Op welke manier toont het bestaan de aanwezigheid van de Schepper?
Sinds het begin van het menselijk leven heeft de overgrote meerderheid van de mensen geloofd in het bestaan van een God. Dit alleen volstaat om het bestaan van een Schepper te bevestigen. Zij die niet in Hem geloven, kunnen geen grotere intelligentie opeisen dan de gelovigen. Tussen deze laatsten zijn er vernieuwende geleerden, wetenschappers, onderzoekers en belangrijkste van al, heiligen en Profeten die als het ware de experten op dit gebied zijn. Het is hier ook de moeite waard van het feit te vermelden dat mensen dikwijls het niet-aanvaarden van iemands bestaan verwarren met de aanvaarding van het niet-bestaan. Terwijl de eerste slechts een ontkenning of een verwerping is, is de tweede een oordeel dat een bewijs nodig heeft. Niemand ter wereld is ooit in staat geweest om het niet-bestaan van God te bewijzen en daar zal ook nooit iemand toe in staat zijn. En dat terwijl er ontelbare argumenten zijn om Zijn bestaan te bewijzen. Dit punt kan verduidelijkt worden met de volgende vergelijking.
Veronderstel dat er een groot paleis is met een duizendtal ingangen, waarvan er 999 open zijn en één dicht. Niemand kan op een redelijke manier beweren dat het paleis gesloten is. De houding der ongelovigen is zoals die van iemand die wil aantonen dat het paleis ontoegankelijk is doordat er één deur is gesloten. Daar alleen wordt de aandacht op gevestigd. De deuren naar Gods bestaan zijn voor iedereen open op voorwaarde dat zij eerlijk trachten om erdoor binnen te gaan.
Enkele van deze deuren (de bewijzen van Gods bestaan), zijn de volgende:
Mogelijkheden als de aard van de schepping
Zowel als een geheel, als afzonderlijk, herbergen de dingen mogelijkheid: dat wil zeggen: het is zowel mogelijk voor iets om in de realiteit te bestaan als van niet te bestaan. Zo is het ook mogelijk voor iets om op elk moment het bestaan te beginnen, op een willekeurige plaats, in om het even welke vorm en met om het even welk karakter.
We zien dat niets of niemand in de wereld, bewust of onbewust, op enige manier zelf bepaald hoe, waar en wanneer het begint te bestaan en met welke kenmerken en karakter dit gebeurd. Dus moet er een kracht zijn die beslist tussen bestaan en niet-bestaan van elk afzonderlijk ding en het zijn onderscheiden, individuele karakteristieken geeft. Deze kracht moet oneindig zijn, een absolute wil en een allesomvattende kennis hebben. Deze kracht is noodzakelijkerwijze Allah.
De beperkte (begrensde) natuur der dingen
Alles in het universum is veranderlijk. Al het veranderlijke is beperkt door tijd en plaats, het heeft een begin en een einde. Alles wat een begin heeft, bestaat door een beginloze oorzaak die het tot het bestaan brengt. Want wat een begin heeft kan niet de oorsprong der dingen zijn want daar is dan weer een andere oorzaak voor nodig. Een oneindige teruggang van de ene oorzaak naar de vorige is onaanvaardbaar. Daarom vraagt de rede Iemand die oneindig zelfbestaand en zelfonderhoudend is en geen verandering ondergaat, namelijk Allah.
Leven
Het leven is een raadsel maar het is doorzichtig. Het is een raadsel in de zin dat wetenschappers, die geen verklaring uit materiële oorzaken kunnen geven, niet in staat zijn om de oorsprong te ontdekken. Het is doorzichtig omdat het een scheppende kracht toont of weerkaatst. Zowel door de doorzichtigheid en de raadselachtigheid verklaart het leven: ‘De Ene die mij schiep, was Allah.’
