Ons grootste voorbeeld is onze geliefde Profeet, vrede en zegeningen zij met hem, en onze leidraad is de Koran. In de Koran lezen we duidelijk waarom onze nobele Profeet, vrede en zegeningen zij met hem, is gezonden. ‘Wij hebben jou (Mohammed) enkel gezonden als genade voor de werelden’ (Koran 21:27)
Hij werd dus niet enkel en alleen als genade voor de moslims gezonden maar voor ‘de werelden’, dus de fysieke wereld van de mensen en de immateriële wereld van de djinns. Zou een persoon die als ‘genade’ naar de werelden, dus ook als genade voor de ongelovigen in deze werelden is gezonden, de daden van deze terroristen goedkeuren? Hoe zou hij hebben gehandeld als hij in zijn gezicht bespot en belachelijk werd gemaakt?
Gelukkig hoeven we niet te gissen of onze meedogenloze interpretatie te geven om deze vragen te beantwoorden. Uit zijn volmaakte leven druipt niets anders dan genade en tolerantie af. Onze zachtmoedige Profeet, vrede en zegeningen zij met hem, ging samen met zijn pleegzoon Zayd naar Ta’ief om de inwoners over de islam te vertellen. De inwoners hebben hem zeer onfatsoenlijk ontvangen en hem bespot. Een van hen zei: ‘Heeft Allah niemand anders dan jij kunnen vinden om als profeet te sturen?’
Zo kreeg hij vele beledigende woorden naar zijn oren gesmeten. Alsof dit niet voldoende was hitsten ze de kinderen en slaven op om de Trots der Mensheid, vrede en zegeningen zij met hem, te stenigen. Deze marteling duurde tot vijf kilometer buiten Ta’ief. Hij bloedde zo hevig dat zijn schoeisel vol was gelopen met zijn bloed. Op dat moment kwam een engel die zei: ‘O Boodschapper van Allah, ik ben gestuurd door Allah, als je wilt kan ik dit volk samen met hun stad vernietigen.’ Genade der Mensheid, vrede en zegeningen zij met hem, zei: ‘Nee! Ik ben niet gekomen om de mensen te vernietigen maar om hen te redden van vernietiging. Wie weet komt uit hun nageslacht één gelovige voort.’ Daarna hief hij zijn handen op naar de hemel en zei: “O mijn Heer! Leid hen tot het rechte pad. Zij weten niet, daarom handelen ze zo.” (Boechari Anbiya 54)
Een ander voorbeeld is toen onze genadevolle Profeet, vrede en zegeningen zij met hem, Mekka binnenkwam als leider. Mekkanen die ruim 13 jaar onze geliefde Profeet, vrede en zegeningen zij met hem, hadden bespot en beledigd. Mekkanen die de moslims het leven onmogelijk maakten met hun foltering en zelfs moordpartijen. Mekkanen die de zwangere dochter van onze barmhartige Profeet, vrede en zegeningen zij met hem, van haar rijdier lieten vallen waardoor ze haar kind verloor en later aan haar verwondingen stierf. Deze mekkanen stonden nu tegenover de genade der mensheid, vrede en zegeningen zij met hem, op hun lot te wachten. Hoe zou hij over hen oordelen?
Zijn oordeel was: “Vandaag zal geen één van jullie ter verantwoording worden geroepen over wat jullie hebben gedaan. Ga heen, jullie zijn allemaal vrijgesteld. Jullie zal niets worden verweten.“ (Tabaqat 2:142). Hij vergaf hen allemaal terwijl hij de macht en kracht bezat om hen allemaal te bestraffen voor de bespottingen, wreedheden en moorden die ze hadden begaan. Het kon ook niet anders omdat hij als genade voor de werelden was gestuurd.
Een voorbeeld uit de Koran: Allah gaf de opdracht aan Mozes en Aaron dat ze naar Farao moeten gaan en hem de geloof te verkondigen en de Israëlieten vrij te laten. Farao die zichzelf god waant en met Allah spot, farao die profeet Mozes en Aaron bespot en voor zijn volk hen belachelijk maakt. ‘Ga beiden naar de farao, want hij heeft overschreden. Spreek beiden tot hem op een zachte manier. Misschien zal hij het zich ter harte nemen.’ (20:43-44)
Allah gebiedt hen om mild te spreken tegen een wrede bespottende tiran die zichzelf god waant. Zoals we in het begin hadden opgemerkt is onze genadevolle Profeet, vrede en zegeningen zij met hem, ons grootste voorbeeld en de Koran onze leidraad. Als onze Profeet diegenen heeft vergeven die zijn dochter, oom en naaste vrienden hebben vermoord en gefolterd en als Allah tegen Mozes zegt om mild te praten tegen Farao die Allah en zijn profeet bespot en zichzelf op de plek van god zet, hoe is het dan mogelijk dat iemand meent te handelen in de naam van deze barmhartige islam, mensen gaat vermoorden die een spotprent van onze geliefde Profeet, vrede en zegeningen zij met hem, heeft gemaakt.
Moeten we dan helemaal niets doen als onze geliefde Profeet (vzmh) wordt bespot en beledigd?
