geven

Wat houdt het voorkeur geven aan de anderen in de Islam in?

De voorkeur aan anderen geven boven jezelf, betekent volgens de moralisten, het voorrang geven aan de gemeenschappelijke belangen van de gemeenschap over het eigen belang; volgens de spirituelen, houdt het in dat men zichzelf toewijdt aan de levens van anderen, in vergetelheid van alle eigen zorgen. Het is zelfopoffering in het belang van anderen.

Het tegenovergestelde is gierigheid en egoïsme die voortvloeien uit hebzucht en gehechtheid aan deze wereld. Zowel gierigheid als egoïsme worden beschouwd als redenen voor distantiëring van de Schepper, de schepsels, en het Paradijs. Terwijl gierigheid voortkomt uit hebzucht en gehechtheid aan de wereld, vloeien vrijgevigheid, welwillendheid en perfecte goedheid voort uit altruïsme.

Vrijgevigheid betekent dat gelovigen een deel van hun bezittingen aan anderen geven zonder enige onrust in het hart te voelen. Welwillendheid betekent het afhankelijk maken van het eigen geluk aan de hand van het geluk van anderen, en meer dan dat, namelijk het welzijn van anderen plaatsen boven het eigen geluk. Wat perfecte goedheid of uitstekendheid (Ihsan) betreft, betekent dit dat men de voorkeur aan anderen geeft, zelfs wanneer men zelf behoeftig is. De Koran verwijst naar dergelijke uitmuntendheid of de hoogste mate van altruïsme in dit vers (59: 9):

Zij verlenen hun voorrang boven zichzelf, zelfs indien ze zelf behoeftig zijn. Degenen die zichzelf beschermen tegen de gierigheid van hun ego. Diegenen, zij zijn welslagenden.

Altruïsme (voorkeur geven aan anderen) is waardevol wanneer men het vrij kan bereiken en volgen; het heeft geen waarde als men ertoe wordt gedwongen of als men een dergelijke handeling niet uit eigen vrije wil uitvoert.

De vrijgevigheid en welwillendheid die voortvloeien uit en die dimensies zijn van altruïsme hebben de volgende niveaus:

– Het opofferen van je ziel in Gods weg (voor de zaak van Allah), dus in het belang van geloof en voor het welzijn van de gelovigen en de samenleving, wordt beschouwd als de hoogste graad van nobelheid.

– In staat zijn, als het nodig is, om af te zien van een (terechte) aanspraak op leiderschap of soortgelijke hoge positie voor het welzijn en de eenheid van de samenleving, wordt gezien als altruïsme die een stap onder de eerste graad is.

– De voorkeur geven aan de (economische) welzijn van anderen boven de eigen welzijn, is een derde graad van nobelheid.

– Het toestaan van anderen om te profiteren van jouw kennis en ideeën, zonder er iets voor terug te verwachten, is een deugd, maar niet zo nobel als de voorgaande.

– Het geven aan anderen uit de eigen inkomen –dit bevat tevens de voorgeschreven en vrijwillige aalmoezen (zakaat en sadaqa).

– Warmte tonen, zacht spreken met vriendelijke woorden, nuttig zijn voor anderen, en het betrokken zijn bij verschillende instanties die goed doen. Dit zijn voorbeelden van altruïsme die bijna iedereen kan nastreven in elke situatie.

De eerste van deze niveaus van vrijgevigheid en welwillendheid is een diepe en fundamentele dimensie van altruïsme die niet iedereen kan bereiken. Maulana Jami ‘, de auteur van Baharistan (Het Land van Lente), drukt het als volgt uit:

Het is makkelijk om vrijgevigheid te tonen met goud en zilver. Zij die het meeste respect verdienen zijn zij die vrijgevig zijn met de ziel.

Bepaalde karakteristieken en niveaus van altruïsten zijn:

– Het aanbieden van voedsel en het voeden van anderen ten koste van de eigen honger en dorst, en jezelf negeren ten behoeve van de anderen, op voorwaarde dat de rechten van niemand wordt geschonden. Dit is een deugdzame karakteristiek van oprecht vrome, ‘heilige’ mensen.