Ordelijkheid in de schepping
Van de kleinste deeltjes tot enorme sferen en melkwegstelsels is alles in de kosmos en de kosmos als een geheel, een ontplooiing van buitengewone harmonie en orde. Niet alleen in de dingen zélf maar ook tussen alle dingen is er een harmonieuze relatie, zo nadrukkelijk zelfs, dat het bestaan van één enkel deeltje maar mogelijk is door het bestaan van het geheel en omgekeerd: het geheel heeft elk deeltje nodig. De vervorming van één enkele cel kan leiden tot de dood van een heel lichaam. Zo ook heeft één granaatappel voor zijn bestaan de samenwerkende en goed op elkaar afgestelde realiteiten nodig van lucht, aarde, water en de zon. Deze harmonie en samenwerking in het universum, duidt op een schepper van orde, die alles weet in relatie tot al het andere, met alle kenmerken en die alles beheerst en ordent. Deze Schepper van orde is Allah.
Kunst in de schepping
Het geheel der schepping getuigt van een overvloedige, ontzagwekkend kostbare kunst en verfijning. Toch is het, zoals we zullen zien, snel en gemakkelijk tot bestaan gebracht. Bovendien is al het geschapene ingedeeld in talloze families, stammen, soorten en nog kleinere groepen, elk daarvan bestaat in overvloedig veel exemplaren. Ondanks de verscheidenheid en de overvloed zien we alleen orde, kunst en gemak in de schepping. Dit duidt op het bestaan van Ene die een absolute macht en kennis heeft, dit is Allah.
Doel der schepping
Niets in het universum is zinloos, willekeurig. Zoals vooral de ecologie toont, is alles in de schepping, hoe onbeduidend het ook mag lijken, heel belangrijk in het bestaan, het heeft een welbepaalde functie. De keten der schepping tot aan de mens, de laatste schakel, is duidelijk gericht naar een einddoel. Net zoals het doel waarmee de fruitboom groeit is van vruchten te dragen en het leven van die boom naar dat fruit is gericht, zo is ook de ‘boom der schepping’ bedoeld om het laatste en meest omvattende fruit op te brengen: de mens. Niets is dus nutteloos in het universum. Er zijn vele bedoelingen voor elk ding, elke activiteit en elke gebeurtenis in de kosmos. Omdat er hier een wijze voor nodig is die zekere doelen in de schepping heeft ingesteld en omdat er niets in de wereld, behalve de mens, het bewustzijn heeft om deze doelen te kennen, zijn de wijsheid en de doelmatigheid in de schepping noodzakelijk aanwijzingen naar Allah.
Genade en voorzienigheid
Alle levende en ook die niet-levende wezens hebben voortdurend allerlei dingen nodig. Zelf kunnen ze nog niet een klein deel hiervan zelf voorzien. Zo vraagt bijvoorbeeld het beheer en het onderhoud van het universum, het bestaan van zekere universele wetten zoals groei, reproductie, aantrekking en afstoting. Deze wetten nochtans, die we ‘natuurwetten’ noemen, hebben geen uitwendig zichtbaar of materieel bestaan slechts in hun benaming. Iets met alleen een benoemd bestaan, zonder kennis of bewustzijn kan duidelijk niet verantwoordelijk zijn voor een wonderlijke schepping, die een absolute kracht en een absolute kennis, wijsheid, keuzemogelijkheid en voorkeur nodig heeft.
Zulk Ene die al deze kenmerken heeft bevestigd in ‘natuurlijke’ wetten, gebruikt hen als ‘sluiers’ voor Zijn handelingen, met een zekere bedoeling.
