eigenschappen

Wat voor eigenschappen heeft een djinn?

Zoals de engelen kunnen de djinn zeer snel bewegen. Echter, omdat de geest actiever en sneller is dan de djinn, kan een mens die op een hoog spiritueel niveau leeft, en die de grenzen der materie en de beperkingen van tijd en ruimte doorbreekt: de djinn in snelheid en activiteit overschrijden. Wij lezen in de Koran dat toen de Profeet Soeleymaan (Solomon) aan zijn hovelingen en omstanders vroeg wie de troon van de Koningin van Yemen kon brengen, één der djinn antwoordde dat hij dit kon doen voor de bijeenkomst was beëindigd en hij stond op van zijn stoel. Nochtans was er een mens die van God een speciale kennis had gekregen, die antwoordde: ‘Ik kan dit uitvoeren in minder dan een oogwenk.’ en deed dit ook. (al-Naml, S27, A38-A40)

Niets is moeilijk voor God Almachtig, het is even gemakkelijk voor Hem om het hele universum te scheppen als een klein deeltje. Hij heeft mensen, djinn, en engelen voorzien van kracht en sterkte, aangepast aan de speciale taken die ze kregen opgelegd. Vermits God de engelen opdroeg van de beweging der hemellichamen te overzien, heeft Hij de mens toegestaan om over de aarde te heersen, de materie te regeren, beschavingen te bouwen en technologie te produceren.

Kracht en sterkte zijn niet beperkt tot de fysische wereld en evenmin in verhouding tot de lichaamsgrootte. We kunnen vaststellen dat immateriële dingen veel krachtiger zijn dan grote fysische lichamen. Geheugen is bijvoorbeeld uitgebreider en omvattender dan een grote kamer. We kunnen met onze handen een voorwerp aanraken dat zich vlakbij bevindt, maar onze ogen kunnen lange afstanden afleggen in één ogenblik, terwijl onze verbeelding onmiddellijk voorbij tijd en ruimte kan gaan. Winden kunnen bomen ontwortelen en grote gebouwen vernietigen. Een jonge, dunne plantenscheut kan rotsen splijten en zo in het zonlicht geraken. De kracht van energie, waarvan we het bestaan kunnen kennen door het effect dat het teweegbrengt, is door iedereen gekend. Dit alles toont aan dat de kracht van iets niet in verhouding staat tot de grootte en de fysische structuur. De immateriële wereld is eerder sterker dan de materiële en de immateriële dingen beheersen dikwijls de materiële.

Welke ontwikkelingsmogelijkheden heeft de geest van een mens?

De geest behoort niet tot deze zichtbare wereld. De geest komt uit de wereld der onbeperkte bestaanswijzen waar de Goddelijke Bevelen onmiddellijk worden uitgevoerd zonder de tussenkomst van oorzaken. Nochtans heeft de geest de materie nodig om in deze wereld werkzaam te kunnen zijn, net zoals energie snoeren en gloeilampen nodig heeft om licht te kunnen geven. De materie beperkt echter ook de werking van de geest. Om de geest actiever te kunnen maken en minder gebonden aan tijd en ruimte, zijn er 3 mogelijkheden:

1. De weg der Profeten en heiligen

De mens heeft in zich de capaciteit om de sfeer uit te breiden waarin de eigen geest actief is. Dit is mogelijk door een ferm geloof in Allah en spirituele ontwikkeling door regelmatige aanbidding en onthechting. Hoe verfijnder de materie, des te vrijer en actiever is de geest. Onthechtende praktijken – zoals minder voedsel, meer vasten, minder slapen, afzien van allerlei soorten zonden en regelmatige, veelvuldige gebeden – worden hiervoor aanbevolen. Als men de eigen capaciteiten gebruikt om de spiritualiteit te bevorderen, kan men de limieten van deze materiële wereld overschrijden, reizen met de geest in andere dimensies van het bestaan en, in zekere mate, contact leggen met het verleden en de toekomst. Dit kan door de volgende vergelijking worden begrepen:

Als je in een kamer bent, zie je de dingen binnen de begrenzing die gevormd wordt door 4 muren. Als je naar buiten gaat, wordt jouw blik verruimd door de onmiddellijke omgeving. Je kunt een groter gebied overzien vanaf een heuveltop. Als je nog verder kunt klimmen, wordt dat gebied nog groter. Met de tijd is de situatie hetzelfde. Hoe meer de geest zich heeft bevrijdt van de ‘gevangenis’ van het lichaam en van de materie, des te ruimer is de sfeer van zijn activiteiten met betrekking tot tijd en ruimte.

Deze weg wordt meestal door Profeten en heiligen bewandeld. Zij reizen ofwel in de geest door tijd en ruimte of ze worden door de raadgevingen van Allah, de Kenner van het Zichtbare en het Onzichtbare, geleid om door te dringen tot de diepten van tijd en ruimte. Net zoals het licht van de zon, nochtans een materieel voorwerp, gelijktijdig aanwezig kan zijn op vele plaatsen, zo kan de geest van een Profeet of van een heilige, vooral diegenen die behoren tot de groep der ‘vervangers’ (abdal) gelijktijdig aanwezig zijn op vele plaatsen in een immateriële of energetische vorm. De Koran wijst hierop: ‘Zij, de maagd Maria, plaatste een afscherming tussen zichzelf en hen. Toen stuurden Wij Onze Geest naar haar, en hij verscheen voor haar als een man zonder gebrek.’ (Koran, 19:17)

De Geest, (vele Qur’an geleerden menen dat het de aartsengel Djibriel (Gabriël) was) werd gezien, in de vorm van een menselijk wezen, voor de Maagd Maria, moeder van Isa (Jezus), vrede zij met hen.

Er zijn vele authentieke verhalen over sommige heiligen die gelijktijdig op verschillende plaatsen werden gezien. Dit is op dezelfde manier gebeurd als in het voorgaand voorbeeld over de zon. Vele heiligen hebben voorspellingen gedaan.

De geest van een heilige die voldoende verlichting heeft bereikt, ontmoet symbolen of tekens van verleden en toekomst door het reizen in de tijd. De heiligen begrijpen deze visioenen die ze krijgen en geven het nieuws dat ze leerden over voorbije of toekomstige gebeurtenissen door. Dit is te vergelijken met het interpreteren van dromen. Nochtans kan de heilige zich soms vergissen in de interpretatie. Een Profeet echter, heeft de Openbaring ontvangen en wordt rechtstreeks onderwezen door Allah, de Kenner van het Ongeziene, en vergist zich daardoor nooit in zijn interpretaties en voorspellingen. De voorspellingen van Profeten kwamen steeds uit. De Profeet Mohammed, vrede zij met hem, voorspelde bijvoorbeeld vele toekomstige gebeurtenissen waaronder o.a. het martelaarschap van Oemar, Oethman en Ali, de 2e,3e en 4e kalief, het Gevecht van de Kameel tussen Ali enerzijds en enkele leidende Gezellen zoals Zoebayr en Talha anderzijds. Ook de verovering van Damascus, Iran en Istanbul door de moslims. De meeste van de voorspellingen zijn reeds uitgekomen en anderen wachten nog tot het moment is gekomen om op hun juistheid te worden getoetst.

Muhyi-ad-din Ibn al Arabi was een Moslimheilige uit de 13e eeuw. Alhoewel hij ongeveer een halve eeuw voor de stichting van het Ottomaanse rijk stierf (aan het begin van de 14e eeuw) voorspelde hij vele belangrijke gebeurtenissen in de geschiedenis van dit rijk. Zijn werk: ‘Shajarat al- Nu’maniya’ waarvan manuscripten beschikbaar zijn in bibliotheken in Edirne en Istanbul, fungeren als een geschiedkundig boek van het Ottomaanse Rijk, geschreven in symbolen. Zo voorspelde hij bijvoorbeeld dat zijn begraafplaats zou worden ontdekt door Selim[1] als deze Damascus zou binnen trekken en zo gebeurde het ook. Bovendien voorspelde hij dat ondanks een beleg van 9 maanden, Hafiz Ahmad Pasha er niet in zou slagen om Baghdad te veroveren[2] en Murad, de sultan er in 40 dagen wél in zou slagen. Muhyi ad Din voorspelde ook dat Sultan Abd-al Aziz[3] zou worden afgezet en gedood. Ook deze voorspelling kwam uit.

