duivel

Op welke manieren kan de duivel de mens verleiden?

Sommige slechte gedachten en grillen of verband met ideeën die de mens onvrijwillig en onvoorzien in beslag nemen, zijn meestal het resultaat van het gefluister van Satan. Zoals de twee polen van een batterij, zijn er twee centrale punten of polen in het hart van de mens. (Met hart bedoelen wij de zetel of het centrum van het spirituele intellect van de mens). De ene ontvangt de inspiratie der engelen, de andere staat bloot aan het gefluister van Satan.

Als een gelovige zich in het geloof en de toewijding verdiept, en nauwgezet en fijngevoelig is, dan zal Satan hem aanvallen vanuit diverse richtingen. Satan tracht niet diegenen te verleiden die hem al reeds volgen, omdat zij al hun grillen en lusten achterna gaan. Satan mikt meestal op die eerlijke, toegewijde gelovigen die stijgen naar hogere spirituele rangen. Hij fluistert aan zondige ongelovigen nieuwe, originele ideeën in, om het ongeloof te bevorderen en leert hen nieuwe methodes om te strijden tegen de echte religie en tegen toegewijde gelovigen.

We lezen in de Koran (al-A’raf, S7, A17), dat toen God Satan vervloekte omwille van diens hoogmoedige ongehoorzaamheid, Satan aan God vroeg om uitstel te krijgen tot aan de Oordeelsdag en hem toe te staan de mensen te verleiden. God stond dit toe om de redenen die wij reeds eerder hebben vermeld. Daarop zei Satan: ‘Dan zal ik hen benaderen langs voor en langs achter, van de linkerkant en van de rechterkant, en Gij zult niet merken dat de meeste van hen dankbaar zijn.’

Dit vers betekent dat Satan al het mogelijke doet om de mens te verleiden. De mens is een zeer complex wezen. Zoals eerder is gesteld, heeft God al Zijn Namen in de mens doen wortelen. De wereld is een testgebied voor de mens. De mens werd naar de wereld gestuurd om getraind te worden zodat hij een spiegel van God kan zijn en eeuwig geluk kan verwerven. God heeft de mens begiftigd met ontelbare gevoelens, vermogens en kansen die zich moeten kunnen ontwikkelen. Sommigen van deze vermogens en gevoelens zoals het intellect, woede, hebzucht, koppigheid en lust zijn niet gericht op grote idealen of goede doelen. Zij worden gebruikt op verkeerde manieren, voor slechte doeleinden. De natuurlijke menselijke verlangens en dierlijke neigingen zijn niet beperkt en bevredigd op wettelijke en goede manieren en zullen een gevaar opleveren voor zowel diens wereldlijke als eeuwige leven. Zij kunnen, mits zij worden misbruikt, de mens verlagen tot het aller laagste. Satan benadert de mens langs de linkerkant en tracht, gebruikmakend van diens dierlijke aspecten en inwerkend op de menselijke gevoelens en vermogens, hem te verleiden tot het begaan van allerlei zonden en misdaden. Als Satan de mens van voren benadert, drijft hij hem tot wanhoop door hem te doen twijfelen over zijn toekomst en fluistert hem in dat de Oordeelsdag nooit zal komen en dat alles wat de religies vertellen over het Hiernamaals, pure verzinsels zijn. Hij suggereert ook dat de religie grotendeels iets uit het verleden is geweest en daarom niet langer relevant is voor het heden of de toekomst. Als Satan de mens van achter benadert, tracht hij hem het profeetschap en andere essentiële geloofspunten te doen ontkennen, zoals Gods bestaan en Eenheid, Goddelijke Geschriften en engelen. Door zulke influisteringen en suggesties, tracht Satan alle verbindingen te verbreken tussen de mens en de religie en tracht hem tot allerlei zonden aan te zetten.

