geest

Hoe moeten we ons de geest voorstellen?

Alhoewel de wetenschap nog niet klaar is om dit te aanvaarden, zijn er behalve de onderverdelingen in de wereld, zoals de werelden der planten, dieren en menselijke wezens en de wereld der djinn, vele andere werelden in het universum, de ene in de andere begrepen, boven de andere of de andere omvattend. Van deze werelden is het de zichtbare, materiële wereld waarin we leven en die zich aan onze zintuigen voorschotelt. Van de kleinste deeltjes tot de sterrennevels, is deze wereld de sfeer waar God Almachtig leven geeft, koestert, vernieuwt en laat sterven. Wetenschappen houden zichzelf bezig met de verschijnselen in deze wereld.

Boven de zichtbare, materiële wereld is er de immateriële wereld van de Goddelijke Wetten of Geboden. Om enige kennis van deze wereld te hebben, kunnen we bijvoorbeeld beschouwen hoe een boek of een boom of een menselijk wezen ontstaat. Het belangrijkste deel van het bestaan van een boek is de betekenis ervan. Zonder dit gegeven is het onmogelijk voor een boek om te worden gemaakt, ongeacht de hoeveelheid papier en de kwaliteit van de drukpers. Een tweede voorbeeld gaat over de kracht die een zaadje aanzet om te ontkiemen in de aarde en uit te groeien tot een boom. Dit gebeurt door de gave van de essentie van het leven en de wetten der kieming en de groei, die aan dit zaadje zijn geschonken. We kunnen zelfs met het blote oog de ontkieming van een zaadje en de verdere ontwikkeling tot een boom waarnemen. Maar de essentie van het leven en de wetten der groei en der kieming zijn noodzakelijk om de geboorte en de groei van een nieuw levend wezen te verzekeren, zelfs al zijn deze onzichtbaar of onwaarneembaar. Anders zouden er geen planten in de wereld zijn.

Op een gelijkwaardige manier, is het lichaam van een vrouw elke maand door menstruatie, voorbereid om te worden bevrucht. Dit proces wordt voorgeschreven door een biologische wet. Van miljoenen mannelijke zaadcellen die zich in het lichaam van de vrouw begeven, is er één die de eicel bereikt en deze bevrucht. Daarna stopt de menstruatie tot de geboorte. Ook dit proces wordt door een (andere) biologische wet geregeld. De ontwikkeling van het embryo in een nieuw individu, met vele tussenstappen, is een derde proces, geregeld door alweer een andere biologische of embryonale wet. Dit proces wordt in de Koran zeer uitdrukkelijk beschreven: ‘Mens!, Wij schiepen uit een essentiële vorm van klei. Dan hebben we hem als een druppel zaad in een rustplaats gezet, stevig bevestigd. Dan hebben we dit zaad, sperma, in een weefsel van samengeklonterd bloed omgevormd en maakten hier een klomp (embryo) uit. Dit voorzagen we van beenderen en bekleedden deze met spieren en vlees. Tenslotte ontwikkelden we dit tot een nieuw, onderscheiden en individueel, wezen. (Soera al Moe’minoen 23, 12-14)

Dit proces gebeurt, volgens de beschrijving in de Koran, binnen drie sluiers van duisternis: ‘Hij schiep u in de lichamen van uw moeders, in verschillende stappen, één na één, in drie sluiers van duisternis.’ (al-Zumar, S39, A6)

Deze drie sluiers zijn de buikholte, het lichaam en het membraan of vlies. Het zijn de bestanddelen van de membranen der foetus of de drie gebieden van de ‘decidua’: decidua basalis, decidua capsularis en de decidua parietalis. Eigenlijk bespreken de Verzen elk van deze betekenissen.

We besluiten het bestaan van al deze wetten uit bijna ongewijzigde herhalingen van al deze processen. Op dezelfde manier, door het observeren van de natuurlijke verschijnselen rondom ons, besluiten we ook dat er nog vele andere wetten bestaan zoals de aantrekkingswet en de afstotingswet, en het bevriezen en het verdampen van water.

Daarom is de geest een wet, die zoals alle andere, voorkomt uit de wereld der Goddelijke Wetten en Geboden. Nochtans, in tegenstelling met al de andere wetten, is de menselijke geest een levende, bewuste wet. Het vers: ‘Zeg! de geest komt uit het Bevel van mijn Heer’ (al-Isra’ S17, A85) stelt dat de geest uit de wereld der Goddelijke Bevelen komt, niet uit de zichtbare, materiële wereld.

Indien de geest, van leven en bewustzijn werd ontdaan, dan zou het een wet worden. Als anderzijds de wetten, van leven en bewustzijn werden voorzien, dan zouden zij elk een geest worden.

Hoe verhoudt de geest zich tot de materiele wereld?

Dieren hebben geen begrip van tijd. In overeenstemming met de oorspronkelijke natuur die God aan hen heeft toegewezen, leven zij alleen in het heden en voelen noch de pijn van het verleden noch de angst voor de toekomst. De mens daarentegen is diep beïnvloedt door de pijn van voorbije gebeurtenissen en tegenslagen en is ongerust over de toekomst, omdat zijn geest een bewust en voelend geheel is.

De geest is nooit tevreden met deze sterfelijke, voorbijvliegende wereld. Al de menselijke verworvenheden van wereldse dingen zoals geld, hoge posities en de bevrediging van alle wereldse verlangens samen, volstaan niet om de geest gelukkig te maken. Z laten integendeel de ontevredenheid en de rusteloosheid (verder) toenemen. De geest rust slechts door het geloof in God en her vereren en herinneren van Hem.

