GEBEDEN ALGEMEEN

Worden mijn gebeden geaccepteerd als ik ze met tegenzin verricht?

Er zijn een aantal redenen voor onze onwil om de aanbiddingen uit te voeren:

1. Het kan komen vanwege de reden dat we het belang en de waarde van het gebed niet goed genoeg kennen. Het is noodzakelijk om boeken en werken te raadplegen waarin het belang en de essentie van het gebed en aanbidding worden verteld.

2. De plaatsen waarin we leven kunnen spiritueel bedorven zijn. Onze neuzen krijgen bijvoorbeeld last wanneer er een lijk in de buurt ligt. Zoals dit, kunnen ook onze zielen negatief beïnvloed worden door plekken waar veel haram wordt gepleegd, en hierdoor kunnen we minder plezier ervaren bij onze aanbiddingen.

3. Een zieke persoon kan geen plezier ervaren in wat hij/zij eet. Bijvoorbeeld, iemand met een wond op zijn tong, kan niet de volle smaak van het eten ervaren. Hij moet hiervoor behandeld worden en genezen. Net zoals dit voorbeeld, kunnen ook onze harten wonden krijgen en ziek worden van al die zondes die wij plegen. Hierdoor kunnen we niet het volledige plezier ervaren bij het verrichten van onze aanbiddingen, welke de voedingsstoffen van de ziel zijn. Daarom hebben wij ook een behandeling nodig. De behandeling van de zielen kan worden bewerkstelligd door berouw, het vragen om vergiffenis en door herhaling van die zondes te vermijden.

Er is hier een belangrijke kwestie: Een ziek persoon kan wellicht geen plezier krijgen van het voedsel dat hij eet, maar hij blijft eten en drinken. Hij moet immers zichzelf voeden om in leven te blijven. Ook wij moeten doorgaan met onze aanbiddingen, ook al ervaren we geen plezier ervan. Dit is immers het voedsel van onze ziel. Hopelijk (met de wil van Allah), zullen we met de tijd plezier beginnen te ervaren van onze aanbiddingen en zullen onze aanbiddingen ons van zondes beschermen.

Wat voor soort gebeden verrichten de moslims?

Binnen de islam vormt bidden een driedimensionaal fenomeen, dat Allah wordt aangeboden. Het belangrijkste doel daarbij is het behagen van Allah en het daaruit resulterende doel, het bereiken van spirituele ontwikkeling.

De eerste dimensie is de kwantiteit en variabiliteit van het verrichten van actieve aanbidding. Vasten, het geven van aalmoezen (zakât) en de voorgeschreven gebeden (salât) zijn alle verschillende vormen van aanbidding, die van degene die ze uitvoert een vorm van actie vragen. Zoals in de Koran staat “… die in de Onzichtbare geloven, de As-salât (gebeden) verrichten en geven van waarin Wij hen voorzien hebben.” (Koran 2:3).

De tweede dimensie is de passieve aanbidding, die bestaat uit het vermijden van gedrag dat iemands geest, spiritualiteit, bezit, familie en leven schaadt, zoals gokken, gebruik van verdovende middelen, overspel, kwaadspreken etc.

De derde dimensie is de ontwikkeling van een directe relatie tussen Allah en de gelovige. “En wanneer Mijn dienaren u (O Mohammed) vragen stellen over Mij, antwoord (hen) dan, dat Ik inderdaad dichtbij ben. Ik beantwoord de smeekbedes van de smekende wanneer deze Mij aanroept. Laat hen Mij dus gehoorzamen en in Mij geloven, opdat zij juist geleid zullen worden” (Koran 2:186). Dit wordt beoordeeld aan de hand van de mate van verbinding met en nabijheid tot Allah en door hoe vaak iemand Allah herdenkt en persoonlijk met Hem communiceert. Deze dimensie is belangrijk, omdat het de andere twee dimensies van diepte en kwaliteit voorziet. “…Waarlijk, in het herdenken van Allah, vinden harten rust.” (Koran 13:28).

Het aanbidden van Allah bestrijkt een moslims’ gehele leven. Terwijl sommige handelingen van aanbidding dagelijks plaatsvinden, worden anderen soms maar eenmaal per leven verricht. Voor degenen die rijk genoeg zijn om de reis te maken, is het verplicht om eenmaal in het leven de bedevaart naar het Heilige Land te maken. Zakât (aalmoezen) is het afstaan van 2,5% van iemands bezit aan bepaalde groepen mensen zoals de armen en behoeftigen. Deze wordt eenmaal per jaar betaald. Vasten wordt één maand per jaar gedaan en de verplichte gebeden, vijf keer per dag.

Dit zijn de ‘zuilen van de islam’. Samen vormen ze goddelijke voorgeschreven ‘oefeningen’, die de fysieke, mentale, spirituele en sociale ontwikkeling van een gelovige waarborgen.

Wat houdt doea (smeekbede) in?

Enkele verzen uit de Koran over doea: “Mijn Heer zou niets om u geven indien jullie geen doea zouden doen.” (Koran 25:77)

Verricht doea aan Mij, Ik zal jullie verhoren (Koran 40:60)

Ik verhoor de doea van de smekende wanneer hij tot mij smeekt. (Koran 2:186)

Enkele overleveringen van onze geliefde Profeet, vrede en zegeningen zij met hem: Voor degenen die de deur van doea geopend is, zijn de deuren van de barmhartigheid geopend….. Doea is beschermeling voor alle (onheil) die is neergedaald of zal neerdalen. De te komen onheil kan alleen door middel van doea worden afgekeerd. Dus jullie taak is om doea te verrichten. (Tirmidzi Daawaat 112)

Doea is een vorm van aanbidding (Tirmidzi Tefsier 2973; Aboe Dawoed Salat 358)

Onze Barmhartige Onderhouder en Gunstige Schenker vermeldt in de Koran dat het onze plicht is om doea te verrichten en Hij zal het zeker verhoren. Maar dit betekent niet dat onze verdriet, ellende en lasten meteen als sneeuw onder de zon zullen verdwijnen. Met Zijn Wijsheid weet Allah alles. Misschien is wat we vragen met onze doea helemaal niet in ons voordeel en zelfs nadelig voor ons. Misschien zullen we met een beetje lijden en verdriet hier op de wereld een oneindig genot en plezier beleven in het Paradijs.