Op dezelfde manier voorspelde Mushtaq Dada van Bitlis, die in de eerste helft van de 18e eeuw leefde, dat door een oorlog Ankara de hoofdstad van Turkije zou worden, door iemand die Kamal zou heten. Zo gebeurde het precies. Zijn ‘Diwan’, het boek waar zijn gedichten in zijn gebundeld en ook deze voorspelling, is verkrijgbaar.

Het is zeker dat deze geliefde dienaren van Allah, Profeten of heiligen, hun voorspellingen alleen deden met de toestemming van Allah en Allah’s macht. God Almachtig stond dit toe door te verklaren: ‘Mijn dienaar kan op geen betere en veiligere manier Mij benaderen dan door de verplichte religieuze taken te vervullen. Hij kan Mij naderen door bijkomende gebeden. Zodra hij dichtbij Mij is, wordt Ik zijn ogen waarmee hij ziet, zijn oren waarmee hij hoort en zijn handen waarmee hij vastgrijpt.’

2. Men kan reizen in tijd en ruimte door de richtlijnen te volgen van de betekenisvolle Goddelijke Naam of Namen

Op deze manier is het ook mogelijk om dieper en verder door te dringen in de dimensies van tijd en ruimte. Al het bestaande hangt af van de manifestaties van Goddelijke Namen. Dit kunnen we zien doordat de Goddelijke Naam van de Alziende zich manifesteert. We zijn in staat om in leven te blijven omdat de Goddelijke Namen van de Onderhouder en de Veroorzaker zich manifesteren. Als Hij de manifestatie van Zijn Naam zou opheffen, de Ene Die het Onderhoud Veroorzaakt, verbonden met het bestaan, dan zou het universum onmiddellijk ophouden te bestaan.

Op dezelfde manier, door de leiding van Allah en Zijn betekenisvolle Namen te volgen, kunnen geestelijke wezens, zoals engelen en jinn de vorm aannemen van een ander schepsel indien ze daarvoor Gods toestemming hebben. Zij kunnen de gedaante van een mens of een dier aannemen. Vooral jinn kunnen zo de dieren besturen. Ook kunnen ze de mens beïnvloeden. Dus, door het ontdekken van de Goddelijke Naam die iemand het vermogen geeft verder door te dringen in de dimensie van tijd en ruimte en de leiding aan te nemen van de geschikte Naam in deze kwestie, kan men met Allah’s toestemming in de tijd en ruimte reizen en dingen horen en zien die anderen niet kunnen horen en zien.

3. Buitengewone verschijnselen zoals telepathie en spiritisme

Dit is de derde methode en zeer bekend over de hele wereld. Miljoenen mensen, die geluk en vrede zoeken in een wereld waarin technologie en materialistische wereldvisies en tendensen de levens, de geest en het verstand domineren, wonen speciale bijeenkomsten bij om zogenaamde transcendente ervaringen mee te maken.

Sommige mensen zijn hier meer op ingesteld en hebben het vermogen om met buitengewone, bovennatuurlijke verschijnselen om te gaan. Bijvoorbeeld een vrouwelijk medium, Madame Gibson voorspelde de deling van India in 1947 en de moord op John Kennedy (President der V.S.). Op dezelfde manier vertelt Fenni Bey uit Ordu, Turkije, die aan het front van Medina vocht tijdens de 1e W.O. het volgende:

‘We werden in Medina belegerd. Ik was niet in staat om contact op te nemen met mijn familie in Istanbul. Op een nacht zag ik in een droom vuur en rook in mijn huis. ’s Morgens riep ik een soldaat bij mij, die een medium was. Ik zei hem dat hij in trance moest gaan en dat hij naar mijn huis moest reizen – ik legde hem uit waar dat was – zodat hij kon beschrijven wat hij zag. Hij voerde dit uit en beschreef: ‘Ik heb het huis bereikt, op de deur geklopt en een oude vrouw met een hoofddoek kwam buiten met een kind in haar armen.’ Ik zei tegen de soldaat dat hij de vrouw zou vragen of er iets mis was in het huis. Hij antwoordde: ‘Ze zegt dat uw vrouw gisteren is gestorven.’

Spiritisme is vandaag de dag een van de meest wijdverspreide bovennatuurlijke activiteiten. Voordat we meer uitleg geven wensen wij te verduidelijken dat onze bedoeling van het vermelden van zulke verschijnselen is om te benadrukken dat het bestaan niet is beperkt tot slechts materiële zaken. Integendeel: zoals met een boek of een geschrift waarvan de betekenis de belangrijkste bestaansreden is, is het metafysische, het spirituele of het immateriële de essentie van het bestaan. Materie is toevallig en een wijzigende voorwaarde om het immateriële te uiten. Het is waar dat sommige grote heiligen zoals Moehyi ad Din Ibn al Arabi met de geesten der doden hebben gesproken en zelfs met de geesten van hen die nog geboren moeten worden. De geesten van alle menselijke wezens werden geschapen lang voordat de eerste mens ter wereld kwam en de geest van ieder mens wordt ingeademd in de baarmoeder als het embryo ongeveer 6 weken oud is. Zij die het spiritisme beoefenen in de moderne wereld maken geen contact met de zielen van de doden maar met de ongelovige djinn en satans die aan hen verschijnen in de vorm van dode mensen met wiens zielen zij contact willen hebben. Zo zijn er ook mediums die toekomstige gebeurtenissen voorspellen en meestal contact maken met de djinn van wie zij verslag hebben ontvangen. Zij geven dit dan door.

Djinn zijn wezens die langer leven dan de mensen, in meer gebieden en dimensies actief zijn, in ruimere sferen van tijd en ruimte leven en die véél sneller handelen dan de mensen. Zij kunnen dingen zien die gewone mensen niet kunnen zien. Zij zijn nochtans niet in staat om de toekomst te zien en we zouden niet in hun voorspellingen moeten geloven zelfs al blijken die soms juist te zijn. Het is nu bekend dat spionagediensten van de USA en de USSR met elkaar wedijverden in het gebruik van bovennatuurlijke communicatiemethodes zoals telepathie. Zoals we later zullen uitleggen, zullen in een niet zo verre toekomst de wereldmachten jinn gebruiken in communicatie en vooral in geheime ‘intelligentie’ activiteiten (ook wel bekend als spionage). Het is echter gevaarlijk om contact met jinn en satans te zoeken en te proberen met hen te communiceren. Zij kunnen gemakkelijk de mensen onder hun invloed brengen en hun handelingen sturen. Bovendien, zoals eerder vermeld, communiceren de spiritisten meestal met ongelovige djinn die aan hen verschijnen in de vorm van doden wiens zielen ze oproepen.

Wat zijn de eigenschappen van de Koran?

De Koran bestaat uit de ritmische verzen, uitdrukkingen, zinnen en hoofdstukken, die de nobele Profeet (vrede en zegeningen zij met hem) heeft doorgegeven, zoals ze door Allah aan hem waren geopenbaard en die hij verkondigde als het eeuwigdurende wonder dat van zijn profeetschap getuigt. Hij daagde zowel de Arabieren van zijn tijd, die twijfelden aan de Openbaring ervan, als alle ongelovige Arabieren en niet-Arabieren die later zouden komen, uit.

De algemene definitie van de Koran luidt als volgt: De Koran is het wonderbaarlijke aan de nobele Profeet Mohammed (vrede en zegeningen zij met hem) geopenbaarde Woord van Allah, door vele betrouwbare kanalen opgeschreven en doorgegeven aan opeenvolgende generaties, en waarvan de recitatie een daad van aanbidding is en verplicht is tijdens de dagelijks voorgeschreven gebeden.

