de profeet die het ontving, zijn vermeld in volgorde van openbaring:

1. Taurât (De Thora) aan Moesâ (Mozes) (a.s.)

2. Zaboêr (De psalmen) aan Dawoed (David) (a.s.)

3. Indjiel (Het Evangelie) aan ‘Iesâ (Jezus) (a.s.)

4. Koran aan de profeet Mohammed (vzmh)

Welke voorspellingen doet de Koran?

Normaal gesproken kan niemand nauwkeurig weten wat in de toekomst zal gebeuren, zelfs niet enkele minuten later. Wetenschappers zijn niet eens zeker over natuurlijke gebeurtenissen die plaatsvinden volgens ‘deterministische’ wetten. Zij geven tegenwoordig toe dat zij niet met zekerheid kunnen zeggen dat de wereld in dezelfde toestand zal blijven als waarin hij nu is. Sociologen en geschiedkundigen hebben gesproken over historische wetten waarvan zij beweren dat die op feiten zijn gebaseerd of op de ‘vloed der geschiedenis’. De geschiedenis zelf heeft echter bijna al deze wetten tegengesproken en aanhangers van het ‘historicisme’ en zij die de voorkeur geven aan het concept van voortdurende vooruitgang in de geschiedenis, zoals Marx, Fichte, Hegel Herder en anderen, deden dit ook.

De kennis van de toekomst ligt alleen bij God Almachtig. Hij kan nochtans wie Hij wil begunstigen met een deel van deze kennis. Als een mens overtuigd is van de juistheid van het nieuws dat hij over de toekomst brengt, dan kan hij alleen een Boodschapper van God zijn.

De Profeet Mohammed, vrede zij met hem, maakte vele voorspellingen over de toekomst en de geschiedenis heeft hem niet tegengesproken. Zoals de informatie die hij gaf over het verleden, kunnen zijn voorspellingen over de toekomst ook gevonden worden in de Koran en in de boeken der Traditie.

Voorbeelden van het nieuws dat de Koran geeft over de toekomst

1. De Byzantijnse en Perzische Rijken waren de supermachten van hun tijd. Het was tijdens deze jaren dat de gelovigen, weinig in aantal, wrede vervolgingen ondergingen in Mekka en dat de Perzen een zware nederlaag toebrachten aan de Byzantijnen. Door hun grote overwinningen veroverden zij Aleppo, Antiochie en de belangrijkste Syrische gebieden, ook waaronder Damascus. Zij veroverden Jeruzalem in 614-615. De christenen werden uitgemoord en hun kerken verbrand. De Perzische veroveringsbeweging richtte zich naar op Egypte en reikte zelfs zover als Tripoli in Noord-Afrika. Een ander Perzisch leger vernielde Klein-Azie en geraakte zelfs tot de poorten van Constantinopel, de Byzantijnse hoofdstad. De heidenen van Mekka juichten dit toe en verdubbelden hun terreur en vervolgingen tegen de Profeet, vrede zij met hem, wiens Boodschap een vernieuwing was van de Boodschap die Jezus preekte in Palestina. De volgende Koran verzen, die net in die periode werden geopenbaard, vermelden de nabije overwinning van de Byzantijnen over de Perzen:

‘Alif Lam Mim. De Romeinen werden verslagen in een nabijgelegen land maar zij zullen, nà hun nederlaag een overwinning boeken, binnen 9 jaar (opm: Bid’a, gebruikt in de originele tekst van dit vers, duidt 3 tot 9 aan) Aan God is de beslissing bij beide gevechten en op die dag zullen gelovigen zich verheugen, met de hulp van God. Hij helpt wie Hij wil, te overwinnen. Hij is de Al-Machtige, de Al-Genadevolle.’ (Al-Rum, 30:1-5)

Niemand kon in die periode een dergelijke voorspelling maken. Maar de Profeet, vrede zij met hem, bracht deze Goddelijke Openbaringen over op zijn volgelingen. Zij bevestigden hun vertrouwen in hem zonder twijfel en Abu Bakr wedde met de Mekkaanse polytheisten dat de Romeinen binnen de voorspelde 9 jaar een overwinning zouden boeken. De Byzantijnse keizer Heraclius viel de Perzen oorspronkelijk op zee aan in 622, het jaar der Hijra, en dreef hen op de vlucht na beslissende gevechten in drie opeenvolgende veldtochten. Zijn overwinningen vonden plaats in dezelfde periode als de overwinning van Badr van de moslims over de Mekkanse polytheïsten. De verzen die hier dus werden vermeld bevatten dus 2 voorspellingen die beide binnen de voorspelde 9 jaar uitkwamen.