Onze nobele Profeet, vrede en zegeningen zij met hem, vermeldt dat doea een vorm van aanbidding is. Beloning van aanbidding zal in het hiernamaals gegeven worden. Het is onze taak om doea als aanbidding te verrichten en de rest over te laten aan de Wijsheid en Barmhartigheid van Allah. Hij kent ons als geen ander, zelfs wat zich in onze gedachten afspeelt en wat we allemaal in de toekomst zullen meemaken. We moeten vertrouwen in Zijn Wijsheid en Oordeel.

Allah zegt dat Hij onze doea’s zal verhoren, maar wij hebben geen geduld en haasten om alles te krijgen wanneer- en zoals wij dat willen. Naast het verrichten van doea moeten we het geduld opbrengen om te geloven dat Allah onze doea’s zal accepteren.

We nemen wel de tijd en geduld om maanden of zelfs jaren naar een psycholoog en/of psychiater te gaan omdat we denken dat hij/zij onze probleem kan oplossen. Maar in een onbegrijpelijke wijze vermijden of weigeren we een veel effectievere en gemakkelijkere manier: Bij Allah aankloppen met onze problemen. En met geduld blijven koppen totdat Zijn deur voor ons open zal gaan. En niet na één keer aankloppen ons geduld verliezen en ons afkeren van Zijn Barmhartigheid.

Is het riya om aan de anderen over je gebeden of liefdadigheden te vertellen?

Het verrichten van gebeden uitsluitend in het bijzijn van anderen waarbij het doel, het ontvangen van zegeningen van Allah, niet wordt nagestreefd is een vorm van riya (huichelarij/schijnheiligheid).

Tegenwoordig worden de soennah gebeden vaak verwaarloosd of vergeten, het is beter om deze gebeden te verrichten in het bijzijn van anderen dan in een gesloten ruimte. Het doel hierbij is om anderen aan te zetten deze gebeden te verrichten. Het is dus niet erg als deze soennah gebeden maar ook de normale gebeden verricht wordt in het bijzijn van anderen, en ook hierbij is het van belang dat het doel is om anderen aan te zetten om deze gebeden te verrichten en uiteraard omwille van Allah.

Ieder mens kan met zijn/haar geweten aanvoelen of hij/zij huichelt tijdens een gebed. Het is echter niet de bedoeling dat de moslim zich hier al te veel over bekommert (bekommernis = influisteringen van de duivel/waswasa), dit kan ertoe leiden dat men een soort schuldgevoel krijgt en over zijn imân begint te twijfelen. Een moslim dient een sterke imân te bezitten en daarop te kunnen vertrouwen en ten allen tijde toevlucht te zoeken tot Allah tegenover bekommernis en huichelarij. Overigens is het ook toegestaan om expliciet te laten zien of te zeggen dat je je verplichtingen nakomt. Als iemand bijvoorbeeld vraagt “Bid jij?” dan kun je daar gerust “Ja” op antwoorden, dit is geen vorm van huichelarij.

Ieder vorm van huichelarij en onoprechtheid is slecht, echter is huichelen bij het uitvoeren van verplichtingen en het gebed in het bijzonder nog slechter. De Profeet, vrede en zegeningen zij met hem, heeft het volgende gezegd: “Waar ik het meest voor vrees is dat jullie de kleine sjirk (iemand toeschrijven als gelijke aan Allah) zullen plegen, namelijk huichelarij.”

Religieuze verplichtingen doe je slechts omwille van Allah. Een doel buiten dit, zoals het verrichten van gebeden voor ‘de show in het bijzijn van anderen’ (let op: niet te verwarren met, het verrichten van verplichtingen om anderen te stimuleren, zoals eerder omschreven) zal de intentie om het te doen omwille van Allah opheffen. Als je bidt, vast, op bedevaart gaat, aalmoes geeft en Koran leest, dan zullen deze gebeden voor niets gedaan zijn als je ze verricht met verkeerde intenties en doelen. Allah zegt het volgende: “O, gij die gelooft, maakt uw aalmoezen niet waardeloos door verwijt of krenking, zoals hij, die zijn rijkdommen weggeeft, om op te vallen bij de mensen en zoals hij die niet gelooft in Allah en de laatste dag. Hij is als een gladde rots, die met aarde is bedekt, waarop een stortregen valt, welke haar kaal achterlaat.” (Koran 2:264)

Als men niet aan het gebod van Allah en aan de zegeningen denkt die hij/zij zal ontvangen bij het verrichten van allerlei dagelijkse handelingen, bijvoorbeeld het verrichten van religieuze verplichtingen om religieus, of het doen van een studie of onderzoek om geleerd en slim over te komen, of het geven van aalmoes aan armen, met als doel dat hij/zij gezien wordt als een vrijgevig persoon, zal dit ertoe leiden dat al deze handelingen in feite geen waarde hebben, omdat het gewoonweg vormen zijn van huichelarij waarbij de wil van Allah en verschillende goede intenties niet nagestreefd worden. De Profeet, vrede en zegeningen zij met hem, heeft het volgende gezegd: “Huichelarij is duidelijk een vorm van sjirk (iemand toeschrijven als gelijke aan Allah)” (Ibn Maajah, Fitan, 16).