De Koran beschrijft enkele van haar eigenschappen als volgt:

De maand Ramadan, waarin de Koran als een leidraad voor de mensheid en duidelijk bewijs van Leiding en Onderscheid nedergezonden werd. (2:185)

Deze Koran kon door niemand buiten Allah worden voortgebracht, maar bevestigt wat ervόόr (geopenbaard) was, een uitgebreidere uitleg van de Wet – wat geen enkele twijfel lijdt – van de Heer der Werelden. (10:37)

Wij hebben het als een Arabische Koran geopenbaard, opdat jullie haar zouden begrijpen en jullie verstand zouden gebruiken. (12:2)

Deze Koran leidt naar wat juist is en brengt gelovigen die goede daden verrichten de blijde boodschap, dat zij rijkelijk beloond zullen worden. (17:9)

En inderdaad hebben Wij de Koran makkelijk te begrijpen gemaakt om er lering uit te trekken, maar of zij hier acht op zullen slaan? (54:17)

En dit is een edele Koran, een verborgen, beschermd Boek (56:77-78)

Nobele Profeet Mohammed (vrede en zegeningen zij met hem) zegt over de Koran:

De Koran onderscheidt waarheid en leugen. Dit is niet voor niets, want degenen die haar verwerpen, zullen gestraft worden. Zij bevat de geschiedenis van de vroegere volkeren en boodschappen van degenen die later zullen komen en regels over geschillen tussen mensen. Zij die elders leiding zoeken, zullen door Allah misleid worden. Zij is het sterke touw van Allah, de wijze instructie en het Rechte Pad. Het is een boek waar verlangens niet van af kunnen wijken en dat tongen niet kunnen verwarren. Een boek dat geleerden niet verveelt of door herhaling vermoeit en ontelbare eerbiedwaardige eigenschappen heeft. Iedereen die het hoort, zegt: “Wij hoorden een prachtige Koran die tot rechtschapenheid leidt en aldus geloven we in haar.” Degenen die hun woorden op haar baseren, spreken de waarheid. Wie door haar oordeelt, oordeelt rechtvaardig en wie tot haar (op)roept, roept (op tot) de waarheid. (Tirmizi, HN:3069)

Argumenten voor het Auteurschap van Allah voor de Koran

* De Koran verklaart:

Gij (O Mohammed) hebt hiervoor geen enkel Geschrift gelezen, noch heb je (een dergelijk Geschrift) met je rechterhand geschreven. Anders zouden degenen die leugens volgen (een reden gehad hebben om te) kunnen twijfelen. (29:48)

Het is bovendien niet te ontkennen dat Profeet Mohammed (vrede en zegeningen zij met hem)ongeletterd was en de Koran de mensheid een eeuwigdurende uitdaging met een open einde heeft gegeven:

Indien jullie twijfelen aan hetgeen Wij aan Onze Boodschapper (Mohammed) hebben neergezonden, produceert dan een hoofdstuk dat er op lijkt en roept jullie getuigen buiten Allah, als jullie rechtschapen zijn (2:23)

Niemand heeft deze uitdaging met succes kunnen volbrengen.

* De Openbaring van de Koran besloeg 23 jaar. Hoe komt het dat een dergelijk Boek over Waarheid, metafysica, religieuze overtuigingen en aanbidding, gebed, recht en moraliteit, het hiernamaals, psychologie, sociologie, epistemologie, geschiedenis, wetenschappelijke feiten en de principes van een gelukkig leven, zichzelf nooit tegenspreekt? Het verklaart zelf openlijk dat het geen tegenstellingen bevat en is derhalve een Boek van Allah. Denken zij dan niet na over de Koran? Als het van een andere hand dan van Allah zou zijn geweest, zouden zij er vele tegenstellingen in gevonden hebben (4:82)

* Welsprekendheid, poëzie en retoriek stonden in het pre-islamitische Arabië in hoog aanzien. Men hield regelmatig poëzie wedstrijden en de winnende gedichten werden in goud geschreven en aan de muren van de Kaaba gehangen. Niemand had de ongeletterde Profeet (vrede en zegeningen zij met hem)ooit ook maar een paar zinnen poëzie horen zeggen. Echter de Koran die hij bracht, dwong alle bekende experts uiteindelijk om zich over te geven.

* Zelfs de ongelovigen werden erdoor gegrepen. Om de verspreiding van de islam een halt toe te roepen, zeiden ze echter dat het tovenarij was en men er niet naar moest luisteren. Toen dichters als Ghansa en Lèbid zich bekeerden en uit respect en ontzag voor de stijl en welsprekendheid van de Koran de poëzie opgaven, moesten de ongelovigen echter toegeven: “Als we het poëzie noemen, dat is het niet. Als we het als ritmisch proza bestempelen, dat is het niet. Als we het als het woord van een waarzegger omschrijven, dat is het niet.” Soms konden ze het niet helpen om ’s nachts stiekem naar de recitatie van de welbespraakte Profeet (vrede en zegeningen zij met hem)te luisteren. Zij konden hun arrogantie echter niet lang genoeg overwinnen om in de Geopenbaarde oorsprong ervan te geloven.

* Ondanks het hoge poëzie niveau, was het Arabische vocabulaire te primitief om metafysische ideeën of wetenschappelijke, religieuze en filosofische concepten op de juiste wijze uit te drukken. Door de woorden en uitdrukkingen van een eenvoudig woestijnvolk te gebruiken, maakte de islam het Arabisch zo rijk en complex dat het de taal van de meest luisterrijke beschaving werd. Een beschaving die vele volledig originele bijdragen leverde op wetenschappelijk, religieus, metafysisch, literair, economisch, juridisch, sociaal en politiek gebied. Hoe kon een ongeletterd persoon een filologische revolutie teweegbrengen die zijn gelijke in de menselijke geschiedenis niet kent?

* Ondanks haar schijnbare eenvoud, heeft de Koran vele betekenisniveaus. Zij verlicht zowel het pad voor dichters, musici en redenaars, als voor sociologen, psychologen, wetenschappers, economen en juristen. Stichters van spirituele ordes en scholen voor recht en orde hebben er alle principes in gevonden, die zij nodig hadden om hun aanhangers te leiden. De Koran laat iedereen zien hoe zij hun problemen kunnen op lossen en hun spirituele zoektocht kunnen volbrengen. Is er enig ander boek dat dit kan?

* De laatste 14 honderd jaar hebben miljarden moslims tijdens hun vijf dagelijkse gebeden delen van de Koran gereciteerd. Velen hebben haar één keer per jaar en soms zelfs één of twee keer per maand, volledig gereciteerd. Hoe meer we haar reciteren, des te meer we er voor terug krijgen en des te meer we haar willen reciteren. Mensen worden haar woorden, betekenissen en inhoud nooit beu en zij verliest nimmer iets van haar originaliteit en frisheid. Naarmate de tijd verstrijkt, blaast zij nieuwe waarheden en betekenissen in geesten en zielen, waarmee zij hun activiteit en levendigheid doet toenemen.

* De Koran beschrijft al onze fysieke en spirituele kanten en bevat principes om alle sociale, economische, juridische, politieke en bestuurlijke problemen onafhankelijk van tijd of plaats, op te lossen. Bovendien bevredigt zij tegelijkertijd het verstand en de geest en garandeert zij geluk in beide werelden.

* Ongeacht zijn of haar intelligentie, kan niemand regels opstellen om alle mogelijke problemen op te lossen. Zelfs het beste systeem moet op z’n minst iedere 50 jaar herzien worden. Belangrijker nog, geen enkel systeem kan eeuwig geluk beloven, daar de regels ervan zich beperken tot dit vergankelijke menselijke leven, dat in vergelijking met het hiernamaals ontzettend kort is.

* Daarentegen, is geen enkel element uit de Koran verouderd geraakt of toe aan herziening.

* De Koran onthult tevens het mysterie van de mensheid, de schepping en het universum. De Koran, de mensheid en het universum zijn drie “boeken” die de Schepper aan ons kenbaar maken en drie uitingsvormen van dezelfde waarheid. Derhalve heeft Degene Die de mensheid en het universum geschapen heeft, ook de Koran geopenbaard.

* Het is zeer moeilijk iemand te vinden die precies doet wat hij van anderen vraagt, of wiens daden een exacte afspiegeling van hem zijn. De Koran is echter identiek aan de nobele Profeet Mohammed (vrede en zegeningen zij met hem)en is de belichaming van hem in woorden, net zoals hij in geloof en gedrag, de belichaming van de Koran is. Ze zijn twee uitingsvormen van dezelfde waarheid. Toen haar naar het gedrag van haar man gevraagd werd, antwoordde A’isja (vrouw van de edele Profeet (vrede en zegeningen zij met hem): “Leest gij de Koran niet? Zijn gedrag is de Koran.” Dit laat duidelijk zien dat de Koran en Mohammed (vrede en zegeningen zij met hem)het werk van de Almachtige Allah zijn.