Satan kan niet succesvol zijn in zijn pogingen om een toegewijde, actieve gelovige te verleiden, door hem van achter, voor of links te benaderen. Satan probeert hem van rechts te benaderen en hem tot uiterlijk vertoon aan te zetten door middel van zijn deugden en goede daden. Hij fluistert hem in wat voor een goede gelovige hij is en brengt geleidelijk en zeer sluw het verlangen om gezien en geprezen te worden voor zijn goede daden. Zijn aanbidding probeert hij te verbloemen en te showen. Dit is een gevaarlijke verleiding voor gelovigen, dus dienen zij altijd alert te zijn op de benadering van satan van ‘rechts’.

In feite vertelt de Koran in hoofdstuk 4 vers 76 ons dat het bedrog van satan altijd zwak is: ‘voorzeker, satan’s plan is zwak’. Het lijkt op een spinnenweb dat verschijnt wanneer je tussen twee muren in loopt. Het doet je niet stoppen en je dient er geen belang aan toe te kennen. Hij suggereert of fluistert iets. Hij presenteert zondige daden in een “onecht versierd omhulsel”, zodat gelovigen zijn ‘geschenken’ nooit aan moeten nemen.

Satan zal dit in het hiernamaals ook toegeven, helaas zal dit voor overgrote deel van de mensen te laat zijn.

‘Wanneer de beslissing (in het hiernamaals) is genomen zegt satan: “Allah heeft jullie een ware belofte gedaan. Ik heb jullie eveneens een belofte gedaan, maar ik heb jullie in de steek gelaten. Ik beschikte niet over macht over jullie, behalve dat ik jullie kon oproepen, en jullie hebben (aan mijn oproep) gevolg gegeven. Maak mij dus geen verwijten, maar maak jezelf verwijten. Noch kan ik jullie hulp verlenen noch kunnen jullie mij hulp verlenen. Ik verwerp (het verwijt) dat jullie mij voordien als gelijkwaardige aan Allah toekenden.”’ (Ibrahiem, S14, A22)

Om onszelf van de slechte ideeën van satan te bevrijden, dienen we ons te onttrekken aan de lokroep van satan en van zonde. Onachtzaamheid en verwaarlozing van de Godsdienst zijn uitnodigingen voor de ‘pijlen’ van satan. De Koran verklaart:

“En op wie zich van de verering van de Barmhartige afkeert, sturen Wij een duivel af, die zijn metgezel wordt” (Al-Zoechroef, S43, A36).

Denken aan de Barmhartige, aan edele of heilige verschijnselen en een toegewijd religieus leven beschermen ons tegen de aanvallen van satan.

‘Wanneer zich een verleiding van satan aan u voordoet, zoekt dan uw toevlucht tot God. Hij is Alhorend en Alwetend.’ (al-A’raf, S7, A200)

Satan probeert ons soms door middel van onzedelijke beelden te verleiden. Hij zorgt ervoor dat we alsmaar aan verboden genoegens denken. Op zulke momenten dienen we ons ervan te overtuigen dat alle verboden genoegens tot berouw zullen leiden en ons volgende leven (in het hiernamaals) en zelfs ons huidige leven kunnen schaden. We dienen niet te vergeten dat het leven in deze wereld slechts een vergankelijke speelplaats is, een troostende illusie en dat het echte leven het leven in het hiernamaals is.

ONZICHTBARE

Hoe moet ik omgaan met slechte gedachten (influisteringen)?

Ik ben al een tijdje bezig met het praktiseren van mijn geloof. Mensen denken daarom ook dat ik heel religieus en standvastig ben, maar van binnen voel ik me heel ziek en zwak. Ik heb spijt voor alles en zie het leven ook niet altijd even zitten. Ik toon wel berouw, maar soms denk ik: wat voor nut heeft het om berouw te tonen voor een zonde die je telkens begaat. Het lukt mij niet om mijn gevoelens onder controle te houden. Ik wil graag van Allah houden en zoek hulp.

Deze gevoelens (dat je ‘het’ niet meer ziet zitten, en dat je je zwak voelt en geen oprechte berouw kan tonen) zijn niets anders dan weswese (influisteringen van de duivel). Weswese komt van sjaytaan (duivel). Sjaytaan probeert je met je hoofd en hart bezig te houden met onzinnige dingen, die je in je hoofd zo vergroot waardoor je uiteindelijk niet meer uit kan komen.