Als er wereldlijke bedoelingen op de voorgrond staan dan zullen de gebeden in het bijzonder geen waarde meer bevatten. De nobele profeet, vrede en zegeningen zij met hem, heeft gezegd: “Wie voor de schijn vast, bidt en aalmoes geeft, pleegt sjirk tegen Allah” (Al-Targhieb wal-Tarhieb, I, 32)

Huichelarij heeft met zijn verscheidene vormen natuurlijk ook allerlei verschillende doeleinden, het algemene kenmerk hierbij is vaak om, onder het mom van “een gelovig persoon” of “een deugdelijk persoon”, bekendheid en populariteit bij anderen te bereiken. Het zonder oprechtheid liefhebben van mensen waar men totaal niet van houdt, het naar de mond praten, lof uitspreken, met de intentie hiermee andere doeleinden te bereiken (geld, status, populariteit), is dan ook een belangrijk kenmerk van huichelarij.

De moslim hoort dus oprecht tegenover Allah en zijn medemens te zijn. Het is een basisprincipe voor een moslim om rechtschapen te zijn tegenover De Schepper bij het verrichten van zijn/haar verplichtingen en dit omwille van De Schepper te doen. Bij het verrichten van verplichtingen zoals de dagelijkse gebeden is het dus belangrijk dat de moslim dit doet omwille van Allah en niet voor de schijn in het bijzijn van anderen met verschillende andere doeleinden. Het is echter wel toegestaan om het gebed te verrichten om anderen aan te zetten tot het verrichten van het gebed. Hierbij dient de moslim zich niet al te veel te bekommeren in zijn oprechtheid tegenover Allah, maar hij dient toevlucht te zoeken tot Allah tegenover bekommernis en huichelarij. De moslim dient daarnaast ook oprecht te zijn in alledaagse handelingen en tegenover zijn medemens, de moslim mag een ander absoluut niet misleiden in zijn/haar gevoelens!

Hoe kunnen we de eerste tien dagen van Dhoel Hijjah benutten?

Het verdriet van de scheiding die begint na de eerste helft van de Ramadan neemt toe na de Nacht van Kracht (Laylatoel Qadr) en bereikt zijn top met de laatste Tarawih en het laatste vasten. De maand van genade en vergeving (Ramadan) kwam tot zijn einde, als ook de nachten waarin duizend beloningen worden gegeven voor een goede daad. Veel gelovigen die gevoelig zijn voor spiritualiteit lieten tranen lopen en vierden zelfs de Eid (Ramadanfeest) met een zwaar hart.

Het vasten tijdens de maand Shawwal verzachtte onze bedroefde harten enigszins. Het leek even alsof wij de uitbreiding van Ramadan beleefden. De eerste tien dagen van Dhoel Hijjah net voor het offerfeest is een soort troostprijs voor onze bedroefde harten die zijn gescheiden van de rijkelijke beloningen en deugdzame aanbiddingen van de Ramadan. Die tien avonden zijn een geweldige kans voor onze enthousiaste harten die huilen met “Ik wilde dat de Ramadan iets langer zou duren.” Of: “Had ik maar beter van de maand Ramadan geprofiteerd.”

Wij weten niet precies voor een geweldige schat de tien nachten inhoudt, die staat genoemd aan het begin van Soera al-Fajr in de Koran: “Bij de tien nachten…”. Hoewel er in sommige bronnen wordt gesteld dat deze tien nachten de laatste tien dagen van Ramadan of de eerste tien dagen van Moeharram inhouden, is de algemeen geaccepteerde mening dat die heilige tien dagen, de eerste tien dagen van Dhoel Hijjah zijn. Dit zijn de eerste negen dagen voor Eid al-Adha (Offerfeest) en de eerste dag van het Offerfeest, dus totaal tien dagen.

Dhul Hijjah is de maand van de algemene amnestie en vergeving

Dhoel Hijjah, die de twaalfde maand van de islamitische kalender is, is de maand van algemene amnestie en vergeving, waarin de aanbidding van Haddj (pelgrimstocht) wordt verricht. De tijdsperiode van die heilige maand, zoals hierboven genoemd, wordt ook wel Laylal Ashara genoemd. Dit zijn dus de tien heilige nachten. De tiende dag is de eerste dag van het Offerfeest. De prachtige blijde boodschap van de Zegel der Mensheid (vrede zij met hem) waarmee hij de waarde van de tien dagen uitlegt is als volgt: “Er zijn geen betere dagen om Allah te aanbidden dan de eerste tien dagen van Dhoel Hijjah. Eén dag vasten op die dagen staat gelijk aan één jaar vasten; de verrichte gebeden op elke nacht staan gelijk aan de Laylatul Qadr (Nacht van de Kracht).” (Tirmidhi: Sawm, 52; Ibn Majah: Siyam, 39)

Dat wil dus zeggen dat één dag vasten op die dagen gelijk kan staan aan 360 dagen aan vasten. De genade en zegen van Allah is zo hoog dat Hij de beloning van één jaar geeft voor het vasten van een dag. Is het mogelijk om onverschillig te zijn voor zulke geweldige boodschappen? Het feit dat die nachten lijken op de Laylatoel Qadr is een andere schoonheid, omdat de Qadr nacht beter is dan duizend maanden en dus gelijkstaat aan een aanbidding van 83 jaar.

Zeg soebhanallah (Glorie zij aan Allah), alhamdoeliilah (lof aan Allah), la ilaha illallah (er is geen god dan Allah) en Allahoe akbar (Allah is de grootste) vaak op deze dagen.

Andere aanmoedigende woorden van de Nobele Profeet Mohammed (vrede zij met hem) luiden: “Er zijn geen daden meer waard dan die uitgevoerd zijn op de eerste tien dagen van Dhul Hijjah in de ogen van Allah. Zeg tasbih, tahmid, Tahlil en Takbir veel op die dagen!”