2. Het was slechts 6 jaar nadat de Profeet, vrede zij met hem, was uitgeweken naar Medina, dat hij naar Mekka ging voor een kleine pelgrimstocht. De Mekkanen hielden hem nochtans tegen bij Hudaybiya en na onderhandelingen werd een vredesverdrag gesloten. Sommige artikels van dit verdrag werden op weerstand onthaald door de gelovigen; maar de Koran verzen die werden geopenbaard na het afsluiten van dit verdrag, beschreven het als een duidelijke overwinning en gaven de gelovigen de beslissende goede melding, die als volgt luidt:

‘Waarlijk, God vervulde het visioen van Zijn boodschapper: Gij zult zeker de Heilige Moskee binnentreden in volledige veiligheid, als God dit wil. Gij zult uw hoofden laten scheren, uw haar inkorten en zult niets hoeven te vrezen. Hij weet wat gij niet weet en Hij heeft u behalve dit, een nabije overwinning toegekend. Het is Hij Die Zijn Boodschapper met leiding heeft gezonden en zijn religie der waarheid, die Hij mag laten zegevieren over alle andere religies. God volstaat als getuige.’ (Al-Fath, 48: 27-28)

Eén jaar later konden de Moslims de kleine pelgrimstocht uitvoeren en het jaar daarop veroverden zij Mekka. Bovendien is de islam overheersend geweest over alle andere religies, gedurende eeuwen en als God het wil zal de islam een wereldwijde superioriteit verwerven in de nabije toekomst.

3. In het oude Egypte had de Farao de gewoonte om de kinderen van Israel te martelen. God zond Mozes naar hem met de opdracht om hem uit te nodigen om in de Ene God te geloven en de Israëlieten toe te staan om Egypte te verlaten met Mozes. De Farao weigerde dit en de strijd tussen hem en Mozes duurde lang. Op een nacht nochtans, slaagde Mozes erin om met zijn volk naar de grens te reizen. Toen Farao echter van deze ontsnappingspoging vernam, maakte hij zich klaar om hem te achtervolgen. Toen Mozes de Rode Zee bereikte, raakte hij deze aan met zijn staf en voor hem openden zich over de hele breedte der zee. Farao trachtte hem te volgen maar werd samen met zijn leger door de zee opgeslokt. Terwijl deze gebeurtenis door de Koran wordt vermeld, maakt deze ook een zeer interessante voorspelling:

‘Vandaag zullen Wij uw lichaam bewaren zodat dit voor u een teken moge zijn voor uw nakomelingen. Nochtans slaan de meeste mensen geen acht op Onze Tekens.’ (Yunus, 10: 92)

Het dode lichaam van Farao werd later drijvend teruggevonden op de westelijke oever van het Sinai schiereiland. De plaatselijke bewoners kunnen u deze plek nog steeds aanwijzen, het heet nu ‘Jabal Firawn’ of de heuvel van Farao. Enkele mijlen van deze heuvel verwijderd, is er een heetwaterbron, genaamd: Hammam Firawn of het Bad van Farao.

4. Een aanzienlijk deel van de Koran gaat over de gebeurtenissen van de Laatste Dag. De Koran beschrijft hoe de wereld zal worden vernield en heropgebouwd zal worden en hoe de doden zullen verrijzen, verzameld op de Plaats van Bijeenkomst en na beoordeeld te zijn, zullen ze worden geleid naar ofwel de Hel ofwel het Paradijs. De Koran geeft ook een duidelijke beschrijving van het Paradijs en de Hel en het leven in elk daarvan.

KENNISMAKING MET DE HEILIGE BOEKEN

2H1 Kennismaking met de heilige boeken (presentatie)

U kunt de presentatie online bezichtigen of downloaden en via PowerPoint er gebruik van maken. Bij een download zal de presentatie vlotter verlopen en zullen alle animaties werken. Verder zijn de video’s uit de onderstaande presentatie gehaald. Anders werd het bestand te groot. Geïnteresseerden in een ‘PowerPoint presentatie met video’ kunnen het formulier op pagina ‘contact’ invullen.