In de Koran vermeldt Allah: ‘en wanneer hen weswese van sjaytaan overvalt, gedenken zij Allah’ (7:201).

Een Sahaba (metgezel) kwam naar onze nobele Profeet, vrede en zegeningen zij met hem, en zei ‘Ik heb continu weswese’. Onze edele Profeet, vrede en zegeningen zij met hem, antwoordde: ‘Er is niets om je zorgen te maken; dat komt door je imân zelf’. (Moeslim, Imân 121)

Dus we leren van onze edele Profeet, vrede en zegeningen zij met hem, dat weswese niet iets is om je zorgen te maken en dat je ongerustheid over weswese vanuit je imân komt.

Sjaytaan houdt zich niet bezig met lege harten. Hij weet waar hij zijn tijd en inzet moet insteken en dat is een hart met overgave aan Allah. Omdat hij je niet van je gebeden kan afhouden, probeert hij met weswese je toch nog te beïnvloeden.

Een gelovige die continu in weswese is moet tegen zichzelf zeggen: ‘Sjaytaan heeft op verschillende fronten nederlagen geleden, hij heeft mij, dankzij Allah niet kunnen weerhouden om te geloven, om mijn geloof te praktiseren en mijn dagelijkse gebeden te verrichten. Nu probeert hij mij dit alles te ontnemen door weswese. Insja’Allah, met de hulp van Allah zal hij me ook hiermee niet klein krijgen. Hoe groot de weswese ook is, ik zal daar geen enkel aandacht aan schenken. En mijn aanbidding tegenover Allah niet verwaarlozen! Uiteindelijk zal sjaytaan begrijpen dat hij mij ook niet hiermee klein kan krijgen en zal hij met lege handen zijn toekomst richting hel tegemoet gaan.’

Geleerden vergelijken weswese met een schaduw van een boom die met het maanlicht in onze kamermuur te zien is. Bij ieder briesje en een windje bewegen de takken van deze boom. Vooral kinderen die met hun rijke fantasie naar deze schaduw kijken worden op een gegeven moment doodsbang van hun eigen fantasieën. Terwijl ervaren volwassenen helemaal geen aandacht geven aan deze schaduw en hun nachtrust niet verstoren.

Plek van weswese is het hart. sjaytaan richt zijn pijlen met weswese naar het hart.

Weswese is net als deze schaduwen die door sjaytaan op onze harten gericht worden. Hoe meer je aandacht geeft des te meer je in je eigen fantasiewereld in zijn macht komt. Waardoor je uiteindelijk je leven onleefbaar begint te maken door je eigen gedachten. Wat helaas momenteel bij jou het geval is.

Ons lichaam reageert met koorts of pijn tegenover bacteriële aanvallen op onze lichamelijke gezondheid. Net zo reageert onze hart op dezelfde manier tegenover aanvallen van sjaytaan.

Zoals je ook zelf vermeld, is je ‘ziekte’ begonnen nadat besloten hebt om berouw te tonen en begon te praktiseren. Op hetzelfde moment heeft sjaytaan ook een besluit genomen om jou continu weswese te geven en dat doet hij al drie jaar omdat hij ziet dat het bij je werkt!

Allah zal ons niet verantwoordelijk stellen van onze gedachten zolang we deze niet in de praktijk brengen. Als Allah ons hiervoor niet verantwoordelijk stelt, waarom ga jij jezelf dan voor je gedachten die in je hoofd en hart komt verantwoordelijk stellen? Nogmaals dit is niets anders dan sjaytaan die je weswese geeft.

Het is belangrijk om te weten dat dit soort gedachten niet vanuit je hart komt. Dus het zijn niet jou gedachten, anders had je hier niet zo veel moeite en problemen mee.