Geen enkele moslim zal zich niet gekrenkt voelen tegenover zo’n daad. Sterker nog, een moslim heeft liever dat hij of zij zelf wordt bespot en beledigd dan dat onze geliefde Profeet, vrede en zegeningen zij met hem wordt beledigd. Waar bepaalde terreuracties de ene extreme zijde vertegenwoordigen, is het onachtzaam zijn ‘als moslim’ tegenover beledigingen van onze nobele profeet (vrede zij met hem) een andere extreme zijde.
Hoe moeten we handelen?
Ook hier schiet de Koran en onze verheven Profeet (vzmh) ons ter hulp:
‘En de vergelding van een slechte daad is een slechte daad die daarvan de gelijke vormt. En degene die vergiffenis schenkt en verzoening teweegbrengt, zijn beloning rust bij Allah.’ (42:40)
‘En de goede en de kwade daad zijn niet gelijk. Drijf de (kwade daad) terug met een daad die beter is.’ (41:34)
‘Degenen die hun woede bedwingen en medemensen vergeven, Allah heeft degenen lief die goed doen.’ (3:134)
‘Hun beloning wordt hun tweemaal gegeven, omdat zij geduldig zijn geweest en omdat zij het kwade met het goede afweren.’ (28:54)
Dus welke reactie we ook willen geven, we kunnen niet afwijken van de ‘goede daad’. Maximaal toegestaan is vergelden met het gelijke. Aangezien we hier niet met het ‘gelijke’ kunnen handelen, bemoeilijkt dit de situatie. Dus vergelden met het gelijke is hier niet mogelijk.
Een andere overlevering van onze nobele Profeet, vrede en zegeningen zij met hem, leert ons hoe te handelen: “Wie van jullie iets verwerpelijks ziet, laat hem dat met zijn hand veranderen. Indien hij daartoe niet in staat is, dan met zijn tong. Indien hij daartoe niet in staat is, dan met zijn hart. En dat is de zwakste vorm van het geloof.” (Moeslim, Imaan 78)
Zoals we zien adviseert onze nobele Profeet, vrede en zegeningen zij met hem, drie handelingen: met je hand, met je tong, met je hart.
Dat ‘met je hand’ niet betekent dat je geweld en zelfs moord moet plegen is overduidelijk geworden uit bovenstaande overleveringen en verzen uit de Koran. In dit geval is ‘met je hand’ en ‘met je tong’ gericht aan moslims die een vooraanstaand functie betreden en moslims die over schrijf- en/of verbale talenten beschikken. Zij moeten deze karikaturist en/of tijdschrift op een ‘milde’ manier duidelijk maken dat ze miljoenen moslims hierdoor leed aandoen en hen krenken. Moslimgeleerden kunnen hun hand en tong gebruiken door deze tijdschrift duidelijk te maken waarom moslims zo fel reageren als het gaat om een karikatuur van onze geliefde Profeet, vrede en zegeningen zij met hem. Want dit is nog steeds niet duidelijk voor het Westen. Voor hen is dit heel normaal, ze maken spotprent van Jezus en zelfs god.
Moslims kunnen hun reactie geven door deze tijdschrift en karikaturist schrijven en aangeven dat ze door deze spotprent geschokt en gekrenkt zijn. Iedere moslim die zijn hand kan gebruiken kan dus een ‘tegengeluid’ te geven.
Voor overige moslims die zowel hun hand als tong niet kunnen gebruiken rest dat ze met hun hart deze spotprent afkeuren. Duidelijk is dat in geen enkel geval geweld gebruikt moet worden, dit is zowel tegen de Koran als tegen de handelingen van onze geliefde Profeet, vrede en zegeningen zij met hem, in. We moeten onze energie en tijd besteden om onze geliefde Profeet, vrede en zegeningen zij met hem, te vertellen aan diegenen die hem niet kennen of verkeerd kennen. Dat moet ons doel en onze taak zijn.
Als we denken dat we onze liefde aan onze geliefde Profeet, vrede en zegeningen zij met hem, kunnen tonen door diegenen die hem bespotten met geweld tot zwijgen te brengen, hebben we het goed mis. Het is niets anders dan hypocrisie om te zeggen dat je zielsveel van je Profeet, vrede en zegeningen zij met hem, houdt maar zijn leefwijze en adviezen negeert.
Hiernaast kunnen we deze vervelende situaties ook naar iets positievers kanaliseren. Zo kunnen we juist in deze moeilijke tijden, extra schrijven en vertellen over het verheven karakter van de nobele Profeet (vrede zij met hem), zodat mensen hem beter kunnen kennen, wat in de toekomst kan leiden tot meer afkeer (van zowel moslims als niet-moslims) tegen de smerige aantijgingen jegens onze Profeet. Wij moeten te allen tijde onszelf afvragen in hoeverre we de nobele Profeet juist vertegenwoordigen en bij iedere tegenreactie op beledigingen ten rade gaan wat de voor- en nadelen van onze acties kunnen zijn. Enkel het hebben van goede intenties is niet genoeg, aangezien je met een domme reactie grote schade kunt toebrengen aan de gehele oemmah en de samenleving.