Tasbih betekent Soebhanallah; tahmid betekent Alhamdoelillah; tahlil betekent La Ilaha Illallah en takbir betekent Allahoe akbar. Als we bedenken dat tasbih, tahmid, tahlil en takbir de zaden van de gebeden zijn, kunnen we begrijpen hoe deugdzaam het verrichten van nafilah (optionele/niet-verplichte) gebeden zijn op deze dagen naast de verplichte gebeden uiteraard.

Een andere overlevering ondersteunt de hadith hierboven: “Er is geen andere dag waarin daden deugdzamer en verhevener en mooier in de ogen van Allah zijn dan de eerste tien dagen van Dhul Hijjah …” (Tirmidhi, Sawm: 52; Darimi, Sawm : 52)

De plaats van Arafah (de dag voor het Offerfeest) is speciaal

Zoals gezegd zal het vasten op deze dagen veel beloningen en vergeving opbrengen. De status van Arafah in deze tien dagen is echter nog specialer. De Nobele Profeet (vrede zij met hem) zei: “Het vasten uitgevoerd op de dag van Arafa is keffarah (schadeloosstelling) voor de zonden van het voorgaande jaar en het komende jaar.” (At-Targhib wa’t-Tarhib Trns, 2. 457)

Abdoerrahman, de zoon van Abu Bakr Siddiq (moge Allah tevreden over hen zijn), ging naar de aanwezigheid van de edele Aisha (vrouw van de Profeet). Zij was aan het vasten, maar iemand sprenkelde water op haar vanwege de hitte. Hierop zei Abdoerrahman dat ze beter het vasten kan verbreken.

De edele Aisha zei: “Zal ik mijn vasten verbreken terwijl ik hoorde dat de Boodschapper van Allah zei: ‘het vasten op Arafah is keffarah voor het voorgaande jaar’? (at-Targhib wa’t-Tarhib Trns, 2:458).

In een andere overlevering zegt de edele Aisha: “Vasten op de dag van Arafa is als het duizend dagen vasten.” (At-Targhib wa’t-Tarhib Trns, 2. 460)

Hoe kunnen we deze tien dagen benutten?

Allereerst moeten we de vijf dagelijkse gebeden nooit vermijden. Dit zijn de onmisbare aanbiddingen in elke tijd op elke plaats, omdat geen enkele nafilah (optioneel) gebed gelijk kan staan aan het fard (verplichte) gebed. Wij moeten proberen om deze gebeden (bij de mannen) gezamenlijk te verrichten en ze met meer zorgvuldigheid en ontzag te verrichten. Als het mogelijk is, dienen we te vasten en onze tijd te spenderen aan het lezen van de Koran, het vragen van vergiffenis, het reciteren van salawat, dzikr en smeekbedes. Mensen die normaliter niet de optionele gebeden zoals ishraq, awwabin en tahajjoed verrichten, zouden hun best moeten doen om ze deze dagen wel te verrichten en om hun uiterste best te doen om de vergiffenis van Allah te verkrijgen.

Om deze vergiffenis en welbehagen van Allah te kunnen verkrijgen, dienen we deze tien dagen te benutten alsof het de laatste tien dagen van Ramadan zijn. Zij die dit niet kunnen doen, zouden op zijn minst de dag van Arafah en de dag ervoor te benutten door te vasten en te aanbidden. In deze tien dagen is het vooral van belang om veel aanbiddingen te doen op de dag van het Offerfeest (vasten op deze dag mag niet!), de dag ervoor Arafah dag, en de dag daarvoor.

Het is deugdzaam om het hoofdstuk van al-Ikhlas vele malen te lezen op de dag van Arafah, omdat Arafah de dag is waarop de eenheid, pracht en grootsheid van Allah wordt gevoeld en verklaard. Daarom is het bij bijvoorbeeld de Hanafi wetschool wajib (verplicht) om de tashriq takbir te reciteren na elk fard gebed; te beginnen vanaf het ochtendgebed op de dag van Arafa tot het namiddaggebed van de vierde dag van het Offerfeest (volgens Hanafi). Het is ook deugdzaam die takbirs te reciteren tijdens die tien dagen als dat mogelijk is.

Miljoenen gelovigen zijn nu in de heilige plaatsen om de Haddj (pelgrimstocht) te verrichten; sommigen doen de rondgang om de Kaba, sommigen zijn aan het bidden en het jammeren (bijvoorbeeld om de zondes), sommigen laten hun tranen lopen in de Rawda al-Moetahhara (Pure Tuin), waar het graf van de Nobele Profeet Mohammed (vrede zij met hem) ligt in Medina, sommigen doen dzikr en smeekbedes, en sommigen vragen om vergiffenis bij Moeltazam (het gebied tussen de Kaba en Hajar al-Aswad). Zij willen allemaal vergiffenis, gratie, succes en leiding van Allah voor henzelf en voor de gelovigen. Allen van hen zullen op de dag van Arafah, op de Arafat berg verzamelen en luidop reciteren “Labbayk, Allahoemma Labbayk” en zullen toevlucht zoeken bij de genade van Allah door middel van gebeden en smeekbedes.

Wij kunnen een spirituele toestand bereiken door ons voor te stellen alsof wij de Haddj (pelgrimstocht) verrichten en onszelf te beschouwen tussen de pelgrims. We dienen te bidden en te hopen dat onze smeekbedes worden toegevoegd aan de gebeden en de smeekbedes van de pelgrims.

We dienen niet te vergeten dat het noodzakelijk is om deze dagen volop te gebruiken, zowel kwalitatief als kwantitatief, om de blijde boodschappen te bereiken zoals die zijn overgeleverd van onze Nobele Profeet (vzmh). Zo kunnen we in een compleet andere stemming komen, de vreugde van aanbidding ervaren en (met de wil van Allah) het Offerfeest bereiken in een status waarin we zijn vergeven door Allah.

