Kunnen de engelen en djinn zichtbaar worden?

Het is voor engelen en djinn mogelijk in de zichtbare wereld te verschijnen door een vorm aan te nemen van een wezen. We stellen in de materiële wereld een beweging vast van het zichtbare naar het onzichtbare. Bijvoorbeeld: de verdamping van water en het verdwijnen ervan in de atmosfeer, het omzetten van vaste materie in vloeistof of gas (stoom) of zoals in kernfusie: de omzetting van materie in energie. Zo ook stellen we in de wereld een beweging vast in de andere richting: van het onzichtbare naar het zichtbare. Gassen worden vloeistoffen, verdampt water wordt omgezet in regendruppels, sneeuwvlokken of zelfs hagel en energie wordt in materie omgezet. (bij kernfusie, pers. opm.) Op dezelfde manier kunnen onpeilbare gedachten en betekenissen in ons verstand verschijnen in de concrete vorm van letters en woorden in verhandelingen en boeken.

Op een analoge manier worden onzichtbare wezens zoals engelen, djinn en andere spirituele gehelen, gekleed in een of andere materiele substantie zoals lucht of ether en dan zichtbaar gemaakt. Volgens Imam Shibli kan Allah, indien Hij dit wil, hen toestaan van een vorm aan te nemen bij het uitspreken van één der Namen van Allah die als een sleutel of een paspoort functioneert voor deze vorm. Zo worden ze in de wereld zichtbaar. Als zij proberen een materiele vorm aan te nemen zonder de toestemming van Allah, vertrouwend op hun eigen mogelijkheden, dan worden ze in stukken gescheurd en verdwijnen.

We lezen in de Koran (Maryam, 19:17) dat de geest die Allah naar Maria stuurde, en die moslimgeleerden aanzien als de aartsengel Djibriel (Gabriël), voor haar verscheen als een menselijk wezen. Toen Djibriel (Gabriël) naar de Profeet Mohammed, vrede zij met hem, kwam met de Openbaring van Allah’s Boodschappen, verscheen hij zelden in zijn oorspronkelijke vorm maar meestal in die van een krijger, een reiziger of een Gezel die Dihya noemde. Zo kwam hij bv. in de vorm van een krijger te paard na het einde van het gevecht van de Greppel en sprak tot de Profeet, vrede zij met hem: ‘O Boodschapper van Allah, gij hebt uw gepantserd hemd afgelegd, maar wij, de engelen hebben dit nog niet gedaan. Allah geeft u het bevel tegen de Banoe Qoerayza op te trekken.’ (Boecharie, Maghazi, 30 / Moeslim, Jihad, 65) Op een keer kwam Djibriel (Gabriël) in de vorm van een reiziger, gekleed in wit, en om de Gezellen in de Religie te onderwijzen, stelde hij de Profeet, vzmh, vragen zoals: Wat is geloof? Wat is Islam? Wat is Ihsan (uitblinken in perfectie of deugd) en wanneer komt de Oordeelsdag? (Boecharie, Iman, 37; Moeslim, Iman 1)

Zoals engelen en djinn kan Satan (die tot de djinn behoort) ook in verschillende vormen verschijnen. Er wordt verteld dat hij voor het gevecht van Badr, aan de leiders der Qoeraysh verscheen in de gedaante van een oude man van Najd, en hen enige raad gaf. Zo ook, betrapte een Gezel, die de oorlogsbuit bewaakte, hem bij een poging deze te beschadigen. Satan trachtte de gezel over te halen hem te laten gaan, wat deze ook deed. Toen Satan dit echter voor de 3e maal herhaalde, probeerde de Gezel hem tot bij Allah’s Boodschapper te leiden. Satan schreeuwde echter:’ Laat mij vrij! Ik zal u dan zeggen waardoor gij uzelf tegen mij kunt beveiligen.’ De Gezel vroeg wat dat was. Satan zei toen dat het Vers van de Troon bescherming kon bieden. (Al- Baqara, 2:55) Toen de Profeet, vrede zij met hem, van deze gebeurtenis op de hoogte werd gebracht, zei hij: ‘Die verdorvene is een leugenaar, maar deze keer heeft hij de waarheid gezegd.’ (Boecharie, Wakala, 10)

In het hoofdstuk van de Koran dat ‘al-Ahqaf’ wordt genoemd wordt gesproken over een groep djinn die Allah’s Boodschapper afluisterden toen hij de Koran reciteerde. Toen zij naar hun volk terugkeerden zegden ze: “O volk van ons! Wij hebben zeker naar een Boek geluisterd dat na Mozes werd geopenbaard en bevestigt wat eraan voorafging. Dit Boek leidt naar het juiste en het Rechte Pad.” (Koran 46:30) Deze soera gaat verder met hun indrukken en hun opmerkingen over wat ze hoorden. Er zijn ook Tradities (Hadith) die ons vertelden dat de Boodshapper, vrede zij met hem, hen voorlas uit de Koran en hen de Boodschap verkondigde.

Djinn kunnen ook verschijnen in de vorm van verschillende dieren zoals slangen, schorpioenen, vee, ezels en vogels. Als onze Profeet, vrede zij met hem, de eed van verbinding van hen afnam in de vallei van Batn al Nakhla, wilde hij dat zij aan zijn Oemma, gemeenschap, verschenen; ofwel in hun eigen vorm ofwel in aangename vormen niet in die van schadelijke dieren zoals honden of schorpioenen. Hij waarschuwde ook zijn Oemma door te zeggen: ‘Als gij enig ongedierte ziet, in uw huis, spreek het dan tot driemaal toe aan met de woorden: Voor Allah’s wil, ga weg!. Dit kunnen immers de djinn-vrienden zijn, in een andere gedaante. Indien deze schepsels niet weggaan, zijn het geen jinn en moogt gij hen doden indien ze schadelijk zijn. De djinn die zich verbonden met Allah’s Boodschapper, vrede zij met hem, beloofden hem: ‘Als uw Oemma, de ‘Basmala’ opzegt, (de formule waarin wordt gezegd: In naam van Allah, de Genadevolle, de Vergevingsgezinde) vooraleer ze iets doen en dan hun borden bedekken, dan zullen we hun voedsel en drank niet aanraken. Wij weten niet hoe de djinn eten en drinken van ons voedsel en onze drank. Een andere Hadith zegt: ‘Als gij uzelf hebt ontlast, zuiver u dan niet met beenderen en gedroogde mest, want dit behoort tot het voedsel van de jinn-broeders’ (Voor Hadith verwijzen we naar Tirmidhi, Tahara, 14 / Boechari Manaqib al-Ansar, 32 / Moeslim, Salam, 139,140)