
Is Roeqya toegestaan?

Volgens de geleerde Ibn Hadjar al Asqalani zijn de geleerden het erover eens dat wanneer de volgende drie voorwaarden aanwezig zijn, dat roeqya toegestaan is in de islam:
1) Het dient gedaan te worden met het Woord van Allah (Kalaam Allah), Zijn Namen (Asma al Hoesna) en met Zijn Eigenschappen.
2) Het dient gedaan te worden in de Arabische taal of met een andere verstaanbare taal.
3) Het effect van roeqya dient niet verwacht te worden van de handelingen, maar het effect en de genezing dient verwacht te worden van Allah. Hij is degene die mensen kan genezen (Fathul-Barî, X, 206).
Roeqya kan verdeeld worden in drie categorien: Moebah, Haram en Sjirk.
a) Moebah: Wanneer roeqya wordt uitgevoerd volgens de drie bovenstaande voorwaarden, dan is roeqya toegestaan (moebah). Aisha (moge Allah tevreden met haar zijn) heeft overgeleverd: “Toen de Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) ziek werd, las hij Soerat Falaq en Nâs en blies in zijn handen, waarna hij zijn handen over zijn lichaam veegde.’ (Boechari, Tib, 32; Moeslim, Salam, 51-52).
Er is ook een overlevering waarin de Profeet (vrede zij met hem) wordt gestoken door een schorpioen en vervolgens roeqya doet met Soerah Fatiha (Boechari, Tib, 33). Het is ook bekend dat de Profeet (vrede zij met hem) bij enkele zieke personen op bezoek ging en Soerat Falaq en Nas las, met zijn rechterhand over hun lichamen veegde en vervolgens zei: “O Heer van de mensen, schenk genezing aan deze zieke persoon. U bent de enige Wie genezing schenkt. Er is geen genezing dan de Uwe. Geef genezing die geen ziekte achterlaat in het lichaam” (Boechari, Tib, 37).
Er zijn veel ahadith met dezelfde strekking. Sommige geleerden baseren zich op de hadith van de Profeet (vrede zij met hem) waarin hij zegt: “Er is geen roeqya, behalve voor het boze oog, de slang en de schorpioen” (Boechari, Tib, 17). Volgens de geleerden is roeqya alleen toegestaan wanneer er sprake is van boze oog of een beet van een slang of schorpioen. Echter, sommige andere geleerden hebben vermeld dat roeqya het meest effectief is in die situaties, aangezien de Profeet (vrede zij met hem) ook heeft gezegd: “Er is geen zwaard, behalve Dhulfiqar”. Want in andere ahadith is te zien dat de Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) ook in andere situaties roeqya toepast en goedkeurt.
b) Haram: Het is niet toegestaan om roeqya uit te voeren in een taal die niet verstaanbaar of onbekend is, met betekenisloze woorden, met onbekende namen (van Allah), in een andere taal dan Arabisch wanneer de raqi de Arabische taal wel beheerst, met gebruik van ijzer, zout of het rondwikkelen van een touw. Roeqya is in die gevallen haram. Handelingen die in het verleden wel een positief effect hebben gehad vallen hierbuiten. Shabeer (moge Allah tevreden met hem zijn) heeft overgeleverd:
“De Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) heeft roeqya verboden. De kinderen van Amr ibn Hazm kwamen en zeiden: “Oh Boodschapper van Allah! Wij voerden een bepaalde soort roeqya uit en hiermee beschermden wij ons van schorpioenen.” De Profeet (vrede zij met hem) zei: “Keer ernaar terug, ik zie er geen slechtheid in. Wie van jullie de mogelijkheid heeft om nuttig te zijn voor zijn broeders, laat hem nuttig zijn voor zijn broeders” (Moeslim, Salam, 63). Al-lzz ibn Abdus-Salam werd gevraagd over roeqya met woorden waarvan de betekenis niet bekend zijn, waarop hij antwoordde dat het niet is toegestaan, omdat de woorden een betekenis kunnen hebben die koefr bevatten.
c) Sjirk: Roeqya waarbij een ander dan Allah om hulp wordt gevraagd en wordt aanbeden, is sjirk. Dit kan bijvoorbeeld door de namen van engelen, profeten, djinns of andere schepselen en hulp aan hen te vragen. De Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) heeft gezegd: “Zwarte magie, amuletten en at-Tiwalah behoren tot shirk” (Abu Dawoed, Tib, 17; Ibn Madjah, Tib, 39; Ahmed ibn Hanbal, I, 381). Ook heeft hij gezegd: “Er is geen slechtheid in roeqya die geen shirk bevat.” (Moeslim, Salam, 64) Een moslim dient zich volledig tot Allah te richten, en alle hulp van Hem te verwachten.