Suggesties om de Tien Dagen volop te kunnen benutten

Hoewel veel mensen het belang en de waarde van deze dagen kennen, kunnen zij niet een goede planning maken om deze dagen volop te benutten vanwege de dagelijkse routine. Zij vergeten ofwel het belang en spenderen hun tijd om wereldse klussen uit te voeren of ze profiteren er heel weinig van. Hierbij enkele effectieve suggesties:

  • Zet de tien dagen elk jaar in jouw agenda of maak er een notitie van en zet het ergens waar je het elke dag kan zien
  • Probeer gasten, het reizen of vermoeiend werk te vermijden, welke je bezig kunnen houden tijdens deze tien dagen. Stel dergelijke programma’s uit of probeer deze voor de tien dagen uit te voeren.
  • Weerhoud je van het kijken naar voetbalwedstrijden, soaps, nieuws etc. Welke niet belangrijk zijn voor jouw dagelijks leven. Let hier extra op tijdens deze dagen
  • Let goed op jouw gezondheid, zodat je geen aanbiddingen of dhikr hoeft te missen. Probeer operaties of andere medische ingrepen niet in deze dagen in te plannen.
  • Als je een huisvrouw bent, of met pensioen of oud, dus iemand die niet de reguliere uren hoeft te werken, profiteer dan zo veel mogelijk van deze tien dagen alsof je in de itikaf bent.
  • Als je de reguliere uren wel moet werken, zoals bij studenten en arbeiders het geval, probeer dan zo veel mogelijk te vasten en te aanbidden tijdens je vrije dagen en zo mogelijk dit ook combineren tijdens je werkdagen.
  • Probeer je vrije tijd te benutten tijdens je werk of school. Bijvoorbeeld wanneer je pauze hebt, wanneer je in rij staat etc. Je kunt dan Koran, salawat, gebeden of dhikr reciteren.
  • Probeer een kleine Koran of gebedenboekjes bij je te dragen. Het zal handig zijn wanneer je paar pagina’s wilt lezen wanneer je er even tijd voor hebt.
  • Als je niet weet hoe je de Koran moet lezen, zul je vele beloningen ontvangen als je de hoofdstukken die je wel kent vele malen (van harte) te reciteren.
  • Probeer het te doen met minder slaap tijdens deze nachten en nuttig dingen als thee en koffie welke jou meer wakker kunnen houden.
  • Als je niet de volle negen dagen kunt vasten, probeer dan te vasten op welke dag je maar kunt vasten.
  • Probeer jouw boodschappen voor het Offerfeest en het kopen van het offerdier te kopen voor deze tien dagen, zodat het je tijd bespaart.

Hoe belangrijk is een spirituele leven in de Islam?

Niet alleen is het spirituele leven van een moslim doordrongen van geloof, het heeft daarnaast ook een positieve uitwerking op alle andere aspecten van zijn of haar leven. Binnen de islam ziet men het leven als een evenwichtige werkelijkheid, in plaats van het in segmenten op te delen.

De Koran moedigt zijn lezers voortdurend aan om het universum en de natuur te bestuderen. In bepaalde zin is de mens geschapen met de nieuwsgierigheid om te onderzoeken en met het vermogen het boek van het universum te lezen. Deze mentale onderneming zal tot het besef leiden dat er een Bovennatuurlijk Wezen dient te zijn, dat we Allah noemen.

Verdere bestudering van het Boek van het universum leidt tot kennis van Allah en inzicht in hoe Allah op liefdevolle wijze voor de gehele schepping, inclusief de mens zorgt. Aangezien de mens houdt van wie hij kent, leidt kennis van Allah tot liefhebben van Allah, wat weer leidt tot de neiging om Allah door middel van aanbidding, te behagen. In de loop der tijd doorloopt een gelovige een proces van spirituele ontwikkeling en komt daaruit tevoorschijn als een verfijnd persoon, die anderen wil helpen en een bijdrage wil leveren aan de levens van anderen. Sociale betrokkenheid en activisme worden het feedback systeem waarmee iemand in balans blijft en dat mensen in staat stelt zin te halen uit een deugdzame cirkel van ontwikkeling.

In de islam zijn geloof en spiritualiteit dus met elkaar verweven als twee entiteiten die elkaar wederzijds versterken. Daarom moedigt de islam moslims aan een directe persoonlijke verbinding met Allah te ontwikkelen. De Koran leert ons dat Allah ons nader is dan onze levens ondersteunende slagaderen en verwacht van mannen en vrouwen dat zij een wederkerige relatie met Allah onderhouden. Samen met de dagelijkse verplichte gebeden, heeft Profeet Mohammed, vrede zij met hem, moslims aangemoedigd zich bewust te zijn van de aanwezigheid van Allah en Hem in het dagelijks leven te gedenken.

De Koran vertelt ons dat herinnering van Allah de grootste vorm van aanbidding is. “…en herinnering van God is zonder twijfel het grootste (goed in het leven) …” (29:45). De Koran vertelt ons daarnaast dat werkelijke spirituele bevrediging en menselijke vervulling alleen te vinden zijn in de herinnering van Allah. “ …zonder twijfel vinden harten bevrediging in de herinnering van God.” (13:28).

Een niet-praktiserend persoon kan nog steeds als een gelovige en een moslim worden beschouwd. Hij of zij bevindt zich echter op het grensgebied van geloof, zonder de bescherming die beoefening geeft.

Omwille van welke voordelen moet een moslim bidden?

In de Koran vermeldt Allah: “O mensen aanbidt jullie Heer. Degene die jullie en degenen vóór jullie heeft geschapen.” (2-21)

We aanbidden Allah, omdat Hij Allah is, en wij Zijn dienaren. Hoe ondankbaar is de mens die oneindig veel gunsten van Allah niet ziet of niet wil zien en zich afzijdig houdt van aanbidding.