* Schrijvers worden normaliter zodanig door hun omgeving beïnvloed dat het bijna onmogelijk voor ze is om zich ervan los te maken. De Koran is daarentegen, net zo algemeen geldig en objectief over specifieke kwesties als zij nauwkeurig is over algemene zaken. Zelfs bij het beschrijven van het begin van de schepping, het eind der tijden, de schepping der mensheid en het leven in de andere wereld, drukt de Koran zich zeer nauwkeurig uit. Net zoals zij soms algemene conclusies trekt uit specifieke voorvallen, gaat zij soms van algemene principes naar specifieke gebeurtenissen. Deze typerende stijl kan in geen enkel menselijk werk worden teruggevonden en is derhalve een ander bewijs van haar Geopenbaarde oorsprong.

* Geen enkele schrijver heeft ooit een boek op zijn of haar gebied geschreven dat net zo nauwkeurig is als de Koran is op zulke uiteenlopende gebieden als religie en recht, sociologie en psychologie, eschatologie en zeden(leer), geschiedenis en literatuur enzovoort. Daarnaast bevat de Koran in het kort of in detail, op z’n minst de principes van alle takken van kennis en is geen enkel onderdeel van deze kennis weerlegd. Wat meer is er nodig om de Geopenbaarde oorsprong ervan aan te tonen?

* Is er een schrijver die kan claimen dat zijn of haar werk volledig juist is en dat dat altijd zo zal blijven? Wetenschappelijke conclusies veranderen voortdurend. De Bijbel ondergaat voortdurend veranderingen. Zelfs een oppervlakkige studie van in verschillende tijden en talen gepubliceerde Bijbels, toont deze veranderingen. Toch behouden de waarheden van de Koran hun frisheid en jeugdigheid. Er is nog nooit een fout of tegenstrijdigheid in gevonden. Hij is vanaf het begin van zijn openbaring onveranderd gebleven en heeft hij zijn uniciteit ten toon gespreid. Zelfs nu blijft hij nieuwe harten veroveren, zijn verborgen onbegrensde schatten onthullen en bloeien als een hemelse roos met ontelbare blaadjes.

* Kun je op basis van je kennis en reputatie van eerlijkheid in naam van de koningin, de president, de minister-president en alle andere ministers spreken; in naam van grote schrijvers, advocaten en arbeiders; en in naam van het bestuur van universitaire hoogleraren en wetenschappers? Als je dit zou kunnen, zou je dan kunnen beweren dat je hen net zo perfect vertegenwoordigt als ieder van hen van je verwacht? Als je dit zou kunnen, zou je dan voor alle zaken in het land wetten kunnen maken? Dit is precies wat de edelmoedige Profeet (vrede en zegeningen zij met hem)door middel van de Koran heeft gedaan. Hoe kun je beweren dat een ongeletterde persoon, die tot zijn 40e volledig a-politiek was, zonder Geopenbaarde inspiratie Allah en steun zulke resultaten zou kunnen behalen?

* De nobele Profeet (vrede en zegeningen zij met hem)wordt in de Koran terecht gewezen. Zou hij, als hij de schrijver ervan zou zijn, de ernstige beschuldiging vanwege zijn vrouw zo’n opmerkelijke plaats geven?

* Zijn oom Eboe Talib, die hem vanaf zijn 8ejaar had opgevoed en hem na de bekendmaking van zijn profeetschap 10 jaar lang beschermd had, heeft de islam nooit omarmd. De zachtmoedige Profeet (vrede en zegeningen zij met hem)hield zielsveel van zijn oom en hoopte op zijn bekering, maar Allah openbaarde dat: Je leidt niet wie je liefhebt, maar Allah leidt wie Hij wenst. Hij weet het beste wie er geleid wordt (28:56). Als hij de schrijver van de Koran was, zou hij gewoon kunnen beweren dat Eboe Talib de islam omarmd had.

* Vele verzen beginnen met “Zij vragen je” en gaan verder met “Zeg (als antwoord).” Deze verzen werden geopenbaard als antwoord op de vragen van moslims en niet-moslims, voornamelijk van de joden uit Medina, over toegestane en verboden zaken, de verdeling van oorlogsbuit, (astrologische) huizen van de maan, de Dag des Oordeels, Zulqarneyn (een gelovige koning uit de oudheid, die grote veroveringen in Aziё en Afrika behaalde), de geest en andere onderwerpen. Zonder een allesomvattende kennis kan iemand dergelijke vragen niet beantwoorden. Zijn antwoorden stelden echter iedereen tevreden. Dit toont aan dat hij door de Alwetende Allah werd onderricht.

* De joden en christenen waren zeer felle tegenstanders. Tenslotte heeft hij meerdere malen tegen de joden van Medina moeten vechten. Desondanks noemt de Koran Profeet Moesa (Mozes) ongeveer 50 keer en Isa (Jezus) vele malen; Mohammed (vrede en zegeningen zij met hem)wordt slechts viermaal genoemd. Waarom zou iemand die onder valse voorwendselen profeetschap claimt, de Profeten van zijn tegenstanders noemen? Kunnen er andere redenen dan jaloezie, vooroordeel, egoïsme en andere negatieve emoties zijn, voor het ontkennen van het profeetschap van Mohammed (vrede en zegeningen zij met hem)?

* De Koran verwijst ook naar bepaalde feiten in de schepping die pas recentelijk met moderne wetenschappelijke methoden zijn vastgesteld. Hoe kan de Koran anders dan door haar Oorsprong van Allah, letterlijk gelden voor zaken waar de mensen toen zij geopenbaard werd, geen weet van hadden? Zou de Koran wanneer het slechts een gewoon boek zou zijn, het volgende hebben kunnen bevatten: Realiseren de ongelovigen zich niet dat de hemelen en Aarde, voordat wij hen scheidden, één geheel vormden? (21:30).

Wat zijn de karaktereigenschappen van profeet Mohammed (vzmh)

1. Analfabeet, maar een grootse wereldhervormer
Mohammed, vrede zij met hem, was analfabeet. Tot aan zijn 40e jaar had niemand hem een welsprekende toespraak horen houden, over religieuze of metafysische kwesties horen spreken, wetten weten toe te passen of een zwaard te hanteren. Maar deze bescheiden en stille man die nooit enig teken had gegeven dat hij zich interesseerde voor politieke activiteiten, verscheen op het wereldtoneel als de grootste hervormer. Hij verklaarde de ingewikkelde problemen van metafysica en theologie, hield toespraken over de principes van de ondergang van naties, onderwees morele regels en formuleerde de wetten van de sociale cultuur, economische organisatie, groepsgedrag en internationale relaties met een genialiteit die de wereld niet eerder had gekend. Hij werd opeens zulk een zo’n moedig soldaat dat hij zich zelfs niet in de hevigste gevechten terugtrok. Hij veranderde de denkwijzen van mensen, hun wereldbeeld, hun geloof, gewoonten en moraliteit.

2. Alle kwaliteiten in één persoon verenigd
De Profeet Mohammed, vrede zij met hem, was méér dan een onoverwinnelijke bevelhebber, een vooraanstaand staatsman en een hoogst invloedrijke geestelijk leider. Hij is het enige voorbeeld waarbij alle kwaliteiten op een schitterende manier in één persoon waren verenigd. Hij was een man van wijsheid, een ziener en ook een levende belichaming van zijn eigen leer. Hij was een groot staatsman, zowel als een militair genie. Hij was een wetgever en een leraar in morele kwesties. Hij was een spiritueel licht enook een religieuze gids. Zijn visie dringt door in elk aspect van het leven en er is niets wat hij aanraakt zonder het te bewonderen. Zijn orders en bevelen hebben betrekking op een uitgestrekt gebied van het beheersen van internationale relaties tot aan de dagelijkse gewoonten zoals eten, drinken, slapen en de zuiverheid van het lichaam. Op de grondvesten van zijn leerstellingen heeft hij een beschaving en een cultuur gevestigd. Hij bracht een dergelijke, fijne, gevoelige en evenwichtige levensstijl voort, een perfect evenwicht tussen de botsende aspecten van het leven, dat er niet de minste onvolkomenheid te vinden is, geen enkel gebrek of onvolledigheid. Welke tekorten en imperfecties zou hij hebben, vergeleken met andere profeten, waardoor hij niet als een profeet zou kunnen bevestigd worden bevestigd en als een Boodschapper van God?