De mens voelt een sterk verlangen naar oneindigheid. Dit kan niet uit de fysische dimensie van het menselijk bestaan voortkomen. Want in dit opzicht is de mens sterfelijk, en het gevoel van oneindigheid en het verlangen ernaar kan niet uit dit sterfelijk bestaan komen. Dit gevoel of verlangen ontstaat eerder uit de eeuwigheiddimensie van het menselijk bestaan en het is zijn geest die deze dimensie omvat. Het is de geest die de mens doet zuchten: ‘Ik ben sterfelijk maar ik verlang niet naar wat sterfelijk is, ik ben machteloos maar ik verlang niet naar wat machteloos is. Wat ik verlang is een eeuwige geliefde, die me nooit zal verlaten, en ik verlang naar een eeuwige wereld.’

De geest vestigt zijn verbinding met de materiële wereld doorheen het lichaam.

De geest is een eenvoudig geheel dat uit de wereld der Goddelijke Bevelen komt. Om in de materiële wereld tot uiting en werking te kunnen komen, heeft het materiële vormen nodig. Het lichaam kan zelf niet in verbinding komen met de wereld der symbolen en immateriële vormen. De geest kan geen enkel contact tot stand brengen met deze wereld zonder de bemiddeling van het hart, het brein en andere organen en ledematen van het lichaam.

De geest functioneert dus doorheen alle zenuwen, cellen en andere elementen van het lichaam. Als er daarom iets mis loopt met een systeem of een orgaan in het lichaam, is de relatie van de geest met het orgaan in kwestie verbroken en kan de geest het niet langer bevelen. Indien het gebrek of de ‘ziekte’ die de breuk veroorzaakt, groot genoeg is om de verbinding met het hele lichaam te veroorzaken, treedt de dood in.

Sommige abrupte, willekeurige bewegingen van handen en vingers zijn het resultaat van het activeren van bepaalde delen van de hersenen. Deze bewegingen zijn zoals verwarde, betekenisloze geluiden die voorkomen door het willekeurig aan toetsen van een pianoklavier. Of beter gezegd: deze bewegingen zijn een automatisch antwoord van het lichaam op elke stimulans die voorkomt uit de automatische werking van het lichaam. Daarom heeft het lichaam een geest nodig die samenhangend is en een vrije wil heeft, om betekenisvolle bewegingen te maken.

Alhoewel psychoanalysen, zoals die van Freud, andere verklaringen trachtten te geven, kan van dromen niet worden gezegd dat ze bestaan uit verdraaide uitingen van het onbewuste zelf. Bijna iedereen heeft verschillende dromen gehad die nieuws uit de toekomst brachten en die waar gebleken zijn. Bovendien zijn er vele wetenschappelijke en technologische ontdekkingen geweest die gebeurden als gevolg van ‘ware’ dromen. Dus, zoals we later zullen bespreken, duidt de droom op een bestaan van een deel van de mens dat op verschillende manieren kan worden waargenomen terwijl de mens slaapt. Dit deel is de geest.

Alhoewel de geest ziet met de ogen, ruikt met de neus, hoort met de oren enz., is er een aanzienlijk aantal voorbeelden van mensen die het vermogen toonden om te zien met hun vingers of met de tip van hun neus en te ruiken met hun hielen.

Waarmee wordt de geest gelukkig?

God heeft aan elk schepsel een bijzondere ‘natuur’ gegeven: ‘Alles wat zich in de hemelen en de aarde bevindt, onderwerpt zich aan Hem, vrijwillig of niet en zal naar Hem terugkeren.’ (Al’ Imran, S3, A83)

‘Geprezen zij de Naam van uw Heer, de Hoogste, Die alle dingen heeft geschapen en hen goed heeft gevormd. Die aan elk van hen een bepaalde vorm heeft toegewezen en een bepaalde manier om hun bestemmingen te volgen en te bereiken. Zij werden geleid.’ (al-A’la, S87, A1-3)

Alles wat in het universum bestaat, het menselijk lichaam inbegrepen, handelt in overeenstemming met de ‘oorspronkelijke natuur’ die de Almachtige God eraan heeft toegewezen. Daarom kunnen we een strikt determinisme waarnemen in de werking van het universum. Wat we de ‘natuurlijke wetten’ noemen, zijn de namen die we geven aan de uitvoeringen of de kenmerken van de oorspronkelijke natuur die God voor alle schepsels heeft vastgelegd.

De oorspronkelijke natuur der dingen ‘bedriegt’ niet. God heeft bijvoorbeeld voor de aarde bepaald om rond zichzelf en rond de zon te draaien, en daarom gebeurt dit ook voortdurend. Een zaadje zegt in de taal van zijn wezen en oorspronkelijke natuur: ‘Ik zal in de aarde kiemen, in de juiste omgeving en tot een plant uitgroeien.’ Dit voert het ook uit. Water verklaart dat het zal bevriezen bij 0° C en zal koken bij 100°C, dit doet het ook.

Op dezelfde manier zal het menselijk bewustzijn, zolang het gezond blijft, niet liegen. Als het niet wordt afgeleid door het lichamelijke ego van de mens of diens verlangens, voelt het diep in zich, het bestaan van God en vindt de vrede in geloof en eredienst aan Hem. Op die manier is het de geest die leiding geeft en bevelen opdraagt aan het bewustzijn en het geweten van een mens, en ook aan zijn andere capaciteiten. De geest zoekt de wereld waaruit het is gekomen en verlangt naar zijn Schepper. Tenzij het wordt overdonderd door zonden en dwaling, zal de geest de Schepper vinden en in Hem het echte geluk vinden.