Of we nu gelovig zijn of niet, we gehoorzamen onze ouders en doen wat ze vragen. Waarom? Omdat het voordelen voor ons heeft? Nee, we gehoorzamen en geven gehoor aan hun vraag omdat het onze ouders zijn. Dus op een vraag: Waarom bidden we, wat zijn de voordelen van het gebed? Is het enige antwoord: Omdat Allah het wilt! Ook al had het gebed geen enkel voordeel dan nog moeten we Allah aanbidden.

Zoals we weten bestaat een mens uit een lichaam en een spirituele ziel/geest. Voor een gezond lichamelijk leven moeten we ons lichaam goed onderhouden en voeden. Net zoals ons lichaam voeding nodig heeft, heeft onze spirituele ziel/geest ook voeding nodig. Aanbidding is de voeding van onze geest en ziel. Zonder aanbidding sterft onze spirituele geest/ziel en leven we alleen voor onze dierlijke lusten en driften. Waardoor we worden gedegradeerd tot het niveau van dieren terwijl Allah ons als mensen heeft geschapen. Wat voor gevolgen dit in het hiernamaals heeft is niet te voorzien!

Allah is Almachtig, Hij heeft geen enkel behoefte aan onze gebeden. Als iedereen op de wereld zou besluiten om Allah te gaan aanbidden, dan zal dit helemaal niets toevoegen aan de Goddelijkheid van Allah. Als opeens alle moslims besluiten om Allah niet meer te aanbidden, dan zal dit helemaal niets laten afnemen van de Goddelijkheid van Allah.

Dus onze aanbidding verrichten we niet voor Allah maar voor onszelf om onze spirituele zintuigen zo te ontwikkelen dat ze rijp zijn voor het paradijs. Wie anders dan onze Schepper kan ons de beste vorm van aanbidding leren? Hij heeft ons ontworpen en geschapen en heeft een handleiding gegeven waarin we precies kunnen lezen hoe we optimaal gebruik kunnen maken van dit aardse leven zodat we in een volmaakte en gezonde toestand door kunnen gaan naar het hiernamaals.

Als een arts aan een ernstig zieke persoon een kuur opgeeft bestaande uit verschillende soorten medicijnen en voorschrijft hoe hij deze moet gebruiken, zal de patiënt de arts oneindig dankbaar zijn. En zeker niet tegen de arts gaan zeggen; waarom zou ik al deze medicijnen moeten innemen, wat voor baat heb jij erbij dat ik dit allemaal inneem? Net zo heeft Allah ons gebeden voorgeschreven om ons van onze spirituele ziektes te genezen en ons voor te bereiden voor het hiernamaals.

Waarom geven we dan geen gehoor aan het gebod van Allah om Hem te aanbidden? Wat weerhoud ons hiervan? Ons ego! We zijn zo egoïstisch geworden dat we onze vinger niet eens meer uit willen steken als we zelf er niet beter van worden. Ons ego is heeft ons zo verslonden dat we moeite hebben om Allah te aanbidden, maar geen enkele moeite hebben om onze driften, lusten en verlangens te aanbidden. Want in ieder mens zit de drang om te aanbidden. Moslims aanbidden Allah, anderen aanbidden god of meerdere goden. Zelfs mensen die niet in een god geloven aanbidden; geld, vrouwen, superstars, idolen, leiders enz. Dus we kunnen niet van aanbidding afkomen het zit in onze natuur. Het gaat er om dat we Diegene gaan aanbidden die ons in het Hiernamaals zal ontvangen en zal belonen voor onze aanbidding.

Onze dagelijkse gebeden nemen in totaal 1 uur per dag in beslag. De overige 23 uur hebben we nog steeds voor onszelf.

Denken we dat het Paradijs, als beloning voor onze inzet van één uur, te weinig is terwijl we minimaal 8 uur per dag jarenlang zwoegen voor een miezerige salaris, waarvan we vaak nauwelijks kunnen rondkomen?

Kortom: Er zijn zeker vele voordelen bij aanbidding, maar deze voordelen zijn niet de redenen waarom we zouden moeten aanbidden. Wij verrichten onze gebeden enkel en alleen omdat Allah het wilt.

Hoe moet men in gebieden waar het altijd dag of nacht is de gebeden verrichten?

Dit onderwerp wordt vaak ter sprake gebracht door antireligieuze en atheïstische mensen om de universaliteit van de islam in twijfel te trekken. Ze proberen te betogen dat ofschoon de islam een wereldwijde of een universele religie is, haar geboden, bijvoorbeeld het vasten of de verplichte gebeden niet uitvoerbaar zijn in de uiterste poolgebieden.

Aan de andere kant moet men begrijpen dat er geen enkel systeem, of het nu bijvoorbeeld een economisch of een financieel systeem is, ooit de universaliteit heeft bereikt die de islam wel heeft verworven en nog steeds in stand houdt. Tegenwoordig kennen wij een grote verscheidenheid aan systemen die zo doorzeefd zijn met gebreken dat men zich moet schamen ze te bestempelen als waar of universeel. Daaronder zijn vele herzien gedurende de leef-periode van hun oprichter. Om een voorbeeld te noemen: het marxistisch economische systeem was door Marx zelf herzien met hulp van Engels en is door iedere daarop volgende “internationaal” verder gemodificeerd en in iedere periode werd het verschillend uitgelegd.

Datgene wat geldt voor de hedendaagse economische systemen is ook van toepassing op alle door de mens bedachte systemen. De duidelijke reden voor hun gebrekkigheid en falen is juist dat ze door de mens bedacht zijn.