– Ondanks alle tegenslagen, het besteden van de gunsten van Allah (God) in Zijn weg en puur voor Zijn welbehagen. Dit dient op zodanige manier te gebeuren dat de besteder zelfs vergeet dat hij het heeft besteedt op de weg van Allah. Deze deugd is vooral voor mensen die ‘dicht’ bij Allah staan, en die veel meer plezier ervaren in het geven dan te ontvangen.

– Alle prestaties toekennen aan Allah (God), zonder een aandeel in jezelf te zien, zonder er iets voor terug te verwachten, zelfs in de vorm van spirituele genoegens. Alles wat men doet moet in godsnaam zijn, door altijd bewust te zijn van Hem en door jezelf te ervaren als een schaduw van het licht van Zijn bestaan.

Deze laatste is de houding en handeling van zij die het dichtst bij Allah (God) staan, zoals in de eerste plaats de edelste van de mensheid en de grootste van alle tijden en plaatsen, Profeet Mohammed (vzmh). Zijn hemelvaart is een blijk van toekenning van de hoogste eer als een beloning voor zijn onophoudelijke inspanningen voor een perfecte kennis van God. Zijn terugkeer van de rijken voorbij de hemelen om weer onder de mensen te zijn in deze wereld is zo’n grote mate van altruïsme die niemand anders ooit heeft kunnen bereiken. Hij die het Paradijs zag en hij die zijn tranen liet vallen in de kuilen van de hel voor de redding van de mensheid is een blijk van de groots mogelijke vorm van altruïsme.

Mag men de voorkeur geven aan bepaalde mensen bij het uitnodigen tot het goede pad?

Profeet Mohammed, vrede zij met hem, was op een dag aan de vooraanstaande personen van Mekka de islam aan het verkondigen. Terwijl de profeet aan het vertellen was kwam er een blinde man genaamd Ibn Umm Maktum naar hem toe en zei: “O boodschapper van Allah! Vertel mij de dingen die Allah jou heeft geleerd; lees mij de Koran voor”. Omdat de profeet op dat moment bezig was de islam te vertellen aan de vooraanstaande personen van Mekka negeerde hij dit verzoek. De profeet ging door met zijn gesprek. De blinde man herhaalde zijn verzoek.

De profeet was er niet van gediend dat hij telkens werd onderbroken terwijl hij een belangrijk gesprek met de vooraanstaande personen van Mekka had. Hij negeerde de blinde man opnieuw. Ibn Umm Maktum kon immers elk moment bij hem langskomen, maar de vooraanstaanden van Mekka weer bij elkaar verzamelen zou moeilijk zijn en als zij moslim zouden worden en hun vijandschap zouden verlaten zou heel Quraish de islam accepteren.De blinde man bleef zijn verzoek echter vastbesloten herhalen totdat de profeet zijn gesprek met de vooraanstaanden niet kon voortzetten.

De profeet stoorde zich aan de situatie. Hij fronste en draaide zijn rug om naar de blinde man om verder te gaan met zijn gesprek. Nadat de profeet klaar was met zijn gesprek met de vooraanstaanden, werd de Soera Abasa geopenbaard. In de verzen werd Profeet Mohammed door Allah vermaand voor zijn gedrag en werd ook uitgelegd waarom. De verzen die over de blinde man gaan zijn het volgende:

1. Hij (de profeet) fronste (zijn voorhoofd) en wendde zich af.

2. Omdat er een blinde man tot hem kwam.

3. (Mens) wat weet gij? Misschien wilde hij zich laten louteren.