Wat is de invloed van mijn geest op mijn karakter?

Het lichaam ondergaat een voortdurende verandering gedurende het hele leven. Deze verandering is gericht naar lichamelijke groei en ontwikkeling tot een zekere periode, waarin het sterker en perfecter wordt. Daarna nochtans, stopt deze groei en begint de aftakeling. In tegenstelling met deze evolutie die eerst naar groei en daarna naar afbraak en dood leidt, kan de mens het hele leven lang groeien in kennis en zich ook voortdurend ontwikkelen. Ook kan de mens op elk moment spirituele of intellectuele ‘afbraak’ ondergaan. Ook kan de groei en de afbraak op een bepaald punt stoppen en een andere richting opgaan, zowel op het lichamelijke als op het geestelijke vlak. De geestelijke, intellectuele en morele evolutie is volledig onafhankelijk van de lichamelijke veranderingen. De geestelijke, morele en intellectuele verschillen tussen mensen hebben evenmin iets te maken met hun verschillende lichamelijke voorkomens. Wat is dan de oorzaak van al deze verschillen als de mensen toch allemaal uit dezelfde structuren en basiselementen bestaan? Welk deel van de mens ontvangt de morele en intellectuele ontwikkeling en welk deel wordt lichamelijk getraind? Is er een verband tussen deze verschillende vormen van ontwikkeling? Steunen de verschillende ontwikkelingen elkaar? Dit kunnen we bevestigen: het wetenschappelijke, morele en intellectuele niveau hangt samen met een gezonde lichamelijke ontwikkeling. Laten we dan het bestaan van de geest aanvaarden die de verschillende ontwikkelingsvormen op elkaar afstemt. We kunnen leerprocessen, morele en geestelijke ontwikkelingen immers niet toeschrijven aan bepaalde biochemische reacties die in de hersens plaatsvinden: dit zijn slechts de uitwendige kenmerken ervan. Zijn deze processen bij iedereen even snel? Als dat zo is, bepaalt de snelheid dan de intellectuele ontwikkeling of is het net omgekeerd: zijn de meer ontwikkelde mensen in staat om hun denksnelheid te verhogen? Welke relatie hebben deze processen bovendien met de morele en spirituele ontwikkeling en opvoeding van een persoon? Hoe kunnen we de verschillen vaststellen die regelmatig gebed maakt op iemands gelaat? Waarom zijn de gelaatstrekken van de gelovigen helderder dan die van ongelovigen en zondaars?

Bovendien hebben we aangeduid dat de mens voortdurend lichamelijk verandert, groeiend, dan afbrekend en dat de lichaamscellen elke 6 maanden worden vervangen. De mens verandert niet in karakter, moraliteit en denkwijze. Hoe kunnen we dit verklaren, tenzij door het erkennen van het bestaan van de geest? Deze is het centrum van het denken, voelen, beslissen, kiezen en leren. De geest maakt de verschillen in meningen en voorkeuren tussen de mensen en hun verschillende karakters.

Welke ontwikkelingsmogelijkheden heeft de geest van een mens?

De geest behoort niet tot deze zichtbare wereld. De geest komt uit de wereld der onbeperkte bestaanswijzen waar de Goddelijke Bevelen onmiddellijk worden uitgevoerd zonder de tussenkomst van oorzaken. Nochtans heeft de geest de materie nodig om in deze wereld werkzaam te kunnen zijn, net zoals energie snoeren en gloeilampen nodig heeft om licht te kunnen geven. De materie beperkt echter ook de werking van de geest. Om de geest actiever te kunnen maken en minder gebonden aan tijd en ruimte, zijn er 3 mogelijkheden:

1. De weg der Profeten en heiligen

De mens heeft in zich de capaciteit om de sfeer uit te breiden waarin de eigen geest actief is. Dit is mogelijk door een ferm geloof in Allah en spirituele ontwikkeling door regelmatige aanbidding en onthechting. Hoe verfijnder de materie, des te vrijer en actiever is de geest. Onthechtende praktijken – zoals minder voedsel, meer vasten, minder slapen, afzien van allerlei soorten zonden en regelmatige, veelvuldige gebeden – worden hiervoor aanbevolen. Als men de eigen capaciteiten gebruikt om de spiritualiteit te bevorderen, kan men de limieten van deze materiële wereld overschrijden, reizen met de geest in andere dimensies van het bestaan en, in zekere mate, contact leggen met het verleden en de toekomst. Dit kan door de volgende vergelijking worden begrepen:

Als je in een kamer bent, zie je de dingen binnen de begrenzing die gevormd wordt door 4 muren. Als je naar buiten gaat, wordt jouw blik verruimd door de onmiddellijke omgeving. Je kunt een groter gebied overzien vanaf een heuveltop. Als je nog verder kunt klimmen, wordt dat gebied nog groter. Met de tijd is de situatie hetzelfde. Hoe meer de geest zich heeft bevrijdt van de ‘gevangenis’ van het lichaam en van de materie, des te ruimer is de sfeer van zijn activiteiten met betrekking tot tijd en ruimte.