Welk percentage van de wereldbevolking leeft nu daadwerkelijk in de uiterste poolstreken? Is het gerechtvaardigd de islam te bekritiseren, omdat men gefaald heeft de regels die uitvoerbaar zijn de gehele wereldbevolking, niet heeft kunnen doorgronden? De normen en de regels van de islam zijn uitvoerbaar voor de gehele mensheid: dat is een gerechtvaardigd reden om aanspraak te maken op universaliteit. Het gebruik van een extreem uitzonderlijk geval om de regels te bekritiseren in plaats van zoals de algemeen bekende gezegde ons opdraagt te begrijpen dat de uitzondering de regel bevestigt, toont aan dat diegenen die deze twijfels doen rijzen dit doen uit motieven die niet verenigbaar zijn met hetzij oprechtheid of ernstig wetenschappelijke nieuwsgierigheid. De gestelde vraag is als zodanig abstract en hypothetisch. Wonen er wel daadwerkelijk moslims in de afgelegen poolgebieden? Wordt de vraag gesteld omdat er moslims zijn die echt problemen hebben met uitvoering van het reguliere gebed in die gebieden?

Laat diegenen die deze vraag stellen verzekerd zijn dat de islam de moslims de mogelijkheden heeft gegeven om zulke problemen zelf op te lossen. In feite kwam deze vraag in de beginperiode van de Islam al aan de orde. Er ontstond een gesprek tussen Profeet Mohammed, vrede en zegeningen zij met hem, en zijn met gezellen, dat is opgenomen in de Sahih van Imam Boecharie en Achmed bin Hanbels Moesned. In deze hadith zegt de Profeet, vrede zij met hem: “als de mensen afstand doen van de religie dan verschijnt Dadjal”. Een andere bron vermeldt dat verder Dadjal vanuit het Oosten komt en de hele wereld rondreist, van het begin tot het eind, in veertig dagen. Een van zijn dagen duurt net zo lang als een jaar bij jullie. Een van zijn andere dagen komt overeen met een maand bij jullie en weer een andere dag correspondeert met een van jullie weken en de overige dagen zijn gelijkwaardig aan jullie dagen. Daarop vroegen de metgezellen: “Zullen de vijf gebeden voldoende zijn voor een dag die een jaar duurt?” Waarop de Profeet antwoorde: “Nee! Jullie moeten volgens die tijd rekenen” (Tirmidzi, Fitar, 57; Majma al-Zawz’id, 7:351). Dit betekent dat je die maanden die een dag en een nacht lang zijn in stukken moet opdelen en het gebed dienovereenkomstig uit moet voeren.

Als islamitische rechtsgeleerden dit soort zaken in overweging nemen kunnen ze opgelost worden: het probleem is vereenvoudigd en de vraag lijkt niet meer zo moeilijk te beantwoorden. Van Iman Shafi’s al-Umm tot de Minhay van de Shafi school, tot de boeken van de Hanafi school en in ‘de commentaar van al-Tahtawi, allemaal hebben ze met dit onderwerp te maken gehad en het is unaniem opgelost. De uitspraken van deze grote Islamitische geleerden kunnen gevonden worden in de desbetreffende hoofdstukken over gebed en gebedstijden. We halen daaruit slechts een aantal punten, die relevant zijn voor onze vraag.

De gebedstijden zijn gebaseerd op zonsopkomst, zonsondergang en de positie van de zon tussen deze momenten. Hieruit volgt dat het verplicht is te bidden op aangegeven tijden die bepaald worden door de positie of beweging van de zon in elk afzonderlijk gebied. Indien men in een gebied woont waar de positie of de beweging van de zon niet kan worden bepaald of waargenomen dan moeten de hier woonachtig Moslims de gebedstijden volgen van het dichtstbijzijnde gebied waar deze bepalingen of waarnemingen wel verricht kunnen worden.

Aangezien het noodzakelijk en natuurlijk is om ’s morgens op te staan, te eten, te drinken, etc., en ’s nachts te slapen, is het ook natuurlijk het gebed te volbrengen binnen de aangegeven tijden. Voor onze fysische en lichamelijke behoeften volgen we onze innerlijke en instinctieve wetten, zelfs in gebieden waar de zon maandenlang niet ondergaat of opkomt. Zo behoren we ook de wetten en regels van de religie harmonieus te volgen in ons gebed, vasten en bedevaart.

Samengevat kunnen we stellen dat de Islam zeker niet gefaald heeft te anticiperen op de hier gestelde vraag -wat ook de achterliggende intentie was voor het stellen van deze vraag. Het is hierbij passend om een andere zaak aan de orde te stellen. Sommigen betogen dat als er geen tijd is om te bidden de verplichting vervalt. In dit argument wordt tijd gezien als een reden of voorwaarde voor het gebed. Maar in de Islam echter is de werkelijke reden voor het gebed het feit dat Allah het beveelt. Als het gebed niet precies op tijd uitgevoerd kan worden moet het daarom volbracht worden onmiddellijk binnen de eerst volgende beschikbare tijd. Ook dit kan van toepassing zijn voor de beantwoording van de vraag hoe en wanneer men moet bidden in de uiterste poolstreken.

Waarom wordt er in sommige gemeenschappen na de salât gezamenlijk doea verricht?

Zover we weten is er geen hadith bekend, dat de tasbeeh en doea gezamenlijk werd gedaan met een ‘dirigent’. In de tijd van onze welgeliefde Profeet, vrede en zegeningen zij met hem, was dit ook niet nodig. Alle sahaba’s deden dit met volle overgave.

Er kwamen echter tijden dat moslims de salât (het gebed) verrichtten en meteen de moskee verlieten, zonder de tasbeeh en de doea te doen. Dit zien we tegenwoordig ook helaas terug in vele moskeeën.

Om dit verval te voorkomen, hebben de geleerden in de Ottomaanse tijd het gezamenlijke tasbeeh en doea met begeleiding van de moe’ezzin (de ‘dirigent’) ingesteld. Hier begeleidt de moe’ezzin na de salât de tasbeeh en worden na afloop alle handen naar Allah gericht voor doea. Iedereen doet doea en de imam sluit meestal de doea af door voor alle moslims op de hele wereld doea te doen. De moslims die ook hun handen hebben opgeheven zeggen ‘Amien’ voor deze doea. Hierna reciteert de imam een paar verzen uit de Koran. Als het tijd is voor Magrib (avond) of Fadjr (ochtend) gebed, reciteert hij de drie laatste verzen van soeratoel Hasjr.