3. Een eenvoudig en arm leven
Mohammed, vrede zij met hem, leefde een eenvoudig leven, als de armste van zijn gemeenschap. Hij besteedde al zijn geld, verdiend in de handel, aan het verspreiden van zijn Boodschap, vanaf het begin van zijn profetische opdracht. Ondanks zijn grootsheid, was zijn gedrag tegenover de eenvoudigste mens dat van een gewoon menselijk persoon. In de strijd en de ondernemingen van zijn hele leven, zocht hij geen enkele beloning of vergoeding voor zijn eigen persoon. Hij liet evenmin een erfenis achter voor zijn erfgenamen. Hij vroeg zijn volgelingen niet om iets voor hem of zijn afstammelingen te ‘brandmerken’. Hij ging daarin zo ver dat, alhoewel hij en zijn familie tot de armste van de gemeenschap behoorden, hij aan hen én aan zijn afstammelingen verbood van ook maar iéts aan te nemen uit de voordelen van de voorgeschreven aalmoezen.

4. Een genadig en vergevingsgezind karakter
Mohammed, vrede zij met hem, was uiterst genadig voor alle schepselen van God. In Mekka onderging hij door zijn stamgenoten elk soort lijden. Uiteindelijk dwongen ze hem om naar Medina te emigreren en voerden daarna, gedurende 5 jaar, oorlog tegen hem. Nochtans, toen hij Mekka zonder bloedvergieten veroverde tijdens het 21e jaar van zijn profeetschap, vergaf hij al zijn vijanden. Zijn vergevingsgezindheid omvatte zelfs de hypocrieten en de ongelovigen. Alhoewel hij de hypocrieten van zijn tijd herkende, stootte hij hen nooit uit, zodat zij konden genieten van de rechten van een volledig burgerschap waartoe de uitwendige belijdenis van het geloof en de toepassing, hen toegang gaf.

De Profeet Mohammed, vrede zij met hem, was in het bijzonder genadig tegenover kinderen. Als hij een kind zag huilen, zette hij zich ernaast en deelde zijn of haar gevoelens. Hij voelde de pijn van een moeder voor haar kind beter dan die moeder zelf. Op een dag zei hij: ‘Ik sta in gebed verzonken en wens dit te verlengen. Dan Toen hoorde ik echter het gehuil van een kind en verkort het gezamenlijke gebed af voor het verdriet die de moeder voelde.’ Hij nam kinderen in zijn armen en omhelsde hen. Soms droeg hij hen op zijn schouders.

Het mededogen van de Profeet, vrede zij met hem, omvatte niet alleen menselijke wezens maar ook dieren. Wij horen van hem dat een prostituee door God naar de waarheid werd geleid en uiteindelijk het Paradijs bereikte omdat zij water gaf aan een arme hond die erg verhongerd was. Een andere vrouw, die een kat van honger liet sterven, werd naar de Hel verwezen.

5. Een mild en vriendelijk karakter
De Profeet Mohammed ,vrede zij met hem, was zeer mild in zijn omgang met mensen. Hij was nooit kwaad op iemand voor de vernederingen die hij onderging. Toen zijn vrouw A’isha, moge God tevreden zijn met haar, het onderwerp van geroddel werd, dacht hij er niet eens aan om de roddelaars te straffen, zelfs nadat A’isha’s onschuld was aangetoond. Bedoeïnen kwamen hem dikwijls opzoeken en waren erg onbeleefd. Hij fronste daar zelfs niet de wenkbrauwen voor.

6. Een vrijgevig karakter
De Profeet, vrede zij met hem, was ook de meest vrijgevige der mensen. Hij hield ervan om al zijn bezittingen uit te delen. Toen zijn profeetschap was begonnen, besteedden hij en zijn rijke vrouw Khadija alles wat ze bezaten in de opdracht die God had gegeven. Toen Khadija, moge God tevreden zijn over haar, stierf, had hij geen geld voor een lijkkleed voor haar. Gods Boodschapper ,vrede zij met hem,  moest toen geld lenen voor de begrafenis van de eerste persoon die moslim werd en zijn eerste toeverlaat.

Volgens de Profeet, vrede zij met hem, is de wereld zoals een boom waaronder de mensen zitten om schaduw te hebben gedurende een lange reis. Niemand kan voor altijd in de wereld blijven leven, dus moeten mensen in de wereld de noodzakelijke voorbereidingen treffen voor het tweede deel van de reis die ofwel naar het Paradijs ofwel naar de Hel leidt. De opdracht van Gods Boodschapper, vrede zij met hem, was om mensen naar de waarheid te leiden en daarom besteedde hij zijn hele bezit en zijn leven om dit doel te bereiken. Op een dag zag Oemar, vrede zij met hem, hem op een ruwe mat liggen en huilde terwijl hei sprak:

‘O Boodschapper van God, terwijl koningen in zachte donsdekens slapen, ligt gij op een ruwe mat! Gij zijt de Boodschapper van God en verdient daarom meer dan enige andere mens een gemakkelijk leven.’ De Boodschapper, vrede zij met hem, antwoordde hem: ‘Stemt gij er niet mee in dat de rijkdommen van deze wereld aan hen toebehoren en dat wij de rijkdommen van het Hiernamaals zullen bezitten?’

Islam keurt een kloosterleven niet goed. Islam is gekomen om de rechtvaardigheid en welzijn te verzekeren voor de mensheid, maar waarschuwt de mensen tegen overdreven gemakzucht. Omwille van deze reden hebben vele moslims gekozen voor een ascetisch leven. Alhoewel zij meestal rijk werden na de dood van de Boodschapper, vrede zij met hem, waren ze er sommigen zoals de kaliefen Abu Bakr, Umar en Ali, die een sober leven verkozen. Gedeeltelijk was dit omdat zij wensten te leven zoals de armste van hun volk en gedeeltelijk omdat zij kozen om strikt het voorbeeld te volgen van de Profeet, vrede zij met hem.

7. Een nederig karakter
De Profeet Mohammed, vrede zij met hem, was de meest nederige der mensen. Daar hij iedere dag een hogere spirituele rang bereikte, nam zijn nederigheid nog toe, ook zijn dienstbaarheid tegenover God. Hij gaf er de voorkeur aan een sobere profeet te zijn boven een profeetkoning.

Bij het bouwen van de Moskee van Medina na de ‘Hijra’ droeg hij twee, in de zon gedroogde bouwstenen terwijl alle andere er één droegen. Bij het graven van de gracht in het Gevecht van de Greppel of Gracht, bonden de Gezellen een steen rond hun maag om de honger niet te voelen. De Boodschapper, vrede zij met hem, bond twee stenen rond zijn maag, want hij was hongeriger dan alle anderen. Ooit zag een man hem en, door zijn indrukwekkende verschijning, begon hij van angst te beven. De Boodschapper, vrede zij met hem, kalmeerde hem en sprak: ‘Broeder! Wees niet bang! Ik ben een mens zoals jij en mijn moeder at droog brood.’ Bij een andere gelegenheid werd hij bij de hand genomen door een vrouw die aan waanzin leed en hem zegde: ‘Kom en doe mijn huiswerk.’ Gods Boodschapper, vrede zij met hem, ging met de vrouw mee en deed het werk. A’isha, zijn vrouw, vermeldde dat de Boodschapper, vrede zij met hem, zijn kleren herstelde, zijn schoenen repareerde en zijn vrouwen hielp bij het huishouden.

Ali, de vierde kalief, moge God tevreden zijn over hem, beschreef de Profeet, vrede zij met hem, als volgt:

”Gods Boodschapper was de meest vrijgevige der mensen bij het wegschenken en de mildste en eerste van hen in geduld en volharding. Hij was de eerlijkste der sprekers, de meest beminnelijke en meevoelende in gezelschap en de nobelste in de familie. Wie hem voor het eerst ziet,wordt getroffen door ontzag voor hem maar wie hem beter kent, wordt diep door hem aangetrokken en wie hem tracht te beschrijven zegt: ‘Ik heb, noch eerder noch later iemand gezien zoals hij, vrede zij met hem.”

Behalve het overbrengen van Gods Boodschap naar de mensen het uitvoeren van de opdracht van goddelijk profeetschap, wat kan Mohammed, vrede zij met hem, nog meer hebben bewogen om een dergelijk sober en streng leven te leiden? En welk degelijk argument kan worden ingebracht tegen zijn profeetschap?

Hoe was het leven van Mohammed (vzmh) voor zijn profeetschap?

De Profeet Mohammed, vzmh, werd vanaf zijn geboorte grootgebracht in de waarneming en zorg van God. Al vóór zijn geboorte kwam zijn vader te overlijden. Hij moest al zijn vertrouwen in God leggen en zich volledig aan Hem onderwerpen.