Deze weg wordt meestal door Profeten en heiligen bewandeld. Zij reizen ofwel in de geest door tijd en ruimte of ze worden door de raadgevingen van Allah, de Kenner van het Zichtbare en het Onzichtbare, geleid om door te dringen tot de diepten van tijd en ruimte. Net zoals het licht van de zon, nochtans een materieel voorwerp, gelijktijdig aanwezig kan zijn op vele plaatsen, zo kan de geest van een Profeet of van een heilige, vooral diegenen die behoren tot de groep der ‘vervangers’ (abdal) gelijktijdig aanwezig zijn op vele plaatsen in een immateriële of energetische vorm. De Koran wijst hierop: ‘Zij, de maagd Maria, plaatste een afscherming tussen zichzelf en hen. Toen stuurden Wij Onze Geest naar haar, en hij verscheen voor haar als een man zonder gebrek.’ (Koran, 19:17)

De Geest, (vele Qur’an geleerden menen dat het de aartsengel Djibriel (Gabriël) was) werd gezien, in de vorm van een menselijk wezen, voor de Maagd Maria, moeder van Isa (Jezus), vrede zij met hen.

Er zijn vele authentieke verhalen over sommige heiligen die gelijktijdig op verschillende plaatsen werden gezien. Dit is op dezelfde manier gebeurd als in het voorgaand voorbeeld over de zon. Vele heiligen hebben voorspellingen gedaan.

De geest van een heilige die voldoende verlichting heeft bereikt, ontmoet symbolen of tekens van verleden en toekomst door het reizen in de tijd. De heiligen begrijpen deze visioenen die ze krijgen en geven het nieuws dat ze leerden over voorbije of toekomstige gebeurtenissen door. Dit is te vergelijken met het interpreteren van dromen. Nochtans kan de heilige zich soms vergissen in de interpretatie. Een Profeet echter, heeft de Openbaring ontvangen en wordt rechtstreeks onderwezen door Allah, de Kenner van het Ongeziene, en vergist zich daardoor nooit in zijn interpretaties en voorspellingen. De voorspellingen van Profeten kwamen steeds uit. De Profeet Mohammed, vrede zij met hem, voorspelde bijvoorbeeld vele toekomstige gebeurtenissen waaronder o.a. het martelaarschap van Oemar, Oethman en Ali, de 2e,3e en 4e kalief, het Gevecht van de Kameel tussen Ali enerzijds en enkele leidende Gezellen zoals Zoebayr en Talha anderzijds. Ook de verovering van Damascus, Iran en Istanbul door de moslims. De meeste van de voorspellingen zijn reeds uitgekomen en anderen wachten nog tot het moment is gekomen om op hun juistheid te worden getoetst.

Muhyi-ad-din Ibn al Arabi was een Moslimheilige uit de 13e eeuw. Alhoewel hij ongeveer een halve eeuw voor de stichting van het Ottomaanse rijk stierf (aan het begin van de 14e eeuw) voorspelde hij vele belangrijke gebeurtenissen in de geschiedenis van dit rijk. Zijn werk: ‘Shajarat al- Nu’maniya’ waarvan manuscripten beschikbaar zijn in bibliotheken in Edirne en Istanbul, fungeren als een geschiedkundig boek van het Ottomaanse Rijk, geschreven in symbolen. Zo voorspelde hij bijvoorbeeld dat zijn begraafplaats zou worden ontdekt door Selim[1] als deze Damascus zou binnen trekken en zo gebeurde het ook. Bovendien voorspelde hij dat ondanks een beleg van 9 maanden, Hafiz Ahmad Pasha er niet in zou slagen om Baghdad te veroveren[2] en Murad, de sultan er in 40 dagen wél in zou slagen. Muhyi ad Din voorspelde ook dat Sultan Abd-al Aziz[3] zou worden afgezet en gedood. Ook deze voorspelling kwam uit.

Op dezelfde manier voorspelde Mushtaq Dada van Bitlis, die in de eerste helft van de 18e eeuw leefde, dat door een oorlog Ankara de hoofdstad van Turkije zou worden, door iemand die Kamal zou heten. Zo gebeurde het precies. Zijn ‘Diwan’, het boek waar zijn gedichten in zijn gebundeld en ook deze voorspelling, is verkrijgbaar.

Het is zeker dat deze geliefde dienaren van Allah, Profeten of heiligen, hun voorspellingen alleen deden met de toestemming van Allah en Allah’s macht. God Almachtig stond dit toe door te verklaren: ‘Mijn dienaar kan op geen betere en veiligere manier Mij benaderen dan door de verplichte religieuze taken te vervullen. Hij kan Mij naderen door bijkomende gebeden. Zodra hij dichtbij Mij is, wordt Ik zijn ogen waarmee hij ziet, zijn oren waarmee hij hoort en zijn handen waarmee hij vastgrijpt.’

2. Men kan reizen in tijd en ruimte door de richtlijnen te volgen van de betekenisvolle Goddelijke Naam of Namen

Op deze manier is het ook mogelijk om dieper en verder door te dringen in de dimensies van tijd en ruimte. Al het bestaande hangt af van de manifestaties van Goddelijke Namen. Dit kunnen we zien doordat de Goddelijke Naam van de Alziende zich manifesteert. We zijn in staat om in leven te blijven omdat de Goddelijke Namen van de Onderhouder en de Veroorzaker zich manifesteren. Als Hij de manifestatie van Zijn Naam zou opheffen, de Ene Die het Onderhoud Veroorzaakt, verbonden met het bestaan, dan zou het universum onmiddellijk ophouden te bestaan.

