Is het riya om aan de anderen over je gebeden of liefdadigheden te vertellen?

Het verrichten van gebeden uitsluitend in het bijzijn van anderen waarbij het doel, het ontvangen van zegeningen van Allah, niet wordt nagestreefd is een vorm van riya (huichelarij/schijnheiligheid).

Tegenwoordig worden de soennah gebeden vaak verwaarloosd of vergeten, het is beter om deze gebeden te verrichten in het bijzijn van anderen dan in een gesloten ruimte. Het doel hierbij is om anderen aan te zetten deze gebeden te verrichten. Het is dus niet erg als deze soennah gebeden maar ook de normale gebeden verricht wordt in het bijzijn van anderen, en ook hierbij is het van belang dat het doel is om anderen aan te zetten om deze gebeden te verrichten en uiteraard omwille van Allah.

Ieder mens kan met zijn/haar geweten aanvoelen of hij/zij huichelt tijdens een gebed. Het is echter niet de bedoeling dat de moslim zich hier al te veel over bekommert (bekommernis = influisteringen van de duivel/waswasa), dit kan ertoe leiden dat men een soort schuldgevoel krijgt en over zijn imân begint te twijfelen. Een moslim dient een sterke imân te bezitten en daarop te kunnen vertrouwen en ten allen tijde toevlucht te zoeken tot Allah tegenover bekommernis en huichelarij. Overigens is het ook toegestaan om expliciet te laten zien of te zeggen dat je je verplichtingen nakomt. Als iemand bijvoorbeeld vraagt “Bid jij?” dan kun je daar gerust “Ja” op antwoorden, dit is geen vorm van huichelarij.

Ieder vorm van huichelarij en onoprechtheid is slecht, echter is huichelen bij het uitvoeren van verplichtingen en het gebed in het bijzonder nog slechter. De Profeet, vrede en zegeningen zij met hem, heeft het volgende gezegd: “Waar ik het meest voor vrees is dat jullie de kleine sjirk (iemand toeschrijven als gelijke aan Allah) zullen plegen, namelijk huichelarij.”

Religieuze verplichtingen doe je slechts omwille van Allah. Een doel buiten dit, zoals het verrichten van gebeden voor ‘de show in het bijzijn van anderen’ (let op: niet te verwarren met, het verrichten van verplichtingen om anderen te stimuleren, zoals eerder omschreven) zal de intentie om het te doen omwille van Allah opheffen. Als je bidt, vast, op bedevaart gaat, aalmoes geeft en Koran leest, dan zullen deze gebeden voor niets gedaan zijn als je ze verricht met verkeerde intenties en doelen. Allah zegt het volgende: “O, gij die gelooft, maakt uw aalmoezen niet waardeloos door verwijt of krenking, zoals hij, die zijn rijkdommen weggeeft, om op te vallen bij de mensen en zoals hij die niet gelooft in Allah en de laatste dag. Hij is als een gladde rots, die met aarde is bedekt, waarop een stortregen valt, welke haar kaal achterlaat.” (Koran 2:264)

Als men niet aan het gebod van Allah en aan de zegeningen denkt die hij/zij zal ontvangen bij het verrichten van allerlei dagelijkse handelingen, bijvoorbeeld het verrichten van religieuze verplichtingen om religieus, of het doen van een studie of onderzoek om geleerd en slim over te komen, of het geven van aalmoes aan armen, met als doel dat hij/zij gezien wordt als een vrijgevig persoon, zal dit ertoe leiden dat al deze handelingen in feite geen waarde hebben, omdat het gewoonweg vormen zijn van huichelarij waarbij de wil van Allah en verschillende goede intenties niet nagestreefd worden. De Profeet, vrede en zegeningen zij met hem, heeft het volgende gezegd: “Huichelarij is duidelijk een vorm van sjirk (iemand toeschrijven als gelijke aan Allah)” (Ibn Maajah, Fitan, 16).

Als er wereldlijke bedoelingen op de voorgrond staan dan zullen de gebeden in het bijzonder geen waarde meer bevatten. De nobele profeet, vrede en zegeningen zij met hem, heeft gezegd: “Wie voor de schijn vast, bidt en aalmoes geeft, pleegt sjirk tegen Allah” (Al-Targhieb wal-Tarhieb, I, 32)

Huichelarij heeft met zijn verscheidene vormen natuurlijk ook allerlei verschillende doeleinden, het algemene kenmerk hierbij is vaak om, onder het mom van “een gelovig persoon” of “een deugdelijk persoon”, bekendheid en populariteit bij anderen te bereiken. Het zonder oprechtheid liefhebben van mensen waar men totaal niet van houdt, het naar de mond praten, lof uitspreken, met de intentie hiermee andere doeleinden te bereiken (geld, status, populariteit), is dan ook een belangrijk kenmerk van huichelarij.

De moslim hoort dus oprecht tegenover Allah en zijn medemens te zijn. Het is een basisprincipe voor een moslim om rechtschapen te zijn tegenover De Schepper bij het verrichten van zijn/haar verplichtingen en dit omwille van De Schepper te doen. Bij het verrichten van verplichtingen zoals de dagelijkse gebeden is het dus belangrijk dat de moslim dit doet omwille van Allah en niet voor de schijn in het bijzijn van anderen met verschillende andere doeleinden. Het is echter wel toegestaan om het gebed te verrichten om anderen aan te zetten tot het verrichten van het gebed. Hierbij dient de moslim zich niet al te veel te bekommeren in zijn oprechtheid tegenover Allah, maar hij dient toevlucht te zoeken tot Allah tegenover bekommernis en huichelarij. De moslim dient daarnaast ook oprecht te zijn in alledaagse handelingen en tegenover zijn medemens, de moslim mag een ander absoluut niet misleiden in zijn/haar gevoelens!