4. Of hij kon om raad komen, en die raad zou hem van nut kunnen zijn.

5. Maar aan hem, die onverschillig is

6. Schenkt gij uw aandacht,

7. Hoewel gij er niet voor aansprakelijk zijt als hij zich niet loutert.

8. Maar hij die zich tot u haast,

9. En Allah vreest,

10. Voor hem zijt gij onverschillig.

11. Neen! Voorwaar, het is een vermaning.

12. Dus, wie het wil, laat hem er lering uit trekken.

(De Koran 80: 1-12)Met deze verzen maakte Allah duidelijk dat iedereen volgens de islam gelijk moest worden behandeld. Sociale of economische status, geslacht of uiterlijk maakten voor de islam niets uit. De islam is er voor iedereen. Een arm en zwak persoon kan in de ogen van Allah meer waard zijn dan de machtigste en rijkste persoon op aarde. Naar aanleiding van deze vermaning zette Profeet Mohammed de uitnodiging naar de islam dienovereenkomstig voort. Hij kreeg ook een speciale interesse in de blinde man, Ibn Umm Maktum. De profeet gaf Ibn Umm Maktum later zelfs administratieve taken. Zo wees de profeet hem in totaal maar liefst 13 keer aan als plaatsvervanger in Medina, toen hij op reis ging.

Mag een moslim rijk zijn?

Rijk worden is toegestaan en voor elk moslim zijn de wegen die er op een halal wijze naartoe leiden open. Er is echter geen reden om je ziel te laten lijden door middel van stress of vijandigheid jegens je bezit wanneer de verwachte uitkomst van je inspanningen niet behaald wordt. Rust vind je door tevredenheid over hetgeen wat voor jou is voorbestemd. Dat rijkdom geluk brengt is betwijfelend, maar dat ontevredenheid je rust verstoort staat vast.

Om niet in een toestand van stress en onrust te belanden, hoort er op een islamitische wijze gekeken te worden naar bezit en hoort er op een islamitische wijze gebruik van gemaakt te worden. Het recht op individuele heerschappij is toegestaan mits het op een toegestane (halal) wijze wordt verkregen. Alle soorten rechtschending zijn verboden.

Ook vallen primaire behoeftes, zoals zuurstof of water, niet onder een individuele heerschappij. De zakât (armenbelasting) behoort tot één van de vijf zuilen en het geven van aalmoezen en giften zijn herhaaldelijk geadviseerd.

In een overlevering zegt Profeet Mohammed (vrede zij met hem): “Als ik zoveel bezittingen had als het Oehoed gebergte, dan zou ik die allemaal op pad van Allah spenderen. Na mijn overlijden, zou mijn geweten het niet aanvaarden om een twaalfde dirhem achter te laten.”

En het aller belangrijkst: “Eet, drink, maar verspil niet. Want Hij houdt niet van degenen die verspillen.” (Koran, 7:31)

Als een rijke deze regels accuraat volgt, dan is het een weldoener en levert een positieve bijdrage aan de maatschappij. Houdt hij zich niet aan deze regels, dan houdt hij zichzelf voor de gek en zet zijn eeuwige leven op het spel.

Bezittingen kunnen halal zijn en verkregen zijn op een toegestane wijze. Een verwerver van dergelijke bezittingen valt onder de mededeling van de volgende overlevering: “Een eerlijke en vrome handelaar zal zich op de dag des oordeels bevinden tussen de loyalen (Siddiqien) en martelaren (Shoeheda).”

Of bezittingen zijn haram en verkregen op een verboden wijze door middel van onrecht. Dit valt onder de mededeling van de geleerde Djalaladdin Roemi: “Bezittingen van tirannen zien er van afstand aantrekkelijk uit, maar in werkelijkheid bestaan die uit het bloed van onschuldige slachtoffers waar aansprakelijkheid op rust.”

Een persoon die slechts bezig is met zijn eigen werk, heeft geen reden om ergens jaloers op te zijn.

Waarom is zakât belangrijk?

* Zakât (armenbelasting) is het machtsevenwicht in eigendom. Noch elimineert het de eigendom van de eigenaar noch wordt het allemaal aan de eigenaar overgelaten, zodat de armen niets wordt ontnomen. Het verdeelt het eigendom tussen de armen en de rijken op basis van bepaalde tarieven.