Onze Genadevolle Allah vermeldt in de Koran: Zeg: “O mijn dienaren die buitensporig zijn tegenover zichzelf, wanhoopt niet aan de Genade van Allah, voorwaar Allah vergeeft alle zonden, waarlijk, Hij is de Vergevensgezinde, de Genadevolle”. (Koran 39:53)

Van onze geliefde Profeet, vrede en zegeningen zij met hem, leren we dat Allah in een Hadith Qoedsi heeft vermeldt: “Als de zonden van mijn dienaar tot aan de hemelen reikt, zolang hij zijn hoop in Mij niet opgeeft en vergeving vraagt, zal Ik hem vergeven.” (Tirmidzi)

Als de Genade en Vergevensgezindheid van Allah zo groot is, waarom zouden we dan onze hoop gaan verliezen?

Je zal zien dat als je oprecht en vanuit je hart berouw en spijt betoont en je richt naar Allah, zal Allah je beschermen. En vooral niet luisteren naar de influisteringen (weswese) van sjaytaan, die je wanhopig probeert te maken. Allah is Groter en Genadevoller dan alle zonden.

Hoe is de duivel afgedwaald?

Sjaytaan, het Arabische woord voor satan (duivel), betekent “verbannen zijn van de Goddelijke Aanwezigheid, verwijderd van Allah’s genade.” Satan is als iemand die alle goede troeven in handen had, maar deze tegen zichzelf heeft gespeeld of als iemand die alles heeft verloren terwijl hij op het rand van winnen stond.

De Koran beschrijft de staat van satan als volgt: Inderdaad, Wij hebben jullie geschapen, vervolgens hebben Wij jullie [een] gedaante gegeven. Vervolgens hebben Wij tot de engelen gezegd: “Werp [jullie] neer voor Adam”, waarop zij zich [allen] neerwierpen, behalve iblis (satan). Hij behoorde niet tot degenen die zich neerwierpen. (7:11)

[Allah] zei: “Wat weerhield jou ervan je neer te werpen, toen Ik jou dat heb bevolen?” Hij [Iblis] zei: “Ik ben beter dan hij. Jij hebt mij uit vuur geschapen, terwijl Je hem uit klei hebt geschapen.” (7:12)

Satan is zo ver afgedwaald dat hij de waarheid noch kan horen, noch kan realiseren. Hij is zo pervers geworden dat hij het slachtoffer is geworden van zijn eigen vicieuze cirkel van verdorvenheid. In andere woorden heeft hij zichzelf geslachtofferd door zijn trots, ijdelheid en verwaandheid. Met zijn eerste duivelse dialectiek (ik ben beter dan hij), maakte hij zijn eerste tour van de vicieuze cirkel.

Hij heeft zichzelf beroofd van alle manieren om te smeken om vergiffenis, en zelfs van het vergeven worden, door het maken van dergelijke excuses zoals: “Ik ben beter dan hij.” Een dergelijke reactie laat duidelijk zijn verwaandheid evenals zijn uitstorting van trots, ijdelheid en arrogantie zien.

Satan zondigde, en ook Adam en Eva (Hawa) maakten een fout door van de verboden boom te eten. Echter, zodra zij hun fout realiseerden, smeekten Adam en Eva (Hawa) om de vergiffenis van Allah (God): “Onze Heer, wij hebben onszelf onrecht aangedaan. Indien U ons geen vergiffenis schenkt en ons geen genade verleent, behoren wij zeker tot de verliezers.” (7:23).

Allah (God) vervulde hun wens en zo ontstond niet de eerder genoemde vicieuze cirkel. Satan daarentegen, probeerde zichzelf te rechtvaardigen en probeerde zijn gelijk en onschuld te bewijzen door zijn fout te ontkennen, ook al was hij ervoor gewaarschuwd. Zijn voortdurende aandringen dat hij superieur is aan Adam heeft er toe geleid dat hij zichzelf heeft laten veroordelen.