Zo hebben planten lucht, water, hitte en licht nodig voor hun leven. Niets daarvan kunnen ze zelf voorzien. De menselijke behoeften dan: die zijn té talrijk om op te noemen. Gelukkig zijn al zijn essentiële behoeften, vanaf het begin van zijn aardse bestaan in zijn moeders lichaam tot aan zijn dood, voldaan buiten de eigen capaciteiten en tussenkomsten om. Als hij deze wereld binnentreedt, vindt hij alles voorbereid om alle zintuiglijke behoeften te voldoen en worden zijn intellectuele en spirituele capaciteiten erkend. Dit toont duidelijk dat Ene, met oneindige genade en kennis, de behoeften voorziet van alle geschapen wezens, op de meest opmerkelijke manier. Hij doet alle wezens samen werken voor dit menselijke doel.
Wederzijdse hulp in het universum
Zoals hierboven is vermeld, snellen alle wezens en dingen in het universum, zelfs de meest van elkaar verwijderde, elkaar te hulp. Deze hulp is zo allesomvattend dat bv: daar bijna alle dingen (lucht, water, vuur, aarde, de zon en de hemelen) de mens helpen in een vooraf vastgelegde manier, ook de cellen, ledematen en organen van zijn lichaam samenwerken om zijn leven te beschermen. Aarde, lucht, water, hitte en bacteriën in de aarde werken samen voor het leven der planten. Deze samenwerking en wederzijdse hulp, vastgesteld bij wezens zonder bewustzijn, die nochtans toch getuigd van kennis en doelbewustzijn, toont het bestaan aan van Ene die hen allen op een wonderlijke manier regelt.
Zuiverheid in het universum
Tot onlangs, als de mens begon met de lucht, de aarde en het water te vervuilen, werd de natuurlijke wereld voortdurend gezuiverd en opgeruimd. Zelfs nu heeft het zijn oorspronkelijke zuiverheid in vele streken behouden, vooral daar waar de moderne levenswijze nog niet is doorgedrongen. Heb je je nog nooit afgevraagd waarom de natuur zo proper is, waarom bijvoorbeeld de bossen zo proper zijn alhoewel er elke dag vele dieren in sterven? Heb je er ooit aan gedacht dat als al de vliegen die in één enkel seizoen werden geboren, allen zouden overleven, dat het aardoppervlak dan zou bedekt zijn met een dikke laag vliegenlichamen? Heb je er al over nagedacht dat er niets in de natuur wordt verknoeid? Elk sterven is het begin van een nieuw leven. Een dood lichaam wordt bijvoorbeeld ontbonden en in de aarde opgenomen. Bestanddelen sterven om in planten opnieuw tot leven te komen. Planten sterven in de maag van dieren en mensen zodat ze tot hogere levensvormen worden opgeheven.
Deze cyclus van dood en heropwekking is één der factoren die de zuiverheid en de properheid van het universum verzekeren. De bacteriën en de insecten, de winden en de regen, de zwarte gaten in de hemelen, de zuurstof in de organische lichamen: zij allen onderhouden de zuiverheid in het universum. Deze zuiverheid verwijst naar Ene die de Al-Heilige is, Wiens kenmerken zuiverheid en properheid omvatten.
Samenstellingen
Miljarden menselijke wezens hebben geleefd sinds de eerste verschijning van de mens op aarde. Ondanks hun gemeenschappelijke oorsprong -een zaadcel en een eicel, die gevormd worden door hetzelfde soort voedsel dat door de ouders wordt gegeten- en ondanks het feit dat zij allemaal zijn samengesteld uit dezelfde soort structuren, elementen en organismen, heeft elk menselijk wezen een individuele samenstelling die hem of haar van alle anderen onderscheidt. Wetenschappen zijn niet in staat om dit miraculeuze verschil in samenstellingen te verklaren. Het kan niet worden uitgelegd door het verschil toe te kennen aan DNA of chromosomen, vermits dit verschil teruggaat tot de eerste verschillen tussen mensen op deze wereld. Bovendien is dit niet alleen een verschil tussen samenstellingen maar alle menselijke wezens zijn verschillend van elkaar door karakter, verlangens, ambities, talenten enz. Terwijl de leden van een diersoort bijna allemaal hetzelfde zijn, zonder enig verschil in gedrag te tonen, is ieder lid van de mensensoort als een soort op zich en heeft een bepaalde individuele wereld binnen de grote wereld der mensen. Dit toont duidelijk dat er Ene is, met een absolute vrije keuze en een alomvattende kennis en Hij is Allah.
