Krijgen de engelen ook beloning voor hun daden?
De Schitterende Maker van het universum, dit enorme ‘paleis’ der schepping, gebruikt 4 soorten werkers waarvan de engelen en andere geesten de eerste groep vormen. Ten tweede zijn er de onbezielde dingen en de plantenwereld, die zeer belangrijke dienaren zijn die voor God werken zonder beloning. Ten derde zijn er de dieren die onbewust dienen in ruil voor een kleine vergoeding: hun voedsel en genot. Tenslotte is er de mens die werkt met het bewustzijn van het doel van de Schitterende Maker. De mens trekt overal lessen uit en overziet de andere dienaren van lagere rang en krijgt daarvoor een beloning: een vergoeding in deze wereld en in het Hiernamaals.
De groep der engelen kan geen promotie maken door zich in te spannen en initiatieven te nemen. Elk van hen heeft een vastgelegde, bepaalde rang maar krijgt een bijzonder genot door het werk zelf en een uitstraling door God te eren. Hun beloning ligt dus in het werk zelf. Net zoals een mens wordt gevoed door water, lucht, licht en voedsel en hieruit genot verkrijgt, zo worden de engelen gevoed door de lichten der herinnering, verering, eredienst, kennis en liefde voor God en ze verkrijgen hier genot uit. Omdat ze immers uit licht werden geschapen, is licht voldoende voor hun onderhoud. Vluchtige aroma’s zelfs, die dicht bij het licht komen, zijn een soort voedsel voor hen, waarvan ze genieten. Inderdaad, pure geesten genieten van vluchtige aroma’s.
In de taken die de engelen vervullen op bevel van de Ene Die zij aanbidden, in de daden die ze voor Zijn zaak verrichten, in de dienst die ze verlenen in Zijn Naam, in het toezicht dat ze uitvoeren doorheen Zijn Visie, in de eer die zij bekomen door met Hem verbonden te zijn, in de ‘verfrissing’ die zij vinden in de studie van zowel de materiële als de immateriële dimensies van Zijn Koninkrijk en in de genoegdoening die ze ondervinden in het waarnemen van de uitingen van Zijn Gratie en Majesteit: is er een dergelijke verheven zegening dat het menselijk brein dit niet kan vatten en wie geen engel is kan dit niet waarnemen.