Op dezelfde manier, door de leiding van Allah en Zijn betekenisvolle Namen te volgen, kunnen geestelijke wezens, zoals engelen en jinn de vorm aannemen van een ander schepsel indien ze daarvoor Gods toestemming hebben. Zij kunnen de gedaante van een mens of een dier aannemen. Vooral jinn kunnen zo de dieren besturen. Ook kunnen ze de mens beïnvloeden. Dus, door het ontdekken van de Goddelijke Naam die iemand het vermogen geeft verder door te dringen in de dimensie van tijd en ruimte en de leiding aan te nemen van de geschikte Naam in deze kwestie, kan men met Allah’s toestemming in de tijd en ruimte reizen en dingen horen en zien die anderen niet kunnen horen en zien.

3. Buitengewone verschijnselen zoals telepathie en spiritisme

Dit is de derde methode en zeer bekend over de hele wereld. Miljoenen mensen, die geluk en vrede zoeken in een wereld waarin technologie en materialistische wereldvisies en tendensen de levens, de geest en het verstand domineren, wonen speciale bijeenkomsten bij om zogenaamde transcendente ervaringen mee te maken.

Sommige mensen zijn hier meer op ingesteld en hebben het vermogen om met buitengewone, bovennatuurlijke verschijnselen om te gaan. Bijvoorbeeld een vrouwelijk medium, Madame Gibson voorspelde de deling van India in 1947 en de moord op John Kennedy (President der V.S.). Op dezelfde manier vertelt Fenni Bey uit Ordu, Turkije, die aan het front van Medina vocht tijdens de 1e W.O. het volgende:

‘We werden in Medina belegerd. Ik was niet in staat om contact op te nemen met mijn familie in Istanbul. Op een nacht zag ik in een droom vuur en rook in mijn huis. ’s Morgens riep ik een soldaat bij mij, die een medium was. Ik zei hem dat hij in trance moest gaan en dat hij naar mijn huis moest reizen – ik legde hem uit waar dat was – zodat hij kon beschrijven wat hij zag. Hij voerde dit uit en beschreef: ‘Ik heb het huis bereikt, op de deur geklopt en een oude vrouw met een hoofddoek kwam buiten met een kind in haar armen.’ Ik zei tegen de soldaat dat hij de vrouw zou vragen of er iets mis was in het huis. Hij antwoordde: ‘Ze zegt dat uw vrouw gisteren is gestorven.’

Spiritisme is vandaag de dag een van de meest wijdverspreide bovennatuurlijke activiteiten. Voordat we meer uitleg geven wensen wij te verduidelijken dat onze bedoeling van het vermelden van zulke verschijnselen is om te benadrukken dat het bestaan niet is beperkt tot slechts materiële zaken. Integendeel: zoals met een boek of een geschrift waarvan de betekenis de belangrijkste bestaansreden is, is het metafysische, het spirituele of het immateriële de essentie van het bestaan. Materie is toevallig en een wijzigende voorwaarde om het immateriële te uiten. Het is waar dat sommige grote heiligen zoals Moehyi ad Din Ibn al Arabi met de geesten der doden hebben gesproken en zelfs met de geesten van hen die nog geboren moeten worden. De geesten van alle menselijke wezens werden geschapen lang voordat de eerste mens ter wereld kwam en de geest van ieder mens wordt ingeademd in de baarmoeder als het embryo ongeveer 6 weken oud is. Zij die het spiritisme beoefenen in de moderne wereld maken geen contact met de zielen van de doden maar met de ongelovige djinn en satans die aan hen verschijnen in de vorm van dode mensen met wiens zielen zij contact willen hebben. Zo zijn er ook mediums die toekomstige gebeurtenissen voorspellen en meestal contact maken met de djinn van wie zij verslag hebben ontvangen. Zij geven dit dan door.

Djinn zijn wezens die langer leven dan de mensen, in meer gebieden en dimensies actief zijn, in ruimere sferen van tijd en ruimte leven en die véél sneller handelen dan de mensen. Zij kunnen dingen zien die gewone mensen niet kunnen zien. Zij zijn nochtans niet in staat om de toekomst te zien en we zouden niet in hun voorspellingen moeten geloven zelfs al blijken die soms juist te zijn. Het is nu bekend dat spionagediensten van de USA en de USSR met elkaar wedijverden in het gebruik van bovennatuurlijke communicatiemethodes zoals telepathie. Zoals we later zullen uitleggen, zullen in een niet zo verre toekomst de wereldmachten jinn gebruiken in communicatie en vooral in geheime ‘intelligentie’ activiteiten (ook wel bekend als spionage). Het is echter gevaarlijk om contact met jinn en satans te zoeken en te proberen met hen te communiceren. Zij kunnen gemakkelijk de mensen onder hun invloed brengen en hun handelingen sturen. Bovendien, zoals eerder vermeld, communiceren de spiritisten meestal met ongelovige djinn die aan hen verschijnen in de vorm van doden wiens zielen ze oproepen.

Vormt de geest de identiteit van de mens?

De mens is een wezen met ontelbare, complexe gevoelens. Hij bemint of haat, verheugt zich of is bedroefd, voelt zich gelukkig of ongelukkig, is hoopvol of wanhopig, koestert ambities en verwachtingen en voelt zich gerustgesteld of verveeld enz. De mens kan ook houden van iets of er afkerig van zijn, waarderen of misprijzen en hij kan angst of verlegenheid voelen, ook aanmoediging en enthousiasme. Hij kan berouw voelen, opwinding en verlangen. Als we door een woordenboek bladeren, komen we honderden woorden tegen die gebruikt worden om de menselijke gevoelens te beschrijven. En tussen de mensen zijn er grote verschillen in het beleven van gevoelens. Bovendien kan hij nadenken over gebeurtenissen die rondom hem gebeuren en over schoonheid in de schepping en ontwikkeling in het leren. De mens kan ook vergelijken en redeneren en zo tot geloof komen in de Schepper van alle dingen. Dan zal de mens, doorheen aanbidding en het uitvoeren van de Goddelijke regels, een moraliteit en een spiritualiteit ontwikkelen en een perfect mens worden. Hoe kunnen we dan al deze verschijnselen verklaren, anders dan door toe te geven dat de mens een bewust deel bevat, dat de geest is? Kunnen we deze vermogens toeschrijven aan chemische processen in de hersens?