* Zakât is een soort van sociale zekerheid en verzekering. Enkele doelstellingen van zakât zijn om de behoeftige mensen te helpen, om zwakke mensen zoals de armen, hen die schulden hebben en de reizigers die hun bestemming niet kunnen bereiken, te ondersteunen. Alles wat een persoon versterkt, maakt hem vervolgens economisch sterker en zo versterkt men de eigen zijn materiële en geestelijke middelen, en tevens versterkt dit de gemeenschap.

* Zakât is een verzekering die alle klassen, die behoeftes hebben met betrekking tot hun lichaam, geest en ethiek, dekt. De eerste fundamenten van de moderne sociale zekerheid werden gelegd in 1941. Vertegenwoordigers uit het Verenigd Koninkrijk en de VS kwamen bijeen voor het verdrag van de Atlantische Oceaan in 1941 en besloten tot de oprichting van een sociale zekerheidsorganisatie voor particulieren. Echter, de islam introduceerde de organisatie van zakât 14 eeuwen geleden al.

* Zakât elimineert de kloven en verschillen tussen de rijken en de armen in de samenleving. Het verkleint de afstand tussen klassen en geeft de gelegenheid tot de vorming van de middenklasse. De toename van het aantal burgers uit de middenklasse zal de markt op een positieve manier beïnvloeden. Het eigendom is niet slechts in de handen van één klasse; de koopkracht van de armen zal ook toenemen. Niet alleen de rijken, maar ook een groot deel van de samenleving zal in staat zijn om aan hun behoeften te voldoen en kan comfortabel te leven in de samenleving. Vers 7 van hoofdstuk 59 van de Koran verbiedt het dat het eigendom alleen onder de rijken circuleert. Dit kan alleen worden tegengegaan door middel van zakât.

* Zakât voorkomt dat geld wordt opgepot; het leidt tot investeringen. Het geld zal afnemen als het niet in de handel wordt gebruikt. De eigenaar zal het geld investeren om te voorkomen dat het vermindert, en hij zal proberen om het te laten toenemen.

* Zakât maakt een sociaal evenwicht mogelijk. Allah de Almachtige heeft Zijn dienaren verschillend geschapen in zowel hun karakters als hun levensstandaard. Sommigen van hen zijn rijk, sommigen zijn arm en sommigen zijn iets daar tussen. Het volgende wordt vermeld in een vers:

“En Allah heeft sommigen uwer boven anderen in levensonderhoud bevoorrecht.’’ (Koran, 16:71)

Het is onmogelijk voor iedereen om hetzelfde bedrag aan inkomsten te hebben, want er zijn verschillende taken en banen in de samenleving die van elkaar verschillen in termen van verantwoordelijkheden en arbeidsomstandigheden. Als sommige taken en beroepen worden verwaarloosd, zal dat onherstelbare schade aan de samenleving veroorzaken. Als alle taken dezelfde salarissen zouden verschaffen, zou niemand de moeilijkere banen willen invullen. Dat zou er toe leiden dat de banen die met meer verantwoordelijkheid belast zijn, worden genegeerd en het systeem in de samenleving zal dan ook verbroken worden.

Daarom is het een noodzaak voor mensen om te verschillen in termen van inkomen en levensstandaard. Echter, een brug is noodzakelijk om te voorkomen dat dit verschil een kloof veroorzaakt. Deze brug is de zakât.

* Zakât verbindt de individuen van een gemeenschap. Zakât verbindt de individuen, omdat het een soort van maatschappelijke solidariteit is. De rijken zullen gevoelens van liefde, mededogen en barmhartigheid voor de armen ontwikkelen. De armen zullen gevoelens van gehoorzaamheid, respect en werken met zorgvuldigheid ontwikkelen tegenover de rijken. De gevoelens van jaloezie, vijandschap en afgunst zullen worden gesust en zelfs worden geëlimineerd. De rijken zullen de armen niet onderdrukken en verplichtingen opleggen; de armen zullen geen gevoelens van nederigheid, slavernij, wrok en vijandschap tegenover de rijken ontwikkelen.