Jaren later bezocht hij zijn vaders graf in Medina, waar hij zijn tranen de vrije loop liet. Bij zijn terugkeer zei hij: Ik beweende mijn vader en smeekte God hem te vergeven.

Door de dood van zijn vader ontnam God hem zijn grootste menselijke steun. Dit maakte hem ervan bewust dat er

Tot op zekere hoogte genoot hij de bescherming van zijn grootvader en oom, maar hij kwam tot het besef dat God zijn ware hoeder was. In elk wonder, in elk doel, en in elke verwezenlijking onderscheidde hij de hand en de oorzakelijkheid van de enige schepper van het universum. De eenheid van God werd hem geopenbaard in het licht van de Goddelijke eenheid.

Vanwege de dood van zijn vader werd hij de ‘onvergelijkelijke ouderloze parel’ genoemd. In verband hiermee richtte God zich vele jaren later tot hem: En jouw Heer zal jou zeker gunsten schenken, zodat jij tevreden zult zijn. Heeft Hij jou niet als wees gevonden en jou in bescherming genomen? … En Hij heeft jou behoeftig gevonden en rijk gemaakt. Wat de wees betreft: beledig hem niet. En wat de bedelaar betreft: wijs hem niet af. (Ad Dhoeha, 93. 5-6, 8-10)

De ‘onvergelijkelijke ouderloze parel’ verloor niet alleen zijn vader. Ook zijn moeder, Amina, stierf toen hij nog klein was. Mohammed, vzmh, was nog maar zes jaar oud toen zijn moeder, op vijf- of zesentwintigjarige leeftijd, het leven verloor in het dorp Abwa. Ze was net teruggekeerd van een bezoek aan het graf van haar man in Medina. Zo maakte hij kennis met de pijn door zijn vader en moeder achtergelaten te zijn van de afwezigheid van zijn ouders. In feite leerde en onderging hij dit allemaal omdat hij gezonden was om alles aan de mensheid te leren en in elk opzicht een voorbeeld te zijn.

Toen Mohammed, vzmh, zijn ouders verloor, werd hij in bescherming genomen door zijn grootvader Abd al Muttalib, een gerespecteerde ouderling van Mekka. Daarom behoedde God Abd al Muttalib voor elke vorm van tegenspoed. Deze sloot zijn kleinzoon in zijn armen en bood hem steeds de ereplaats in zijn huis aan. Hij voelde aan dat zijn kleinzoon ter redding van de mensheid op moest groeien. Mohammed, vzmh, was zo edelmoedig en goedgemanierd dat zijn grootvader zijn Profeetschap voorzag. Toch was hij onder zijn voorvaders niet de enige die dit deed. Kab ibn Luavy, die door sommigen ook als een profeet wordt gezien, voorspelde dat de Laatste Boodschapper opgevoed zou worden door zijn eigen nageslacht. Hij noemde hem zelfs bij naam: ‘Plotseling zal de profeet Mohammed verschijnen; Hij zal tijdingen brengen en oprecht zijn in zijn tijdingen.’

De eerbare grootvader van Mohammed, vzmh, die zelfs niet door de grote oorlog van Abraha tot tranen kon worden gebracht, huilde bittere tranen op zijn sterfbed. Zijn zoon, Abu Talib, kwam bij hem en vroeg waarom hij huilde. Hij antwoordde: ‘Ik huil omdat ik Mohammed niet lang meer zal kunnen omhelzen,’ en voegde daar aan toe: ‘Ik ben bang dat mijn onvergelijkelijke parel iets zal overkomen.’ Ik vertrouw hem aan jou hoede toe.’

Abu Talib nam de bescherming van Mohammed, vzmh, op zich en als wederdienst zou zijn zoon, Ali, gezegend worden met het vaderschap van diens nageslacht. Na zijn Profeetschap zei de Boodschapper van God, vzmh, tot Ali: Het nageslacht van elke profeet komt voort uit hemzelf, maar mijn nageslacht zal uit jou voortkomen. Als erfgenaam van de Profeet zijn heiligheid, zou Ali tot aan de laatste dag de vader en de grootste aller heiligen worden. Dit is de beloning die Abu Talib gegeven werd voor het helpen van Mohammed, vzmh.

Abu Talib beschermde Mohammed, vzmh, met uiterste zorg. Geschiedschrijvers en biografen zoals ibn Ishaq vertellen dat Abu Talib zijn neef, toen die tien of twaalf jaar oud was, met een handelskaravaan meenam. Ergens in de buurt van Damascus hielden ze halt. Ze lieten hem, de jongste, de wacht bij de karavaan houden. Vanuit een nabij klooster werd de karavaan door een monnik die de komst van de Laatste Profeet, vzmh, verwachtte zorgvuldig in de gaten gehouden. De monnik, Bahira genaamd, had gezien dat de karavaan gevolgd werd door een wolk die stopte wanneer de karavaan stopte en die weer in beweging kwam zodra de karavaan vertrok, alsof hij een van de leden van de karavaan schaduw wilde verlenen. ‘Dit is een speciaal kenmerk van profeten. De verwachte profeet moet zich in die karavaan bevinden,’ dacht hij.

Toen de karavaan nabij zijn klooster halt hield, liet Bahira de handelaren komen en nodigde hij hen uit om te blijven eten. Hij merkte dat de wolk nog steeds boven de karavaan zweefde. Bahira vroeg aan Abu Talib of er iemand achtergelaten was. Abu Talib antwoordde dat er alleen nog een kleine jongen was die hun zaken bewaakte. De monnik vroeg hem de jongen te halen. Toen Mohammed, vzmh, kwam nam Bahira Abu Talib ter zijde en vroeg wat zijn relatie tot de jongen was. ‘Hij is mijn zoon,’ antwoordde Abu Talib. Bahira betwiste dit echter: ‘Hij kan je zoon niet zijn. Volgens de boeken moet zijn vader voor zijn geboorte gestorven zijn.’ Hij voegde eraan toe: ‘Laat me je deze goede raad geven. Breng de jongen onmiddellijk terug. De joden zijn afgunstig. Als ze hem herkennen, dan zullen ze hem kwaad doen.’ Abu Talib excuseerde zich bij de andere leden van de karavaan en keerde met zijn neef terug naar Mekka.

De profeet Mohammed, vzmh, maakte op vijfentwintigjarige leeftijd een tweede reis. Deze keer met de handelskaravaan van Khadija, een eervolle weduwe waarmee hij later zou trouwen. Tijdens deze reis ontmoette hij Bahira nogmaals. De monnik was zeer verheugd met deze tweede ontmoeting en vertelde Mohammed, vzmh: ‘U zult een profeet zijn, de Laatste Profeet. Ik wens dat God me laat leven om dit te kunnen meemaken. Ik zal u volgen, uw schoenen dragen en u beschermen tegen uw vijanden!’

Mohammeds, vzmh, kindertijd en jeugd vormden een inleiding op zijn profeetschap. Naast zijn andere verheven en prijzenswaardige eigenschappen was iedereen het erover eens dat hij oprecht en betrouwbaar was. Hij loog en bedroog nooit en verbrak nooit een belofte. Hij heeft nooit deelgenomen aan de jahiliya. Hij werd ‘de oprecht betrouwbare man’ genoemd, zelfs door zijn ergste vijanden.

Men zei van hem: ‘Als je op reis moet en je hebt iemand nodig om over de veiligheid van je vrouw te waken, dan kun je haar zonder aarzeling aan Mohammed toevertrouwen. Hij zal zelfs nog geen kortstondige blik op haar gezicht werpen. Als je je rijkdom ter bewaking aan iemand wilt toevertrouwen, vertrouw het dan toe aan deze betrouwbare, eerlijke man. Hij zal het nooit aanraken. Als je iemand zoekt die nooit leugens vertelt en nooit een belofte breekt, ga meteen naar Mohammed, want wat hij ook zegt, het is waar.’

Degenen die hem uit zijn kindertijd kenden, geloofden onmiddellijk in hem toen hij zijn profeetschap bekendmaakte. Onder hen bevonden zich Abu Bakr, Uthman, Talha, Zubayr, Abu Dharr en Yasir. Toen Ammar zijn vader, Yasir, vertelde dat hij in Mohammed, vzmh, geloofde, antwoordde deze laatste: ‘Als Mohammed zegt dat God Eén is, dan is het waar. Hij liegt nooit.’