Vele verzen beschrijven Satans vijandschap, jaloezie, en de strijd tegen de menselijkheid, evenals zijn onbeschaamdheid, onwetendheid en ongehoorzaamheid jegens Allah (God). Sommige van deze verzen: [satan] zei: “Dan zal ik, omdat Jij mij hebt doen dwalen, hen [opwachten en] in een hinderlaag lokken op Jouw rechte pad. Vervolgens benader ik hen zeker, van voor hen en van achter hen en van hun rechterzijde en van hun linkerzijde, en Jij zal de meesten van hen niet dankbaar [tegenover Jou] aantreffen.” (7:16-17).

Hij werd zo aartsvijand van de mensheid. Zijn zonde, zelfverdediging, arrogantie en opstand resulteerde in verbanning (7:13). Dit, samen met zijn gelofte om mensen van het pad te brengen, verwijderde hem ver weg van de allesomvattende, verhelderende en verheffende sfeer van Allah’s genade.

Hij gaf zich totaal over aan satanische logica en koos de weg van de meest slechte verleider. Hoe meer hij mensen ging verleiden, hoe afstandelijker hij werd, hoe afstandelijker hij werd, hoe meer hij afgunst en rancune voelde. Door dit proces verwierf hij een tweede natuur die geïntegreerd was met ondankbaarheid, intriges, boosheid en verdorvenheid.

Hoe groter de afstand werd, hoe verdorvener en wreder hij werd. Zijn rancune, ijdelheid en verwaandheid namen toe. Hij durfde Allah (God) te betwisten, en verwijderde zich nog verder van Zijn Barmhartigheid. Zijn opstand en uitdaging verzegelde uiteindelijk zijn lot: zijn hart werd verzegeld. Er was nu niets anders dan kwaad in zijn hart en elke kans van goed doen of zichzelf verbeteren/hervormen werd vernietigd.

Wij zijn zeer vereerde wezens. In potentie kunnen wij de rangen van engelen bereiken. Maar we kunnen dus ook de andere richting op gaan. Denk aan het volgende: Moslims die al hun religieuze verplichtingen nakomen en een uitstekende relatie met anderen hebben, kunnen een keer hun zelfcontrole verliezen en uitbarsten. Bij zulke situaties verliezen ze al hun vriendelijkheid, mededogen, vergeving en tolerantie. Als je ze in zo een situatie zou observeren, zou je alleen haat, afgunst, wrok en woede zien zoals de vonken van de hel. Als je ze tijdens zo een situatie zou proberen te adviseren of te begeleiden, dan zou je ze niet kunnen bereiken.

Iedereen heeft wel zulke situaties meegemaakt of gezien. Maar we behouden altijd het potentieel, door Gods genade, om zo een staat te overwinnen en de deugd te herstellen. De duivel daarentegen is permanent in een staat van haat, kwaadaardige afgunst en rancune. Hij kan alleen maar aan kwaad en het duivelse denken, en niet meer aan het goede. Hoewel hij Allah (God) kent, is de duivel compassie, vriendelijkheid en tolerantie vergeten, die allemaal slechts obstakels zijn voor zijn eigendunk. Kort gezegd aanbidt hij zijn eigen persoonlijkheid.

Onze primaire verdediging tegen het vallen in een soortgelijke toestand is door te vertrouwen op en te geloven in Allah (God). We geven ons over aan Hem en zijn van Hem afhankelijk. Moge Hij ons redden van het volgen van Satan.

Wie is Satan en waarom werd hij geschapen?

Satan was, zoals de djinn waar hij meestal bij was, ook van ‘vuur’ geschapen. Voor hij op de proef werd gesteld , verbleef hij in het gezelschap van engelen en handelde en vereerde God zoals zij dit deden. In tegenstelling tot de engelen die ‘doen wat hen wordt bevolen en nooit opstandig zijn tegen God’ (At Tahriem, S66, A6), had Satan de vrije wil om zijn eigen gedrag te bepalen. (Zijn naam was Iblis, voor hij ongehoorzaam werd en niet voor Adam wilde neerknielen). God testte hem en beval hem dus om zich voor Adam neer te buigen, voor de mens. Het zaad van de hoogmoed en ongehoorzaamheid was toen reeds in Satan ontkiemd en zijn natuur barstte open om hem te omvatten. Toen antwoordde hij uit hoogmoed: ‘Ik ben beter dan hij, Adam. Gij hebt mij uit vuur geschapen terwijl hij uit klei ontstond.’ (Sad, S38, A76)