* Zakât onthoudt individuen van gevoelens van wrok en haat en van medewerking met de vijanden van de maatschappij. Als de rijken niet voldoen aan de behoeften van de armen, zal dat de armen vanwege noodzaak en financiële moeilijkheden dwingen tot slechte daden, zoals stelen, beroven of vermoorden.

* Zakât is een deur naar investeringen en een geweldig initiatief voor ontwikkeling. Zakât heeft zowel sociale als economische aspecten. Daarom is het een initiatief voor ontwikkeling.

* Het verschil tussen de rijken en armen heeft altijd een strijd veroorzaakt tussen klassen, die openlijk of in het geheim sinds het bestaan van het sociale leven al aan de gang is – de revoluties en bloedige rellen in de geschiedenis zijn de uitingen van deze strijd, dat is de strijd van “jij bezit, ik bezit niet”. De islam introduceerde de instellingen van zakât, sadaqah (liefdadigheid/aalmoezen) en stichtingen om de bestaande strijd te kalmeren, maar ook om zijn volgelingen te trainen om geduld en tevredenheid tegenover het lot te hebben. Noch de trots van rijkdom, noch de jaloezie veroorzaakt door armoede, wordt geconstateerd onder de gelovigen die getraind zijn op deze manier.

Wat betekent sadaqa djariyyah (voortdurende liefdadigheid)?

Onze profeet Mohammed, vrede en zegeningen zij met hem, heeft vermeld dat de daden ophouden na het overlijden behalve als men Sadaqa djariyyah heeft gegeven. (Dârimi, Moeqaddime, 46).

Sadaqa djariyyah is een sadaqa (liefdadigheid/aalmoes) die gegeven is aan een langdurige liefdadigheidsproject die nog voort zal bestaan na de dood van degene die daaraan heeft bijgedragen. Zoals bijdrage leveren aan een moskee, ziekenhuis, scholen. Omdat mensen nog steeds gebruik zullen gaan maken van die instellingen zal degene die heeft bijgedragen aan sadaqa djariyyah ook na zijn dood de beloning van zijn goede daden ontvangen insja’Allah.

Wat is het verschil tussen zakat en sadaqa al-fitr

De tweede belangrijke plicht van dienaarschap aan God is zakat. Gods Boodschapper, vrede en zegeningen zij met hem, die het gebed als de steunpilaar van de Islam bestempelt, beschrijft zakat als de brug ervan (Canan, ibid, 6:346). Zakat brengt namelijk niet alleen de sociale klassen dichter bij elkaar en vult niet alleen de gaten er tussen en tussen de leden ervan op, maar stopt ook de vorming van dergelijke gaten.

Zakat betekent zuiverheid en groei. De Koran noemt het zakat (of voorgeschreven aalmoes), omdat het rijkdom en de gehechtheid van mensen aan rijkdom zuivert en ervoor zorgt dat zowel de rijkdom als moslims in zuiverheid en oprechtheid kunnen groeien:

(O Boodschapper,) neem (verplichte of vrijwillige) aalmoezen van hun rijkdom, zodat je hen daarmee zult reinigen en hen in zuiverheid en oprechtheid kunt laten groeien, en bid voor hen. Voorwaar, uw gebed is een geruststelling voor hen. God is Alhorend, Alwetend (9:103)

Rekening houdend met de aard ervan, vormt zakat een van de vijf zuilen van de Islam. In vers 82 van de Koran wordt het met het gebed (salat) geassocieerd. God, de Verhevene, heeft het in Zijn Boek (de koran) verplicht gesteld, Zijn Boodschapper, vrede en zegeningen zij met hem, heeft het door middel van zijn soenna bevestigd en de moslimgemeenschap heeft het door consensus in stand gehouden. Ibn ‘Abbas heeft opgetekend dat toen de Profeet, vrede en zegeningen zij met hem, Mu’adh ibn Jabal naar Jemen stuurde, hij tegen hem zei:

Je gaat naar een volk dat een Volk van het Boek is. Nodig hen uit de shahada te accepteren: dat er geen godheid buiten God is en ik Zijn Boodschapper ben. Indien zij dit aannemen en bevestigen, vertel hen dan dat God, de Glorieuze, hen vijf gebeden tijdens de dag en nacht heeft opgelegd. Indien zij dat aannemen, vertel hen dan dat Hij sadaqa (dat wil zeggen zakat) heeft opgelegd over hun bezittingen, die van de rijke van de (moslim)gemeenschap genomen zal worden en onder de armen verdeeld. Als zij dat aannemen, onthoudt je er dan van je hand te leggen op de beste van hun goederen en vrees de roep van de onderdrukten, want er is niets tussen dat en God. (Bukhari, “Zakat,” 1:41; Muslim, “Iman,” 31)

Vele verzen roepen moslims op zakat te betalen en verbieden hen rijkdom op te potten. Bijvoorbeeld:

De gelovigen, zowel mannen als vrouwen, zijn elkaars beschermers, vertrouwelingen en helpers. Zij gebieden en promoten wat goed is en verbieden en proberen het kwaad te voorkomen. Zij verrichten het gebed volgens de regels ervan en betalen de volledige zakat (voorgeschreven zuiverende aalmoes). Zij gehoorzamen God en Zijn Boodschapper altijd. Dit zijn degenen die zich onderscheiden en die God met genade zal behandelen. Voorzeker, is God de Alom Geëerde, met onweerstaanbare macht, de Alwijze (9:71)

Breng degene die goud en zilver oppot en niet op de manier van God uitgeeft (om Zijn zaak te verheffen en de armen en behoeftigen te helpen: o Boodschapper), de blijde boodschap van een pijnlijke straf (9:34)

Sadaqa al-fitr (de liefdadigheid van het breken van de vasten)

Sadaqa al-fitr dient betaald te worden door elke moslim, die voldoende bezit om in zijn basisbehoeften te voorzien en daar bovenop een waarde van 600 gram aan zilver bezit. Een moslim dient aan het einde van de Ramadan voor zichzelf, zijn vrouw, zijn kinderen en bedienden te betalen, om degenen die vasten te zuiveren, ze te beschermen tegen ongepast gedrag of ongepaste woorden en de armen en behoeftige te helpen. Het wordt gegeven vóór het ‘Ied gebed op de ‘Ied (religieuze feest) dag. Degene die vergeet te betalen of op dat moment wegens een geldige reden niet kan betalen, dient te betalen wanneer men er aan denkt of wanneer het excuus om niet te betalen, is opgeheven.

Oorspronkelijk werd de sadaqat al-fitr berekend op basis van en betaald met tarwe, gerst, dadels en gedroogde druiven. De hoeveelheid die betaald moet worden, dient echter voldoende te zijn voor de gemiddelde dagelijkse voedselinname van één persoon. Het kan zowel op de hierboven genoemde manier betaald worden, als door middel van de geldelijke waarde.

Welke vormen van liefdadigheid zijn er in de islam?

In de islam kent men liefdadigheid (sadaqah) de hoogst mogelijke waarde toe. Daarbij kan men denken aan het doen van goede dingen voor de medemens, vriendelijk zijn tegen dieren, het vermijden van slechte daden en met de woorden van Profeet Mohammed, vrede zij met hem, kan zelfs een glimlach een vorm van liefdadigheid zijn. De Koran voegt daar nog aan toe: “Als u openlijk aan liefdadigheid doet is dat goed, als u het echter verborgen houdt en aan de armen geeft, is dat beter voor u.” (2:271).

Naast bovengenoemde vrijwillige vormen van liefdadigheid, verplicht de islam moslims tot het betalen van de verplichte zakât of zuiverende aalmoezen. Hier zijn vijf voorwaarden aan verbonden. Als iemand daar aan voldoet, behoort hij tot degenen voor wie het betalen van de zakât verplicht is.

Allereerst dient de donateur het volledige eigendom te hebben over het bezit waar zakât over betaald moet worden. Ten tweede dient het bezit in waarde toe te nemen (of in ieder geval het vermogen daartoe te hebben). Ten derde dient het bezit de op dat specifieke bezit van toepassing zijnde minimum grenswaarde overschreden te hebben. Ten vierde dient het bezit buiten de menselijke basis benodigdheden van het bestaan te vallen en als laatste dient het bezit minimaal een jaar in eigendom van de persoon in kwestie te zijn.