In de prille dagen van zijn Profeetschap riep de Profeet Mohammed, vzmh, het volk van de Quraysh eens op om samen te komen aan de voet van de heuvel van Abu Qubays. Hij vroeg hen: Zouden jullie mij geloven als ik jullie vertelde dat achter deze heuvel een vijandige menigte wacht om jullie aan te vallen? ‘Ja, we zouden u geloven,’ antwoordden allen, zelfs zijn oom Abu Lahab, zijn meest bittere en verhitte vijand.

Toen de mensheid dringend iemand nodig had die het ongeloof kon vernietigen en nieuw leven in deze wereld kon blazen, zond God Mohammed, vzmh, om alle soorten verderfelijkheid te stoppen. In de woorden van Ahmad Shawky: De zon der leiding was geboren en het hele universum werd verlicht. Een glimlach verscheen op de lippen van de tijd en zijn lof werd gezongen.

Toen hij jaren later aan de horizon van Medina verscheen zongen de onschuldige kinderen van deze verlichte stad zijn roem als volgt: De ‘volle maan’ kwam over ons op vanaf de heuvels van Wada. Het is daarom aan ons om God te danken zolang degenen die bidden en Hem smeken dit blijven doen.

Hoe kunnen we Allah ons voorstellen?

Allah is:

De Levende, de Instandhouder.

Sluimer noch slaap overmant Hem.

Aan Hem behoort wat in de hemelen en wat op aarde is.

Wie is degene die bij Hem kan bemiddelen zonder Zijn toestemming?

Hij weet wat voor hen is en wat achter hen is.

En zij omvatten niets van Zijn kennis, behalve wat Hij wil.

Zijn Koersie (Troon) strekt zich uit over de hemelen en de aarde.

En het waken over beide vermoeit Hem niet. En Hij is de Verhevene, de Geweldige.

(Al-Baqarah 2:255)

Allah is vrij van elke tekortkoming:

Zeg: Hij is Allah, de Ene.

Allah, Degene Die niemand nodig heeft, maar aan Wie iedereen behoeftig is.

Hij heeftniet verwekt en is niet verwekt.

En niemand is in enig opzicht gelijk aan Hem.

(Al-Ichlaas 112: 1-4)

Allah is de Naam van de Heer der Werelden, de Schepper van de hemelen en de aarde; en deze Naam omvat alle Schone Namen en Volmaakte Eigenschappen die onze Heer bezit. Hij is Allah, de Enige Die het recht heeft om aanbeden te worden. Geen enkele vorm van aanbidding mag worden gewijd aan een ander dan Hij.

Allah is de Meest Geweldige Naam van onze Heer. Wanneer Hij in deze Naam om iets gevraagd wordt, geeft Hij; en wanneer hij in deze Naam wordt aangeroepen, verhoort Hij. Het is de Naam die vermeerdert in tijden van geringheid. Het is de Naam die veiligheid verschaft in tijden van nood. Het is de Naam die rust geeft in tijden van bezorgdheid. Het is de Naam die rijkdom brengt in tijden van armoede. Geen vernederde houdt zich vast aan deze Naam of hij wordt verheven. Het is de Naam die de ellende verdrijft. Het is de Naam waarmee de zegeningen uit de hemel neerdalen. Het is de Naam omwille van Wie de hemelen en de aarde geschapen werden. Allah!

Allah is de meest Barmhartige

Allah is de Meest Barmhartige, de Meest Genadevolle. Degene Die voor Zijn dienaren meer barmhartig is dan een moeder voor haar kind. Er is geen enkele gunst die niet door de Barmhartigheid van Allah is gegeven. En geen kwaad wordt verdreven, of het is door de Barmhartigheid van Allah. Hij heeft Zichzelf de Barmhartigheid voorgeschreven, en Hij is de Meest Barmhartige der barmhartigen. Zijn Barmhartigheid heeft Zijn Woede overwonnen (overlevering).

Allah is de Vergevingsgezinde

Allah is de Vergevingsgezinde. Degene Die zonden vergeeft, hoe groot deze ook zijn. Degene Die de gebreken verbergt, hoe veel dit er ook zijn. Hij – Verheven is Hij – zegt:

“O zoon van Adam, voorwaar, zolang jij Mij aanroept en op Mij hoopt, dan zal Ik jou vergeven, wat je ook maar gedaan hebt, zonder hier naar om te kijken. O zoon van Adam, al zouden je zonden tot aan de hemel reiken, waarna jij Mij om vergeving vraagt, dan zal Ik je vergeven. O zoon van Adam, al zou je tot Mij komen met zoveel zonden dat ze de aarde zouden kunnen vullen en Mij dan treffen, zonder dat jij iets als deelgenoot aan Mij hebt toegekend, dan zal Ik tot jou komen met een gelijke omvang hieraan aan vergeving.” Overgeleverd door at-Tirmidhie (3540) en Ahmad (21804).

Allah is de Koning

Allah is de Koning. De Bezitter van de hemelen, de aarde en al wat daarin is. Hij heeft geen partner in Zijn Koninkrijk en geen helper. Hij heeft de hemelen en alles wat zich hierin bevindt aan sterren en planeten, de aarde en alles wat zich hierop bevindt aan zeeën, bergen en bomen en alles wat er tussen de hemelen en de aarde is, geschapen in zes dagen en geen enkele vermoeidheid heeft Hem getroffen. Jij ziet in de Schepping van Allah geen onevenwichtigheid of tegenstrijdigheid.

Allah is de Alwetende, de Kenner van het verborgene en het openbare. Hij weet wat er op aarde en in de zeeën is. Geen blaadje valt van een boom, of Hij weet het. Geen vrouw raakt zwanger en baart een kind, of Hij weet het. Hij weet wat jouw ziel jou influistert, voordat jij er over spreekt. Hij is de Waker over jou in elke situatie, op elke plaats en elk tijdstip. Geen atoom blijft voor Allah verborgen op aarde, noch in de hemel. Hij weet wat er was, wat er zal komen en wat er niet is geweest, en als het wel zou zijn, hoe datgene zou zijn.

Hij is de Meest Verhevene Die Zich boven Zijn Troon heeft verheven op een manier die past bij Zijn Majesteit. Hij is boven Zijn schepping, en toch is Hij dicht bij hen: Hij hoort hun woorden en ziet hun daden. Hij heeft geen zoon tot Zich genomen, noch heeft Hij een echtgenote.

Allah heeft alles geschapen

Allah is de Schepper, de Almachtige. Met Zijn Macht houdt Hij de hemelen en de aarde in stand, en weerhoudt Hij de hemel ervan om op de aarde te vallen. Wanneer Hij iets wil, dan zegt Hij slechts: ”Wees”, en het is. Hij is Degene Die doet leven en doet sterven. Hij maakt de armen rijk en de rijken arm. Hij vernedert de hooghartigen en verheft de nederigen. Hij is Degene Die ziek maakt en Degene Die geneest. Hij is Degene Die leidt en Degene Die laat dwalen.

Allah is de Vrijgevige. De oneindige giften Die Hij heeft gegeven vanaf het moment dat Hij de hemelen en de aarde schiep, hebben datgene wat bij Hem is niet doen verminderen. Hij – Verheven is Hij – zegt:

“O Mijn dienaren, al zouden jullie eersten tot jullie laatsten, en alle mensen en djinns, allemaal op één vlakte staan en Mij vragen, en Ik zou iedereen alles wat hij verlangde geven, dan zou dat niet meer verminderen van wat Ik bezit, dan dat wat een naald ontneemt, wanneer deze in de zee wordt gedoopt.” Overgeleverd door Moeslim (2577) en (55).

Allah is Volmaakt

Allah is de Heilige Die Vrij is van elke tekortkoming en elk gebrek. Niemand van Zijn schepselen lijkt in enig opzicht op Hem. Hij is Volmaakt in al zijn Eigenschappen. Geen verstand kan Hem bevatten en geen hart kan een voorstelling van Hem maken. Niets is zoals Hij; en Hij is de Alhorende, de Alziende.

Wat zijn de essentiële eigenschappen van Allah?

Allah de Verhevene heeft zowel essentiële als actieve eigenschappen. Het verschil tussen deze twee is, dat iedere eigenschap waarvan het tegenovergestelde toegeschreven kan worden aan Allah de Verhevene een actieve eigenschap is, zoals de Schepper [het tegenovergestelde is de Gever van de Dood]; indien het tegenovergestelde niet kan worden toegeschreven aan Allah de Verhevene, dan is het een essentiële eigenschap, zoals leven, glorie en kennis [1].