Als we de mens alleen bekijken als een lichamelijk geheel, vervaardigd uit bloed, beenderen, vlees en weefsels en alle bewegingen toeschrijven aan biochemische processen in de hersens, dan is er geen enkel wettelijk kader dat we moeten gehoorzamen. Immers, al de cellen van een mens worden om de 6 maanden vervangen. Veronderstel dat een man voor de rechtbank wordt gebracht omwille van een moord die een jaar eerder werd begaan. Het volgende gesprek vindt plaats tussen hem en de rechter:

-Wanneer hebt u die moord begaan?

-Een jaar geleden.

De rechter kondigt het vonnis aan:

-Vermits de moord een jaar geleden werd uitgevoerd en de cellen van de beschuldigde, ook die van de vinger die de trekker van het wapen overhaalde, volledig door nieuwe cellen werden vervangen, is het onmogelijk om de dader te straffen. De rechtbank heeft beslist de beschuldigde vrij te laten.

De mens is dus niet alleen een lichamelijk geheel. Zijn bewegingen, gedachten, ideeën en beslissingen zijn niet het resultaat van biochemische processen in de hersens. Het belangrijkste deel van de mens is zijn geest, die levend en bewust is, en die voelt, denkt, gelooft, wilt, beslist en het lichaam beveelt. Het lichaam is het instrument van de geest, dat gebruikt wordt om beslissingen in handelingen om te zetten.

Uit welke wereld komt de geest?

Allah handelt in de materiële, zichtbare wereld achter de sluier van oorzaken. Nochtans zijn er achter deze wereld nog vele andere werelden of sferen. Zoals de wereld der ideeën, de wereld der symbolische of immateriële vormen, de wereld der inwendige dimensies van dingen en de wereld der geesten, waar God rechtstreeks handelt en die met oorzaken of materie niets meer gemeenschappelijks heeft. De geest wordt rechtstreeks in het embryo ingeblazen zonder tussenkomst van oorzaken. Het is een directe uiting van de Goddelijke Naam: de Al-Gevende en daardoor de basis van het menselijk leven. Zoals natuurlijke wetten, die uit dezelfde sfeer komen waar ook de geest van uitgaat, is de geest onzichtbaar en gekend doorheen zijn uitingen.

In deze wereld is de materie verfijnd om het leven te bevorderen. Een levenloos lichaam, om het even hoe groot, als een berg, is alleen, passief en statisch. Maar het leven staat een lichaam toe, zo klein als dat van een bij, bijvoorbeeld, om uitwisselingen uit te voeren met bijna de hele wereld en het zo ver voert dat het kan zeggen: ‘Deze wereld is mijn tuin en de bloemen zijn mijn handelspartners.’ Hoe kleiner een levend wezen is, hoe actiever, verbazender en krachtiger het leeft. Een bij, een vlieg of zelfs een micro-organisme kan worden vergeleken met een olifant. Bovendien, hoe verfijnder de materie is, des te actiever en krachtiger is een lichaam. Als bijv. hout brandt, ontwikkelt het hitte en ontstaat er koolstof, bij verhitting verdampt het water. In de wereld der atomen en hun deeltjes, ontmoeten we elektrische energie, die kunnen we niet zien maar we kunnen er de kracht van kennen door de uitingen. Dit betekent dat het bestaan niet is samengesteld uit de visuele, materiële wereld. Deze wereld is alleen de duidelijke, veranderlijke en onstabiele uiting van het bestaan. Hierachter ligt de zuiver onzichtbare dimensie, die de materie gebruikt om te worden gezien en gekend. De geest behoort dus tot deze dimensie en is daarom zuiver en onzichtbaar.

De geest heeft een eigen inkleding en behuizing

Het lichaam is niet de behuizing van de geest. Als deze het lichaam verlaat, bij het sterven, gebeurt dit niet zonder behuizing, de geest is dan niet naakt. Deze inkleding is zoals het ‘negatief’ van het materiële lichaam en wordt bij verschillende namen genoemd zoals het omhulsel van licht, de etherische gestalte der mens, energievorm, tweede lichaam, astraal lichaam, het dubbel van de mens en spook. De foto van dit lichaam kan worden genomen door Kirilische fotografie. In deze foto’s, genoemd naar de naam van de fotograaf die dit uitvond, zijn zelfs geamputeerde ledematen te zien.

Zal de wederopstanding met onze lichaam zijn?