De zakât wordt dus alleen over ‘overtollig’ bezit betaald. Wanneer het om geld gaat, bedraagt de zakât 2,5 %. Nadat de zakât door de autoriteiten van een liefdadigheidsorganisatie geïnd is, mag de zakât alleen nog maar aan bepaalde groepen mensen, zoals de armen, behoeftigen, mensen met schulden of reizigers in nood (Koran 9:60), gegeven worden. Mensen kunnen er ook voor kiezen om de zakât zelf aan rechtmatige goede doelen te geven.

Fitr is ook een vorm van verplichte liefdadigheid en wordt aan het einde van de Ramadan en voor het Ied oel-Fitr gebed (het gebed op de dag van Ramadanfeest) betaald. Dit waarborgt dat alle leden van de gemeenschap van de feestdagen kunnen genieten, zonder zich zorgen te hoeven maken over al dan niet genoeg te eten te hebben. Door een stevige brug te slaan tussen het rijke en het arme deel van het sociale spectrum, is liefdadigheid in de islam, heilzaam voor zowel de ontvangers, de donateurs als de gehele gemeenschap. De armen en behoeftigen worden goed verzorgd, de rijken voelen de bevrediging dat zij iets goeds voor hun medemens hebben gedaan en de gemeenschap behoudt een beter evenwicht wat de verdeling van welvaart betreft.

De gevers worden door de Koran nog grotere beloningen in het vooruitzicht gesteld: “Maar degenen onder hen die over gedegen kennis beschikken en de gelovigen geloven in wat aan u geopenbaard is en wat voor u geopenbaard is. En vooral degenen die regelmatig bidden en regelmatig liefdadigheid (zakât) betrachten en in God en de Laatste Dag geloven; hen zullen Wij spoedig rijkelijk belonen” (4:162), wat zeer waarschijnlijk naar de beloning van het paradijs verwijst.

Wenst de islam een maatschappelijke evenwicht?

Om een sociaal evenwicht en sociale orde in stand te houden, worden extremen vermeden in de Islam. Om die reden staat men dan ook afkeurend tegenover monopolie en moordende concurrentiestrijd. De essentie van de Islam is gerechtigheid voor iedereen. Daardoor kunnen mensen een goed en gelukkig leven leiden en worden tegelijkertijd de band van menselijke broederschap en het sociale stelsel versterkt.

Het tegenwoordig overheersende sociale stelsel in de meeste moslimlanden heeft niets met de Islam te maken. Op veel plaatsen verkeren de armen in verschrikkelijke en onderdrukkende omstandigheden en is er sprake van toenemende corruptie, armoede en nood. Slechts een klein aantal mensen heeft aanzienlijke rijkdom verworven en geniet aldus de talloze voordelen en genoegens des levens, terwijl de meerderheid nog geen twee maaltijden per dag heeft. Een Islamitische sociale orde legt de nadruk op eenvoud en soberheid, zonder uiterlijk vertoon. De Boodschapper (vzmh) streefde ernaar een brug te slaan tussen de rijken en de armen, de hogeren en de lageren. Aangezien de Islam naar een evenwichtig leven streeft, dat het evenwicht van sociale krachten vertegenwoordigd, pleitte hij voor een samenleving waarin geen sprake was van uitbuiting van de ene groep door een andere.

Door toepassing van Islamitische principes kan het vermogen van de mensheid zo optimaal mogelijk ontwikkeld worden. Het hoogst mogelijke niveau van beschaving, dat het maximaal haalbare welzijn omvat, is zonder spirituele en morele ontwikkeling niet haalbaar. Alle Islamitische principes, die van Goddelijke oorsprong zijn, zijn volmaakt en absoluut. Daarom is de Islamitische benadering rechtvaardig, natuurlijk, menselijk en volkomen evenwichtig en redelijk.