Essentiële eigenschappen van Allah:

Het bestaan (al-Wujud): Het is verplicht om te geloven in het Bestaan van Allah. Het is een eeuwig attribuut. Allah bestaat zonder een begin, zonder een einde, en zonder een plek.

Eeuwigheid (al-Qidam): Het is verplicht om te geloven dat Allah eeuwig is. Dat wil zeggen; er is geen begin aan Zijn Bestaan. Zijn eigenschappen zijn ook eeuwig. Niets is eeuwig, behalve Allah en Zijn eigenschappen.

Eeuwigdurendheid (al-Baqa ‘): Het is verplicht om te geloven dat Allah eeuwig is in die zin dat Zijn bestaan niet zal eindigen. Zijn bestaan is eeuwig en Zijn attributen zijn eeuwig. Er is niets eeuwig op zich, behalve Allah, want vernietiging geldt niet voor Zijn Zelf. Echter, het Paradijs en de Hel zijn wel eeuwig, omdat Allah wilde dat ze eeuwigdurend zijn. Ze zijn daarom eeuwig – niet door hun zelf – maar door een andere dan hun zelf.

Eenheid (al-Wahdaniyyah): Het is verplicht om te geloven dat Allah Eén is zonder deelgenoten. De Eén betreft niet een aantal maar in de zin dat Hij geen deelgenoten heeft. ‘Eén’ wordt soms gebruikt om de helft van twee aan te geven, dit is het eerste [tellende] cijfer van het numerieke systeem; het is de betekenis van ‘één’ in termen van het cijfer ‘één’. Soms wordt ‘één’ gebruikt om een entiteit aan te duiden die geen deelgenoot, geen gelijke en geen voorbeeld heeft in zijn wezen of zijn eigenschapen [en dat die entiteit uniek is]. [Volgens deze betekenis] is Allah ‘Eén’ in die zin dat Hij geen deelgenoot, geen gelijke en geen medegenoot heeft in Zijn wezen of in Zijn eigenschappen. [2]

Non-gelijkenis met de schepping (al-Mukhalafatu lil-hawadith): Allah lijkt niet op een van Zijn schepselen – noch in Zijn Zelf noch in Zijn Eigenschappen, noch in Zijn daden.

Niet-behoeftigheid aan anderen (al-Qiyamu bin-nafs): Allah heeft niets nodig. Hij heeft men niet nodig om Hem bestaan geven, want Hij bestaat zonder een begin. Ook heeft Hij niemand nodig om Hem kennis te geven, omdat Zijn attributen bestaan zonder een begin.

[1] Islamitische Geloofsprincipes: Een exegese van Imam al-Azam’s Al-Fiqh Al-Akbar. P. 79

[2] Islamitische Geloofsprincipes: Een exegese van Imam al-Azam’s Al-Fiqh Al-Akbar. P. 73

In wat voor een God geloven de moslims?

Het concept van God in de islam wordt beschreven in één van de kortere hoofdstukken van de Koran: “Zeg: Hij is God, de Enige; de Eeuwige, Zichzelf-genoeg; Hij verwekte niet, noch werd Hij verwekt; en niemand is in enig opzicht aan Hem gelijk.” (Koran 112: 1-4)

Het centrale concept in de islam is de absolute eenheid van God; niet alleen in aantal, maar ook wat (Zijn) Heerschappij, Eigenschappen en Goddelijkheid betreft. Geen enkele andere persoon of ander wezen deelt deze met Hem.

In de islam is God zowel alles-overstijgend als persoonlijk. God overstijgt alles omdat Hij wat Zijn essentie betreft op niets uit Zijn schepping lijkt. We kunnen de essentie van God niet bevatten, omdat Hij wat dat betreft het menselijk begrip te boven gaat. Moslims bidden tot deze universele God. God is tegelijkertijd een persoonlijke God, omdat we Zijn Eigenschappen kunnen (leren) kennen door na te denken over Zijn werken in het universum. Door bijvoorbeeld na te denken over de balans en het evenwicht in het universum en het leven op aarde, kunnen we concluderen dat Hij rechtvaardig is. De islam kwam om een einde te maken aan het aanbidden van afgoden en het toeschrijven van partners aan de ene ware God. In de islam is God zowel alles-overstijgend als persoonlijk.

In de islam is het verboden om naast de Schepper, God Almachtig, een persoon, beeld of ander ding te aanbidden. Hoe heilig iemand ook is, men mag niet tot hem of haar bidden of hem of haar aanbidden. Deze vormen van toewijding mogen namelijk alleen tot God gericht worden, zonder dat daar enige tussenpersoon voor nodig is.

De veronderstelling in de vraag ‘In wat voor God gelooft de moslim?’ kan voortkomen uit het gebruik van het woord “Allah”. Wanneer mensen dit woord niet kennen, kunnen zij denken dat moslims in een persoon geloven, die Allah genoemd wordt.

In het Arabisch is Allah het woord voor God. Aangezien de Koran in het Arabisch werd geopenbaard, is de naam ‘Allah’ gebruikt. Zowel christelijke Arabieren als moslims noemen God, in hun eigen taal, Allah. Daar komt nog bij dat het woord Allah uniek is, aangezien er geen meervoud (zoals “goden” in het Nederlands), mannelijke of vrouwelijke vorm (zoals godin) of verkleinvorm (zoals godje) van bestaat. In dit opzicht beschouwen moslims ‘Allah’ als de meest passende naam voor God.

Allah heeft ook 99 andere namen, waaruit de naam Allah zelf de meest prominente is. Een reden hiervoor is dat de overige namen van Allah allerlei eigenschappen van Allah zijn, die Hij ten dele weerspiegeld heeft in Zijn schepping. De naam ‘Rahman’ bijvoorbeeld betekent de Barmhartige. Dit is een naam en eigenschap van Allah. Daarnaast is het een eigenschap die is weerspiegeld in de schepping. Immers, ook mensen zijn in staat om barmhartigheid te vertonen.

De naam Allah behoort dan ook alleen toe aan Allah. Daarnaast komen de betekenissen van de overige namen van Allah samen in de naam Allah.

Tenslotte wordt Mohammed, vrede zij met hem, op geen enkele manier door moslims aanbeden. Hij wordt niet als goddelijk beschouwd. Hij is een mens, net als wij, maar met de belangrijke taak van een openbaring-brengende profeet.

Geloof in Allah

De eerste van de zes geloofsartikelen is te geloven in Allah; dat Hij bestaat en te geloven dat Zijn Goddelijk Wezen alle Goddelijke eigenschappen in volkomenheid bezit en dat Hij ver verheven is boven alle onvolkomenheden.

De Eigenschappen van Allah de Allerhoogste worden in twee groepen geclassificeerd:

  • De Goddelijke Eigenschappen van Zijn Persoon
  • De onafscheidelijke Wezens-Eigenschappen van Allah.

Er zijn zes Goddelijke Persoons-Eigenschappen van Allah.

1- Allah is de Aanwezige Bestaande.

2- Allah heeft geen begin. Hij is de Eewigbestaande.

3- Allah heeft geen einde. Hij is de Eeuwigdurende.

4- Allah is Enig, niemand is aan Hem gelijk, niemand heeft deel aan Zijn Persoon en aan Zijn almacht. Alles is van Hem afhankelijk.

5- Allah, De Schepper, is geheel Verschillend van Zijn schepselen.

6- Allah is geheel zelfgenoegzaam, volkomen onafhankelijk.

Er zijn acht onafscheidelijke Eigenschappen van Allah’s Wezen.

1- (Leven) Allah is de levende en de levensgever.

2- (Weten) Allah is de alwetende: hij weet alles, zelfs de geheimste bedoelingen van de harten.

3- (Horen) Allah is alhorend: Hij hoort alles.

4- (Zien) Allah is alziende: Hij ziet alles, zelfs een zwarte mier die in een donkere nacht over een zwarte rots loopt. En hij hoort het geluid van zijn pootjes.

5- (Absolute Wil) Allah’s wil is allesomvattend; Door Zijn goddelijk besluit doet Hij al hetgeen Hij wenst op de manier zoals Hij dat wil.

6- Allah is alvermogend. Hij heeft gezag, macht en kracht over alles.

7- (Spreken) Allah‘s manier van spreken is bijzonder, om te spreken heeft hij geen letters of geluid nodig.

8- (Scheppen) Allah is de schepper, uit het niets stelt hij alle dingen en wezens samen.