Onze geliefde Profeet, vrede en zegeningen zij met hem:

“Voor wie in de ochtend drie keer ‘E-oezoe billahissemi-il alieemi minesj-sjeytaanirradjieem’ zegt en hierna de laatste drie ayats van soeratoel Hasjr reciteert, zal Allah zeventigduizend engelen de opdracht geven om voor hem tot de avond doea en istigfar (vergeving vragen) te doen. Als die persoon die dag sterft zal hij als sjehied (martelaar) sterven. Degene die deze ayets (verzen) in de avond reciteert zal tot de ochtend hetzelfde krijgen” (Tirmidzi, Fedail,22)

Hoewel in de tijd van onze edele Profeet, vrede en zegeningen zij met hem, de tasbeeh niet gezamenlijk werd gedaan, waren er wel sahaba’s die gezamenlijk bijeen kwamen om dzikr te doen. Hieronder zijn enkele hadith waarin onze edele Profeet, vrede en zegeningen zij met hem, dit niet verbiedt maar juist toelaat.

Volgens de overlevering van Muawiye (Radiyallahoe anh) zag onze edele Profeet, vrede en zegeningen zij met hem, een groep sahaba’s die zittend een ring vormden. Hij ging naar hen toe en vroeg: “Met welk doel zijn jullie samengekomen en hier gaan zitten?”

Zij zeiden: ‘’We zitten hier om dzikr te doen voor Allah, Djelledjelaloehoe, we betuigen onze dank aan Hem die ons een geloof als islam en nog vele gunsten heeft gegeven.”

Onze nobele Profeet, vrede en zegeningen zij met hem, vroeg nogmaals waarom ze daar zaten.

Zij zeiden: “We zweren dat dit de enige reden is waarom we hier bij elkaar zitten.”

Hierna zei onze geliefde Profeet, vrede en zegeningen zij met hem: ‘’Ik heb jullie niet laten zweren omdat ik jullie van liegen beschuldigd. Maar Djibriel (Gabriël) is gekomen en heeft vermeld dat Allah Zijn Trots over jullie heeft geuit tegenover de engelen.’’ (Muslim, Zikr 40)

Abdoellah Ibn-Abbas heeft vermeld:

“Mensen gingen in de tijd van Rasoelloellah (profeet Mohammed), vrede en zegeningen zij met hem, na de fard salât (gebed) luid dzikr voor Allah doen (Boechari, Adhan 841)

‘De genade en zegen van Allah is samen met de gemeenschap’ (Tirmidzi , Fiten, 7; Nesai, Tahrim, 6)

Doea en tasbeeh hoeft dus niet in een gemeenschap verricht te worden, hoewel de zegen van Allah over de gemeenschap is.

Welke gradaties zijn er voor het vertonen van berouw (tawba)?

‘Tawba nasoeh’ betekent: een zuivere, eerlijke boetedoening die perfect hervormt en verbetert. “Als men echte spijt heeft, met het hart gevoeld, voor de begane zonde, geeft in deze kwestie een goed voorbeeld voor anderen.” De Koran wijst dit aan als echte boetedoening en er wordt vermeld: ‘O jullie die geloven: wendt jullie tot Allah in eerlijke, echte spijt!’

Er zijn drie gradaties in de spijtbetuiging:

1- De eerste is die van de gewone mensen die niet in staat zijn de Goddelijke Waarheden waar te nemen. De zondaar voelt de zondigheid tegenover God aan als een onrust, en zich bewust van de zondigheid die het hart verstoort, wendt hij zich tot Allah (God) en drukt spijt uit met betekenisvolle woorden. Zoals: ‘Ik heb gezondigd of gefaald, vergeef me!’ of ‘Ik vraag Gods vergeving’.

2- Zij die half ontwaakt zijn in de Goddelijke Waarheden, voorbij de sluiers van het materiële bestaan, voelen een inwendige trilling van zondigheid en spijt, net na alles wat er met hun hart en verstand gebeurt en wat onverenigbaar is met het bewustzijn van steeds in Gods nabijheid te verblijven, of na elk moment van onbezonnenheid in hun harten. Zij zoeken dan onmiddellijk beschutting in de Genade en Voorkeur van Allah (God). Zij zijn zoals beschreven in de volgende Hadith (Traditie): De Boodschapper van Allah, vrede zij met hem, verklaarde: ‘Wie eerlijk spijt heeft van zonde, is alsof hij deze nooit begaan heeft. Als Allah Zijn dienaar bemint, dan berokkenen de zonden geen schade. Waarop hij het Vers citeerde: ‘Waarlijk, Allah houdt van wie dikwijls spijt betuigt en van hen die voortdurend trachten zichzelf te zuiveren…’ Wanneer hem werd gevraagd naar het gevoel van de betrokkene, antwoordde de Profeet: ‘Het is een spijt die in het hart wordt gevoeld.’ (Qushayri, al-Risala, p.91)

3- Zij die zo zorgvuldig leven dat ‘hun ogen slapen maar hun harten niet’ zoals de uitdrukking uit de Traditie luidt, (Boechari, Tahajjud, 16 / Moeslim, Musafirin, 125): Hun harten waken steeds en verwerpen onmiddellijk alles wat tussen God en hun intiemste vermogens komt. Zij herwinnen het bewustzijn van hun relatie tot het Licht der Lichten. Zij beseffen voortdurend de betekenis van ‘Wat een schitterende dienaar!, waarlijk hij was altijd bereid om zich tot Allah te wenden, voor vergeving.’ (38:44)