De doden zullen zowel met hun lichamen als met hun zielen worden opgewekt. Overeenkomstig de context, vermeldt de Koran soms een spiritueel Verrijzenis en soms de lichamelijke. Bijvoorbeeld de verzen: ‘O rustige ziel! Keer naar uw Heer terug, tevreden en tevredenstellend! Kom binnen bij Mijn rechtvaardige dienaren. Kom binnen in Mijn Paradijs!’ (89:27-30)

Hierin wordt de terugkeer van een ziel naar de Heer vermeldt. Nochtans, in vele betekenisvolle verzen beschrijft de Koran de Verrijzenis en de andere wereld in dergelijke materiele en fysische termen dat het onmogelijk is om de lichamelijke Verrijzenis niet aan te nemen. In 120 plaatsen, vertelt de Koran over de waarheid van Paradijs en Hel ofwel gedetailleerd, ofwel in het kort. Bij het beschrijven van Paradijs en Hel en de situatie van de mensen die het ene of het andere verdienen, benadrukt de Koran de combinatie van lichaam en geest. Bijvoorbeeld: de Gelaatstrekken van hen die het Paradijs zullen ingaan zullen schijnen van geluk en zij zullen voor zich klaargemaakt vinden wat ze verwachten. Zij zullen samen met hun echtgenoten zijn en hun familieleden die het Paradijs ook hebben verdiend. De mensen van het Paradijs zullen leven in prachtige paleizen, in tuinen vol van schitterende bomen die worden bevloeid door rivieren van honing, zuiver water melk en andere dranken.

Wat heeft het gebrekkige, veranderende, onstabiele en door pijn getroffen lichaam met het Paradijs te maken? De verheven genoegens van de geest zouden voldoende moeten zijn. Waarom is een lichamelijke wederopstanding voor lichamelijke genoegens nodig?

Vergeleken met water, lucht en licht, is aarde donker en dicht. Toch vormt deze het middel en de bron voor alle Goddelijke kunstwerken. Om die reden is aarde in betekenis wat superieur aan andere elementen. Door veelomvattend te zijn en er vanuit te gaan dat hij gezuiverd is, is het een vorm van superioriteit over jullie andere zintuigen en eigenschappen.

Op dezelfde wijze vormt jullie lichaam een uiterst veelomvattende en rijke spiegel voor de manifestaties van de Goddelijke Namen en is het uitgerust met instrumenten om de inhoud van alle Goddelijke schatten te wegen en te meten. Als de smaakzin van de tong bijvoorbeeld niet de bron was van zoveel maten als er variaties aan drank en voedsel bestaan, zou deze het niet kunnen ervaren, herkennen en meten. Bovendien bevat jullie lichaam daarnaast zowel de instrumenten die nodig zijn om de manifestaties van de Goddelijke Namen te ervaren en te herkennen, als de eigenschappen om de meest uiteenlopende en onmetelijk verschillende genoegens te ervaren. De manier waarop het universum zich gedraagt en de veelomvattende aard van de mens, tonen ons dat de Maker van het universum alle schatten van Zijn Genade en alle manifestaties van Zijn Namen kenbaar wil maken en ons, door middel van het universum, al Zijn geschenken wil laten ervaren. Gegeven dat de wereld van eeuwig geluk een reusachtig bad is, waar de stroom van het universum in uitmondt, een omvangrijke tentoonstelling is van hetgeen het weefgetouw van het universum produceert, en de eeuwige opslagplaats van de gewassen is, die op het veld van deze (materiële) wereld verbouwd worden, zal zij in bepaalde mate op het universum gelijken. De Alwijze Maker, de Barmhartige, de Rechtvaardige Ene zal ieder orgaan van het lichaam specifieke genoegens schenken, als beloning voor hun taak, dienst en aanbidding. Anderszins denken, zou haaks staan op Zijn Wijsheid, Rechtvaardigheid en Mededogen.

Wat gebeurt er met onze geest na de dood?

Na de dood wordt de geest meegevoerd naar aanwezigheid van Allah. Als een goed, deugdzaam leven werd geleid in de wereld en verfijning werd bereikt, dan zullen de engelen die de opdracht kregen om de geest naar Allah te brengen, deze in een doek wikkelen die van satijn is gemaakt en doorheen de hemelen en alle inwendige dimensies van het bestaan dragen naar de Aanwezigheid van Allah. Bij deze tocht verwelkomen de engelen de stoet in ieder verblijf en elke halte en vragen: Wie is dit? Wat een schitterende geest is dit! De engelen die de geest begeleiden stellen deze voor met de meest schitterende titels, waar het ook in de wereld werd mee aangesproken en antwoorden: ‘Dit is de geest van de ene die, bijvoorbeeld, vastte, bad, aalmoezen gaf en elke last droeg voor de zaak van Allah.’ Tenslotte zal Allah Almachtig de geest verwelkomen en dan de engelen bevelen: ‘Neem deze geest terug naar het graf waar het lichaam ligt begraven dat erbij hoort. Dan zullen de vragen kunnen worden beantwoordt die Moenkar en Nakier zullen stellen, de vragende engelen.’

De geest van een onrechtvaardige wordt met misprijzen behandeld, overal waar die voorbijkomt en van de Aanwezigheid van Allah weggesmeten in het graf.

Het kwaad dat de mens in de wereld overkomt, wordt door diens zonden veroorzaakt. Als een mens een eerlijke gelovige is en zichzelf niet steeds van zonden kan verwijderd houden, zal Allah uit mededogen, toestaan dat deze mens enkele tegenslagen te verwerken krijgt om hem van zonden te zuiveren. Allah kan hem ook aan grote doodsangsten onderwerpen om hem de nog niet vergeven zonden toch te vergeven, ofwel om hem tot een hogere geestelijke rang op te heffen. Daarbij wordt de geest zacht behandeld. Als deze mens, ondanks alle tegenslagen die hij in de wereld ondervond en de doodsangsten die hij uitstond, nog steeds onvergeven zonden meedraagt, dan moet hij een soort reiniging ondergaan in het graf. Bovendien, omdat het graf de eerste stap is in de reis naar het eeuwige leven, waar iedereen de beloning zal ontvangen voor de daden in deze wereld, wordt iedereen, als een voorafgaande ondervraging, in het graf bevraagd over de wereldse daden door twee engelen.