Goddelijk onderwijs en leiding
De mens heeft op zichzelf ongeveer 15 jaar nodig om zich in het leven een weg te vinden en onderscheid te maken tussen goed en kwaad. Vele dieren kunnen dit nochtans al doen zéér kort na hun geboorte. Een eenden-jong bijvoorbeeld, kan reeds zwemmen zodra het de schaal van het ei doorbreekt. Mieren beginnen nesten te bouwen zodra ze uit hun cocon komen. Bijen en spinnen hebben niet veel tijd nodig om te leren hoe ze hun honingraten en webben moeten maken, die elk meesterwerkjes zijn waar de mens niet toe in staat is. Wie leert de jonge palingen, die in Europese wateren zijn geboren om hun weg te vinden naar de Stille Oceaan? Is de trek van vogels nog steeds geen mysterie voor de mens? Hoe is het verklaarbaar dat al deze verbazende feiten gebeuren behalve door hen toe te kennen aan de leer en de leiding van Ene die alles weet en het universum, met alle wezens erin, regelt en ordent op een manier die aan elk schepsel, hoe groot of hoe klein ook, toestaat om het eigen leven in te richten?
De geest en het geweten
Ondanks enorme vooruitgang in de wetenschappen, is de mens niet in staat om het leven te verklaren. Leven is het geschenk van de Altijd-Levende Ene, Die een geest ‘inademt’ in elk embryo. We weten weinig betreffende de natuur van de geest en zijn relatie met het lichaam maar onze onwetendheid over de natuur van de geest betekent niet dat deze niet bestaat. De geest is naar de wereld gestuurd om te worden verbeterd en in een toestand te geraken, overeenkomstig de eisen van het andere leven.
Het geweten of bewustzijn van de mens is het centrum van zijn gerichtheid naar wijze keuzes tussen juist en verkeerd en iedereen kan dit geweten voelen bij bepaalde gelegenheden. Bovendien voelt bijna ieder menselijk wezen de neiging om zich tot Allah te richten vooral bij speciale gelegenheden. Deze gerichtheid, en zelfs het Geloof in Hem zijn typisch voor de mens. Zelfs als deze Allah bewust ontkent, toont zijn onbewuste geloof in Hem zich bij bepaalde gelegenheden. De Koran vermeldt dit bij bepaalde verzen:
‘Het is Hij die U toestaat om over land en zee te reizen. Als gij op dit schip zijt, dat wordt voortgestuwd door een gunstige wind, en gij verheugt u hierom, dan steekt er een sterke wind op. Golven rollen op U toe van alle kanten, geven de indruk dat gij ingesloten zijt. Dan zult gij Allah aanroepen en het geloof uitzuiveren, voor Hem alleen, terwijl ze zeggen: ‘Indien Gij ons hiervan verlost, zullen we u waarlijk dankbaar zijn’. (Yoenoes, 10/22)
‘Dan brak Abraham de afgoden van zijn volk in stukken, allen behalve de grote, zodat ze zich tot Hem zouden keren. Toen zij terugkwamen en de toestand van hun afgoden zagen, zegden zij: Wie heeft dit met onze goden gedaan. Het moet zeker een boosdoener zijn. Zij zegden : We hebben een jongere over hen horen praten, hij wordt Abraham genoemd. Zij zegden: Breng hem dan onmiddellijk voor de ogen van het volk, zodat zij kunnen getuigen. Als Abraham dan daar was, zegden zij: ‘Zijt gij het, die dit met onze goden heeft gedaan?’ Hij zei: ‘neen, dit is hun leider, hij deed dit. Dus vraag hen of ze kunnen spreken.’ Daarop keerden zij zich naar zichzelf en zegden: ‘Gij zijt de boosdoeners!’ Toen waren zij in totale verwarring en zegden: ‘O Abraham, gij weet dat deze beelden niet kunnen spreken.’ Abraham zei: ‘Aanbidt gij dan, naast Allah, deze dingen die u helemaal niets kunnen opleveren, op geen enkele manier en die u ook geen kwaad kunnen doen? Wees beschaamd, voor alles wat gij naast Allah hebt aanbeden. Gebruikt gij dan uw verstand niet?’ Zij spraken: ‘Verbrand hem onmiddellijk en bescherm uw goden, als gij iets nuttigs wilt doen.’ (Al- Anbiya, 21/58-68)
Dus zijn de geest en het geweten een sterk argument om het bestaan van Allah aan te nemen.