Satan werd geschapen voor een belangrijk doel. Om te beginnen: Was Satan er niet geweest om de mens voortdurend te verleiden, dan zou de schepping van de mens zinloos en onbeduidend zijn geweest. God heeft ontelbare dienaren die zoals de engelen, geen mogelijkheid hebben om opstandig te worden en steeds de bevelen van God uitvoeren. Het is immers zo, dat het bestaan van een Absoluut Goddelijk Wezen, die vele Namen en Kenmerken heeft, het noodzakelijk maakt, niet door een uitwendige oorzaak die onvoorstelbaar is, maar door de Essentiële natuur van Zijn Namen, zich En het is alléén door de mens dat God al Zijn Namen verduidelijkt. Omdat Allah waarde hecht aan de mens, heeft Hij de mens vrije wil gegeven.. Het hebben van een vrije wil betekent herhaaldelijk de vrijheid om een keuze te kunnen maken tussen twee of meer alternatieven. Bovendien heeft God de mens van grote mogelijkheden voorzien. Het is zowel door de capaciteit om deze mogelijkheden te ontwikkelen, als door de noodzaak een keuze te maken tussen de verschillende mogelijkheden die zich voordoen, dat de mens voortdurend een strijd ervaart tussen zichzelf en de buitenwereld en ook in zichzelf. Net zoals God haviken stuurt om de mussen te leren ontsnappen, zo heeft Hij Satan geschapen en toegestaan de mens te verleiden opdat deze zich spiritueel tot hogere niveaus kan verheffen door niet toe te geven aan verleidingen. Zoals honger de mensen en de dieren stimuleert gebieden te verkennen en het leefgebied uit te breiden om zo de honger te stillen en zoals de angst nieuwe verdedigingsmechanismen in de mens aanwakkert, zo zorgen de verleidingen van Satan ervoor dat de mens zijn vermogens ontwikkeld om continu op de hoede te zijn voor zonden.

Engelen stijgen niet op naar hogere spirituele rangen omdat Satan niet kan proberen hen te verleiden en hen te doen afwijken van het rechte pad. De dieren hebben ook een vaste positie: zij kunnen noch ‘stijgen’ noch ‘dalen’ in spirituele rang. Maar in de leefwereld der mensen is het aantal posities en rangen onbeperkt. Een mens kan stijgen tot het allerhoogste niveau of dalen tot het aller laagste. Er is een oneindig lange lijn van spirituele evolutie tussen de rangen van de grootste der Profeten en de heiligen enerzijds en die van mensen zoals Farao en Nimrod anderzijds. Daarom kan niet worden beweerd dat de schepping van Satan een kwaad is. Alhoewel Satan zelf een verdorven schepsel is, werd hij voor een bepaald goed doel geschapen, zoals eerder uitgelegd. Bovendien omvat de schepping het hele universum, zoals God het gewild heeft. Dit moet worden begrepen in relatie tot de resultaten, niet alleen de daden zelf. Wat God ook doet of schept, is goed en mooi, ofwel in zichzelf ofwel in de gevolgen. Regen bijvoorbeeld, heeft vele gevolgen die bijna allemaal gunstig zijn voor de mensheid. Op dezelfde manier heeft het vuur een groot nut. Als sommigen lijden onder een overvloed van water of misbruik van het vuur, dan kan niet worden gezegd dat de schepping van water of vuur slecht is. Op dezelfde manier is het belangrijkste doel van de schepping van Satan het ontwikkelen van de mogelijkheden in de mens tot het goede, de toename van wilskracht, het afwijzen van verleidingen en het stijgen naar hogere spirituele niveaus. Als er nog steeds wordt beweerd dat vele mensen, zelfs meer dan alleen de goeden, in ongeloof vervallen en daardoor de straf van de hel verdienen dankzij de verleidingen van Satan, dan zou het antwoord het volgende zijn:

Alhoewel Satan werd geschapen om de mensen te trainen in weerbaarheid tegen verleidingen en slechte daden vallen zeer veel mensen jammer genoeg in zijn valstrikken. Maar Satan suggereert en fluistert slechts. Hij heeft geen enkele macht, noch bekwaamheid om de mensen verkeerd te doen handelen. Als een mens zelf zo zwak is en zo tot de zonde neigt dat hij zich door de valse beloften van de duivel laat verleiden en zich in diens voetsporen begeeft, dan is dit zijn eigen verantwoordelijkheid. Dit mens verdient de Helse straf door het misbruik dat hij of zij maakt van een belangrijk vermogen dat God in zijn wezen heeft geïntegreerd. Het is dan ook om die reden dat de mens zijn mogelijkheden kan ontwikkelen en kan opstijgen tot het allerhoogste niveau, mocht hij of zij gebruik maken van het Goddelijk gegeven om ‘goed te doen’. De mens dient zijn vrije wil te gebruiken, de basis van zijn menselijkheid. Hierdoor verwerft de mens de hoogste plaats in de schepping, een passende plaats voor zijn intellectuele en spirituele verworvenheden. Anders moet de mens zich beklagen omdat hij is geëerd met een vrije wil en zich beklagen mens te zijn.

Daarnaast is ook het volgende een niet onbelangrijk punt. Kwaliteit is belangrijker dan de kwantiteit. Dit betekent dat we kwalitatieve waarden als norm moeten nemen om een waardeoordeel te bepalen. Bijvoorbeeld: 100 dadelpitten hebben de waarde van 100 munten, slechts zolang zij zaden blijven en niet worden ingezaaid om door bepaalde biochemische processen uit te groeien tot dadelpalmen. Maar zelfs als slechts 20 hiervan uitgroeien tot 20 bomen, door het resultaat van ondergrondse kieming terwijl de rest wegrot door een teveel aan water, kunnen we dan zeggen dat het slecht is dat een plant water krijgt? Elke verstandige mens zal zeker akkoord gaan met het idee dat het goed is om 20 bomen te laten groeien uit 20 pitten, want die geven elk op hun beurt opnieuw 1000 pitten.

Een ander voorbeeld: 100 eieren van pauwenhennen hebben een waarde van elk 5 muntstukken. Maar als de pauwen de eieren uitbroeden, zodat er uit 20 van deze eieren kuikens komen, terwijl de 80 anderen niets opleveren, wordt het dan als een kwaad beschouwd 80 eieren te riskeren en eventueel te verliezen, om 20 kuikens te verzekeren die zullen opgroeien? Dit is integendeel een goede zaak. Elk van deze pauwen zal een grote waarde hebben. Bovendien zullen zij op hun beurt ook weer eieren leggen.

Het is op diezelfde manier dat de mensheid vordert, door te vechten tegen Satan en hun eigen ego’s, die naar het kwade neigen. Ontelbare mensen zijn verloren gegaan, de aantallen zijn groot, de kwaliteit van elk van hen was minder dan die van degenen die standhielden. Dit proces heeft honderdduizenden Profeten opgeleverd, miljoenen heiligen en miljarden mensen die wijsheid, kennis, eerlijkheid en goede moraliteit bezitten. Zij zijn de zon, de maan en de sterren van de mensenwereld.

1H2 Engelen en Hiernamaals (presentatie)

U kunt de presentatie online bezichtigen of downloaden en via PowerPoint er gebruik van maken. Bij een download zal de presentatie vlotter verlopen en zullen alle animaties werken. Verder zijn de video’s uit de onderstaande presentatie gehaald. Anders werd het bestand te groot. Geïnteresseerden in een ‘PowerPoint presentatie met video’ kunnen het formulier op pagina ‘contact’ invullen.