Zoals in betrouwbare boeken is vastgelegd, verlangde Abbas, de oom van de Profeet (vrede zij met hem) erg om Oemar, de 2e kalief, te zien in zijn droom, na de dood van Oemar. Nochtans was hij pas in staat om hem 6 maanden later te zien. Toen vroeg Abbas aan Oemar: ‘Waar zijt gij al die tijd geweest?’ Oemar antwoordde: ‘Vraag me dat niet! Ik ben maar net in staat geweest om rekenschap te geven van mijn leven.’

Sa’d ibn Moe’adz was bij de grootste der Gezellen van de Profeet, moge Allah over hen allen tevreden zijn. Toen hij stierf zei de artsengel Djibriel (Gabriël) tegen de Profeet (vrede zij met hem): ‘De Goddelijke Troon beefde door de dood van Sa’d, O Boodschapper van Allah.’ Ontelbare engelen namen deel aan zijn begrafenis. Nochtans, na de begrafenis van Sa’d, moge Allah tevreden zijn over hem, sprak de Boodschapper met verbazing: ‘Allah zij geprezen! Wat zal met anderen gebeuren als het graf zelfs Sa’d verkneld?’

In het graf wordt iedereen ondervraagd door twee engelen die in de Moslimbronnen, Moenkar en Nakier noemen. Zij vragen: ‘Wie is uw Heer? Wie is uw Profeet? Wat is uw religie, enz.’ Als een mens gelovig was in deze wereld, geloofde in Allah en de Profeet (vrede zij met hem) als hij de ware religie heeft gekozen, dan kan hij de vragen der engelen beantwoorden. Anders kan hij dat niet. De ondervraging gaat verder, over zijn daden in de wereld dan.

De band tussen de geest en het lichaam hangt af van de wereld waarin beide verblijven. In deze wereld is de geest ‘opgesloten’ in de beperkingen van het lichaam. Als het ego dat tot kwaad aanzet en de lichamelijke verlangens, de geest overheersen, dan zal dat onvermijdelijk leiden tot de ondergang van de geest en de uiteindelijke verdoeming van de persoon. Als echter, de geest het ego kan controleren door geloof, aanbidding en goed gedrag, zichzelf kan bevrijden van verslaving aan lichamelijke behoeften, dan zal het gezuiverd worden, verfijning verwerven en voorzien worden van prijzenswaardige kwaliteiten. Dit zal de geest gelukkig maken in beide werelden.

Na de begrafenis, moet de geest wachten in de tussenwereld, tussen deze wereld en het Hiernamaals. alhoewel het lichaam ontbindt in de aarde, zullen de essentiële delen die in een hadith: ‘ajb al-dhanab’ worden genoemd, wat letterlijk ‘staartbeen’ betekent, niet vergaan. We weten niet of hiermee de menselijke genen worden bedoeld. Welk ook dit deel is, de geest zet hierdoor de relatie met het lichaam verder. Dit deel zal ook als de basis dienen waarop Allah de mens zal herbouwen of herscheppen bij de Oordeelsdag. Zelfs als dit deel, dat bestaat uit al de essentiële deeltjes of atomen van het lichaam, of al zijn andere deeltjes, reeds met de aarde zijn vermengd, toch zal Allah hen voorbestemmen tot het eeuwige leven tijdens de gebeurtenissen in het verloop van de uiteindelijke vernietiging en heropbouw van het universum en de reconstructie van de mens uit deze deeltjes op de Dag der Verrijzenis.

Hoe verschijnt de Engel der dood aan de stervende persoon?

Als het aangeduide uur komt, staat elke ziekte of gebrek in het lichaam, voor een uitnodiging aan de Engel der Dood, die in de Islamitische literatuur Azra’il wordt genoemd. Essentieel is het God Zelf die de dood der mensen instelt. Nochtans, opdat mensen niet over God zouden klagen omwille van de dood, die voor velen onaangenaam lijkt, gebruikt God de Aartsengel Azra’il (vzmh) als een sluier om de zielen te nemen. Bovendien stelt God ziekten en andere ongemakken in als een bijkomende sluier tussen Azra’il en de dood, zodat de mensen de aartsengel niet zouden beschuldigen voor hun sterfelijkheid.

Omdat Azra’il geschapen werd uit licht zoals alle andere engelen, kan hij aanwezig zijn op meerdere locaties tegelijk en kan hij verschillende vormen aannemen. Zijn werking in een bepaalde situatie verhindert hem niet om vele andere taken uit te voeren op hetzelfde moment. Zoals de zon hitte en licht aan alle dingen geeft in de wereld, zo kan de aartsengel Azra’il miljoenen zielen tegelijk nemen zonder dat de ene daad de andere hindert.

Nochtans hebben de Aartsengelen, zoals Djebrail, Mikail en Azra’il (vzmh) ondergeschikten die op elkaar lijken en die door de engelen worden geleid. Als een goed, rechtvaardig mens sterft, komen er eerst enkele engelen bij hem die glimlachen en waarvan de gezichten stralen. Daarna komt Azra’il, met of zonder ondergeschikten, die de taak hebben om de zielen der goeden te nemen, of er komt alleen een ondergeschikte van Azra’il. De engelen die de zielen der rechtvaardigen meenemen zijn verschillend ten opzichte van hen die verantwoordelijk zijn voor het meenemen van de zielen der onrechtvaardigen. De zielen van de onrechtvaardigen worden meegenomen met geweld, zij hebben een verkrampte, angstige uitdrukking bij het sterven.