Aangeboren gerichtheden van de mens en de menselijke geschiedenis
De mens is uit zichzelf gericht naar het goede en het mooie en afkerig van het slechte en het lelijke. Hij wordt ook aangetrokken tot deugden en morele waarden. Het is daarom dat hij het goede en de morele waarden zoekt die universeel zijn, tenzij hij wordt aangetast door slechte uitwendige factoren en omstandigheden. De waarden die de mens uit zichzelf zoekt zijn dezelfde deugden en moraliteit die de Goddelijk geïnspireerde religies hebben aanbevolen. Zoals de geschiedenis leert, heeft de mensheid nooit geleefd zonder religies. Net zoals er geen enkel ander systeem tot nu toe in staat is gebleken om de religie te vervangen in het leven der mensheid, zo zijn het ook steeds de Profeten en de religieuze mensen geweest die de meeste invloed hadden in het leven der mensheid en die er onuitwisbare indrukken in achterlieten. Dit is nog een ander onweerlegbaar bewijs voor het bestaan van Eén God.
Menselijke intuïtie
De mens voelt vele intuïties en emoties aan, die een soort van boodschappen zijn uit immateriële sferen. Daaronder is het aanvoelen der eeuwigheid, die in de mens een verlangen naar eeuwigheid opwekt. Om dit verlangen te vervullen, streeft de mens op verschillende manieren. Nochtans kan aan dit verlangen alleen maar worden voldaan doorheen geloof en eredienst aan de Eeuwige Ene Die de bron is van deze inspiratie in de mens. Het is in het voldoen aan dit verlangen naar eeuwigheid dat het echte menselijke geluk ligt.
Samenhang en overeenkomst (in beweringen)
Als enkele leugenaars, die we nog nooit de waarheid hebben horen zeggen, op verschillende momenten naar ons toekomen en hetzelfde nieuws melden, dan kunnen we geneigd zijn om hen te geloven als we geen betrouwbaar rapport over dezelfde zaak hebben. Maar als tienduizenden Profeten, mensen die in hun hele leven nog nooit één enkele leugen hebben verteld, en honderdduizenden heiligen en miljoenen gelovigen, die de waarheidsliefde als één der meest essentiële steunpunten van het geloof hebben aangenomen, allen overeenkomen van het bestaan van Allah aan te nemen, is het dan redelijk om hun unanieme getuigenis te verwerpen ten voordele van enkele individuele en leugenachtige beweringen?
De heilige Koran en andere Geschriften
De bewijzen voor de Goddelijke oorsprong van de Koran, zijn ook bewijzen voor het bestaan van Allah. De Koran onderwijst met grote nadruk en aandacht, zoals de Bijbel ook doet in de niet-aangetaste delen, het bestaan van Eén Allah.
De Profeten
Tienduizenden Profeten zij gekomen en hebben de mensheid naar de waarheid geleid. Zij werden allen terecht geprezen voor hun waarachtigheid en andere verheven deugden. Allen, zonder één uitzondering, gaven in hun opdracht de voorrang aan het preken van het bestaan en de eenheid van Allah.